This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02003L0091-20160701
Commission Directive 2003/91/EC of 6 October 2003 setting out implementing measures for the purposes of Article 7 of Council Directive 2002/55/EC as regards the characteristics to be covered as a minimum by the examination and the minimum conditions for examining certain varieties of vegetable species (Text with EEA relevance)
Consolidated text: Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (Voor de EER relevante tekst)
2003L0091 — NL — 01.07.2016 — 010.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 2003/91/EG VAN DE COMMISSIE van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PB L 254 van 8.10.2003, blz. 11) |
Gewijzigd bij:
RICHTLIJN 2003/91/EG VAN DE COMMISSIE
van 6 oktober 2003
houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
1. De lidstaten nemen rassen van groentegewassen die voldoen aan de eisen van lid 2, op in een nationale rassenlijst in de zin van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2002/55/EG.
2. Ten aanzien van onderscheidbaarheid, bestendigheid en homogeniteit:
a) voldoen de in bijlage I opgenomen gewassen aan de eisen van de in die bijlage opgenomen „Protocollen inzake het onderzoek op onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid” van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP);
b) voldoen de in bijlage II opgenomen gewassen aan de in die bijlage opgenomen testrichtsnoeren voor het uitvoeren van tests inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid van de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV).
Artikel 2
Alle raskenmerken in de zin van artikel 1, lid 2, onder a), en alle met een asterisk (*) aangegeven kenmerken in de in artikel 1, lid 2, onder b), vermelde testrichtsnoeren worden in aanmerking genomen, tenzij de waarneming van een bepaald kenmerk onmogelijk wordt gemaakt door de expressie van een ander kenmerk, of de expressie van een kenmerk wordt verhinderd door de omstandigheden waaronder de test plaatsvindt.
Artikel 3
De lidstaten zorgen ervoor dat bij het onderzoek van de in de bijlagen I en II opgenomen gewassen wordt voldaan aan de minimumeisen betreffende het verrichten van het onderzoek met betrekking tot proefopzet en teeltomstandigheden, die zijn opgenomen in de in die bijlagen bedoelde testrichtsnoeren.
Artikel 4
Richtlijn 72/168/EEG wordt ingetrokken.
Artikel 5
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 maart 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 6
1. Wanneer bij de inwerkingtreding van deze richtlijn bepaalde rassen nog niet zijn toegelaten tot de gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen en het officieel onderzoek is begonnen vóór die datum, overeenkomstig
a) Richtlijn 72/168/EEG, of
b) de in bijlage I opgenomen CBP-richtsnoeren of de in bijlage II opgenomen UPOV-richtsnoeren, afhankelijk van het gewas,
worden de betrokken rassen geacht aan de voorschriften van deze richtlijn te voldoen.
2. Lid 1 geldt alleen als op basis uit de proeven blijkt dat de rassen voldoen aan de voorschriften van
a) Richtlijn 72/168/EEG, of
b) de in bijlage I opgenomen CBP-richtsnoeren of de in bijlage II opgenomen UPOV-richtsnoeren, afhankelijk van het gewas.
Artikel 7
Deze richtlijn treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 8
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde gewassen die moeten voldoen aan de CPVO-testprotocollen
Wetenschappelijke naam |
Triviale naam |
CPVO-protocol |
Allium cepa L. (Cepa-groep) |
Ui en echalion |
TP 46/2 van 1.4.2009 |
Allium cepa L. (Aggregatum-groep) |
Sjalot |
TP 46/2 van 1.4.2009 |
Allium fistulosum L. |
Stengelui |
TP 161/1 van 11.3.2010 |
Allium porrum L. |
Prei |
TP 85/2 van 1.4.2009 |
Allium sativum L. |
Knoflook |
TP 162/1 van 25.3.2004 |
Allium schoenoprasum L. |
Bieslook |
TP 198/2 van 11.3.2015 |
Apium graveolens L. |
Bleekselderij |
TP 82/1 van 13.3.2008 |
Apium graveolens L. |
Knolselderij |
TP 74/1 van 13.3.2008 |
Asparagus officinalis L. |
Asperge |
TP 130/2 van 16.2.2011 |
Beta vulgaris L. |
Rode biet, inclusief Cheltenham beet |
TP 60/1 van 1.4.2009 |
Beta vulgaris L. |
Snijbiet |
TP 106/1 van 11.3.2015 |
Brassica oleracea L. |
Boerenkool |
TP 90/1 van 16.2.2011 |
Brassica oleracea L. |
Bloemkool |
TP 45/2 van 11.3.2010 |
Brassica oleracea L. |
Broccoli |
TP 151/2 van 21.3.2007 |
Brassica oleracea L. |
Spruitkool |
TP 54/2 van 1.12.2005 |
Brassica oleracea L. |
Koolrabi |
TP 65/1 van 25.3.2004 |
Brassica oleracea L. |
Savooiekool, wittekool en rodekool |
TP 48/3 van 16.2.2011 |
Brassica rapa L. |
Paksoi |
TP 105/1 van 13.3.2008 |
Capsicum annuum L. |
Paprika of Spaanse peper |
TP 76/2 van 21.3.2007 |
Cichorium endivia L. |
Krulandijvie en andijvie |
TP 118/3 van 19.3.2014 |
Cichorium intybus L. |
Cichorei voor de industrie |
TP 172/2 van 1.12.2005 |
Cichorium intybus L. |
Witlof |
TP 173/1 van 25.3.2004 |
Citrullus lanatus (Thunb.) Matsum. et Nakai |
Watermeloen |
TP 142/2 van 19.3.2014 |
Cucumis melo L. |
Meloen |
TP 104/2 van 21.3.2007 |
Cucumis sativus L. |
Komkommer en augurk |
TP 61/2 van 13.3.2008 |
Cucurbita maxima Duchesne |
Pompoen |
TP 155/1 van 11.3.2015 |
Cucurbita pepo L. |
Courgette |
TP 119/1 rev. van 19.3.2014 |
Cynara cardunculus L. |
Artisjok en kardoen |
TP 184/2 van 27.2.2013 |
Daucus carota L. |
Wortel en voederwortel |
TP 49/3 van 13.3.2008 |
Foeniculum vulgare Mill. |
Knolvenkel |
TP 183/1 van 25.3.2004 |
Lactuca sativa L. |
Sla |
TP 13/5 van 16.2.2011 |
Solanum lycopersicum L. |
Tomaat |
TP 44/4 rev. van 27.2.2013 |
Petroselinum crispum (Mill.) Nyman ex A. W. Hill |
Peterselie |
TP 136/1 van 21.3.2007 |
Phaseolus coccineus L. |
Pronkboon |
TP 9/1 van 21.3.2007 |
Phaseolus vulgaris L. |
Stamboon en stokboon |
TP 12/4 van 27.2.2013 |
Pisum sativum L. (partim) |
Kreukzadige doperwt, rondzadige doperwt en peul |
TP 7/2 rev. van 11.3.2015 |
Raphanus sativus L. |
Radijs, rammenas |
TP 64/2 rev. van 11.3.2015 |
Scorzonera hispanica L. |
Schorseneer |
TP 116/1 van 11.3.2015 |
Solanum melongena L. |
Aubergine |
TP 117/1 van 13.3.2008 |
Spinacia oleracea L. |
Spinazie |
TP 55/5 van 27.2.2013 |
Valerianella locusta (L.) Laterr. |
Veldsla |
TP 75/2 van 21.3.2007 |
Vicia faba L. (partim) |
Tuinboon |
TP Broadbean/1 van 25.3.2004 |
Zea mays L. (partim) |
Suikermais en pofmais |
TP 2/3 van 11.3.2010 |
Solanum lycopersicum L. × Solanum habrochaites S. Knapp & D.M. Spooner; Solanum lycopersicum L. × Solanum peruvianum (L.) Mill.; Solanum lycopersicum L. × Solanum cheesmaniae (L. Ridley) Fosberg |
Tomaatwortelstokken |
TP 294/1 van 19.3.2014 |
De tekst van deze protocollen is te vinden op de website van het CPVO (http://www.cpvo.europa.eu/main/nl/).
BIJLAGE II
Lijst van de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde gewassen die moeten voldoen aan de UPOV-testrichtsnoeren
Wetenschappelijke naam |
Triviale naam |
UPOV-richtsnoer |
Brassica rapa L. |
Meiraap/stoppelknol |
TG/37/10 van 4.4.2001 |
Cichorium intybus L. |
Bladcichorei |
TG/154/3 van 18.10.1996 |
Rheum rhabarbarum L. |
Rabarber |
TG/62/6 van 24.3.1999 |
De tekst van deze richtsnoeren is te vinden op de website van de UPOV (http://www.upov.int/portal/index.html.en).
( 1 ) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 23.
( 2 ) PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23.
( 3 ) PB L 103 van 2.5.1972, blz. 6.
( 4 ) PB L 37 van 7.2.2002, blz. 7.
( 5 ) PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1.
( 6 ) PB L 245 van 29.9.2003, blz. 28.