Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02002R1606-20080410

Consolidated text: Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2002/1606/2008-04-10

2002R1606 — NL — 10.04.2008 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1606/2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 19 juli 2002

betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen

(PB L 243, 11.9.2002, p.1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 297/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 maart 2008

  L 97

62

9.4.2008




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1606/2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 19 juli 2002

betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen



HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag ( 3 ),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Teneinde de voltooiing van de interne markt voor financiële diensten te versnellen, heeft de Europese Raad van Lissabon van 23-24 maart 2000 bepaald dat het actieplan voor financiële diensten vóór 2005 moet worden uitgevoerd en er tevens op aangedrongen dat de nodige maatregelen worden genomen om de vergelijkbaarheid van de jaarrekeningen van beursgenoteerde ondernemingen te verbeteren.

(2)

Om de interne markt beter te doen functioneren moeten beursgenoteerde ondernemingen worden verplicht één enkel stelsel van internationale standaarden voor jaarrekeningen toe te passen bij het opstellen van hun geconsolideerde jaarrekening. Bovendien is het van belang dat communautaire ondernemingen die actief zijn op financiële markten, internationaal aanvaarde standaarden voor financiële verslaglegging toepassen die wereldwijd als standaard gelden. Dit houdt in dat de standaarden voor jaarrekeningen die internationaal worden gehanteerd, steeds verder op elkaar moeten worden afgestemd, wat uiteindelijk moet leiden tot één enkel stelsel van wereldwijde standaarden voor jaarrekeningen.

(3)

Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen ( 4 ), Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 betreffende de geconsolideerde jaarrekening ( 5 ), Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen ( 6 ) en Richtlijn 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen ( 7 ) zijn ook gericht tot beursgenoteerde communautaire ondernemingen. De verslagleggingsvereisten in deze richtlijnen bieden niet voldoende garanties voor de hoge mate van transparantie en vergelijkbaarheid van de financiële verslaglegging van alle beursgenoteerde communautaire ondernemingen die nodig is voor het opbouwen van een doeltreffende en soepel werkende geïntegreerde kapitaalmarkt. Daarom moet het wettelijke kader dat van toepassing is op beursgenoteerde ondernemingen, worden aangevuld.

(4)

Met deze verordening wordt beoogd bij te dragen tot de efficiënte en kosteneffectieve werking van de kapitaalmarkt. De bescherming van de beleggers en het handhaven van het vertrouwen in de financiële markten vormen eveneens een wezenlijk aspect van de voltooiing van de interne markt op dit gebied. Deze verordening leidt tot een vrijer kapitaalverkeer binnen de interne markt en helpt communautaire ondernemingen om op voet van gelijkheid te concurreren bij het aantrekken van financiële middelen op zowel de Europese als de mondiale kapitaalmarkten.

(5)

Voor het concurrentievermogen van de communautaire kapitaalmarkten is het van belang dat de standaarden die in Europa worden gehanteerd voor de financiële verslaglegging, worden afgestemd op de internationale standaarden voor jaarrekeningen die algemeen kunnen worden gehanteerd bij grensoverschrijdende transacties of wereldwijde beursnoteringen.

(6)

Op 13 juni 2000 heeft de Commissie haar mededeling „Strategie van de EU inzake financiële verslaglegging: verdere maatregelen” gepubliceerd, waarin wordt voorgesteld dat alle beursgenoteerde communautaire ondernemingen uiterlijk in 2005 hun geconsolideerde jaarrekening opstellen overeenkomstig een enkel stelsel van standaarden voor jaarrekeningen, namelijk de International Accounting Standards (IAS).

(7)

De internationale standaarden voor jaarrekeningen (IAS) worden opgesteld door het International Accounting Standards Committee (IASC), dat beoogt een enkel stelsel van wereldwijde standaarden voor de financiële verslaglegging te ontwikkelen. In verband met de herstructurering van de IASC heeft de nieuwe Board op 1 april 2001 in een van zijn eerste besluiten de naam van het IASC gewijzigd in IASB, International Accounting Standards Board, en besloten toekomstige internationale standaarden voor jaarrekeningen, onder de nieuwe naam IAS, voortaan internationale standaarden voor financiële verslaglegging te noemen (IFRS, international financial reporting standards). Deze standaarden moeten waar mogelijk verplicht worden gesteld voor alle beursgenoteerde communautaire ondernemingen, op voorwaarde dat zij leiden tot een hoge mate van transparantie en vergelijkbaarheid van de financiële verslaglegging in de Gemeenschap.

(8)

De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van deze verordening, moeten worden genomen overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden ( 8 ). Als die maatregelen worden getroffen, moet rekening worden gehouden met de verklaring over de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake financiële diensten die de Commissie op 5 februari 2002 in het Europees Parlement heeft afgelegd.

(9)

Om te worden goedgekeurd voor toepassing in de Gemeenschap moet een internationale standaard voor jaarrekeningen in de eerste plaats beantwoorden aan de basisvereisten van de hierboven genoemde richtlijnen van de Raad, wat inhoudt dat de toepassing van de standaard een getrouw beeld van de financiële positie en het resultaat van een onderneming moet opleveren, waarbij dit beginsel moet worden gezien in het licht van deze richtlijnen en geen strikte overeenstemming met elke afzonderlijke bepaling van die richtlijnen behoeft te impliceren; in de tweede plaats moet de standaard, overeenkomstig de conclusies van de Raad van 17 juli 2000, aan het Europees openbaar belang tegemoet komen; tot slot moet hij voldoen aan een aantal basiscriteria betreffende de kwaliteit van de informatie die in de balans moet worden verstrekt om nuttig te zijn voor de gebruikers.

(10)

Een technisch comité voor financiële verslaglegging levert de Commissie bijstand en deskundigheid bij de beoordeling van internationale standaarden voor jaarrekeningen.

(11)

Via het goedkeuringsmechanisme moet niet alleen snel worden gereageerd op voorstellen voor internationale standaarden voor jaarrekeningen, het moet tevens voor de belangrijkste betrokken partijen, in het bijzonder voor de nationale organen voor de vaststelling van standaarden voor jaarrekeningen, de toezichthouders voor de effectenhandel, het bankwezen en het verzekeringswezen, de centrale banken, de ECB daaronder begrepen, accountants, en gebruikers en opstellers van jaarrekeningen, een forum zijn om te discussiëren, na te denken en informatie uit te wisselen over internationale standaarden voor jaarrekeningen. Het mechanisme moet er voorts toe bijdragen dat de goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen in de Gemeenschap op uniforme wijze worden uitgelegd.

(12)

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel zijn de maatregelen waarin deze verordening voorziet en die erop neerkomen dat beursgenoteerde ondernemingen een enkel stelsel van internationale standaarden voor jaarrekeningen moeten toepassen, noodzakelijk om bij te dragen tot de efficiënte en kosteneffectieve werking van de communautaire kapitaalmarkten en, bijgevolg, tot de voltooiing van de interne markt.

(13)

Overeenkomstig dat beginsel moeten de lidstaten de vrijheid hebben om beursgenoteerde ondernemingen toe te staan of te verplichten de jaarrekening op te stellen overeenkomstig internationale standaarden voor jaarrekeningen die zijn goedgekeurd volgens de in deze verordening vastgelegde procedure. De lidstaten kunnen eveneens besluiten deze toelating of verplichting uit te breiden tot andere ondernemingen voor wat de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening en hun jaarrekening betreft.

(14)

Om een gedachtewisseling te vergemakkelijken en de lidstaten in staat te stellen hun standpunten te coördineren, moet de Commissie het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging op gezette tijden informatie verstrekken over feitelijke projecten, discussiestukken, samenvattingen van bepaalde kwesties en ontwerp-uiteenzettingen van de IASB en over de technische werkzaamheden die daaruit voortvloeien voor het technisch comité. Het is eveneens van belang dat, indien de Commissie voornemens is geen goedkeuring van een internationale standaard voor jaarrekeningen voor te stellen, het regelgevend comité voor financiële verslaglegging in een vroeg stadium hiervan op de hoogte wordt gebracht.

(15)

Bij haar beraadslagingen en bij het bepalen van standpunten ten aanzien van stukken en nota's (papers) die door de IASB in het kader van de ontwikkeling van internationale standaarden voor jaarrekeningen (IFRS en SIC-IFRIC) zijn opgesteld, zal de Commissie rekening houden met het feit dat concurrentienadelen moeten worden voorkomen voor de Europese ondernemingen die actief zijn op de wereldmarkt, alsmede, zoveel mogelijk, met de standpunten die door de delegaties in het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging naar voren hebben gebracht. De Commissie zal in de organen van de IASB vertegenwoordigd zijn.

(16)

Een passend en rigoureus handhavingsstelsel is essentieel om het vertrouwen van de beleggers in financiële markten te ondersteunen. Op grond van artikel 10 van het Verdrag zijn de lidstaten verplicht passende maatregelen te treffen om de nakoming van internationale standaarden voor jaarrekeningen te waarborgen. De Commissie is voornemens samen met de lidstaten met name via het Comité van Europese effectenregelgevers (CESR) een gemeenschappelijke aanpak op het vlak van handhaving te ontwikkelen.

(17)

Voorts moeten de lidstaten de toepassing van sommige bepalingen tot 2007 kunnen uitstellen voor ondernemingen die zowel in de Gemeenschap als op een gereglementeerde markt van een derde land beursgenoteerd zijn, en die reeds een ander stelsel van internationaal aanvaarde standaarden toepassen als de primaire basis voor hun geconsolideerde rekeningen, alsmede voor ondernemingen die alleen beursgenoteerde obligaties hebben. Niettemin is het van cruciaal belang dat uiterlijk in 2007 een enkel stelsel van algemene standaarden voor jaarrekeningen, de IAS, geldt voor alle communautaire ondernemingen die op een gereglementeerde markt in de Gemeenschap beursgenoteerd zijn.

(18)

Om de lidstaten en de ondernemingen de gelegenheid te geven de aanpassingen te verrichten die noodzakelijk zijn om de toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen mogelijk te maken, is het nodig sommige bepalingen pas in 2005 toe te passen. Er moeten passende bepalingen worden vastgesteld met het oog op de eerste toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (IAS) door ondernemingen als gevolg van de inwerkingtreding van deze verordening. Om de internationale erkenning van de gekozen maatregelen te waarborgen moeten deze bepalingen op internationaal niveau worden opgesteld,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

Doel

Deze verordening beoogt de goedkeuring en het gebruik van internationale standaarden voor jaarrekeningen in de Gemeenschap, teneinde de financiële informatie die wordt verstrekt door de in artikel 4 bedoelde ondernemingen te harmoniseren en voor een hoge mate van transparantie en vergelijkbaarheid van jaarrekeningen te zorgen en zo de doeltreffende werking van de communautaire kapitaalmarkt en van de interne markt te waarborgen.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt onder „internationale standaarden voor jaarrekeningen” verstaan: de International Accounting Standards (IAS), de International Financial Reporting Standards (IFRS) en de daarmee verband houdende interpretaties (SIC/IFRIC interpretations), wijzigingen van deze standaarden en interpretaties, toekomstige standaarden en daarmee verband houdende interpretaties die worden vastgesteld of goedgekeurd door de International Accounting Standards Board (IASB).

Artikel 3

Goedkeuring en toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen

▼M1

1.  De Commissie besluit over de toepasbaarheid in de Gemeenschap van internationale standaarden voor jaarrekeningen. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 6, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

▼B

2.  De internationale standaarden voor jaarrekeningen kunnen enkel worden goedgekeurd indien zij:

 in overeenstemming zijn met het beginsel, vermeld in artikel 2, lid 3, van Richtlijn 78/660/EEG en artikel 16, lid 3, van Richtlijn 83/349/EEG en het Europees openbaar belang dienen, en

 beantwoorden aan de criteria inzake begrijpelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid waaraan financiële informatie moet voldoen om economische beslissingen mogelijk te maken en het management te kunnen beoordelen.

3.  Uiterlijk 31 december 2002 neemt de Commissie volgens de procedure van artikel 6, lid 2, een besluit over de toepassing in de Gemeenschap van de internationale standaarden voor jaarrekeningen die bestaan op het moment dat deze verordening van kracht wordt.

4.  Goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen moeten in hun geheel, in de vorm van een verordening van de Commissie, in de officiële talen van de Gemeenschap worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen

Voor elk boekjaar, beginnend op of na 1 januari 2005, stellen ondernemingen die onder het recht van een lidstaat vallen hun geconsolideerde jaarrekening op overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen die volgens de procedure van artikel 6, lid 2, zijn goedgekeurd, indien hun effecten op de balansdatum zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van een lidstaat in de zin van artikel 1, punt 13, van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten ( 9 ).

Artikel 5

Keuzemogelijkheden aangaande jaarrekeningen en niet-beursgenoteerde ondernemingen

De lidstaten kunnen:

a) de in artikel 4 bedoelde ondernemingen toestaan of verplichten hun jaarrekening op te stellen,

b) andere dan de in artikel 4 bedoelde ondernemingen toestaan of verplichten hun geconsolideerde jaarrekening en/of hun jaarrekening op te stellen,

overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen die volgens de procedure van artikel 6, lid 2, zijn goedgekeurd.

Artikel 6

Comité-procedure

1.  De Commissie wordt bijgestaan door een regelgevend comité voor financiële verslaglegging, hierna „het comité” te noemen.

▼M1

2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

▼M1 —————

▼B

Artikel 7

Rapportage en coördinatie

1.  De Commissie treedt regelmatig in overleg met het comité over de status van feitelijke IASB-projecten en alle daarmee verband houdende stukken die door de IASB zijn opgesteld, teneinde standpunten te coördineren en besprekingen over de goedkeuring van standaarden die uit deze projecten en documenten zouden kunnen voortvloeien, te vergemakkelijken.

2.  De Commissie brengt naar behoren en tijdig verslag uit aan het comité, indien zij voornemens is de goedkeuring van een standaard niet voor te stellen.

Artikel 8

Kennisgeving

Wanneer de lidstaten maatregelen nemen uit hoofde van artikel 5, stellen zij de Commissie en de andere lidstaten daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 9

Overgangsbepalingen

In afwijking van artikel 4 kunnen de lidstaten bepalen dat de voorschriften van artikel 4 op ondernemingen

a) waarvan alleen de schuldinstrumenten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt van een lidstaat in de zin van Richtlijn 93/22/EEG, artikel 1, punt 13, of

b) waarvan de effecten zijn toegelaten tot de openbare handel in een derde land en die daartoe met ingang van een boekjaar, beginnend op een datum voorafgaand aan de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, internationaal aanvaarde standaarden gehanteerd hebben,

slechts worden toegepast voor de boekjaren beginnend op of na 1 januari 2007.

Artikel 10

Informatie en evaluatie

De Commissie evalueert de werking van deze verordening en brengt daarover uiterlijk 1 juli 2007 verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.



( 1 ) PB C 154 E van 29.5.2001, blz. 285.

( 2 ) PB C 260 van 17.9.2001, blz. 86.

( 3 ) Advies van het Europees Parlement van 12 maart 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 7 juni 2002.

( 4 ) PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28).

( 5 ) PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad.

( 6 ) PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad.

( 7 ) PB L 374 van 31.12.1991, blz. 7.

( 8 ) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

( 9 ) PB L 141 van 11.6.1993, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/64/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 290 van 17.11.2000, blz. 27).

Top