This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2003/251/04
Case C-281/03: Reference for a preliminary ruling by the College van Beroep voor het bedrijfsleven by judgment of that Court of 26 June 2003 in the proceedings between 1. Cindu Chemicals B.V., 2. Rütgers VFT AG, 3. Touwen & Co B.V., 4. Pearl Paint Holland B.V., 5. Elf Atochem Nederland B.V., 6. Zijlstra & Co. Verf B.V. and 7. B.V. Chemische Producten Struyk & Co. and College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen
Case C-281/03: Reference for a preliminary ruling by the College van Beroep voor het bedrijfsleven by judgment of that Court of 26 June 2003 in the proceedings between 1. Cindu Chemicals B.V., 2. Rütgers VFT AG, 3. Touwen & Co B.V., 4. Pearl Paint Holland B.V., 5. Elf Atochem Nederland B.V., 6. Zijlstra & Co. Verf B.V. and 7. B.V. Chemische Producten Struyk & Co. and College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen
Case C-281/03: Reference for a preliminary ruling by the College van Beroep voor het bedrijfsleven by judgment of that Court of 26 June 2003 in the proceedings between 1. Cindu Chemicals B.V., 2. Rütgers VFT AG, 3. Touwen & Co B.V., 4. Pearl Paint Holland B.V., 5. Elf Atochem Nederland B.V., 6. Zijlstra & Co. Verf B.V. and 7. B.V. Chemische Producten Struyk & Co. and College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen
OL C 251, 2003 10 18, p. 2–2
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)