This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02004R0314-20170219
Council Regulation (EC) No 314/2004 of 19 February 2004 concerning certain restrictive measures in respect of Zimbabwe
Consolidated text: Verordening (EG) n r. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
Verordening (EG) n r. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
02004R0314 — NL — 19.02.2017 — 020.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EG) Nr. 314/2004 VAN DE RAAD van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 055 van 24.2.2004, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 314/2004 VAN DE RAAD
van 19 februari 2004
inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten. Technische bijstand omvat mondelinge vormen van bijstand;
b) „tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:
i) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;
ii) deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;
iii) in het openbaar en ondershands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, met inbegrip van aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;
iv) interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;
v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;
vi) kredietbrieven, connossementen, koopbrieven;
vii) bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;
viii) ieder ander exportfinancieringsbewijs;
c) „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;
d) „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden vormen, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
e) „bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, verhuren of verhypothekeren.
Artikel 2
Het volgende is verboden:
a) het verstrekken, verkopen, leveren of overdragen van technische bijstand die verband houdt met militaire activiteiten en met de verstrekking, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;
b) het verstrekken van financiering of financiële steun die verband houdt met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;
c) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a) of b) bedoelde transacties te bevorderen.
Artikel 3
Het volgende is verboden:
a) het bewust en opzettelijk, direct of indirect, verkopen, leveren of overdragen aan of exporteren naar natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van de in bijlage I genoemde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Gemeenschap;
b) het direct of indirect verstrekken, verkopen, leveren of overdragen aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van technische bijstand die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;
c) het direct of indirect verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van financiering of financiële steun die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;
d) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a), b) of c) bedoelde transacties te bevorderen.
Artikel 4
1. In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestaan:
a) het verstrekken van financiering en financiële bijstand en technische bijstand in verband met:
i) niet-letale militaire uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, of voor programma's voor institutionele versterking van de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Gemeenschap;
ii) materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie of de Verenigde Naties;
b) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage I genoemde uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, alsmede de verstrekking van financiële bijstand, financiering en technische bijstand in verband met deze transacties.
2. Er worden geen vergunningen afgegeven voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.
Artikel 4 bis
1. In afwijking van artikel 3 kan de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur is gevestigd of de lidstaat van waaruit de explosieven of aanverwante uitrusting worden geleverd, op door haar passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in punt 4 van bijlage I bedoelde explosieven en aanverwante uitrusting en van financiële en technische bijstand, indien deze explosieven en aanverwante uitrusting bestemd zijn en uitsluitend zullen worden gebruikt voor civiele toepassingen in mijnbouw- en infrastructuurprojecten.
2. De in dit artikel bedoelde toestemming wordt verleend met inachtneming van de nadere bepalingen in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 428/2009. De toestemming is in de gehele Unie geldig.
3. Exporteurs verstrekken de bevoegde autoriteiten alle relevante informatie voor de beoordeling van hun verzoek om toestemming.
4. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vooraf in kennis van zijn voornemen om toestemming als bedoeld in lid 1 van dit artikel te verlenen.
Artikel 5
De artikelen 2 en 3 zijn niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel uitsluitend voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Zimbabwe wordt uitgevoerd.
Artikel 6
1. Alle tegoeden en economische middelen van de afzonderlijke leden van de regering van Zimbabwe en van de in bijlage III vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die met hen banden hebben, worden bevroren.
2. Aan of ten behoeve van de in bijlage III genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.
3. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de in de leden 1 of 2 bedoelde transacties te bevorderen.
4. De maatregelen in de leden 1 en 2 worden geschorst, voor zover deze van toepassing zijn op de personen en entiteiten die in bijlage IV worden vermeld.
Artikel 7
1. In afwijking van artikel 6 kunnen de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:
a) noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;
b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;
c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;
d) noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de betrokken bevoegde autoriteit de andere bevoegde autoriteiten en de Commissie ten minste twee weken voor zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend.
De betrokken bevoegde autoriteit stelt de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit lid verleende toestemming.
2. Artikel 6, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a) rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen; of
b) betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop Verordening (EG) nr. 310/2002 op de betrokken rekeningen van toepassing werd,
mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder artikel 6, lid 1 blijven vallen.
Artikel 8
1. Onverminderd de toepasselijke voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim en onverminderd het bepaalde in artikel 284 van het Verdrag dienen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen:
a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 6 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via deze bevoegde autoriteiten, aan de Commissie te doen toekomen;
b) bij de verificatie van deze informatie samen te werken met de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten.
2. Alle direct door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten.
3. De overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij verstrekt of ontvangen is.
Artikel 9
De bevriezing van tegoeden en economische middelen of het niet beschikbaar stellen van tegoeden, waartoe is overgegaan in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit die deze bevriezing uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij wordt aangetoond dat de tegoeden en economische middelen zijn bevroren als gevolg van nalatigheid.
Artikel 10
De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere hun beschikbare en voor deze verordening relevante informatie uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.
Artikel 11
De Commissie wordt gemachtigd:
a) bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie;
b) bijlage III te wijzigen op basis van besluiten ten aanzien van de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB.
Artikel 11 bis
1. In bijlage III worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
2. Bijlage III bevat, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging.
Artikel 12
De lidstaten stellen regels vast met betrekking tot de sancties die van toepassing zijn op overtreding van deze verordening en zorgen ervoor dat deze regels daadwerkelijk worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.
Artikel 13
Deze verordening is van toepassing:
a) op het grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van haar luchtruim;
b) aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;
c) op alle zich op het grondgebied of buiten het grondgebied van de Gemeenschap bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;
d) op alle rechtspersonen, groepen of entiteiten die volgens het recht van een lidstaat erkend of opgericht zijn en
e) op alle rechtspersonen, groepen of entiteiten die zaken binnen de Gemeenschap doen.
Artikel 14
Deze verordening treedt in werking op 21 februari 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Lijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, als bedoeld in artikel 3
1. De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:
1.1. vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU;
1.2. munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;
1.3. vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.
2. Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.
3. De volgende voertuigen:
3.1. voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing;
3.2. voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;
3.3. voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;
3.4 voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;
3.5. voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;
3.6. voor de in 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen ten behoeve van oproerbeheersing.
Opmerking 1: Dit punt is niet van toepassing op voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor brandbestrijding.
Opmerking 2: Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term „voertuigen” ook opleggers en aanhangwagens.
4. De volgende explosieven en aanverwante stoffen:
4.1. uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen; met uitzondering van: apparatuur en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere apparatuur of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);
4.2. ladingen voor directionele explosies die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie;
4.3. de volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie vallen, en aanverwante stoffen:
a) amatol;
b) nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %);
c) nitroglycol;
d) penta-erythritoltetranitraat (PETN);
e) picrylchloride;
f) 2,4,6-trinitrotolueen (TNT).
5. De volgende beschermende uitrusting die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie:
5.1. lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;
5.2. kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.
Opmerking: dit punt heeft geen betrekking op:
— uitrusting speciaal ontworpen voor sportactiviteiten,
— uitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.
6. Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.
7. Niet door de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU bestreken nachtzicht- en thermischebeeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen.
8. Scheermesprikkeldraad.
9. Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.
10. Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.
11. Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.
BIJLAGE II
Website voor informatie over de bevoegde autoriteiten als bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8 en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie
BELGIË
http://www.diplomatie.be/eusanctions
BULGARIJE
http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html
TSJECHIË
http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce
DENEMARKEN
http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html
SPANJE
http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/
KROATIË
http://www.mvep.hr/sankcije
ITALIË
http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm
CYPRUS
http://www.mfa.gov.cy/sanctions
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt/sanctions
LUXEMBURG
http://www.mae.lu/sanctions
HONGARIJE
http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/
MALTA
http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp
NEDERLAND
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
http://www.msz.gov.pl
PORTUGAL
http://www.min-nestrangeiros.pt
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/
SLOWAKIJE
http://www.foreign.gov.sk
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
www.fco.gov.uk/competentauthorities
Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie
Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)
EEAS 02/309
B-1049 Brussel
België
E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu
BIJLAGE III
Lijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 6
I. Personen
Naam (en eventuele aliassen) |
Identificatiegegevens |
Motivering |
1. Mugabe, Robert Gabriel |
President, geboren op 21.2.1924; paspoort: AD001095. |
Regeringsleider; verantwoordelijk voor activiteiten die de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat ernstig ondermijnen. |
2. Mugabe, Grace |
Geboren op 23.7.1965; paspoort: AD001159. ID 63-646650Q70. |
Banden met de ZANU-PF-factie in de regering. Nam in 2002 het landgoed Iron Mask Estate over; wordt ervan verdacht grote illegale winst te maken met diamantontginning. |
3. Bonyongwe, Happyton Mabhuya |
Directeur-generaal Centrale Inlichtingendienst, geboren op 6.11.1960; paspoort: AD002214. ID: 63-374707A13 |
Hoge veiligheidsfunctionaris; nauwe banden met de ZANU-PF-factie (Zimbabwaanse Afrikaanse Nationale Unie — Patriottisch Front) van de regering en medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. Wordt ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor het ontvoeren, folteren en vermoorden van MDC-activisten in juni 2008. |
4. Chihuri, Augustine |
Hoofd van de politie, geboren op 10.3.1953; paspoort: AD000206. ID 68-034196M68. |
Hoge politiefunctionaris en lid van het gezamenlijke operationele commando; nauwe betrokken bij het repressiebeleid van de ZANU-PF. Bekende publiekelijk in strijd met de politiewet de ZANU-PF te steunen. Gaf de politie in 2009 de opdracht de in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van juni 2008 gepleegde moorden niet verder te onderzoeken. |
5. Chiwenga, Constantine |
Bevelhebber van de Zimbabwaanse defensiemacht, generaal (voormalig bevelhebber landmacht, luitenant-generaal), geboren op 25.8.1956. Paspoort: AD000263. ID 63-327568M80. |
Lid van het gezamenlijke operationele commando; medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. Zette het leger in om boerderijen over te nemen. Was de voornaamste aanstoker van het geweld tijdens de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in 2008. |
6. Shiri, Perence (ook bekend als: Bigboy) Samson Chikerema |
Luitenant-generaal (luchtmacht), geboren op 1.11.1955. ID 29-098876M18 |
Hoge militaire functionaris en lid van het gezamenlijke operationele commando van de ZANU-PF; medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. Betrokken bij politiek geweld, onder meer tijdens de verkiezingen van 2008 in Mashonaland West in Chiadzwa. |
7. Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als Valentine) |
Bevelhebber van het Zimbabwaanse Nationale Leger, luitenant-generaal, geboren op 25.8.1956 of 24.12.1954. ID 63-357671H26 |
Hogere militaire functionaris die sterke banden heeft met de regering; medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. |
II. Entiteiten
Naam |
Identificatiegegevens |
Motivering |
Zimbabwe Defence Industries |
10th floor, Trustee House, 55 Samora Machel Avenue, PO Box 6597, Harare, Zimbabwe |
Banden met het ministerie van Defensie en de ZANU-PF-factie in de regering. |
BIJLAGE IV
Lijst van personen bedoeld in artikel 6, lid 4
Personen
Naam (en eventuele aliassen)
1. |
Bonyongwe, Happyton Mabhuya |
2. |
Chihuri, Augustine |
3. |
Chiwenga, Constantine |
4. |
Shiri, Perence (ook bekend als: Bigboy) Samson Chikerema |
5. |
Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als: Valentine) |