This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02018R0644-20180502
Consolidated text: Verordening (EU) 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
In force
)
02018R0644 — NL — 02.05.2018 — 000.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2018/644 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten (PB L 112 van 2.5.2018, blz. 19) |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2018/644 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 18 april 2018
betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp en doelstellingen
Deze verordening voorziet, in aanvulling op de bij Richtlijn 97/67/EG vastgestelde bepalingen, in specifieke bepalingen ter bevordering van betere grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten met betrekking tot:
a) regelgevend toezicht in verband met pakketbezorgdiensten;
b) transparantie van tarieven en beoordeling van tarieven voor bepaalde grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten, teneinde vast te stellen welke tarieven onredelijk hoog zijn;
c) door handelaren aan consumenten beschikbaar gestelde informatie over grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening zijn de definities van artikel 2 van Richtlijn 97/67/EG en artikel 2, punten 1, 2 en 5, van Richtlijn 2011/83/EU van toepassing. Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing:
1. |
„pakket” : een postzending die goederen met of zonder handelswaarde bevat, anders dan brievenpost, met een gewicht van ten hoogste 31,5 kg; |
2. |
„pakketbezorgdiensten” : diensten die bestaan in de ophaling, de sortering, het vervoer en de distributie van pakketten; |
3. |
„aanbieder van pakketbezorgdiensten” : een onderneming die een of meer pakketbezorgdiensten aanbiedt, met uitzondering van ondernemingen die in slechts één lidstaat gevestigd zijn, die uitsluitend binnenlandse pakketbezorgdiensten aanbieden in het kader van een verkoopovereenkomst en die in het kader van die overeenkomst eronder vallende goederen zelf aan de gebruiker bezorgen; |
4. |
„onderaannemer” : een onderneming die ten behoeve van de aanbieder van pakketbezorgdiensten pakketten ophaalt, sorteert, vervoert of distribueert. |
Artikel 3
Mate van harmonisatie
De in deze verordening opgenomen vereisten zijn minimumvereisten en beletten niet dat een lidstaat aanvullende noodzakelijke en evenredige maatregelen handhaaft of invoert om betere grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten te bewerkstelligen, voor zover die maatregelen in overeenstemming zijn met het Unierecht.
HOOFDSTUK II
REGELGEVEND TOEZICHT
Artikel 4
Informatieverstrekking
1. Alle aanbieders van pakketbezorgdiensten dienen bij de nationale regelgevende instantie van hun lidstaat van vestiging de volgende informatie in, tenzij de nationale regelgevende instantie deze informatie reeds heeft gevraagd en ontvangen:
a) hun naam, hun rechtspositie en rechtsvorm, hun inschrijvingsnummer in een handelsregister of soortgelijk register, hun btw-identificatienummer, het adres waar zij gevestigd zijn en de contactgegevens van een contactpersoon;
b) de kenmerken en waar mogelijk een gedetailleerde omschrijving van de pakketbezorgdiensten die zij aanbieden;
c) hun algemene voorwaarden voor pakketbezorgdiensten, met inbegrip van nadere gegevens over klachtenprocedures voor gebruikers en mogelijke aansprakelijkheidsbeperkingen.
2. Aanbieders van pakketbezorgdiensten stellen de nationale regelgevende instantie binnen dertig dagen in kennis van elke wijziging van de in lid 1 bedoelde informatie.
3. Uiterlijk op 30 juni van elk kalenderjaar dienen alle aanbieders van pakketbezorgdiensten bij de nationale regelgevende instantie van hun lidstaat van vestiging de volgende informatie in, tenzij de nationale regelgevende instantie deze informatie reeds heeft gevraagd en ontvangen:
a) de jaarlijkse omzet van de pakketbezorgdiensten in het voorgaande kalenderjaar in de lidstaat waar zij gevestigd zijn, uitgesplitst in binnenlandse pakketbezorgdiensten en inkomende en uitgaande grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten;
b) het aantal personen dat in het voorgaande kalenderjaar voor hen werkzaam was en in de lidstaat van vestiging bij het verlenen van pakketbezorgdiensten was betrokken, met inbegrip van uitsplitsingen naar arbeidsstatus, en met name naar het aantal personen dat voltijds, deeltijds, als tijdelijke werknemer of als zelfstandige werkzaam is;
c) het aantal pakketten dat in het voorgaande kalenderjaar in hun lidstaat van vestiging werd afgehandeld, uitgesplitst in binnenlandse pakketten en inkomende en uitgaande grensoverschrijdende pakketten;
d) de namen van hun onderaannemers, samen met alle informatie waarover zij beschikken betreffende de kenmerken van de door die onderaannemers verrichte pakketbezorgdiensten;
e) indien beschikbaar, alle openbaar toegankelijke prijslijsten voor pakketbezorgdiensten die op 1 januari van elk kalenderjaar van kracht zijn.
4. Uiterlijk op 23 september 2018 stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling een formulier vast voor de indiening van de in de leden 1 en 3 van dit artikel bedoelde informatie. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 12 bedoelde onderzoeksprocedure.
5. De nationale regelgevende instanties kunnen informatievereisten opleggen naast die welke in de leden 1 en 3 zijn bedoeld, op voorwaarde dat deze noodzakelijk en evenredig zijn.
6. De leden 1 tot en met 5 zijn niet van toepassing op aanbieders van pakketbezorgdiensten waarbij in het voorgaande kalenderjaar gemiddeld minder dan vijftig personen werkzaam waren die betrokken waren bij het verlenen van pakketbezorgdiensten in de lidstaat waar de aanbieder is gevestigd, tenzij die aanbieder in meer dan één lidstaat is gevestigd. Een nationale regelgevende instantie kan in de drempel van vijftig personen de personen meerekenen die werkzaam zijn voor de onderaannemers van de aanbieder van pakketbezorgdiensten.
7. Niettegenstaande lid 6 kan een nationale regelgevende instantie verzoeken dat de op grond van de leden 1 tot en met 5 te verstrekken informatie wordt ingediend door aanbieders van pakketbezorgdiensten die in het voorgaande kalenderjaar gemiddeld tussen 25 en 49 personen in dienst hadden, indien de specifieke kenmerken van de betrokken lidstaat zulks vereisen en mits dit noodzakelijk en evenredig is om toe te zien op de naleving van deze verordening.
Artikel 5
Transparantie van grensoverschrijdende tarieven
1. Alle andere aanbieders van grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten dan die welke krachtens artikel 4, leden 6 en 7, zijn uitgesloten, dienen elk kalenderjaar bij de nationale regelgevende instantie van de lidstaat van vestiging de openbare tarievenlijst in die op 1 januari van toepassing is voor de bezorging van enkelstukspostzendingen, anders dan brievenpost, die behoren tot de in de bijlage opgesomde categorieën. Die informatie wordt uiterlijk op 31 januari van elk kalenderjaar ingediend.
2. De nationale regelgevende instanties dienen de overeenkomstig lid 1 verkregen openbare tarievenlijst onverwijld en uiterlijk op 28 februari van elk kalenderjaar in bij de Commissie. De Commissie publiceert de openbare tarievenlijsten uiterlijk op 31 maart van elk kalenderjaar op een speciale website en zorgt ervoor dat de speciale website neutraal en niet-commercieel van aard is.
Artikel 6
Beoordeling van grensoverschrijdende enkelstukstarieven
1. Op basis van de overeenkomstig artikel 5 verkregen openbare tarievenlijsten stelt de nationale regelgevende instantie voor elk van de in de bijlage vermelde enkelstukspostzendingen vast welke aan een universeledienstverplichting onderworpen grensoverschrijdende tarieven van de uit haar lidstaat afkomstige aanbieders van pakketbezorgdiensten zij in alle objectiviteit meent te moeten beoordelen.
2. De nationale regelgevende instantie beoordeelt op objectieve wijze en overeenkomstig de beginselen van artikel 12 van Richtlijn 97/67/EG de op grond van lid 1 vastgestelde grensoverschrijdende tarieven, teneinde vast te stellen welke grensoverschrijdende tarieven zij onredelijk hoog acht. Bij die beoordeling houdt de nationale regelgevende instantie met name rekening met de volgende elementen:
a) de binnenlandse en alle andere relevante tarieven van de vergelijkbare pakketbezorgdiensten in de lidstaat van oorsprong en in de lidstaat van bestemming;
b) de eventuele toepassing van een uniform tarief ten aanzien van twee of meer lidstaten;
c) bilaterale volumes, specifieke vervoers- of afhandelingskosten, andere relevante kosten en dienstkwaliteitsnormen;
d) de waarschijnlijke gevolgen van de geldende grensoverschrijdende tarieven voor particuliere gebruikers en kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van die in afgelegen of dunbevolkte gebieden, en voor particuliere gebruikers met een handicap of beperkte mobiliteit, waar mogelijk zonder onevenredige lasten op te leggen.
3. In aanvulling op de elementen in lid 2, kan de nationale regelgevende instantie, wanneer zij dit noodzakelijk acht, in het bijzonder ook rekening houden met de volgende elementen:
a) het feit dat de tarieven op grond van nationale wetgeving aan een specifieke prijsregulering onderworpen zijn;
b) overeenkomstig het toepasselijke recht vastgestelde gevallen van misbruik van een dominante marktpositie.
4. De Commissie stelt richtsnoeren op betreffende de methodiek voor de toepassing van de in leden 2 en 3 vermelde elementen.
5. Met het oog op de toepassing van de in lid 2 bedoelde beoordeling verzoekt de nationale regelgevende instantie, wanneer zij dit noodzakelijk acht, om nader relevant bewijsmateriaal dat nodig is voor de beoordeling van die tarieven.
6. Het in lid 5 bedoelde bewijsmateriaal wordt verstrekt aan de nationale regelgevende instantie binnen één maand na ontvangst van het verzoek, samen met een eventuele rechtvaardiging van de te beoordelen tarieven.
7. Uiterlijk op 30 juni van het betreffende kalenderjaar dient de nationale regelgevende instantie haar beoordeling in bij de Commissie. Daarnaast verstrekt de nationale regelgevende instantie een niet-vertrouwelijke versie van haar beoordeling aan de Commissie.
8. De door de nationale regelgevende instanties verstrekte niet-vertrouwelijke versie van de beoordeling wordt door de Commissie onverwijld en in elk geval binnen één maand na ontvangst bekendgemaakt.
Artikel 7
Informatie aan consumenten
Met betrekking tot onder Richtlijn 2011/83/EU vallende overeenkomsten verschaffen alle handelaren die verkoopovereenkomsten met consumenten sluiten welke verzending van grensoverschrijdende pakketten omvatten waar mogelijk en toepasselijk in de precontractuele fase informatie over grensoverschrijdende bezorgopties in verband met de specifieke verkoopovereenkomst en over door de consument te betalen kosten voor grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten alsook, indien van toepassing, over hun klachtenafhandelingsbeleid.
HOOFDSTUK III
SLOTBEPALINGEN
Artikel 8
Sancties
1. De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden uitgevoerd. De sancties waarin wordt voorzien, zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
2. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 23 november 2019 in kennis van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde nationaalrechtelijke bepalingen, en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen daarvan.
Artikel 9
Vertrouwelijkheid
Voor alle vertrouwelijke bedrijfsinformatie die overeenkomstig deze verordening aan de nationale regelgevende instanties of aan de Commissie wordt verstrekt, gelden strikte vertrouwelijkheidsvereisten volgens de toepasselijke bepalingen van het Unierecht en het nationale recht.
Artikel 10
Toepassing
Tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald, doet deze verordening geen afbreuk aan het Unierecht en het nationale recht, aan passende vergunningsprocedures die van toepassing zijn op aanbieders van pakketbezorgdiensten, sociale en arbeidsrechtelijke voorschriften en vereisten inzake informatieverstrekking aan de nationale regelgevende instanties.
Artikel 11
Herziening
Uiterlijk op 23 mei 2020, en vervolgens om de drie jaar, dient de Commissie bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité een beoordelingsverslag in over de toepassing en uitvoering van deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot herziening ervan. Voorafgaand aan de totstandkoming van dat verslag worden alle relevante belanghebbenden erbij betrokken en erover geïnformeerd.
De Commissie beoordeelt ten minste het volgende:
a) de bijdrage van deze verordening aan de verbetering van de grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten, waaronder de betaalbaarheid voor kleine en middelgrote ondernemingen en particulieren, met name die in afgelegen of dunbevolkte gebieden, en of de transparantie van grensoverschrijdende tarieven is verbeterd;
b) het effect van deze verordening op de hoeveelheden van grensoverschrijdende pakketbezorgingen en elektronische handel, met inbegrip van gegevens over bezorgtarieven;
c) de mate waarin de nationale regelgevende instanties moeilijkheden hebben ondervonden bij de toepassing van deze verordening, met inbegrip van een kwantitatieve analyse van de administratieve gevolgen;
d) de geboekte vooruitgang met betrekking tot andere initiatieven voor de voltooiing van de eengemaakte markt voor pakketbezorgdiensten, en met name de vooruitgang op het gebied van consumentenbescherming en ontwikkeling van normen.
Artikel 12
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 21 van Richtlijn 97/67/EG ingestelde postrichtlijncomité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 13
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 22 mei 2018, met uitzondering van artikel 8, dat van toepassing is met ingang van 23 november 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
Enkelstukspostzendingen waarvoor de tarieven van de aanbieders van pakketbezorgdiensten onderworpen zijn aan de prijstransparantiemaatregelen en aan de beoordeling bedoeld in de artikelen 5 en 6:
a) standaardbrief van 500 g (binnenlands en binnen de Unie);
b) standaardbrief van 1 kg (binnenlands en binnen de Unie);
c) standaardbrief van 2 kg (binnenlands en binnen de Unie);
d) aangetekende brief van 500 g (binnenlands en binnen de Unie);
e) aangetekende brief van 1 kg (binnenlands en binnen de Unie);
f) aangetekende brief van 2 kg (binnenlands en binnen de Unie);
g) brief van 500 g met mogelijkheid om de brief te volgen (binnenlands en binnen de Unie);
h) brief van 1 kg met mogelijkheid om de brief te volgen (binnenlands en binnen de Unie);
i) brief van 2 kg met mogelijkheid om de brief te volgen (binnenlands en binnen de Unie);
j) standaardpakket van 1 kg (binnenlands en binnen de Unie);
k) standaardpakket van 2 kg (binnenlands en binnen de Unie);
l) standaardpakket van 5 kg (binnenlands en binnen de Unie);
m) pakket van 1 kg met mogelijkheid om het pakket te volgen (binnenlands en binnen de Unie);
n) pakket van 2 kg met mogelijkheid om het pakket te volgen (binnenlands en binnen de Unie);
o) pakket van 5 kg met mogelijkheid om het pakket te volgen (binnenlands en binnen de Unie).
De postzendingen onder a) tot en met o) moeten aan de volgende criteria voldoen:
a) de afmetingen van de postzendingen onder a) tot en met i) (brievenpost) moeten aan de volgende regel voldoen:
de som van lengte, breedte en dikte bedraagt maximaal: 900 mm, waarbij de grootste afmeting niet meer dan 600 mm bedraagt en de kleinste afmeting meer dan 20 mm bedraagt;
b) de pakketten onder j) tot en met o) zijn niet kleiner dan de voor de zendingen onder a) tot en met i) voorgeschreven afmetingen.
Elementen die in aanmerking moeten worden genomen bij het verstrekken van de informatie over de tarieven voor de zendingen onder a) tot en met o):
(*) De tarieven voor de postzendingen betreffen de tarieven voor enkelstukspostzendingen en omvatten geen speciale kortingen op basis van volume of andere speciale behandelingen.
(**) De hoogte van de tarieven moet exclusief btw bij de nationale regelgevende instanties worden gemeld.
(***) Aanbieders die meer dan één postzending aanbieden die aan de bovenstaande criteria voldoet, moeten het laagste tarief vermelden.
(****) De bovenstaande tarieven moeten gelden voor postzendingen die aan huis of bij andere ruimten van de geadresseerde in de lidstaat van bestemming worden bezorgd, of bij andere ruimten op verzoek van de geadresseerde, voor zover het tarief die optie omvat zonder aanvullende kosten.