Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 61986CJ0197
Az ítélet összefoglalása
Az ítélet összefoglalása
++++
1 . VRIJ VERKEER VAN PERSONEN - WERKNEMERS - GELIJKE BEHANDELING - ONDERWIJS OP VAKSCHOLEN - BEGRIP - UNIVERSITAIR ONDERWIJS - DAARVAN UITGESLOTEN
( EEG-VERDRAG, ARTIKEL 128; VERORDENING NR . 1612/68 VAN DE RAAD, ARTIKEL 7, LID 3 )
2 . EEG-VERDRAG - MATERIELE WERKINGSSFEER - STEUN TER ZAKE VAN LEVENSONDERHOUD EN OPLEIDING, TOEGEKEND AAN STUDENTEN - NIET-TOEPASSELIJKHEID VAN DE VERDRAGSBEPALINGEN - GRENZEN - KOSTEN VAN TOEGANG TOT ONDERWIJS
( EEG-VERDRAG, ARTIKELEN 7 EN 128 )
3 . VRIJ VERKEER VAN PERSONEN - WERKNEMER - BEGRIP - ARBEIDSVERHOUDING VAN BEPERKTE DUUR MET DE BEDOELING EEN UNIVERSITAIRE STUDIE OP HETZELFDE BEROEPSGEBIED AAN TE VANGEN - DAARONDER BEGREPEN - SOCIALE VOORDELEN - TOEKENNING AFHANKELIJK GESTELD VAN VOORWAARDE BETREFFENDE DUUR VAN BEROEPSWERKZAAMHEID - ONTOELAATBAARHEID
( EEG-VERDRAG, ARTIKEL 48; VERORDENING NR . 1612/68 VAN DE RAAD, ARTIKEL 7, LID 2 )
4 . VRIJ VERKEER VAN PERSONEN - WERKNEMERS - GELIJKE BEHANDELING - SOCIALE VOORDELEN - BEGRIP - STEUN TER ZAKE VAN LEVENSONDERHOUD EN OPLEIDING, TOEGEKEND MET OOG OP UNIVERSITAIRE STUDIE DIE WORDT AFGESLOTEN MET BEROEPSDIPLOMA - DAARONDER BEGREPEN - GRENZEN
( VERORDENING NR . 1612/68 VAN DE RAAD, ARTIKEL 7, LID 2 )
5 . VRIJ VERKEER VAN PERSONEN - WERKNEMERS - RECHT VAN KIND VAN WERKNEMER OP TOEGANG TOT ONDERWIJS, VERSTREKT DOOR ONTVANGENDE STAAT - KIND DAT IS GEBOREN NADAT ZIJN OUDERS HADDEN OPGEHOUDEN IN ONTVANGENDE STAAT TE WONEN - DAARVAN UITGESLOTEN
( VERORDENING NR . 1612/68 VAN DE RAAD, ARTIKEL 12 )
1 . EEN UNIVERSITAIRE STUDIE DIE OPLEIDT VOOR EEN SPECIFIEK BEROEP, VAK OF BETREKKING OF DIE EEN BIJZONDERE BEKWAAMHEID VERLEENT OM EEN DERGELIJK BEROEP, VAK OF BETREKKING UIT TE OEFENEN, VALT ONDER HET BEGRIP BEROEPSOPLEIDING . UNIVERSITEITEN ZIJN ECHTER NIET TE BESCHOUWEN ALS "VAKSCHOLEN" IN DE ZIN VAN ARTIKEL 7, LID 3, VAN VERORDENING NR . 1612/68 BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN WERKNEMERS BINNEN DE GEMEENSCHAP . HET BEGRIP VAKSCHOOL IN DE ZIN VAN DEZE BEPALING OMVAT NAMELIJK NIET IEDERE ONDERWIJSINSTELLING WAAR EEN BEPAALDE BEROEPSOPLEIDING WORDT GEGEVEN . HET SLAAT UITSLUITEND OP INSTELLINGEN WAAR SLECHTS ONDERWIJS WORDT GEGEVEN DAT TUSSEN PERIODES VAN TEWERKSTELLING WORDT GEVOLGD OF OP EEN ANDERE WIJZE NAUW MET DE TEWERKSTELLING IS VERBONDEN, INZONDERHEID TIJDENS DE LEERTIJD . DAT IS NIET HET GEVAL MET UNIVERSITEITEN .
2 . HOEWEL DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT HET BEROEPSONDERWIJS, MET INBEGRIP VAN DE UNIVERSITAIRE STUDIE IN HET ALGEMEEN, VALLEN BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN HET EEG-VERDRAG IN DE ZIN VAN ARTIKEL 7, VALT EEN STEUN DIE EEN LID-STAAT AAN ZIJN ONDERDANEN VERLEENT DIE EEN DERGELIJKE STUDIE AANVANGEN, BIJ DE HUIDIGE STAND VAN DE ONTWIKKELING VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT SLECHTS DAARBINNEN, WANNEER HIJ WORDT VERLEEND TER DEKKING VAN DE INSCHRIJVINGSKOSTEN OF ANDERE KOSTEN, MET NAME SCHOOLGELDEN, DIE VOOR DE TOEGANG TOT HET ONDERWIJS WORDEN VERLANGD .
3 . HET BEGRIP WERKNEMER IN DE ZIN VAN ARTIKEL 48 EEG-VERDRAG EN VERORDENING NR . 1612/68 HEEFT EEN COMMUNAUTAIRE BETEKENIS . ALS WERKNEMER MOETEN WORDEN BESCHOUWD DEGENEN DIE REELE EN DAADWERKELIJKE ARBEID IN LOONDIENST VERRICHTEN, DIE NIET VAN ZO GERINGE OMVANG IS DAT HIJ LOUTER MARGINAAL EN BIJKOMSTIG BLIJKT . HET HOOFDKENMERK VAN DE ARBEIDSVERHOUDING IS, DAT IEMAND GEDURENDE EEN BEPAALDE TIJD VOOR EEN ANDER EN ONDER DIENS GEZAG PRESTATIES LEVERT EN ALS TEGENPRESTATIE EEN BELONING ONTVANGT . HET GEMEENSCHAPSRECHT STELT GEEN BIJKOMENDE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN DE HOEDANIGHEID VAN WERKNEMER EN DE LID-STATEN MOGEN DE TOEKENNING VAN DE IN ARTIKEL 7, LID 2, VAN GENOEMDE VERORDENING VOORZIENE SOCIALE VOORDELEN NIET EENZIJDIG AFHANKELIJK STELLEN VAN DE VERVULLING VAN EEN BEPAALD TIJDVAK VAN BEROEPSWERKZAAMHEID .
DE ONDERDAAN VAN EEN LID-STAAT, DIE IN EEN ANDERE LID-STAAT EEN ARBEIDSVERHOUDING VOOR EEN PERIODE VAN ACHT MAANDEN AANGAAT MET DE BEDOELING DAAR VERVOLGENS EEN UNIVERSITAIRE STUDIE OP HETZELFDE BEROEPSGEBIED AAN TE VANGEN, EN DIE DOOR ZIJN WERKGEVER NIET IN DIENST ZOU ZIJN GENOMEN INDIEN HIJ NIET REEDS TOT DE UNIVERSITEIT WAS TOEGELATEN, IS ALS WERKNEMER IN DE ZIN VAN ARTIKEL 7, LID 2, VAN VERORDENING NR . 1612/68 TE BESCHOUWEN .
4 . STEUN TER ZAKE VAN LEVENSONDERHOUD EN OPLEIDING, DIE WORDT TOEGEKEND MET HET OOG OP EEN UNIVERSITAIRE STUDIE DIE WORDT AFGESLOTEN MET EEN BEROEPSDIPLOMA, IS EEN SOCIAAL VOORDEEL IN DE ZIN VAN ARTIKEL 7, LID 2, VAN VERORDENING NR . 1612/68 WAAROP OOK DE ONDERDAAN VAN EEN ANDERE LID-STAAT, DIE, NA IN DE ONTVANGENDE LID-STAAT BEROEPSWERKZAAMHEDEN TE HEBBEN VERRICHT, DAAR EEN UNIVERSITAIRE STUDIE HEEFT AANGEVANGEN DIE VERBAND HOUDT MET DE EERDER VERRICHTE WERKZAAMHEID, AANSPRAAK KAN MAKEN .
DAARUIT KAN ECHTER NIET WORDEN AFGELEID, DAT DE ONDERDAAN VAN EEN LID-STAAT OP GROND VAN ZIJN HOEDANIGHEID VAN WERKNEMER IN EEN ANDERE LID-STAAT AANSPRAAK KAN MAKEN OP EEN OPLEIDINGSTOELAGE, WANNEER VASTSTAAT DAT HIJ DIE HOEDANIGHEID ALLEEN HEEFT VERKREGEN VANWEGE HET FEIT DAT HIJ TOT DE UNIVERSITEIT WAS TOEGELATEN OM ER DE BETROKKEN STUDIE TE GAAN VOLGEN . IN DAT GEVAL IS DE ARBEIDSVERHOUDING, DE ENIGE GRONDSLAG VOOR DE RECHTEN BEDOELD IN VERORDENING NR . 1612/68, SLECHTS ONDERGESCHIKT AAN DE MET DE TOELAGE TE FINANCIEREN STUDIE .
5 . ARTIKEL 12 VAN VERORDENING NR . 1612/68 MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD, DAT HET SLECHTS HET RECHT OP TOEGANG TOT HET ONDERWIJS TOEKENT AAN EEN KIND DAT MET ZIJN OUDERS OF MET EEN VAN HEN IN EEN STAAT HEEFT GEWOOND TERWIJL TEN MINSTE EEN VAN ZIJN OUDERS DAAR WOONDE IN DE HOEDANIGHEID VAN WERKNEMER . HET KAN DUS GEEN RECHTEN SCHEPPEN VOOR HET KIND VAN EEN WERKNEMER DAT IS GEBOREN NADAT DE WERKNEMER HAD OPGEHOUDEN IN DE ONTVANGENDE STAAT TE WERKEN EN TE WONEN .