EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R0287

Verordening (EU) 2024/287 van de Raad van 12 januari 2024 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Guatemala

ST/16866/2023/INIT

PB L, 2024/287, 15.1.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/287/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 02/02/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/287/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/287

15.1.2024

VERORDENING (EU) 2024/287 VAN DE RAAD

van 12 januari 2024

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Guatemala

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2024/254 van de Raad van 12 januari 2024 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Guatemala (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 januari 2024 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2024/254 vastgesteld, waarbij een kader wordt vastgesteld voor gerichte beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Guatemala. Het besluit voorziet in een reisverbod, de bevriezing van tegoeden en economische middelen van, en het verbod op het ter beschikking stellen van tegoeden en economische middelen aan bepaalde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor acties die de democratie, de rechtsstaat of de vreedzame machtsoverdracht in Guatemala ondermijnen, of die de democratie of de rechtsstaat in Guatemala ondermijnen door ernstig financieel wangedrag met betrekking tot overheidsmiddelen en de ongeoorloofde uitvoer van kapitaal, alsook tegen met hen geassocieerde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen. De natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die aan de beperkende maatregelen onderworpen zijn, worden opgesomd in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2024/254.

(2)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen.

(3)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op verdediging en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig die rechten.

(4)

De procedure voor de wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening moet inhouden dat de aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis worden gesteld van de redenen waarom zij op de lijst zijn geplaatst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen.

(5)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en om een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie te waarborgen, moeten de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar worden gemaakt. De verwerking van persoonsgegevens moet voldoen aan de Verordeningen (EU) 2016/679 (2) en (EU) 2018/1725 (3) van het Europees Parlement en de Raad.

(6)

De lidstaten en de Commissie moeten elkaar in kennis stellen van de maatregelen die op grond van deze verordening worden genomen, alsook van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken.

(7)

De lidstaten moeten regels vaststellen voor sancties in geval van overtreding van de bepalingen van deze verordening. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

“vordering”: elke vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende eis, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een overeenkomst of transactie, en met name:

i)

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een tegenvordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)

“contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — obligaties, garanties of contragaranties, met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)

“bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

d)

“economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)

“bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door die te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)

“bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming, of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)

“tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividenden of andere inkomsten, uit of waarde voortkomende uit, of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)

“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) van toepassing is, onder de in het VEU bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen, direct of indirect, ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.   Bijlage I omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen:

a)

die verantwoordelijk zijn voor, betrokken zijn bij, steun verlenen aan of profiteren van acties die de democratie, de rechtsstaat of de vreedzame machtsoverdracht in Guatemala ondermijnen, met inbegrip van:

i)

vervolging of intimidatie van overheidsambtenaren of overheidsinstellingen die betrokken zijn bij of steun verlenen aan het verkiezingsproces, van democratisch verkozen autoriteiten of van de democratische oppositie in Guatemala;

ii)

repressie, vervolging of intimidatie van maatschappelijke organisaties of van de media, of van rechters, advocaten of aanklagers;

b)

die de democratie of de rechtsstaat in Guatemala ondermijnen door ernstig financieel wangedrag met betrekking tot overheidsmiddelen of de ongeoorloofde uitvoer van kapitaal;

c)

die banden onderhouden met de natuurlijke personen die zijn bedoeld in punten a) en b).

Artikel 3

1.   In afwijking van artikel 2, leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheek, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor het betalen van redelijke honoraria of het vergoeden van andere kosten van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematige aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn voor het betalen van buitengewone uitgaven, mits de betrokken bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voordat zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat toestemming moet worden gegeven, of

e)

gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie, of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 4

1.   Artikel 2, leden 1 en 2, is niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of voor andere activiteiten ter ondersteuning van elementaire menselijke behoeften wanneer dergelijke bijstand en andere activiteiten worden uitgevoerd door:

a)

de Verenigde Naties (VN), met inbegrip van hun programma’s, fondsen en andere entiteiten en organen, alsmede hun gespecialiseerde agentschappen en aanverwante organisaties;

b)

internationale organisaties;

c)

humanitaire organisaties met de status van waarnemer bij de Algemene Vergadering van de VN en leden van die humanitaire organisaties;

d)

bilateraal of multilateraal gefinancierde niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan de humanitaire responsplannen van de VN, de responsplannen voor vluchtelingen, andere oproepen van de VN of humanitaire clusters die worden gecoördineerd door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de VN;

e)

organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft afgegeven of die door een lidstaat zijn gecertificeerd of erkend overeenkomstig nationale procedures;

f)

gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, of

g)

de werknemers, begunstigden, ondergeschikte organen of uitvoerende partners van de in de punten a) tot en met f) genoemde entiteiten terwijl en voor zover zij in die hoedanigheid handelen.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1 en in afwijking van artikel 2, leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of voor de ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften.

3.   Indien de relevante bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming krachtens lid 2 geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten meer tijd nodig te hebben, wordt die toestemming geacht te zijn verleend.

4.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke krachtens de leden 3 en 4 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 5

1.   In afwijking van artikel 2, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen op de lijst in bijlage I, of van een justitieel of administratief vonnis dat in de Unie is uitgesproken of van een gerechtelijk vonnis dat uitvoerbaar is in de betrokken lidstaat, en dat van voor of na die datum dateert;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend gebruikt om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c)

de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, en

d)

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 6

1.   In afwijking van artikel 2, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract dat of overeenkomst die is gesloten of een verbintenis die is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het betrokken lichaam in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder zodanige voorwaarden als zij dienstig achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen zullen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I, en

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van die toestemming.

Artikel 7

1.   Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage I, of

c)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in een lidstaat zijn gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn,

mits deze interesten, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, worden bevroren.

Artikel 8

1.   Natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen:

a)

verstrekken onverwijld alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2, lid 1, zijn bevroren, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij woonachtig of gevestigd zijn, en zenden deze informatie rechtstreeks of via de lidstaat aan de Commissie toe, en

b)

werken samen met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de in punt a) bedoelde informatie.

2.   De in lid 1 bedoelde verplichting geldt met inachtneming van de nationale of andere toepasselijke regels betreffende de vertrouwelijkheid van informatie die in het bezit is van gerechtelijke autoriteiten, en met inachtneming van de in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaten en hun cliënten. Daartoe omvat dergelijke communicatie de communicatie die betrekking heeft op juridisch advies dat wordt verstrekt door andere gecertificeerde beroepsbeoefenaars die krachtens het nationale recht gemachtigd zijn om de cliënt in gerechtelijke procedures te vertegenwoordigen, voor zover dat juridisch advies wordt verstrekt in verband met lopende of toekomstige gerechtelijke procedures.

3.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

4.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

5.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van handhavingsautoriteiten, douaneautoriteiten in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4), bevoegde autoriteiten in de zin van Verordening (EU) nr. 575/2013 (5), Richtlijn (EU) 2015/849 (6) en Richtlijn 2014/65/EU (7) van het Europees Parlement en de Raad, alsmede beheerders van officiële registers waarin natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen, alsmede onroerende of roerende goederen worden geregistreerd, verwerken onverwijld informatie, inclusief persoonsgegevens en, indien nodig, de in lid 1 bedoelde informatie, en wisselen deze onverwijld uit met andere bevoegde autoriteiten van hun lidstaat of andere lidstaten, en met de Commissie, indien die verwerking en uitwisseling noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de taken van de verwerkende autoriteit of de ontvangende autoriteit uit hoofde van deze verordening, met name wanneer zij gevallen vaststellen van een schending of omzeiling, of van pogingen tot schending of omzeiling, van de in deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen.

Artikel 9

1.   Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in artikel 2 opgenomen maatregelen worden omzeild.

2.   In de lijst van bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen:

a)

melden binnen zes weken na de datum van opname op de lijst in bijlage I tegoeden of economische middelen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, en toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar deze tegoeden of economische middelen zich bevinden, en

b)

werken met de bevoegde autoriteit samen bij de verificatie van deze informatie.

3.   Niet-naleving van lid 2 wordt beschouwd als deelname, als bedoeld in lid 1, aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 bedoelde maatregelen worden omzeild.

4.   De betrokken lidstaat verstrekt de overeenkomstig lid 2, punt a), ontvangen informatie binnen twee weken aan de Commissie.

5.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

6.   De verwerking van persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig deze verordening, Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad en slechts voor zover dit nodig is voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 10

1.   Bevriezing van tegoeden en economische middelen of weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, indien die maatregel plaatsvindt in goed vertrouwen en in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van bestuurders of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen uit nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Het optreden van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geeft geen aanleiding tot aansprakelijkheid van die natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou vormen op de maatregelen waarin deze verordening voorziet.

Artikel 11

1.   Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van deze verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot compensatie of een garantievordering, meer bepaald een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm daarvan, worden niet toegewezen indien die vorderingen worden ingesteld door:

a)

op de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de in punt a) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.   In procedures waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, geleverd door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het eisende lichaam.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van verbintenissen uit overeenkomsten overeenkomstig de onderhavige verordening.

Artikel 12

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a)

tegoeden die zijn bevroren overeenkomstig artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend overeenkomstig de afwijkingen waarin deze verordening voorziet;

b)

inbreuken, handhavingsproblemen en vonnissen van nationale rechters.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

Artikel 13

1.   Indien de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit en van de motivering voor opname in de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad de in lid 1 bedoelde besluiten en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.

4.   De lijst in bijlage I wordt regelmatig, en ten minste om de twaalf maanden, geëvalueerd.

5.   De Commissie is bevoegd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 14

1.   In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.   In bijlage I wordt de informatie opgenomen, indien deze beschikbaar is, die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen en aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging.

Artikel 15

1.   De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties, die van toepassing zijn op overtredingen van de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten voorzien tevens in passende maatregelen voor de confiscatie van de opbrengsten van dergelijke inbreuken.

2.   De lidstaten stellen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 16

1.   De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Deze taken omvatten het volgende:

a)

wat betreft de Raad, het opstellen en wijzigen van bijlage I;

b)

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het opstellen van wijzigingen van bijlage I;

c)

wat betreft de Commissie:

i)

het toevoegen van de inhoud van bijlage I aan de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de Unie van toepassing zijn, en aan de interactieve sanctiekaart, die beide openbaar worden gemaakt;

ii)

het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door de bevoegde autoriteiten verleende toestemmingen.

2.   De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, doch uitsluitend voor zover dergelijke verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage I.

3.   Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger aangewezen als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 opdat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van die verordening kunnen uitoefenen

Artikel 17

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren die op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van de in bijlage II vermelde websites.

2.   De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

3.   Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie in kennis te stellen of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 18

Overeenkomstig deze verordening door de Commissie verstrekte of ontvangen informatie mag door de Commissie uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 19

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle uit hoofde van het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 20

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 januari 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

H. LAHBIB


(1)   PB L, 2024/254, 15.1.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/254/oj.

(2)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(4)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(6)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

(7)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).


BIJLAGE I

LIJST VAN NATUURLIJKE PERSONEN, RECHTSPERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2

[…]


BIJLAGE II

WEBSITES VOOR INFORMATIE OVER DE BEVOEGDE AUTORITEITEN EN ADRES VOOR KENNISGEVINGEN AAN DE COMMISSIE

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/nl/beleid/beleidsthemas/vrede-en-veiligheid/sancties

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

TSJECHIË

https://fau.gov.cz/en/international-sanctions

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

ESTLAND

https://vm.ee/sanktsioonid-ekspordi-ja-relvastuskontroll/rahvusvahelised-sanktsioonid

IERLAND

https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

ITALIË

https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

CΥΡRUS

https://mfa.gov.cy/themes/

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

MALTA

https://smb.gov.mt/

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

PORTUGAL

https://portaldiplomatico.mne.gov.pt/politica-externa/medidas-restritivas

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

https://um.fi/pakotteet

ZWEDEN

https://www.regeringen.se/sanktioner

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

Joseph II-straat 54

1049 Brussel,

België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/287/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top