This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 01990R2377-20070212
Council Regulation (EEC) No 2377/90 of 26 June 1990 laying down a Community procedure for the establishment of maximum residue limits of veterinary medicinal products in foodstuffs of animal origin
Consolidated text: Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
1990R2377 — NL — 12.02.2007 — 053.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EEG) Nr. 2377/90 VAN DE RAAD van 26 juni 1990 (PB L 224, 18.8.1990, p.1) |
Gewijzigd bij:
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EEG) Nr. 2377/90 VAN DE RAAD
van 26 juni 1990
houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),
Overwegende dat het aan voedselproducerende dieren toedienen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in van behandelde dieren afkomstige levensmiddelen residuen kan nalaten;
Overwegende dat het door wetenschappelijke en technische ontwikkelingen mogelijk is steeds kleinere hoeveelheden residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen op te sporen; dat het derhalve noodzakelijk is om voor alle soorten levensmiddelen van dierlijke oorsprong, inclusief vlees, vis, melk, eieren en honing, maximumwaarden voor residuen vast te stellen voor farmacologisch werkzame substanties die in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden gebruikt;
Overwegende dat er ter bescherming van de volksgezondheid maximumwaarden voor residuen moeten worden vastgesteld in overeenstemming met de algemeen erkende beginselen op het gebied van de beoordeling van de veiligheid, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele andere wetenschappelijke beoordelingen van de veiligheid van de betrokken substanties die zijn uitgevoerd door internationale organisaties, met name de Codex Alimentarius, of, indien die substanties voor andere doeleinden worden gebruikt, door andere wetenschappelijke comités die in de Gemeenschap opgericht zijn;
Overwegende dat het gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik een belangrijke rol speelt bij de landbouwprodukte; dat de vaststelling van maximumwaarden voor residuen het in de handel brengen van levensmiddelen van dierlijke oorsprong zal vergemakkelijken;
Overwegende dat de vaststelling van verschillende maximumwaarden voor residuen door de Lid-Staten het vrije verkeer van levensmiddelen en dat van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik kan hinderen;
Overwegende dat er dus een procedure moet worden ingesteld volgens welke de Gemeenschap maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik vaststelt, die één enkele, zo goed mogelijke wetenschappelijke beoordeling omvat;
Overwegende dat de noodzaak om op communautair niveau maximumwaarden voor residuen vast te leggen, erkend is in de communautaire regels inzake de handel in levensmiddelen van dierlijke oosprong;
Overwegende dat regelingen moeten worden getroffen met het oog op de systematische vaststelling van maximumwaarden voor residuen voor nieuwe farmacologisch werkzame substanties die bestemd zijn voor toediening aan voedselproducerende dieren;
Overwegende dat eveneens regelingen moeten worden getroffen voor de vaststelling van maximumwaarden voor residuen voor substanties die thans worden gebruikt in aan voedselproducerende dieren toegediende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; dat er evenwel wegens de complexiteit van die aangelegenheid en het groot aantal betrokken substanties overgangsregelingen voor lange tijd nodig zijn;
Overwegende dat na wetenschappelijke beoordeling door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik de maximumwaarden voor residuen moeten worden vastgesteld door middel van een snelle procedure, waarbij een nauwe samenwerking tussen de Commissie en de Lid-Staten wordt gewaarborgd via het bij Richtlijn 81/852/EEG van de Raad van 28 september 1981 inzake de analytische, toxicologisch-farmacologische en klinische normen en voorschriften betreffende proeven op geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik ( 4 ), gewijzigd bij Richtlijn 87/20/EEG ( 5 ), ingestelde Comité; dat ook een spoedprocedure noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat een maximumwaarde die voor de volksgezondheid onvoldoende bescherming biedt snel kan worden herzien;
Overwegende dat door geneesmiddelen veroorzaakte immunologische reacties gewoonlijk niet te onderscheiden zijn van die welke op natuurlijke wijze plaatsvinden en geen gevolgen hebben voor verbruikers van levensmiddelen van dierlijke oorsprong;
Overwegende dat de informatie voor de beoordeling van de veiligheid van de residuen moet worden voorgelegd in overeenstemming met de principes van Richtlijn 81/852/EEG,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) „residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik”: alle farmacologisch werkzame substanties (werkzame bestanddelen, excipientia of afbraakstoffen) en de metabolieten daarvan, die overblijven in levensmiddelen die worden verkregen van dieren waaraan het bewuste geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik is toegediend;
b) „maximumwaarde voor residuen”: het maximale residugehalte in of op levensmiddelen dat het gevolg is van het gebruik van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik (uitgedrukt in milligram of microgram per kilogram vers produkt), dat de Gemeenschap als wettelijk toegestaan kan aanvaarden of dat als aanvaardbaar wordt erkend.
Deze waarde is gebaseerd op het type en de hoeveelheid residuen die als vrij van enig toxicologisch risico voor de menselijke gezondheid worden beschouwd, zoals uitgedrukt in de aanvaardbare dagelijkse dosis (ADI), dan wel op basis van een tijdelijke ADI waarbij een aanvullende veiligheidsfactor wordt gehanteerd. Er wordt ook rekening gehouden met andere risico's betreffende de volksgezondheid, alsook met voedingstechnologische aspecten.
Bij het vaststellen van een maximumwaarde voor residuen (MRL) worden ook in voeders van plantaardige oorsprong aanwezige en/of uit het milieu afkomstige residuen in aanmerking genomen. Voorts kan de MRL zodanig worden verlaagd dat het niveau verenigbaar is met de goede handelwijzen in het gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en voor zover praktische analysemethoden beschikbaar zijn.
2. Deze verordening is niet van toepassing op werkzame bestanddelen van biologische oorsprong die bestemd zijn om een actieve of passieve immuniteit teweeg te brengen of een toestand van immuniteit vast te stellen en die in immunologische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden gebruikt.
Artikel 2
De farmacologisch werkzame substanties die in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik worden gebruikt en waarvoor maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld, worden in een lijst in bijlage I bij deze verordening opgenomen; deze bijlage wordt goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8. Voor zover niet anders wordt bepaald in artikel 9, worden eventuele wijzigingen van bijlage I eveneens volgens die procedure goedgekeurd.
Artikel 3
Indien na beoordeling van een farmacologisch werkzame substantie die wordt gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, blijkt dat het met het oog op de bescherming van de volksgezondheid niet nodig is een maximumwaarde voor residuen voor die substantie vast te stellen, wordt zij in de lijst in bijlage II bij deze verordening opgenomen. Deze bijlage II wordt goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8. Voor zover niet anders wordt bepaald in artikel 9, worden eventuele wijzigingen van bijlage II eveneens volgens die procedure goedgekeurd.
Artikel 4
Voor farmacologisch werkzame substanties die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, kunnen voorlopige maximumwaarden voor residuen worden vastgesteld, op voorwaarde dat er geen reden is om aan te nemen dat residuen van de betrokken substantie in de voorgestelde maximumhoeveelheid gevaar opleveren voor de gezondheid van de verbruiker. Een voorlopige maximumwaarde voor residuen geldt voor een bepaalde periode van ten hoogste vijf jaar. Deze periode mag bij wijze van uitzondering slechts eenmaal worden verlengd met ten hoogste twee jaar, indien zulks dienstig blijkt om wetenschappelijk onderzoek dat reeds aan de gang is, af te ronden.
In uitzonderlijke omstandigheden kan er ook een voorlopige maximumwaarde voor residuen worden vastgesteld voor farmacologisch werkzame substanties die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening nog niet zijn gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, op voorwaarde dat er geen reden is om aan te nemen dat residuen van de betrokken substantie in de voorgestelde maximumhoeveelheid gevaar opleveren voor de gezondheid van de verbruiker.
De lijst van farmacologisch werkzame substanties die worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en waarvoor voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld, wordt in bijlage III bij deze verordening opgenomen; deze bijlage wordt goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8. Voor zover niet ander s wordt bepaald in artikel 9, worden eventuele wijzigingen van bijlage III eveneens volgens die procedure goedgekeurd.
Artikel 5
Indien blijkt dat er voor een farmacologisch werkzame substantie die wordt gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, geen maximumwaarde voor residuen kan worden vastgesteld omdat residuen van de betrokken substanties in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, ongeacht de maximumhoeveelheid ervan, gevaar opleveren voor de gezondheid van de verbruiker, wordt die substantie opgenomen in een lijst in bijlage IV bij deze verordening. Deze bijlage wordt goedgekeurd volgens de procedure van artikel 8. Voor zover niet anders wordt bepaald in artikel 9, worden eventuele wijzigingen van bijlage IV eveneens volgens die procedure goedgekeurd.
Het is in de hele Gemeenschap verboden de in bijlage IV vermelde substanties aan voedselproducerende dieren toe te dienen.
Artikel 6
1. Om een farmacologisch werkzame substantie die bestemd is om te worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die voor toediening aan voedselproducerende dieren bedoeld zijn, in bijlage I, II of III te doen opnemen, moet een aanvraag tot vaststelling van een maximumwaarde voor residuen worden ingediend bij het bij Verordening (EEG) nr. 2309/93 ( 6 ) ingestelde Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling, hierna „Bureau” genoemd.
Deze aanvraag bevat de in bijlage V bedoelde administratieve gegevens en veiligheidsdocumentatie en is in overeenstemming met de beginselen van Richtlijn 81/852/EEG.
2. De aanvraag dient eveneens vergezeld te gaan van de vergoeding die aan het Bureau verschuldigd is.
Artikel 7
1. Het in artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 2309/93 genoemde Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik wordt belast met het opstellen van de adviezen van het Bureau over de indeling van de substanties in bijlage I, II, III of IV van deze verordening.
2. Met het oog op het bepaalde in deze verordening zijn de artikelen 52 en 53 van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van toepassing.
3. Het Bureau ziet erop toe dat het advies van het comité wordt uitgebracht binnen een termijn van 120 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van een geldige aanvraag.
Indien de door de aanvrager medegedeelde gegevens ontoereikend zijn voor het opstellen van het bedoelde advies, kan het comité de aanvrager verzoeken binnen een bepaalde termijn aanvullende gegevens te verstrekken. Eerstgenoemde termijn wordt dan verlengd totdat de aanvullende inlichtingen zijn verstrekt.
4. Het Bureau zendt de aanvrager het advies toe. Binnen 15 dagen na de ontvangst van het advies kan de aanvrager het Bureau schriftelijk in kennis stellen van zijn voornemen beroep in te stellen. In dit geval brengt hij binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies, een uitvoerige motivering van zijn beroep ter kennis van het Bureau. Binnen 60 dagen na de ontvangst van de motivering van het beroep onderzoekt het comité of zijn advies moet worden herzien; de conclusies ten aanzien van het beroep worden aan het in lid 5 genoemde verslag gehecht.
5. Het bureau doet het definitieve advies van het comité binnen 30 dagen na de goedkeuring ervan aan de Commissie en aan de aanvrager toekomen. Het advies gaat vergezeld van een verslag waarin de beoordeling van de veiligheid van de substantie door het comité wordt toegelicht en waarin de redenen die aan de conclusies ten grondslag liggen, worden uiteengezet.
6. De Commissie werkt, rekening houdend met het communautair recht, ontwerp-maatregelen uit en leidt de procedure van artikel 8 in. Het in artikel 8 bedoelde comité past zijn procedureregels aan met het oog op de taken die het krachtens deze verordening worden toebedeeld.
Artikel 8
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.
2. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG ( 7 ) van toepassing.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
3. Het Permanent Comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 9
1. Wanneer een Lid-Staat ten gevolge van nieuwe gegevens of een herbeoordeling van reeds bestaande gegevens van oordeel is dat een punt in de bijlagen I tot en met IV dringend moet worden gewijzigd om de gezondheid van mens of dier te beschermen, kan die Lid-Staat tijdelijk de toepassing van dat punt op zijn eigen grondgebied opschorten. In dat geval brengt hij de andere Lid-Staten en de Commissie onmiddellijk van de maatregelen op de hoogte en geeft hij de redenen daarvoor aan.
2. ►M64 De Commissie onderzoekt zo spoedig mogelijk de door de betrokken lidstaat opgegeven redenen en raadpleegt het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; zij brengt daarop onverwijld advies uit en neemt passende maatregelen. Degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen, kan worden verzocht het comité mondeling of schriftelijk rekenschap te geven. ◄ Degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen, kan worden verzocht het Comité mondeling of schriftelijk rekenschap te geven. De Commissie stelt de Raad en de Lid-Staten onmiddellijk van alle genomen maatregelen in kennis. Elke Lid-Staat kan de maatregelen van de Commissie binnen vijftien dagen na kennisgeving aan de Raad voorleggen. De Raad kan binnen 30 dagen na de datum waarop hem de zaak werd voorgelegd, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een afwijkend besluit nemen.
3. Wanneer de Commissie van oordeel is dat het betrokken punt in de bijlagen I tot en met IV moet worden gewijzigd om de in lid 1 genoemde moeilijkheden op te lossen en de gezondheid van de mens te beschermen, leidt zij met het oog op de goedkeuring van die wijzigingen de procedure van artikel 10 in; de Lid-Staat die maatregelen als bedoeld in lid 1 heeft genomen, mag deze handhaven tot de Raad of de Commissie overeenkomstig de bovenvermelde procedure een besluit heeft genomen.
Artikel 10
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.
2. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op twee weken.
Artikel 11
Elke wijziging die noodzakelijk is om bijlage V aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang aan te passen, wordt goedgekeurd volgens de procedure van artikel 2 quater van Richtlijn 81/852/EEG.
Artikel 12
De Commissie maakt zo spoedig mogelijk na de wijziging van bijlage I, II, III of IV, een samenvatting bekend van de door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik gegeven beoordeling van de veiligheid van de betrokken substanties. Hierbij wordt de vertrouwelijke aard van door eigendomsrechten beschermde gegevens geëerbiedigd. Het Bureau stelt de bevoegde autoriteiten en de Commissie in kennis van de passende methoden voor de identificatie van farmacologisch werkzame substanties waarvoor ►C4 in de bijlagen I en III ◄ maximumwaarden voor residuen zijn vastgestelde.
Artikel 13
De Lid-Staten mogen het in het verkeer brengen van uit de andere Lid-Staten afkomstige levensmiddelen van dierlijke oorsprong in hun land niet verbieden of belemmeren met als argument dat zij residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bevatten, als de hoeveelheid residuen de in bijlage I of III bepaalde maximumwaarde niet overschrijdt of als de betrokken substantie in bijlage II opgenomen is.
Artikel 14
Met ingang van 1 januari 1997 is het in de Gemeenschap verboden geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met farmacologisch werkzame substanties die niet in bijlage I, II of III opgenomen zijn, aan voedselproducerende dieren toe te dienen, behalve in geval van klinische proeven die door de bevoegde nationale instanties zijn aanvaard na kennisgeving of goedkeuring ervan overeenkomstig de geldende wetgeving en die niet tot gevolg hebben dat levensmiddelen, die worden verkregen van landbouwhuisvee dat voor dergelijke proeven wordt gebruikt, residuen bevatten die gevaar opleveren voor de gezondheid van de mens.
De in de vorige alinea genoemde datum wordt, voor de substanties waarvan het gebruik was toegestaan op de datum van inwerkingtreding van onderhavige verordening en waarvoor vóór 1 januari 1996 bij de Commissie of bij het Europees Bureau voor de Geneesmiddelenbeoordeling dossiers werden ingediend tot vaststelling van de maximumwaarden voor residuen, verschoven naar:
— 1 januari 1998 voor pyrazolinonen (met inbegrip van pyrazolidinedionen en phenylbytazonen), nitroïmidazolen, arsanilzuur, en
— 1 januari 2000 voor de andere substanties.
Het Bureau maakt vóór 7 juni 1997 de lijst van deze substanties bekend.
Artikel 15
Met deze verordening wordt geen afbreuk gedaan aan de toepassing van de communautaire regelgeving waarbij het gebruik van sommige substanties met hormonale werking in de veeteelt verboden wordt.
Met deze verordening wordt geen afbreuk gedaan aan de maatregelen van de Lid-Staten om ongeoorloofd gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik te voorkomen.
Artikel 16
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1992.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
BIJLAGE I
LIJST VAN FARMACOLOGISCH WERKZAME SUBSTANTIES WAARVOOR MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN ZIJN VASTGESTELD
1. Infectiewerende middelen
1.1. Chemotherapeutica
1.1.1. Sulfonamiden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Alle stoffen van de sulfonamidegroep |
Oorspronkelijk geneesmiddel |
Alle voedselproducerende soorten |
100 μg/kg |
Spier |
Het totale gehalte aan residuen van alle stoffen van de sulfonamidegroep mag niet meer bedragen dan 100 μg/kg |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, schapen, geiten |
100 μg/kg |
Melk |
1.1.2. Diaminopyrimidinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Baquiloprim |
Baquiloprim |
Runderen |
10 μg/kg |
Vetweefsel |
|
300 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
40 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
|||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Trimetoprim |
Trimetoprim |
Alle voedselproducerende soorten behalve paardachtigen |
50 μg/kg |
Vetweefsel (1) |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
50 μg/kg |
Spier (2) |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Paardachtigen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (2) Voor vissen betreft deze maximumwaarde voor residuen „spier en huid in natuurlijke verhoudingen”. |
1.2. Antibiotica
1.2.1. Penicillines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Amoxicilline |
Amoxicilline |
Alle voedselproducerende soorten |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
4 μg/kg |
Melk |
||||
Ampicilline |
Ampicilline |
Alle voedselproducerende soorten |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
4 μg/kg |
Melk |
||||
Benzylpenicilline |
Benzylpenicilline |
Alle voedselproducerende soorten |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
4 μg/kg |
Melk |
||||
Cloxacilline |
Cloxacilline |
Alle voedselproducerende soorten |
300 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Dicloxacilline |
Dicloxacilline |
Alle voedselproducerende soorten |
300 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Fenoxymethylpenicilline |
Fenoxymethylpenicilline |
Varkens |
25 μg/kg |
Spier |
|
25 μg/kg |
Lever |
||||
25 μg/kg |
Nieren |
||||
Pluimvee (2) |
25 μg/kg |
Spier |
|||
25 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
25 μg/kg |
Lever |
||||
25 μg/kg |
Nieren |
||||
Nafcillin |
Nafcillin |
Alle herkauwers (1) |
300 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Oxacilline |
Oxacilline |
Alle voedselproducerende soorten |
300 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Penethamaat |
Benzylpenicilline |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
4 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Alle voedselproducerende zoogdieren |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
4 μg/kg |
Melk |
||||
(1) Uitsluitend voor intramammair gebruik. (2) Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren. |
1.2.2. Cefalosporines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Cefacetril |
Cefacetril |
Runderen |
125 μg/kg |
Melk |
Uitsluitend voor intramammair gebruik |
Cefalexine |
Cefalexine |
Runderen |
200 μg/kg |
Spier |
|
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Cefalonium |
Cefalonium |
Runderen |
20 μg/kg |
Melk |
|
Cefapirin |
Som van cefapirin en desacetylcefapirin |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
60 μg/kg |
Melk |
||||
Cefazolin |
Cefazolin |
Runderen, schapen, geiten |
50 μg/kg |
Melk |
|
Cefoperazon |
Cefoperazon |
Runderen |
50 μg/kg |
Melk |
|
Cefquinome |
Cefquinome |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Paardachtigen |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Ceftiofur |
Totaal van alle residuen met intacte bèta-lactamstructuur, uitgedrukt als desfuroylceftiofurr |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
1 000 μg/kg |
Spier |
|
2 000 μg/kg |
Vetweefsel (1) |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
6 000 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
(1) Voor varkens betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. |
1.2.3. Quinolones
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Danofloxacine |
Danofloxacine |
Alle voedselproducerende soorten behalve runderen, schapen, geiten en pluimvee |
100 μg/kg |
Spier (1) |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel (4) |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, schapen, geiten |
200 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Pluimvee |
200 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
||
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
Difloxacin |
Difloxacin |
Alle voedselproducerende soorten behalve runderen, schapen, geiten, varkens en pluimvee |
300 μg/kg |
Spier (1) |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, schapen, geiten |
400 μg/kg |
Spier |
►C7 Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke comsumptie produceren ◄ |
||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 400 μg/kg |
Lever |
||||
800 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
400 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
800 μg/kg |
Nieren |
||||
Pluimvee |
300 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
||
400 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
1 900 μg/kg |
Lever |
||||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
Enrofloxacin |
Totaalgehalte van enrofloxacin en ciprofloxacin |
Alle voedselproducerende soorten behalve runderen, schapen, geiten, varkens, konijnen en pluimvee |
100 μg/kg |
Spier (1) |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, schapen, geiten |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens, konijnen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel (2) |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
Pluimvee |
100 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
||
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
Flumequine |
Flumequine |
►C7 Alle voedselproducerende soorten behalve runderen, schapen, geiten, varkens, pluimvee en vis ◄ |
200 μg/kg |
Spier |
|
250 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, varkens, schapen, geiten |
200 μg/kg |
Spier |
|||
300 μg/kg |
Vetweefsel (2) |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Pluimvee |
400 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
||
250 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Vis |
600 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|||
Marbofloxacine |
Marbofloxacine |
Runderen |
150 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
75 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
150 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
Oxolinezuur |
Oxolinezuur |
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
100 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
Vis |
100 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|||
Alle voedselproducerende soorten (3) |
100 μg/kg |
Spier (1) |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel (4) |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
Sarafloxacin |
Sarafloxacin |
Kippen |
10 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
|
100 μg/kg |
Lever |
||||
Zalmachtigen |
30 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|||
(1) Voor vissen betreft deze maximumwaarde voor residuen „spier en huid in natuurlijke verhoudingen”. (2) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (3) Niet te gebruiken bij dieren die melk of eieren voor menselijke consumptie produceren; de maximumwaarden voor vet, lever en nieren gelden niet voor vis. (4) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. |
1.2.4. Macroliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Acetylisovaleryltylosine |
Som van acetylisovaleryltylosine en 3-O-acetyltylosine |
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Pluimvee (5) |
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
|||
50 μg/kg |
Lever |
||||
Erythromycine |
Erythromycine A |
Alle voedselproducerende soorten |
200 μg/kg |
Spier (1) |
|
200 μg/kg |
Vetweefsel (2) |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
40 μg/kg |
Melk |
||||
150 μg/kg |
Eieren |
||||
Spiramycin |
Totaalgehalte van spiramycin en neospiramycin |
Runderen |
200 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Kippen |
200 μg/kg |
Spier |
|||
300 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
Spiramycine 1 |
Varkens |
250 μg/kg |
Spier |
||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Tilmicosine |
Tilmicosine |
Alle voedselproducerende soorten behalve pluimvee |
50 μg/kg |
Spier (1) |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel (2) |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Pluimvee |
75 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
||
75 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
250 μg/kg |
Nieren |
||||
Tulathromycine |
(2R,3S,4R,5R,8R,10R,11R,12S, 13S,14R)-2-ethyl-3,4,10,13-tetrahydroxy-3,5,8,10,12,14-hexamethyl-11-[[3,4,6-trideoxy-3-(dimethylamino)-ß-D-xylo-hexopy-rano-syl]oxy]-1-oxa-6-azacyclopenta-decan-15-on, uitgedrukt als tulathromycine equivalent |
Runderen (4) |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
|
3 000 μg/kg |
Lever |
||||
3 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
|||
3 000 μg/kg |
Lever |
||||
3 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Tylosine |
Tylosine A |
Alle voedselproducerende soorten |
100 μg/kg |
Vetweefsel (3) |
|
100 μg/kg |
Spier (1) |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
200 μg/kg |
Eieren |
||||
(1) Voor vissen betreft deze maximumwaarde voor residuen „spier en huid in natuurlijke verhoudingen”. (2) Voor varkens betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (3) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (4) Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. (5) Niet voor gebruik bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren. |
1.2.5. Florfenicol en verwante stoffen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Thiamfenicol |
Thiamfenicol |
Alle voedselproducerende soorten (1) |
50 μg/kg |
Spier (2) |
50 μg/kg |
Vetweefsel (3) |
|||
50 μg/kg |
Lever |
|||
50 μg/kg |
Nieren |
|||
50 μg/kg |
Melk |
|||
(1) Niet voor gebruik bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren. De maximumwaarden voor vetweefsel, lever en nieren gelden niet voor vis. (2) Voor vis heeft spier betrekking op „spier en huid in natuurlijke verhoudingen”. (3) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. |
1.2.6. Tetracyclines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Chloortetracycline |
Som van oorspronkelijk geneesmiddel en zijn 4- epimeer |
Alle voedselproducerende soorten |
100 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Lever |
||||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
200 μg/kg |
Eieren |
||||
Doxycycline |
Doxycycline |
Runderen |
100 μg/kg |
Spier |
|
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
300 μg/kg |
Lever |
|||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|||
300 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
Pluimvee |
100 μg/kg |
Spier |
|||
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
300 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
|||
300 μg/kg |
Lever |
||||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
Oxytetracycline |
Som van oorspronkelijk geneesmiddel en zijn 4- epimeer |
Alle voedselproducerende soorten |
100 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Lever |
||||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
200 μg/kg |
Eieren |
||||
Tetracycline |
Som van oorspronkelijk geneesmiddel en zijn 4-epimeer |
Alle voedselproducerende soorten |
100 μg/kg |
Spier |
|
300 μg/kg |
Lever |
||||
600 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
200 μg/kg |
Eieren |
1.2.7. Ansamycines met een naftaleenring
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor reisuden |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Rifaximine |
Rifaximine |
Runderen |
60 μg/kg |
Melk |
1.2.8. Pleuromutilinen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Tiamulin |
Som van alle metabolieten die tot 8-a-hyxymutiline kunnen worden gehydrolyseerd |
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|
500 μg/kg |
Lever |
||||
Kippen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
Konijnen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Lever |
||||
Kalkoenen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
Tiamulin |
1 000 μg/kg |
Eieren |
|||
Valnemuline |
Valnemuline |
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|
500 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
1.2.9. Lincosamiden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Lincomycine |
Lincomycine |
Alle voedselproducerende soorten |
50 μg/kg |
Vetweefsel (1) |
|
100 μg/kg |
Spier (2) |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
150 μg/kg |
Melk |
||||
50 μg/kg |
Eieren |
||||
Pirlimycine |
Pirlimycine |
Runderen |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
(1) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (2) Voor vissen betreft deze maximumwaarde voor residuen „spier en huid in natuurlijke verhoudingen”. |
1.2.10. Aminoglycosides
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Apramycin |
Apramycin |
Runderen |
1 000 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
1 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 000 μg/kg |
Lever |
||||
20 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Dihydrostreptomycine |
Dihydrostreptomycine |
Runderen, schapen |
500 μg/kg |
Spier |
|
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
500 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Alle herkauwers |
500 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Gentamicine |
Totaal gehalte aan gentamicine C1, gentamicine C1a, gentamicine C2 en gentamicine C2a |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
750 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
750 μg/kg |
Nieren |
||||
Kanamycine |
Kanamycine A |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis (3) |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel (1) |
||||
600 μg/kg |
Lever |
||||
2500 μg/kg |
Nieren |
||||
150 μg/kg |
Melk |
||||
Neomycine (inclusief framycetine) |
Neomycine B |
Alle voedselproducerende soorten |
500 μg/kg |
Vetweefsel (1) |
|
500 μg/kg |
Spier (2) |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
1 500 μg/kg |
Melk |
||||
500 μg/kg |
Eieren |
||||
Paromomycine |
Paromomycine |
Alle voedselproducerende soorten |
500 μg/kg |
Spier (2) |
►C7 Niet te gebruiken bij dieren die melk of eieren voor menselijke consumptie produceren ◄ |
1 500 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
Spectinomycine |
Spectinomycine |
Alle voedselproducerende soorten behalve schapen |
500 μg/kg |
Vetweefsel (1) |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
300 μg/kg |
Spier (2) |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Schapen |
300 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Streptomycine |
Streptomycine |
Runderen, schapen |
500 μg/kg |
Spier |
|
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
500 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (2) Voor vissen betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en huid in natuurlijke verhoudingen”. (3) Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren. |
1.2.11. Overige antibiotica
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Novobiocine |
Novobiocine |
Runderen |
50 μg/kg |
Melk |
1.2.12. Polypeptiden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Bacitracine |
Som van bacitracine A, bacitracine B, bacitracine C |
Runderen |
100 μg/kg |
Melk |
|
Konijnen |
150 μg/kg |
Spier |
|||
150 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
1.2.13. Beta-lactamaseremmers
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Clavulaanzuur |
Clavulaanzuur |
Runderen |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
1.2.14. Polymyxines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Colistine |
Colistine |
Alle voedselproducerende soorten |
150 μg/kg |
Vetweefsel (1) |
|
150 μg/kg |
Spier (2) |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
300 μg/kg |
Eieren |
||||
(1) Voor varkens en pluimvee betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (2) Voor vissen betreft deze maximumwaarde voor residuen „spier en huid in natuurlijke verhoudingen”. |
2. Antiparasitaire middelen
2.1. Geneesmiddelen tegen endoparasieten
2.1.1. Salicylaniliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Closantel |
Closantel |
Runderen |
1 000 μg/kg |
Spier |
|
3 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
3 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Schapen |
1 500 μg/kg |
Spier |
|||
2 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 500 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Rafoxanide |
Rafoxanide |
Runderen |
30 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
30 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
40 μg/kg |
Nieren |
||||
Schapen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
250 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
2.1.2. Tetra-hydro-imidazoles (imidazolthiazoles)
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Levamisol |
Levamisol |
Runderen, schapen, varkens, pluimvee |
10 μg/kg |
Spier |
|
10 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
2.1.3. Benzimidazolen en pro-benzimidazolen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Albendazool |
Totaalgehalte aan albendazoolsulfoxide, albendazoolsulfon en albendazool-2-aminosulfon, uitgedrukt als albendazool |
Alle herkauwers |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Albendazooloxide |
Totaalgehalte aan albendazooloxide, albendazoolsulfon en albendazool-2-aminosulfon, uitgedrukt als albendazool |
Runderen, schapen |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Febantel |
Som van de extraheerbare residuen die tot oxfendazoolsulfon geoxideerd kunnen worden |
Alle herkauwers |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
Fenbendazool |
Som van de extraheerbare residuen die tot oxfendazoolsulfon geoxideerd kunnen worden |
Alle herkauwers |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
Flubendazol |
Som van flubendazol en (2-amino 1H-benzimidazol-5-yl) (4fluorfenyl) methanon |
Pluimvee, varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
Flubendazol |
Flubendazol |
Pluimvee |
400 μg/kg |
Eieren |
|
Mebendazool |
Som van mebendazool, methyl(5-(1-hydroxy, 1-fenyl) methyl-1H-benzimidazol-2-yl) carbamaat en (2-amino-1H-benzimidazol-5-yl) fenylmethanon, uitgedrukt als mebendazoolequivalenten |
Schapen, geiten, paardachtigen |
60 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
60 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
60 μg/kg |
Nieren |
||||
Netobimine |
Totaal gehalte aan albendazooloxide, albendazoolsulfon en albendazool 2-aminosulfon, uitgedrukt als albendazool |
Runderen, schapen |
100 μg/kg |
Spier |
Alleen voor oraal gebruik |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Oxfendazool |
Som van de extraheerbare residuen die tot oxfendazoolsulfon geoxideerd kunnen worden |
Alle herkauwers |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
Oxibendazole |
Oxibendazol |
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|
500 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
Thiabendazool |
Totaalgehalte aan thiabendazool en 5-hydroxythiabendazool |
Geiten |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Triclabendazool |
Som van de extraheerbare residuen die tot ketotriclabendazool geoxideerd kunnen worden |
alle herkauwers (1) |
225 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
250 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. |
2.1.4. Phenolderivaten met inbegrip van salicylanilides
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Nitroxinil |
Nitroxinil |
Runderen, schapen |
400 μg/kg |
Spier |
|
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
Oxyclozanide |
Oxyclozanide |
Alle herkauwers |
20 μg/kg |
Spier |
|
20 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
2.1.5. Benzeensulfonamiden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Clorsulon |
Clorsulon |
Runderen |
35 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
2.1.6. Piperazinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Piperazine |
Piperazine |
Varkens |
400 μg/kg |
Spier |
|
800 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
2 000 μg/kg |
Eieren |
2.1.7. Tetrahydropyrimidines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Morantel |
Som van residuen die tot N-methyl-1,3-propaan-diamine gehydrolyseerd en als morantelequivalenten uitgedrukt kunnen worden |
Runderen, schapen |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Alle herkauwers |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
2.2. Geneesmiddelen tegen ectoparasieten
2.2.1. Organofosfaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Coumafos |
Coumafos |
Bijen |
100 μg/kg |
Honing |
|
Diazinon |
Diazinon |
Runderen, schapen, geiten |
20 μg/kg |
Melk |
|
Runderen, varkens, schapen, geiten |
20 μg/kg |
Spier |
|||
700 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Foxim |
Foxim |
Schapen |
50 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
400 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
20 μg/kg |
Spier |
|||
700 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
25 μg/kg |
Spier |
|||
550 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
30 μg/kg |
Nieren |
||||
60 μg/kg |
Eieren |
||||
2.2.2. Formamidines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Amitraz |
Som van amitraz en alle metabolieten die 2,4-DMA als groep bevatten, uitgedrukt als amitraz |
Runderen |
200 μg/kg |
Vetweefsel |
|
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
Schapen |
400 μg/kg |
Vetweefsel |
|||
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
400 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
|||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Bijen (Honing) |
200 μg/kg |
Honing |
|||
Geiten |
200 μg/kg |
Vetweefsel |
|||
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
2.2.3. Pyrethroïden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Cyhalothrine |
Cyhalothrine (Som van isomeren) |
Runderen |
500 μg/kg |
Vetweefsel |
Overige bepalingen van Richtlijn 94/29/EG van de Raad (PB L 189 van 23.7.1994, blz. 67) dienen nageleefd te worden |
50 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Cyfluthrine |
Cyfluthrine (Som van isomeren) |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk |
||||
Deltamethrin |
Deltamethrin |
Alle herkauwers |
10 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk |
||||
Vis |
10 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|||
Fenvaleraat |
Fenvaleraat (som van RR-, SS-, RS- en SR-isomeer) |
Runderen |
25 μg/kg |
Spier |
|
250 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
25 μg/kg |
Lever |
||||
25 μg/kg |
Nieren |
||||
40 μg/kg |
Melk |
||||
Flumethrine |
Flumethrine (som van alle trans-Z-isomeren) |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
|
150 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Schapen |
10 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
||
150 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
Permethrine |
Permethrine (Som van isomeren) |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
|
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk (1) |
||||
Cypermethrine |
Cypermethrine (som van isomeren) |
Zalmachtigen |
50 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|
Alle herkauwers |
20 μg/kg |
Spier |
|||
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk (1) |
||||
Alfa-cypermethrin |
Cypermethrine (Som van isomeren) |
Runderen, schapen |
20 μg/kg |
Spier |
|
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk (1) |
||||
(1) Overige bepalingen van Richtlijn 98/82/EG van de Commissie dienen nageleefd te worden (PB L 290 van 29.10.1998, blz. 25). |
2.2.4. Acylureumderivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Diflubenzuron |
Diflubenzuron |
Zalmachtigen |
1 000 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|
Fluazuron |
Fluazuron |
Runderen (1) |
200 μg/kg |
Spier |
|
7 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
Teflubenzuron |
Teflubenzuron |
Zalmachtigen |
500 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|
(1) Niet voor gebruik bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. |
2.2.5. Pyrimidinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Dicyclanil |
Som van dicyclanil en 2, 4, 6-triaminopyrimidine-5-carbonitril |
Schapen |
200 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
►M78 150 μg/kg ◄ |
Vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
2.2.6. Triazinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Cyromazine |
Cyromazine |
Schapen |
300 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
2.3. Geneesmiddelen tegen endo- en ectoparasieten
2.3.1. Avermectines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Abamectin |
Avermectin B1a |
Runderen |
10 μg/kg |
Vetweefsel |
|
20 μg/kg |
Lever |
||||
Schapen |
20 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
25 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Doramectin |
Doramectin |
Alle voedselproducerende zoogdieren (1) |
40 μg/kg |
Spier |
|
150 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
60 μg/kg |
Nieren |
||||
Emamectine |
Emamectine B1a |
Vis |
100 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|
Eprinomectin |
Eprinomectin B1a |
Runderen |
►M67 50 μg/kg ◄ |
Spier |
|
►M67 250 μg/kg ◄ |
Vetweefsel |
||||
►M67 1 500 μg/kg ◄ |
Lever |
||||
►M67 300 μg/kg ◄ |
Nieren |
||||
►M67 20 μg/kg ◄ |
Melk |
||||
Ivermectin |
22, 23-Dihydro-avermectin B1a |
Runderen |
40 μg/kg |
Vetweefsel |
|
100 μg/kg |
Lever |
||||
Varkens, schapen, paardachtigen |
20 μg/kg |
Vetweefsel |
|||
15 μg/kg |
Lever |
||||
Rood wild, inclusief rendieren |
20 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Alle voedselproducerende zoogdieren (1) |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
|||
100 μg/kg |
Lever |
||||
30 μg/kg |
Nieren |
||||
Moxidectin |
Moxidectin |
Runderen, schapen |
50 μg/kg |
Spier |
|
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen |
40 μg/kg |
Melk |
|||
Paardachtigen |
50 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Schapen |
40 μg/kg |
Melk |
|||
(1) Niet voor gebruik bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. |
2.4. Geneesmiddelen tegen protozona
2.4.1. Triazinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Toltrazuril |
Toltrazuril-sulfon |
Kippen |
100 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
200 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
600 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
Kalkoenen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
200 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
600 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|||
150 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
250 μg/kg |
Nieren |
||||
Alle voedselproducerende zoogdieren (1) |
100 μg/kg |
Spier |
|||
150 μg/kg |
Vetweefsel (2) |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
250 μg/kg |
Nieren |
||||
Pluimvee (3) |
100 μg/kg |
Spier |
|||
200 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
600 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) Niet voor gebruik bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. (2) Voor varkens betreft deze maximumwaarde voor residuen „huid en vet in natuurlijke verhoudingen”. (3) Niet voor gebruik bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren. |
2.4.2. Quinazolonderivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Halofuginon |
Halofuginon |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
25 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
30 μg/kg |
Lever |
||||
30 μg/kg |
Nieren |
2.4.3. Carbaniliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Imidocarb |
Imidocarb |
Runderen |
300 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Schapen (1) |
300 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
2 000μg/kg |
Lever |
||||
1 500μg/kg |
Nieren |
||||
(1) Niet te gebruiken bij schapen die melk voor menselijke consumptie produceren. |
2.4.4. Ionoforen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Lasalocide |
Lasalocide A |
Pluimvee |
20 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
3. Stoffen die inwerken op het zenuwstelsel
3.1. Stoffen die inwerken op het centrale zenuwstelsel
3.1.1. Butyrofenon tranquillizers
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Azaperon |
Totaalgehalte van azaperon en azaperol |
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
3.2. Stoffen die inwerken op het autonome zenuwstelsel
3.2.1. Antiadrenergica
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onerzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Carazolol |
Carazolol |
Varkens |
5 μg/kg |
Spier |
|
5 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
25 μg/kg |
Lever |
||||
25 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen |
5 μg/kg |
Spier |
|||
5 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
15 μg/kg |
Lever |
||||
15 μg/kg |
Nieren |
||||
1 μg/kg |
Melk |
3.2.2. β2-sympathicomimetica
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Clenbuterolhydrochloride |
Clenbuterol |
Runderen |
0,1 μg/kg |
Spier |
|
0,5 μg/kg |
Lever |
||||
0,5 μg/kg |
Nieren |
||||
0,05 μg/kg |
Melk |
||||
Paardachtigen |
0,1 μg/kg |
Spier |
|||
0,5 μg/kg |
Lever |
||||
0,5 μg/kg |
Nieren |
4. Anti-inflammatoire middelen
4.1. Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen
4.1.1. Arylpropionzuurderivaat
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Carprofen |
Carprofen |
Runderen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
500 μg/kg |
Spier |
|
1 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Paardachtigen |
500 μg/kg |
Spier |
|||
1 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Vedaprofen |
Vedaprofen |
Paardachtigen |
50 μg/kg |
Spier |
|
20 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Carprofen |
Totaalgehalte van carprofen en carprofen-glucuronideconjugaat |
Runderen, paardachtigen |
500 μg/kg |
Spier |
|
1 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
4.1.2. Derivaten van de fenamatengroep
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Flunixin |
Flunixin |
Runderen |
20 μg/kg |
Spier |
|
30 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
5-Hydroxyflunixine |
40 μg/kg |
Melk |
|||
Flunixin |
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
||
10 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
30 μg/kg |
Nieren |
||||
Paardachtigen |
10 μg/kg |
Spier |
|||
20 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Tolfenaminezuur |
Tolfenaminezuur |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
|
400 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|||
400 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
4.1.3. Enolzuurderivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Meloxicam |
Meloxicam |
Paardachtigen |
20 μg/kg |
Spier |
|
65 μg/kg |
Lever |
||||
65 μg/kg |
Nieren |
4.1.4. Oxicamderivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Meloxicam |
Meloxicam |
Varkens, paardachtigen, konijnen |
20 μg/kg |
Spier |
|
65 μg/kg |
Lever |
||||
65 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, geiten |
20 μg/kg |
Spier |
|||
65 μg/kg |
Lever |
||||
65 μg/kg |
Nieren |
||||
15 μg/kg |
Melk. |
4.1.5. Pyrazolon-derivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Metamizool |
4-Methylaminoantipyrine |
Runderen |
100 μg/kg |
Spier |
|
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
Paardachtigen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefse |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
4.1.6. Derivaten van fenylazijnzuur
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Diclofenac |
Diclofenac |
Runderen (1) |
5 μg/kg |
Spier |
|
1 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
5 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
5 μg/kg |
Spier |
|||
1 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
5 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. |
5. Corticoïden
5.1. Glucocorticoïden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onerzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Betamethason |
Betamethason |
Runderen |
0,75 μg/kg |
Spier |
|
2,0 μg/kg |
Lever |
||||
0,75 μg/kg |
Nieren |
||||
0,3 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
0,75 μg/kg |
Spier |
|||
2,0 μg/kg |
Lever |
||||
0,75 μg/kg |
Nieren |
||||
Dexamethasone |
Dexamethasone |
Runderen |
0,3 μg/kg |
Melk |
|
Runderen, varkens, paardachtigen |
0,75 μg/kg |
Spier |
|||
2 μg/kg |
Lever |
||||
0,75 μg/kg |
Nieren |
||||
Geiten |
0,75 μg/kg |
Spier |
|||
2 μg/kg |
Lever |
||||
0,75 μg/kg |
Nieren |
||||
0,3 μg/kg |
Melk |
||||
Methylprednisolon |
Methylprednisolon |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
10 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
Prednisolon |
Prednisolon |
Runderen |
4 μg/kg |
Spier |
|
4 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
6 μg/kg |
Melk |
6. Stoffen die inwerken op het voortplantingssysteem
6.1. Progestagenen
Farmacologisch werkzame stof(fen) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximum-waarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Chloormadinon |
Chloormadinon |
Runderen |
4 μg/kg |
Vetweefsel |
Uitsluitend voor zoötechnisch gebruik |
2 μg/kg |
Lever |
||||
2,5 μg/kg |
Melk |
||||
Flugeston-acetaat |
Flugeston-acetaat |
Schapen |
1 μg/kg |
Melk |
Uitsluitend voor intravaginaal gebruik voor zoötechnische doeleinden |
Geiten |
1 μg/kg |
Melk |
Alleen voor intravaginaal gebruik voor zoötechnische doeleinden |
||
Schapen, geiten |
0,5 μg/kg |
Spier |
Uitsluitend voor therapeutisch of zoötechnisch gebruik |
||
0,5 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
0,5 μg/kg |
Lever |
||||
0,5 μg/kg |
Nieren |
||||
Altrenogest (1) |
Altrenogest |
Varkens |
1 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
|
0,4 μg/kg |
Lever |
||||
Paardachtigen |
1 μg/kg |
Vetweefsel |
|||
0,9 μg/kg |
Lever |
||||
Norgestomet (2) |
Norgestomet |
Runderen |
0,2 μg/kg |
Spier |
|
0,2 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
0,2 μg/kg |
Lever |
||||
0,2 μg/kg |
Nieren |
||||
0,12 μg/kg |
Melk |
||||
(1) Uitsluitend voor zoötechnisch gebruik en overeenkomstig Richtlijn 96/22/EG. (2) Uitsluitend voor therapeutisch en zoötechnisch gebruik. |
BIJLAGE II
LIJST VAN SUBSTANTIES WAARVOOR GEEN MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN GELDEN
1. Anorganische stoffen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
Overige bepalingen |
Aluminiumdistearaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Aluminiumhydroxidacetaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Aluminiumfosfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Aluminumsalicylaat, basisch |
Runderen |
Alleen voor oraal gebruik. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
Aluminiumtristearaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ammoniumchloride |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Bariumselenaat |
Runderen, schapen |
|
Bismutsubcarbonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Bismutsubgallaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Bismutsubnitraat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Bismutsubsalicylaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Boorzuur en boraten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Bromide, kaliumzout |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Bromide, natriumzout |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Calciumacetaat Calciumbenzoaat Calciumcarbonaat Calciumchloride Calciumfosfaat Calciumgluconaat Calciumhydroxide Calciumhypofosfiet Calciummalaat Calciumoxide Calciumpolyfosfaten Calciumpropionaat Calciumsilicaat Calciumstearaat Calciumsulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calcium glucoheptonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calcium gluconoglucoheptonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calcium gluconolactaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calcium glutamaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calciumglycerofosfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kobaltcarbonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kobaltdichloride |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kobaltgluconaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kobaltoxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kobaltsulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kobalttrioxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Koperchloride |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kopergluconaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Koperheptonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kopermethionaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Koperoxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kopersulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Dikoperoxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Zoutzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Waterstofperoxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Jood en joodverbindingen met inbegrip van — natrium- en kaliumjodide — natrium- en kaliumjodaat — jodoforen met inbegrip van polyvinylpyrrolidonejood |
Alle voedselproducerende soorten |
|
IJzerdichloride |
Alle voedselproducerende soorten |
|
IJzersulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Magnesium Magnesiumsulfaat Magnesiumhydroxide Magnesiumstearaat Magnesiumglutamaat Magnesiumorotaat Magnesiumaluminiumsilicaat Magnesiumoxide Magnesiumcarbonaat Magnesiumfosfaat Magnesiumglycerofosfaat Magnesiumaspartaat Magnesiumcitraat Magnesiumacetaat Magnesiumtrisilicaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Nikkelgluconaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Nikkelsulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kalium-DL-aspartaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kaliumglucuronaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kaliumglycerofosfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kaliumnitraat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kaliumselenaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumchloriet |
Runderen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Natriumdichloorisocyanuraat |
Runderen, schapen, geiten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Natriumglycerofosfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumhypofosfide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumnitriet |
Runderen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik. |
Natriumpropionaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumselenaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumseleniet |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Zwavel |
►M101 Alle voedselproducerende soorten ◄ |
|
Zinkacetaat Zinkchloride Zinkgluconaat Zinkoleaat Zinkstearaat |
Alle voedselproducerende soorten |
2. Organische stoffen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
Overige bepalingen |
17β-Oestradiol |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Slechts voor therapeutisch en zoötechnisch gebruik |
2-Aminoethanol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
2-Aminoethyldihydrogeenfosfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
2-Pyrrolidon |
Alle voedselproducerende soorten |
In parenterale doses tot 40 mg/kg lg |
8-Hydroxyquinoline |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik bij pasgeboren dieren |
Acetyl cysteïne |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Alfacalcidol |
Runderen |
Uitsluitend voor koeien rond het tijdstip van afkalven |
Alfaprostol |
Konijnen Runderen, varkens, paardachtigen |
|
Bacitracine |
Runderen |
Uitsluitend voor intramammair gebruik bij melkgevende koeien en voor alle weefsels (behalve melk) |
Benzalkoniumchloride |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor gebruik als excipiënt in een concentratie van maximaal 0,05 % |
Benzocaine |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik als anestheticum |
Benzylalcohol |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Betaïne |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Bronopol |
Zalmachtigen |
Uitsluitend voor gebruik op gekweekte viseieren (bevrucht) |
Brotizolam |
Runderen |
Slechts voor therapeutisch gebruik |
Buserelin |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Butorphanoltartraat |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor intraveneuze toediening |
Butyl-4-hydroxybenzoaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Butylscopolaminebromide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cafeïne |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Carbetocin |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Cefazolin |
Runderen Schapen, geiten |
Uitsluitend voor intramammair gebruik — behalve als de uier als voeding voor de mens kan worden gebruikt |
Cetostearylalcohol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cetrimide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Chloorhexidine |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Chloorokresol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Clazuril |
Duif |
|
Cloprostenol |
Runderen, varkens, paardachtigen |
|
Coco-alkyldimethylbetaïnes |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Corticotrofine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
D-Phe6-luteïniserend-hormon-releasing-hormon |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Dembrexine |
Paardachtigen |
|
Denaverinehydrochloride |
Runderen |
|
Detomidine |
Runderen, paardachtigen |
Slechts voor therapeutisch gebruik |
Diclazuril |
Alle herkauwers (2) Varkens (2) |
|
Diethylftalaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Diethyleenglycolmonoethylether |
Runderen, varkens |
|
Dimangaantrioxide |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Dimethylftalaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Dinoprost |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Dinoprost-tromethamine |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Diprophylline |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Etamiphyllinecamsylaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ethanol |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Ethyllactaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Etiproston-tromethamine |
Runderen, varkens |
|
Fertirelinacetaat |
Runderen |
|
Flumethrine |
Bijen (Honing) |
|
Folinezuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Glycerolformal |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Gonadotrophin releasing hormone |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Heptaminol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Hesperidine |
Paardachtigen |
|
Hesperidinemethylchalcon |
Paardachtigen |
|
Hexetidine |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Human chorion gonadotrophin |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Human menopausal urinary gonadotrophin |
Runderen |
|
Hydrocortison |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Organische joodverbindingen: — jodoform |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Isobutaan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Isoflurane |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor gebruik als anestheticum |
Isoxsuprine |
Runderen, paardachtigen |
Alleen voor therapeutisch gebruik toegelaten volgens Richtlijn 96/22/EG van de Raad (PB L 125 van 23. 5. 1996, blz. 3) |
Ketamine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ketanserintartraat |
Paardachtigen |
|
Ketoprofen |
Runderen, varkens, paardachtigen |
|
L-wijnsteenzuur en zijn mono- en di-basische natrium-, kalium- en calciumzouten |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Melkzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Lecirelin |
Runderen, paardachtigen, konijnen |
|
Lobeline |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Luprostiol |
Alle zoogdieren |
|
Appelzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Mangaancarbonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mangaanchloride |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mangaangluconaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mangaanglycerofosfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mangaanoxide |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mangaanpidolaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mangaanribonucleaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mangaansulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Mecillinam |
Runderen |
Uitsluitend voor intra-uterien gebruik |
Medroxyprogesteronacetaat |
Schapen |
Alleen voor intravaginaal gebruik voor zoötechnische doeleinden |
Melatonine |
Schapen, geiten |
|
Menadion |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Menbuton |
Runderen, schapen, geiten, varkens, paardachtigen |
|
Menthol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Methylnicotinaat |
Runderen, paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Minerale koolwaterstoffen met lage tot hoge viscositeit met inbegrip van mikrokristallijne was, ongeveer C10-C60: alifatische, vertakte alifatische en alicyclische verbindingen |
Alle voedselproducerende soorten |
Met uitsluiting van aromatische en onverzadigde verbindingen |
N-butaan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
N-butanol |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Natamycine |
Runderen, paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Neostigmine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Nicoboxil |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Nonivamide |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Oleyloleaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Oxytocine |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Pancreatine |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Papaïne |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Papaverine |
Runderen |
Alleen pasgeboren kalveren |
Per-azijnzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Fenol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Phloroglucinol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Fytomenadion |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Policresulen |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Polyethyleenglycol-15-hydroxystearaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Polyethyleenglycol-7-glyceryl-cocoaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Polyethyleenglycolstearaten met 8-40-oxyethyleen-eenheden |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Glycosaminoglycaan-polysulfaat |
Paardachtigen |
|
Praziquantel |
Schapen Paardachtigen |
Alleen voor gebruik bij niet-melkgevende schapen |
Pregnant Mare Serum Gonadotrophin |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Prethcamide (crotetamide en cropropamide) |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Procaine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Propaan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Propyleenglycol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Quatresine |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor gebruik als conserveermiddel in een concentratie van maximaal 0,5 % |
R-Cloprostenol |
Runderen, varkens, paardachtigen |
|
Rifaximine |
Alle voedselproducerende zoogdieren Runderen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik Uitsluitend voor intramammair gebruik — behalve als de uier als voeding voor de mens kan worden gebruikt |
Romifidine |
Paardachtigen |
Slechts voor therapeutisch gebruik |
Natrium-2-methyl-2-fenoxypropanoaat |
Runderen, varkens, geiten, paardachtigen |
|
Natriumbenzyl-4-hydroxybenzoaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumbutyl-4-hydroxybenzoaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumcetostearyl-sulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Somatosalm |
Zalm |
|
Tanninum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Tau fluvalinaat |
||
Terpinehydraat |
Runderen, varkens, schapen, geiten |
|
Tetracaine |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik als anestheticum |
Theobromine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Teophylline |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Thiomersal |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor gebruik als conserveermiddelen in vaccins van meerdere doses in een concentratie van maximaal 0,02 % |
Thymol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Timerfonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor gebruik als conserveermiddelen in vaccins van meerdere doses in een concentratie van maximaal 0,02 % |
Trimethylphloroglucinol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine D |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Alcoholia lanae |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
1-Methyl-2-pyrrolidon |
Paardachtigen |
|
Cefacetril |
Runderen |
Alleen voor intramammair gebruik en voor alle weefsels met uitzondering van melk |
Enilconazool |
Runderen, paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Etamsylaat |
Alle voedelsproducerende soorten |
|
Strychnine |
Runderen |
Uitsluitend voor oraal gebruik in doses van maximaal 0,1 mg/kg lg |
Parconazool |
Helmparelhoen |
|
Biotine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Broomhexine |
Runderen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
|
Varkens |
||
Pluimvee Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
||
Mercaptamine-hydrochloride |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Praziquantel |
Schapen |
|
Pyrantel-embonaat |
Paardachtigen |
|
Vitamine B1 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine B12 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine B2 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine B3 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine B5 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine B6 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine E |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Tiaprost |
Runderen, schapen, varkens, paardachtigen |
|
Apramycin |
Varkens, konijnen Schapen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren Kippen Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren |
Alleen voor oraal gebruik |
Azamethifos |
Zalmachtigen |
|
Doxapram |
Alle voedsel producerende zoogdieren |
|
Piperonylbutoxide |
Runderen, schapen, geiten, paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Sulfoguajacol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vetrabutinehydrochloride |
Varkens |
|
Fenpipramidehydrochloride |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor intraveneus gebruik |
Hydrochloorthiazide |
Runderen |
|
Levomethadon |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor intraveneus gebruik |
Tricainemesilaat |
Vis |
Uitsluitend voor toediening in het watermilieu |
Trichloormethiazide |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
Vincamine |
Runderen |
Alleen voor gebruik bij pasgeboren dieren |
Atropine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cefoperazon |
Runderen |
Alleen voor intramammair gebruik bij melkgevende koeien en voor alle weefsels met uitzondering van melk |
2-aminoethanolglucuronaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Betaineglucuronaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Bituminosulfonaten, ammonium- en natriumzouten |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Chloorfenamine |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Humuszuren en de natriumzouten ervan |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Paracetamol |
Varkens |
Alleen voor oraal gebruik |
Tosylchloramidenatrium |
Vis |
Uitsluitend voor toediening in het watermilieu |
Runderen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
|
Paardachtigen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
|
1-methyl-2-pyrrolidon |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ergometrinemaleaat |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Uitsluitend voor gebruik bij dieren tijdens de partitie |
Jecoris oleum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Mepivacaine |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor intra-articulair en epiduraal gebruik als locaal anaestheticum |
Novobiocin |
Runderen |
Uitsluitend voor intramammair gebruik en voor alle weefsels uitgezonderd melk |
Piperazinedihydrochloride |
Kippen |
Voor alle weefsels uitgezonderd eieren |
Polyoxyl castorolie met 30 tot 40 oxyethyleeneenheden |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Polyoxyl gehydrogeniseerde castorolie met 40 tot 60 oxyethyleeneenheden |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Xylazinehydrochloride |
Runderen, paardachtigen |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
Butafosfan |
Runderen |
►M78 Uitsluitend voor intraveneus gebruik ◄ |
Cefalonium |
Runderen |
Uitsluitend voor intramammair gebruik en oogheelkundige behandeling en voor alle weefsels behalve melk |
Furosemide |
Runderen, paardachtigen |
Uitsluitend voor intraveneuze toediening |
Lidocaine |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor lokale of regionale anesthesie |
3,5-diiodo-L-tyrosine |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Levothyroxine |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
|
Aluminiumsalicylaat, basisch |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Bismutsubnitraat |
Runderen |
Uitsluitend voor intramammair gebruik |
Calciumaspartaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Methylsalicylaat |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Salicylzuur |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Natriumsalicylaat |
Runderen, varkens (3) |
|
Zinkaspartaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Toldimfos |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Decoquinate |
Runderen, schapen |
Alleen voor oraal gebruik. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
Natriumboroformiaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Thiamylal |
Alle voedselproducerende zoogdieren |
Uitsluitend voor intraveneuze toediening |
Thiopentalnatrium |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor intraveneuze toediening |
Acetylsalicylzuur |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Niet te gebruiken bij dieren die melk of eieren voor menselijke consumptie produceren |
Acetylsalicylzuur DL-lysine |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Niet te gebruiken bij dieren die melk of eieren voor menselijke consumptie produceren |
Carbasalaatcalcium |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Niet te gebruiken bij dieren die melk of eieren voor menselijke consumptie produceren |
Natriumacetylsalicylaat |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Niet te gebruiken bij dieren die melk of eieren voor menselijke consumptie produceren |
Lineaire gealkyleerde benzeenzwavelzuren met alkylkettingen met een lengte tussen C9 tot C13, met minder dan 2,5 % van de kettingen langer dan C13 |
Runderen |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Schapen (5) |
||
Amprolium |
Pluimvee |
Alleen voor oraal gebruik |
Dinatriumzout van tiludroninezuur |
Paardachtigen |
Uitsluitend voor intraveneus gebruik |
Sorbitantrioleaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Vitamine A |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ammoniumlaurylsulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Bronopol |
Vis |
|
Calciumpantothenaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Allantoïne |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Benzocaine |
Zalmachtigen |
|
Dexpanthenol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Azagly nafareline |
Zalmachtigen |
Niet te gebruiken bij vissen die eieren voor menselijke consumptie produceren |
Desloreline acetaat |
Paardachtigen |
|
Hydroxyethylsalicylaat |
Alle voedselproducerende soorten behalve vis |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Xylazinehydrochloride |
Runderen, paardachtigen |
|
Omeprazol |
Paardachtigen |
Alleen voor oraal gebruik |
Trichloormethiazide |
Alle voedsel producerende zoogdieren |
|
Progesteron (1) |
Runderen, schapen, geiten, paarden (vrouwelijk) |
|
Beclometasondipropionaat |
Paardachtigen (4) |
|
Cloprostenol |
Geiten |
|
R-cloprostenol |
Geiten |
|
Sorbitansesquioleaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Diethyleenglycolmonoethylether |
Alle herkauwers en varkens |
|
Peforelin |
Varkens |
|
(1) Alleen voor intravaginaal therapeutisch of zoötechnisch gebruik en overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 96/22/EG. (2) Alleen voor oraal gebruik. (3) Voor oraal gebruik, niet voor gebruik bij dieren die voor menselijke consumptie bestemde melk produceren. (4) Uitsluitend voor gebruik via inhalatie. (5) Uitsluitend voor uitwendig gebruik. |
3. Stoffen waarvan algemeen wordt erkend dat ze onschadelijk zijn
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
Overige bepalingen |
Alsemextract |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Acetylmethionine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Aluminiumhydroxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Aluminiummonostearaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ammoniumsulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Benzylbenzoaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Benzyl-p-hydroxybenzoaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calciumborogluconaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calciumcitraat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Kamfer |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Kardamonextract |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Diethylsebacaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Dimethicon |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Dimethylacetamide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Dimethylsulfoxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Epinefrine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ethyloleaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ethyleendeniaminetetraacetaat en zouten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Eucalyptol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Follikelstimulerend hormoon (natuurlijk FSH van alle soorten en de synthetische analogen) |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Formaldehyde |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Mierenzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Gluteraldehyde |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Guajacol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Heparine en zouten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Humaan chorion gonadotropine (natuurlijk HCG en de synthetische analogen) |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ammoniumijzercitraat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
IJzerdextraan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
IJzerglucoheptonaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Isopropanol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Lanoline |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Luteïniserend hormoon (natuurlijk LH van alle soorten en de synthetische analogen) |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Magnesiumchloride |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Magnesiumgluconaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Magnesiumhypofosfiet |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Mannitol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Methylbenzoaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Monothioglycerol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Montanide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Myglyol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Orgoteine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Poloxaleen |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Poloxameer |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Polyethyleenglycol (molecuulmassa tussen 200 en 10 000) |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Polysorbaat 80 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Serotonine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumchloride |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumcromoglycaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumdioctylsulfosuccinaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumformaldehydesulfoxylaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumlaurylsulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumpyrosulfiet |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumstearaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Natriumthiosulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Tragacanth |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ureum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Zinkoxide |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Zinksulfaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Adenosine en zijn 5′-mono-, 5′-di- en 5′-trifosfaten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Alanine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Arginine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Asparagine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Aspartzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Carnitine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Choline |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Chymotrypsine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Citrulline |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cysteïne |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cytidine en zijn 5′-mono-, 5′-di- en 5′-trifosfaten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
glutaminezuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Glutamine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Glycine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Guanosine en zijn 5′-mono-, 5′-di- en 5′-trifosfaten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Histidine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Hyaluronzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Inosine en zijn 5′-mono-, 5′-di- en 5′-trifosfaten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Inositol |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Isoleucine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Leucine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Lysine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Methionine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ornithine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Orotinezuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Pepsine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Fenylalanine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Proline |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Serine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Thioctzuur |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Threonine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Thymidine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Trypsine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Tryptofaan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Tyrosine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Uridine en zijn 5′-mono-, 5′-di- en 5′-trifosfaten |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Valine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Polyoxyethyleensorbitaanmonooleaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Polyoxyethyleensorbitaanmonooleaat en -trioleaat |
Alle voedselproducerende soorten |
|
4. Stoffen die in homeopathische diergeneesmiddelen worden gebruikt
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
Overige bepalingen |
Iedere stof die in homeopathische diergeneesmiddelen wordt gebruikt, mits haar concentratie in het product niet hoger is dan één deel per 10 000 |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Adonis vernalis |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste |
Aqua levici |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overenstemming met de homeopathische farmacopee |
Atropa belladonna |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste |
Convallaria majalis |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een duizendste |
Apocynum cannabinum |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste. Alleen voor oraal gebruik |
Harunga madagascariensis |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een duizendste |
Selenicereus grandiflorus |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste |
Thuja occidentalis |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste |
Virola sebifera |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste |
Ruta graveolens |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een duizendste. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
Aesculus hippocastanum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een tiende |
Agnus castus |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Ailanthus altissima |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Allium cepa |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Arnicae radix |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een tiende |
Artemisia abrotanum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Bellis perennis |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Calendula officinalis |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een tiende |
Camphora |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste |
Cardiospermum halicacabum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Crataegus |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Echinacea |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan. Uitsluitend voor uitwendig gebruik. Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een tiende |
Eucalyptus globulus |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Euphrasia officinalis |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Ginkgo biloba |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een duizendste |
Ginseng |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Hamamelis virginiana |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een tiende |
Harpagophytum procumbens |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Hypericum perforatum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Lachnanthes tinctoria |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een duizendste |
Lobaria pulmonaria |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Okoubaka aubrevillei |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Prunus laucerasus |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een duizendste |
Serenoa repens |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Silybum marianum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Solidago virgaurea |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Syzygium cumini |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Turnera diffusa |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Viscum album |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan |
Phytolacca americana |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een duizendste |
Urginea maritima |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen, vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties van ten hoogste een honderdste. Alleen voor oraal gebruik |
5. Stoffen die als levensmiddelenadditieven in voor consumptie door de mens bestemde voedingsmiddelen worden gebruikt
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
Overige bepalingen |
Stoffen met een E-nummer |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend stoffen die als additieven in voor consumptie door de mens bestemde voedingsmiddelen zijn toegelaten, met uitzondering van de in bijlage III, deel C, van Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 61 van 18. 3. 1995, blz. 1) opgenomen conserveermiddelen |
6. Plantaardige substanties
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
Overige bepalingen |
Aloe vera gel en volledig bladextract van aloe vera |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Aloë's, uit Barbados of de Kaap, hun gestandaardiseerd droog extract en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Angelicae radix aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Anisi aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Anisi stellati fructus, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Arnica montana (arnicae flos en arnicae planta tota) |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Balsamum peruvianum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Boldo folium |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Calendulae flos |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Capsici fructus acer |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Carlinae radix |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Carvi aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Caryophylli aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Centellae asiaticae extractum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Chrysanthemi cinerariifolii flos |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Cimicifugae racemosae rhizoma |
Alle voedselproducerende soorten |
Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
Cinchonae cortex, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cinnamomi cassiae aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cinnamomi cassiae cortex, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cinnamomi ceylanici aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cinnamomi ceylanici cortex, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Citri aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Citronellae aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Condurango cortex, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Coriandri aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Cupressi aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Echinacea purpurea |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Eucalypti aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Foeniculi aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Frangulae cortex, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Gentianae radix, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Hamamelis virginiana |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Hippocastani semen |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Hyperici oleum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Juniperi fructus |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Lauri folii aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Lauri fructus |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Lavandulae aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Lespedeza capitata |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Lini oleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Majoranae herba |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Matricaria recutita en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Matricariae flos |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Medicago sativa extractum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Melissae aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Melissae folium |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Menthae arvensis aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Menthae piperitae aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Millefolii herba |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Myristicae aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor gebruik bij pasgeboren dieren |
Piceae turiones recentes extractum |
Alle voedselproducerende soorten |
Alleen voor oraal gebruik |
Oxidatieproducten van Terebinthinae oleum |
Runderen, varkens, schapen, geiten |
|
Pyrethrumextract |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Quercus cortex |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Quillaja saponine |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Rhei radix, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ricini oleum |
Alle voedselproducerende soorten |
Voor gebruik als excipiënt |
Rosmarini aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Rosmarini folium |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Ruscus aculeatus |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Salviae folium |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Sambuci flos |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Sinapis nigrae semen |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Strychni semen |
Runderen, schapen, geiten |
Uitsluitend voor oraal gebruik in doses van maximaal het equivalent van 0,1 mg strychnine/kg lichaamsgewicht |
Symphyti radix |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor topisch gebruik op intacte huid |
Terebinthinae aetheroleum rectificatum |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Terebinthinae laricina |
Alle voedselproducerende soorten |
Uitsluitend voor uitwendig gebruik |
Thymi aetheroleum |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Tiliae flos |
Alle voedselproducerende soorten |
|
Urticae herba |
Alle voedselproducerende soorten |
7. Infectiewerende middelen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
Overige bepalingen |
Oxaalzuur |
Honingbijen |
8. Anti-inflammatoire middelen
BIJLAGE III
LIJST VAN IN GENEESMIDDELEN VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK AANGEWENDE FARMACOLOGISCH WERKZAME SUBSTANTIES WAARVOOR VOORLOPIGE MAXIMUMWAARDEN VOOR RESIDUEN ZIJN VASTGESTELD
1. Infectiewerende middelen
1.1. Chemotherapeutica
1.1.2. Benzeensulfonamiden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Clorsulon |
Clorsulon |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
150 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
1.2. Antibiotica
1.2.1. Beta-lactamaseremmers
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Clavulaanzuur |
Clavulaanzuur |
Runderen, schapen |
200 μg/kg |
Melk |
►M67 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2001 ◄ |
Runderen, schapen, varkens |
200 μg/kg |
Spier |
|||
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
1.2.2. Macroliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Acetylisovaleryltylosine |
Som van acetylisovaleryltylosine en 3-O-acetyltylosine |
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2001 |
100 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
Acetylisovaleryltylosine (1) |
Som van acetylisovaleryltylosine en 3-O-acetyltylosine |
Pluimvee (2) |
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
|
50 μg/kg |
Lever |
||||
Erythromycine |
De maximumwaarden voor residuen gelden voor alle microbiologische actieve residuen die als erythromycine-equivalent uitgedrukt worden |
Runderen, schapen |
40 μg/kg |
Melk |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juni 2000 |
Runderen, schapen, varkens, pluimvee |
400 μg/kg |
Spier |
|||
400 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
Pluimvee |
200 μg/kg |
Eieren |
|||
Josamycine |
Josamycine |
Kippen |
200 μg/kg |
Spier |
►M77 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2002 ◄ |
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Eieren |
||||
Som van microbiologisch actieve metabolieten uitgedrukt als josamycine |
Varkens |
200 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2002 |
|
200 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
Tilmicosine |
Tilmicosine |
Runderen |
40 μg/kg |
Melk |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2001 |
Tulathromycine |
(2R,3S,4R,5R,8R,10R,11R,12S, 13S,14R)-2-ethyl-3,4,10,13-tetrahydroxy-3,5,8,10,12,14-hexamethyl-11-[[3,4,6-trideoxy-3-(dimethylamino)-β-D-xylo-hexopy-rano-syl]oxy]-1-oxa-6-azacyclopenta-decan-15-on, uitgedrukt als tulathromycine-equivalent |
Runderen |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2004. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
3 000 μg/kg |
Lever |
||||
3 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2004 |
||
3 000 μg/kg |
Lever |
||||
3 000 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2006. (2) Niet te gebruiken bij dieren die eieren voor menselijke consumptie produceren. |
1.2.4. Cefalosporines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Cefacetril |
Cefacetril |
Runderen |
125 μg/kg |
Melk |
►M83 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2002 ◄ Uitsluitend voor intramammair gebruik |
Cefalonium |
Cefalonium |
Runderen |
10 μg/kg |
Melk |
►M85 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2003 ◄ |
Cefapirin |
Som van cefapirin en desacetylcefapirin |
Runderen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
Cefoperazon |
Cefoperazon |
Runderen |
50 μg/kg |
Melk |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
Cefquinome |
Cefquinome |
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
1.2.5. Aminoglycosides
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Aminosidine |
Aminosidine |
Runderen, varkens, konijnen, kippen |
500 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2000 |
1 500 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
Apramycin |
Apramycin |
Runderen |
1 000 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 1999 |
Alleen voor gebruik bij niet-melkgevende runderen |
1 000 μg/kg |
Vetweefsel |
|||
10 000 μg/kg |
Lever |
||||
20 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
1 000 μg/kg |
Spier |
|||
1 000 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Dihydrostreptomycine |
Dihydrostreptomycine |
Runderen, schapen |
500 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juni 2002 |
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
500 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Gentamicine |
Gentamicine |
Runderen |
100 μg/kg |
Melk |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juni 2002 |
Runderen, varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
750 μg/kg |
Nieren |
||||
Kanamycine |
Kanamycine |
Konijnen |
100 μg/kg |
Spier |
►M91 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2004 ◄ |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
600 μg/kg |
Lever |
||||
2 500 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, schapen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
600 μg/kg |
Lever |
||||
2 500 μg/kg |
Nieren |
||||
150 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens, kippen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
600 μg/kg |
Lever |
||||
2 500 μg/kg |
Nieren |
||||
Neomycine (inclusief framycetine) |
Neomycine B |
Runderen, varkens, kippen |
500 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juni 2002 |
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen |
500 μg/kg |
Melk |
|||
Kippen |
500 μg/kg |
Eieren |
|||
Spectinomycine |
Spectinomycine |
Runderen |
200 μg/kg |
Melk |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2000 |
Runderen, varkens, pluimvee |
300 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Schapen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
300 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2002 |
||
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
5 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
200 μg/kg |
Eieren |
|||
Streptomycine |
Streptomycine |
Runderen, schapen |
500 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juni 2002 |
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
500 μg/kg |
Spier |
|||
500 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
1.2.6. Quinolones
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Danofloxacine |
Danofloxacine |
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Decoquinate |
Decoquinate |
Runderen, schapen |
500 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2000 |
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
Difloxacin |
Difloxacin |
Runderen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
400 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 400 μg/kg |
Lever |
||||
800 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
400 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
800 μg/kg |
Nieren |
||||
Enrofloxacin |
Totaalgehalte van enrofloxacin en ciprofloxacin |
Schapen |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 1999 |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Flumequine |
Flumequine |
Runderen, schapen, varkens, kippen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
50 μg/kg |
Vetweefsel of huid + vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
Zalmachtigen |
150 μg/kg |
Spier en huid |
|||
Marbofloxacine |
Marbofloxacine |
Runderen |
150 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2000 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
75 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
150 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
Oxolinezuur (1) |
Oxolinezuur |
Runderen (2) |
100 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Eieren |
||||
Vis |
300 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|||
(1) De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2006. (2) Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. |
1.2.9. Polymyxines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Colistine |
Colistine |
Runderen, schapen |
50 μg/kg |
Melk |
►M77 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2002 ◄ |
Runderen, schapen, varkens, kippen, konijnen |
150 μg/kg |
Spier |
|||
150 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
300 μg/kg |
Eieren |
1.2.10. Penicillines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Nafcillin |
Nafcillin |
Runderen |
300 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
||||
30 μg/kg |
Melk |
||||
Penethamaat |
Benzylpenicilline |
Schapen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
4 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
1.2.11. Florfenicol en verwante stoffen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Florfenicol |
Totaalgehalte aan florfenicol en metabolieten uitgedrukt in florfenicolamine |
Vis |
1 000 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2001 |
Thiamphenicol |
Thiamphenicol |
Schapen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Vis |
50 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
|||
Thiamfenicol (1) |
Thiamfenicol |
Varkens |
50 μg/kg |
Spier |
|
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2007. |
1.2.12. Polypeptiden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Bacitracine |
Bacitracine |
Runderen |
150 μg/kg |
Melk |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2001 |
1.2.13. Lincosamiden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Lincomycine |
Lincomycine |
Schapen |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
150 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
100 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Eieren |
||||
Pirlimycine |
Pirlimycine |
Runderen |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2002 |
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
1.2.14 Pleuromutilinen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Tiamulin |
Som van alle metabolieten die tot 8-a-hyxymutiline kunnen worden gehydrolyseerd |
Kalkoenen |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2001 |
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
2. Antiparasitaire middelen
2.1. Geneesmiddelen tegen endoparasieten
2.1.1. Salicylaniliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Oxyclozanide |
Oxyclozanide |
Runderen |
20 μg/kg |
Spier |
►M77 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2002 ◄ |
20 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
||||
10 μg/kg |
Melk |
||||
Schapen |
20 μg/kg |
Spier |
|||
20 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
2.1.2. Benzimidazolen en pro-benzimidazolen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Albendazolsulfoxide |
Totaalgehalte aan albendazolsulfoxide, albendazolsulfon en albendazol-2-aminosulfon, uitgedrukt als albendazole |
Runderen, schapen |
100 μg/kg |
Melk |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
Runderen, schapen, fazanten |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
Mebendazool |
Som van mebendazool, methyl(5-(1-hydroxy, 1-fenyl) methyl-1H-benzimidazol-2-yl) carbamaat en (2-amino-1H-benzimidazol-5-yl)fenylmethanon, uitgedrukt als mebendazoolequivalenten |
Schapen, geiten, paardachtigen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
60 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2002 |
60 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
60 μg/kg |
Nieren |
||||
Netobimine |
Totaalgehalte aan netobimine en albendazole en zijn metabolieten uitgedrukt als 2-aminobenzimidazolsulfon |
Runderen, schapen, geiten |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 31 juli 1999 |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
2.1.3. Tetrahydropyrimidines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Morantel |
Som van residuen die tot N-methyl-1,3-propaandiamine gehydrolyseerd en als morantelequivalenten uitgedrukt kunnen worden |
Runderen, schapen |
100 μg/kg |
Spier |
►M85 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2003 ◄ |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
100 μg/kg |
Melk |
||||
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
800 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
2.1.5. Piperazinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Piperazine |
Piperazine |
Varkens |
400 μg/kg |
Spier |
►M86 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2003 ◄ |
800 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
2 000 μg/kg |
Eieren |
2.1.6. Salicylaniliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Rafoxanide |
Rafoxanide |
Runderen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
30 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2001 |
30 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
40 μg/kg |
Nieren |
||||
Schapen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
100 μg/kg |
Spier |
|||
250 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
150 μg/kg |
Lever |
||||
150 μg/kg |
Nieren |
2.2. Geneesmiddelen tegen ectoparasieten
2.2.1. Formamidines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Amitraz |
Som van amitraz en alle metabolieten die 2,4-DMA als groep bevatten, uitgedrukt als amitraz |
Bijen |
200 μg/kg |
Honing |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 1999 |
2.2.2. Iminofenylthiazolidinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Cymiazole |
Cymiazole |
Bijen |
1 000 μg/kg |
Honing |
►M65 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2001 ◄ |
2.2.3. Pyretrine en pyrethroïden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Cyfluthrine |
Cyifluthrine |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk |
||||
Overige bepalingen van Richtlijn 94/29/EG van de Raad (PB L 189 van 23.7.1994, blz. 67) dienen nageleefd te worden |
|||||
Alfa-cypermethrin |
Cypermethrine (Som van isomeren) |
Runderen, schapen |
20 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2003 Overige bepalingen van Richtlijn 93/57/EEG dienen nageleefd te worden ◄ |
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk Overige bepalingen van Richtlijn 93/57/EG van de Raad (PB L 211 van 23.8.1992, blz. 1) dienen nageleefd te worden |
||||
Kippen |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Eieren |
||||
Cypermethrine |
Cypermethrine (Som van isomeren) |
Runderen |
20 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2003 Overige bepalingen van Richtlijn 93/57/EEG dienen nageleefd te worden |
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk |
||||
Cypermethrine (Som van isomeren) |
Schapen |
20 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2003 Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
|
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Varkens |
20 μg/kg |
Spier |
|||
200 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
50 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Eieren |
||||
Zalmachtigen |
50 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke vethoudingen |
►M93 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2003 ◄ |
||
Deltamethrine |
Deltamethrine |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2001 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
20 μg/kg |
Melk |
||||
Schapen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
10 μg/kg |
Spier |
|||
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
10 μg/kg |
Spier |
►M89 De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2003 ◄ |
||
50 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Eieren |
||||
Vis |
10 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2002 |
||
Fenvaleraat (1) |
Fenvaleraat (som van RR-, SS-, RS- en SR-isomeren) |
Runderen |
25 μg/kg |
Spier |
|
250 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
25 μg/kg |
Lever |
||||
25 μg/kg |
Nieren |
||||
40 μg/kg |
Melk |
||||
Permethrine |
Permethrine (Som van isomeren) |
Kippen, varkens |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2003 |
500 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Runderen, geiten |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2003 |
||
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
Overige bepalingen van Richtlijn 98/82/EG van de Commissie (PB L 290 van 29.10.1998, blz. 25) dienen nageleefd te worden |
|||
Kippen |
50 μg/kg |
Eieren |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2003 |
||
(1) De voorlopige maximumwaarden voor residuen lopen af op 1 juli 2006. |
2.2.4. Organische fosfaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Azamethifos |
Azamethifos |
Zalmachtigen |
100 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juni 1999 |
Coumafos |
Coumafos |
Bijen |
100 μg/kg |
Honing |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2001 |
Foxim |
Foxim |
Varkens |
20 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
700 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
20 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Schapen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2001. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
||
400 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
Kippen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2005. |
||
550 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
25 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
||||
60 μg/kg |
Eieren |
||||
Propetamphos |
Som van alle residuen van propetamphos en desisopropylpropetamphos |
Schapen Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
90 μg/kg |
Vetweefsel |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2002 |
2.2.5. Acylureumderivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Teflubenzuron |
Teflubenzuron |
Zalmachtigen |
500 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 1999 |
Diflubenzuron |
Diflubenzuron |
Zalmachtigen |
1 000 μg/kg |
Spier en huid in natuurlijke verhoudingen |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2000 |
Fluazuron (1) |
Fluazuron |
Runderen (2) |
200 μg/kg |
Spier |
|
7 000 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
500 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2007. (2) Niet voor gebruik bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. |
2.2.6. Pyrimidinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Dicyclanil |
Som van dicyclanil en 2,4,6-triaminopyrimidine-5-carbonitril |
Schapen |
200 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2000. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
400 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
2.2.7. Triazinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Cyromazine |
Cyromazine |
Schapen |
300 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2001 Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
300 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
300 μg/kg |
Lever |
||||
300 μg/kg |
Nieren |
2.3. Geneesmiddelen tegen endo- en ectoparasieten
2.3.1. Avermectines
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Abamectin |
Avermectin B1a |
Schapen |
20 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2001 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
25 μg/kg |
Lever |
||||
20 μg/kg |
Nieren |
||||
Doramectine |
Doramectine |
Rood wild, inclusief rendieren |
20 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2001 |
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
50 μg/kg |
Lever |
||||
30 μg/kg |
Nieren |
||||
Moxidectin |
Moxidectin |
Paardachtigen |
50 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
100 μg/kg |
Lever |
||||
50 μg/kg |
Nieren |
2.4. Geneesmiddelen tegen protozona
2.4.1. Carbaniliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Imidocarb |
Imidocarb |
Runderen, schapen |
300 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2002 |
50 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
2 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 500 μg/kg |
Nieren |
||||
50 μg/kg |
Melk |
2.4.2. Quinazolon-derivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Halofuginon |
Halofuginon |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2001 |
25 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
30 μg/kg |
Lever |
||||
30 μg/kg |
Nieren |
2.4.3. Triazinederivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Toltrazuril |
Toltrazuril sulfon |
Varkens |
100 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.1.2001 |
150 μg/kg |
Huid en vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
250 μg/kg |
Nieren |
||||
Toltrazuril (1) |
Toltrazuril sulfon |
Runderen |
100 μg/kg |
Spier |
|
150 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
500 μg/kg |
Lever |
||||
250 μg/kg |
Nieren |
||||
(1) De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2006; niet voor gebruik bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren. |
2.4.4. Overige antiprotozoaire middelen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Amprolium |
Amprolium |
Kippen, kalkoenen |
200 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2002 |
200 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
400 μg/kg |
Nieren |
||||
1 000 μg/kg |
Eieren |
2.4.5. Ionoforen
3. Stoffen die inwerken op het centrale zenuwstelsel
3.2. Stoffen die inwerken op het centrale zenuwstelsel
3.2.1. b2-sympathicomimetica
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Clenbuterol hydrochloride |
Clenbuterol |
Runderen |
0,1 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2000 |
Indicatie: uitsluitend voor tocolyse bij barende koeien |
0,5 μg/kg |
Lever |
|||
0,5 μg/kg |
Nieren |
||||
0,05 μg/kg |
Melk |
||||
Paardachtigen |
0,1 μg/kg |
Spier |
|||
Indicaties: tocolyse en de behandeling van respiratoire aandoeningen |
0,5 μg/kg |
Lever |
|||
0,5 μg/kg |
Nieren |
3.2.2. Antiadrenergica
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximum- waarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Carazolol |
Carazolol |
Runderen |
5 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
5 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
15 μg/kg |
Lever |
||||
15 μg/kg |
Nieren |
||||
1 μg/kg |
Melk |
5. Ontstekingsremmers
5.1. Niet-steroïdale ontstekingsremmers
5.1.1. Arylpropionzuurderivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Carprofen |
Carprofeen |
Runderen |
500 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
500 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
||||
Paardachtigen |
50 μg/kg |
Spier |
|||
100 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
1 000 μg/kg |
Lever |
||||
1 000 μg/kg |
Nieren |
5.1.2. Enolzuurderivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Meloxicam |
Meloxicam |
Runderen |
25 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2000 |
60 μg/kg |
Lever |
||||
35 μg/kg |
Nieren |
5.1.3. Pyrazolon-derivaten
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Metamizool |
4-Methylaminoantipyrine |
Runderen, varkens, paardachtigen |
200 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1.7.2003. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
||||
200 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
200 μg/kg |
Lever |
||||
200 μg/kg |
Nieren |
5.1.4. Gesulfoneerde fenyllactonen
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Firocoxib |
Firocoxib |
Paardachtigen |
10 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2007 |
15 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
60 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
6. Stoffen die inwerken op het voortplantingssysteem
6.1. Progestagenen
Farmacologisch werkzame stof(fen) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximum-waarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Altrenogest |
Altrenogest |
Varkens |
3 μg/kg |
Huid + vetweefsel |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2005. Uitsluitend voor zoötechnisch gebruik |
3 μg/kg |
Lever |
||||
3 μg/kg |
Nieren |
||||
Paardachtigen |
3 μg/kg |
Vetweefsel |
|||
3 μg/kg |
Lever |
||||
3 μg/kg |
Nieren |
||||
Flugeston-acetaat |
Flugeston-acetaat |
Schapen, geiten |
0,5 μg/kg |
Spierweefsel |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2008. Alleen voor therapeutisch of zoötechnisch gebruik |
0,5 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
0,5 μg/kg |
Lever |
||||
0,5 μg/kg |
Nier |
||||
Norgestomet |
Norgestomet |
Runderen |
0,5 μg/kg |
Spierweefsel |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 januari 2008. Alleen voor therapeutisch of zoötechnisch gebruik |
0,5 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
0,5 μg/kg |
Lever |
||||
0,5 μg/kg |
Nier |
||||
0,15 μg/kg |
Melk |
7. Corticoïden
7.1. Glucocorticoïden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
Methylprednisolon |
Methylprednisolon |
Runderen |
10 μg/kg |
Spier |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2001. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren |
10 μg/kg |
Vetweefsel |
||||
10 μg/kg |
Lever |
||||
10 μg/kg |
Nieren |
BIJLAGE IV
LIJST VAN FARMACOLOGISCH WERKZAME SUBSTANTIES WAARVOOR GEEN MAXIMUMWAARDE KAN WORDEN VASTGESTELD
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Aristolochia spp. en daarvan afgeleide producten |
Chlooramfenicol |
Chloroform |
Chloorpromazine |
Colchicine |
Dapson |
Dimetridazol |
Metronidazole |
Nitrofuranen (inclusief furazolidon) |
Ronidazol |
BIJLAGE V
Informatie en gegevens die moeten worden opgenomen in een aanvraag tot vaststelling van een maximumwaarde voor residuen voor een farmacologisch werkzame stof die in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik wordt gebruikt
Administratieve gegevens
1. Naam of handelsnaam en adres van de aanvrager.
2. Benaming van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik.
3. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik voor wat betreft de werkzame bestanddelen, met de algemene internationale benaming die door de Wereldgezondheidsorganisatie is aanbevolen, wanneer deze benaming bestaat.
4. Eventuele produktievergunning.
5. Eventuele vergunning voor het in de handel brengen.
6. Samenvatting van de kenmerken van het geneesmiddel of de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die overeenkomstig artikel 5 bis van Richtlijn 81/851/EEG is opgesteld.
A. Veiligheidsdocumentatie
A.0. Deskundigenrapport
A.1. Nauwkeurige beschrijving van de stof waarop de aanvraag betrekking heeft
1.1. Algemene internationale benaming (INN).
1.2. IUPAC-naam (International Union of Pure and Applied Chemistry).
1.3. CAS-naam (Chemical Abstract Service).
1.4. Classificatie:
— therapeutisch;
— farmacologisch.
1.5. Synoniemen en afkortingen.
1.6. Structuurformule.
1.7. Molecuulformule.
1.8. Molecuulgewicht.
1.9. Zuiverheidsgraad.
1.10. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling van de onzuiverheden.
1.11. Beschrijving van de fysische eigenschappen:
— smeltpunt;
— kookpunt;
— dampspanning;
— in gram per liter uitgedrukte oplosbaarheid in water en in organische oplosmiddelen, met temperatuuraanduiding;
— dichtheid;
— brekingsindex, rotatiespectrum, enz.
A.2. Ter zake dienstig farmacologisch onderzoek
2.1. Farmacodynamiek.
2.2. Farmacokinetiek.
A.3. Toxicologisch onderzoek
3.1. Toxiciteit bij eenmalige toediening.
3.2. Toxiciteit bij herhaalde toediening.
3.3. Tolerantie bij het dier waarvoor het geneesmiddel bestemd is.
3.4. Toxiciteit met betrekking tot de voortplanting, inclusief teratogene werking.
3.4.1. Onderzoek naar de uitwerking op de voortplanting.
3.4.2. Embryonale/foetale toxiciteit, inclusief teratogene werking.
3.5. Mutagene werking.
3.6. Carcinogene werking.
A.4. Onderzoek naar andere uitwerkingen
4.1. Immunotoxiciteit.
4.2. Microbiologische effecten van residuen:
4.2.1. op de menselijke darmflora;
4.2.2. op bij de industriële verwerking van levensmiddelen gebruikte micro-organismen en organismen.
4.3. Waarnemingen bij de mens.
B. Residuendocumentatie
B.0. Deskundigenrapport
B.1. Nauwkeurige beschrijving van de stof waarop de aanvraag betrekking heeft
De desbetreffende stof moet worden beschreven overeenkomstig punt A.1. Wanneer de aanvraag echter betrekking heeft op een of meer geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, moet het produkt zelf uitvoerig worden beschreven, met onder meer:
— kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling;
— zuiverheid;
— identificatie van de in het onderzoek gebruikte batch van de fabrikant, verband met het eindprodukt;
— specifieke activiteit en radiologische zuiverheid van gelabelde stoffen;
— plaats van gelabelde atomen in het molecuul.
B.2. Onderzoek aan residuen
2.1. Farmacokinetiek
(absorptie, distributie, biotransformatie, uitscheiding).
2.2. Depletie van residuen.
2.3. Vaststelling van maximumwaarden voor residuen.
B.3. Routine analysemethoden voor de detectie van residuen
3.1. Beschrijving van de methode.
3.2. Validering van de methode:
3.2.1. specificiteit;
3.2.2. nauwkeurigheid (inclusief gevoeligheid);
3.2.3. precisie;
3.2.4. detectielimiet;
3.2.5. kwantificatiegrenzen;
3.2.6. uitvoerbaarheid en toepasbaarheid onder normale laboratoriumomstandigheden;
3.2.7. storingsgevoeligheid.
( 1 ) PB nr. C 61 van 10. 3. 1989, blz. 5.
( 2 ) PB nr. C 96 van 17. 4. 1990, blz. 273.
( 3 ) PB nr. C 201 van 7. 8. 1989, blz. 1.
( 4 ) PB nr. L 317 van 6. 11. 1981, blz. 16.
( 5 ) PB nr. L 15 van 17. 1. 1987, blz. 34.
( 6 ) PB L 214 van 24.8.1993, blz. 1.
( 7 ) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.