This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015R0062R(03)
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/62 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de hefboomratio (PB L 11 van 17.1.2015)
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/62 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de hefboomratio (PB L 11 van 17.1.2015)
C/2017/6800
JO L 264 du 13.10.2017, p. 29–29
(NL)
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2015/62/corrigendum/2017-10-13/oj
13.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 264/29 |
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/62 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de hefboomratio
( Publicatieblad van de Europese Unie L 11 van 17 januari 2015 )
Bladzijde 38, artikel 1, punt 1, in de wijzigingen van Verordening (EU) nr. 575/2013, artikel 429, lid 4, inleidende zin:
in plaats van:
„De maatstaf voor de totale risicoblootstelling is de som van:”,
lezen:
„De maatstaf voor de totale risicoblootstelling is de som van de blootstellingswaarden van:”.
Bladzijde 40, artikel 1, punt 2, in de wijzigingen van Verordening (EU) nr. 575/2013, artikel 429 bis, lid 1, eerste en tweede alinea:
in plaats van:
„De instellingen bepalen de blootstellingswaarde van in bijlage II vermelde contracten en van kredietderivaten, waaronder die buiten de balanstelling, overeenkomstig de in artikel 274 beschreven benadering. De instellingen passen artikel 299, lid 2, onder a), toe bij het bepalen van de potentiële blootstelling aan toekomstig kredietrisico.
Bij het bepalen van de potentiële blootstelling aan toekomstig kredietrisico passen de instellingen de in artikel 299, lid 2, onder a), vastgelegde beginselen niet alleen toe op de aan de handelsportefeuille toegewezen kredietderivaten, maar op al hun kredietderivaten.”,
lezen:
„De instellingen bepalen de blootstellingswaarde van in bijlage II vermelde contracten en van kredietderivaten, waaronder die buiten de balanstelling, overeenkomstig de in artikel 274 beschreven benadering. De instellingen passen artikel 299, lid 2, onder a), toe bij het bepalen van de potentiële blootstelling aan toekomstig kredietrisico voor kredietderivaten.
Bij het bepalen van de potentiële blootstelling aan toekomstig kredietrisico van kredietderivaten passen de instellingen de in artikel 299, lid 2, onder a), vastgelegde beginselen niet alleen toe op de aan de handelsportefeuille toegewezen kredietderivaten, maar op al hun kredietderivaten.”.