?

Official Journal of the European Union | EN | L seriesPublicatieblad van de Europese Unie | NL | L-serie
2024/2987 | 4.12.20242024/2987 | 4.12.2024
REGULATION (EU) 2024/2987 OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCILVERORDENING (EU) 2024/2987 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
of 27 November 2024van 27 november 2024
amending Regulations (EU) No 648/2012, (EU) No 575/2013 and (EU) 2017/1131 as regards measures to mitigate excessive exposures to third-country central counterparties and improve the efficiency of Union clearing marketstot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 575/2013 en (EU) 2017/1131 voor wat betreft maatregelen ter beperking van buitensporige blootstellingen aan centrale tegenpartijen uit derde landen en ter verbetering van de efficiëntie van de clearingmarkten in de Unie
(Text with EEA relevance)(Voor de EER relevante tekst)
THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL OF THE EUROPEAN UNION,HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Having regard to the Treaty on the Functioning of the European Union, and in particular Article 114 thereof,Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Having regard to the proposal from the European Commission,Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
After transmission of the draft legislative act to the national parliaments,Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Having regard to the opinion of the European Central Bank (1),Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Having regard to the opinion of the European Economic and Social Committee (2),Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Acting in accordance with the ordinary legislative procedure (3),Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Whereas:Overwegende hetgeen volgt:
(1) | Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council (4) contributes to the reduction of systemic risk by increasing the transparency of the over-the-counter (OTC) derivatives market and by reducing the counterparty credit and operational risks associated with OTC derivatives.(1) | Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4) draagt bij tot de vermindering van het systeemrisico door de transparantie van de markt voor over-the-counter-derivaten (otc-derivaten) te vergroten en door de met otc-derivaten samenhangende tegenpartijkredietrisico’s en operationele risico’s te verminderen.
(2) | Post-trade infrastructures are a fundamental aspect of the capital markets union and are responsible for a range of post-trade processes, including clearing. An efficient and competitive clearing system in the Union is essential for the functioning of Union capital markets and is a cornerstone of the financial stability of the Union. It is therefore necessary to lay down further rules to improve the efficiency of clearing services in the Union in general, and of central counterparties (CCPs) in particular, by streamlining procedures, especially for the provision of additional services or activities and for changing CCPs’ risk models, by increasing liquidity, by encouraging clearing at Union CCPs, by modernising the framework under which CCPs operate, and by providing the necessary flexibility to CCPs and other financial actors to compete within the internal market.(2) | Posttransactionele infrastructuren vormen een fundamenteel aspect van de kapitaalmarktenunie en zijn verantwoordelijk voor een reeks posttransactionele processen, waaronder clearing. Een efficiënt en concurrerend clearingstelsel in de Unie is van essentieel belang voor de werking van de kapitaalmarkten in de Unie en vormt een hoeksteen van de financiële stabiliteit van de Unie. Het is derhalve noodzakelijk nadere regels vast te stellen om de efficiëntie van clearingdiensten in de Unie in het algemeen, en van centrale tegenpartijen (CTP’s) in het bijzonder, te verbeteren door de procedures te stroomlijnen, met name voor het aanbieden van aanvullende diensten of activiteiten en voor het wijzigen van de risicomodellen van CTP’s, door de liquiditeit te vergroten, clearing bij CTP’s uit de Unie aan te moedigen, het kader waarbinnen CTP’s opereren te moderniseren, en CTP’s en andere financiële actoren de nodige flexibiliteit te bieden om binnen de interne markt te concurreren.
(3) | Union market participants need to have more options as regards access to safe and efficient clearing services. To attract business, CCPs must be safe and resilient. Regulation (EU) No 648/2012 lays down measures to increase the transparency of derivatives markets and mitigate risks through clearing and the exchange of margin. In that respect, CCPs play an important role in mitigating financial risks. Rules should therefore be laid down to further enhance the stability of Union CCPs, notably by amending certain aspects of the regulatory framework. In addition, and in recognition of Union CCPs’ role in preserving the financial stability of the Union, it is necessary to strengthen further the supervision of Union CCPs, with particular attention to their role within the broader financial system and the fact that they provide cross-border services.(3) | Marktdeelnemers in de Unie moeten meer opties hebben om toegang te krijgen tot veilige en efficiënte clearingdiensten. Om economische activiteit aan te trekken, moeten CTP’s veilig en veerkrachtig zijn. Verordening (EU) nr. 648/2012 voorziet in maatregelen om de transparantie van de derivatenmarkten te vergroten en de risico’s te beperken door middel van clearing en de uitwisseling van margin. In dat opzicht spelen CTP’s een belangrijke rol bij het beperken van financiële risico’s. Daarom moeten er regels worden vastgesteld om de stabiliteit van de CTP’s uit de Unie verder te vergroten, met name door wijziging van bepaalde aspecten van het regelgevingskader. Daarnaast, en als erkenning van de rol van CTP’s uit de Unie bij de handhaving van de financiële stabiliteit van de Unie, is het noodzakelijk het toezicht op CTP’s uit de Unie verder te versterken, met bijzondere aandacht voor hun rol binnen het bredere financiële stelsel en het feit dat zij grensoverschrijdende diensten verlenen.
(4) | Central clearing is a global business and Union market participants are active internationally. However, since the adoption of amendments to Regulation (EU) No 648/2012 as regards the procedures and authorities involved for the authorisation of CCPs and requirements for the recognition of third-country CCPs, concerns have been expressed repeatedly, including by the European Supervisory Authority (European Securities and Markets Authority) (ESMA) established by Regulation (EU) No 1095/2010 of the European Parliament and of the Council (5), about the ongoing risks to the financial stability of the Union arising from the excessive concentration of clearing in some third-country CCPs, in particular due to the potential risks that can arise in stressed market conditions. In the short term, in order to mitigate the risk of cliff edge effects related to the withdrawal of the United Kingdom (UK) from the Union and the subsequent abrupt disruption of Union market participants’ access to UK CCPs, the Commission adopted a series of equivalence decisions to maintain access to UK CCPs. However, the Commission called on Union market participants to reduce, in the medium term, their excessive exposures to systemic third-country CCPs. The Commission reiterated that call in its communication of 19 January 2021 entitled ‘The European economic and financial system: fostering openness, strength and resilience’. The risks and effects of excessive exposures to systemic third-country CCPs were considered in the report published by ESMA in December 2021 following an assessment conducted pursuant to Article 25(2c) of Regulation (EU) No 648/2012. That report concluded that some services provided by systemically important UK CCPs were of such substantial systemic importance that the current arrangements under Regulation (EU) No 648/2012 were insufficient to manage the risks to the financial stability of the Union. To mitigate the potential financial stability risks to the Union due to the continued excessive reliance on systemic third-country CCPs, but also to enhance the proportionality of measures for third-country CCPs that present fewer risks to the financial stability of the Union, it is necessary to further tailor the framework introduced by Regulation (EU) 2019/2099 of the European Parliament and of the Council (6) to the risks presented by different third-country CCPs.(4) | Centrale clearing is een wereldwijde economische activiteit en marktdeelnemers uit de Unie zijn internationaal actief. Sinds de vaststelling van wijzigingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de procedures en autoriteiten voor de vergunningverlening aan CTP’s en de vereisten voor de erkenning van CTP’s uit derde landen is herhaaldelijk bezorgdheid geuit, onder meer door de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten — “ESMA”), over de aanhoudende risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie als gevolg van de buitensporige concentratie van clearing bij sommige CTP’s uit derde landen, met name vanwege de potentiële risico’s die zich in een stressscenario kunnen voordoen. Op korte termijn heeft de Commissie, ter beperking van het risico van zogenaamde cliff edge-effecten in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Unie en de daaropvolgende abrupte verstoring van de toegang van marktdeelnemers uit de Unie tot CTP’s in het VK, een reeks gelijkwaardigheidsbesluiten genomen om de toegang tot CTP’s uit het VK te handhaven. De Commissie heeft marktdeelnemers uit de Unie echter opgeroepen hun buitensporige blootstelling aan systeemrelevante CTP’s uit derde landen op middellange termijn te verminderen. De Commissie heeft deze oproep herhaald in haar mededeling van 19 januari 2021 getiteld “Het Europese economisch-financieel bestel: openheid, kracht en veerkracht stimuleren”. De risico’s en gevolgen van buitensporige blootstellingen aan systeemrelevante CTP’s uit derde landen zijn in aanmerking genomen in het verslag dat ESMA in december 2021heeft gepubliceerd na uitvoering van een beoordeling op grond van artikel 25, lid 2 quater, van Verordening (EU) nr. 648/2012. In dat verslag werd geconcludeerd dat sommige van de door systeemrelevante Britse CTP’s verrichte diensten van dusdanig substantieel systeemrelevant belang waren dat de huidige regelingen op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 ontoereikend waren om de risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie te beheren. Om de potentiële risico’s voor de financiële stabiliteit in de Unie als gevolg van de aanhoudende buitensporige afhankelijkheid van systeemrelevante CTP’s uit derde landen te beperken, maar ook om de evenredigheid te vergroten van de maatregelen voor CTP’s uit derde landen die minder risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie inhouden, is het noodzakelijk het bij Verordening (EU) 2019/2099 van het Europees Parlement en de Raad (6) ingevoerde kader verder af te stemmen op de risico’s die verschillende CTP’s uit derde landen met zich meebrengen.
(5) | Regulation (EU) No 648/2012 exempts intragroup transactions from the clearing obligation and the margin requirements. To provide more legal certainty and predictability concerning the framework for intragroup transactions, the regime for equivalence decisions in Article 13 of Regulation (EU) No 648/2012 should be replaced by a simpler framework. Article 3 of Regulation (EU) No 648/2012 should therefore be amended to replace the need for an equivalence decision with a list of third countries for which an exemption should not be granted. In addition, Article 13 of Regulation (EU) No 648/2012 should be amended to provide for equivalence decisions only in relation to Article 11 of that Regulation. Since Article 382 of Regulation (EU) No 575/2013 of the European Parliament and of the Council (7) refers to intragroup transactions within the meaning of Regulation (EU) No 648/2012, Article 382 of Regulation (EU) No 575/2013 should also be amended accordingly.(5) | Bij Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn intragroeptransacties vrijgesteld van de clearingverplichting en de marginvereisten. Om meer rechtszekerheid en voorspelbaarheid te bieden met betrekking tot het kader voor intragroeptransacties, moet de regeling voor gelijkwaardigheidsbesluiten in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden vervangen door een eenvoudiger kader. Artikel 3 van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet daarom worden gewijzigd om de noodzaak van een gelijkwaardigheidsbesluit te vervangen door een lijst van derde landen waarvoor geen vrijstelling mag worden verleend. Bovendien moet artikel 13 van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden gewijzigd om alleen met betrekking tot artikel 11 van die verordening in gelijkwaardigheidsbesluiten te voorzien. Aangezien artikel 382 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) verwijst naar intragroeptransacties in de zin van Verordening (EU) nr. 648/2012, moet artikel 382 van Verordening (EU) nr. 575/2013 dienovereenkomstig ook worden gewijzigd.
(6) | Given the fact that entities that are established in third countries that have strategic deficiencies in their national anti-money laundering and counter terrorist financing regimes (‘high-risk third countries’), as referred to in Regulation (EU) 2024/1624 of the European Parliament and of the Council (8), or in third countries listed in Annex I to the Council conclusions on the revised EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes, are subject to a less stringent regulatory environment, their operations might increase the risk, including due to increased counterparty credit risk and legal risk, to the financial stability of the Union. Consequently, such entities should not be eligible to be considered in the framework of intragroup transactions.(6) | Gelet op het feit dat entiteiten die zijn gevestigd in derde landen die strategische tekortkomingen vertonen in hun nationale regelingen ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (“derde landen met een hoog risico”), zoals bedoeld in Verordening (EU) 2024/1624 van het Europees Parlement en de Raad (8), of in derde landen die zijn opgenomen in bijlage I bij de conclusies van de Raad over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied, onderworpen zijn aan een minder strenge regelgeving, zouden hun activiteiten het risico, onder meer door een verhoogd tegenpartijkredietrisico en juridisch risico, voor de financiële stabiliteit van de Unie kunnen vergroten. Daarom moeten dergelijke entiteiten niet in aanmerking worden genomen in het kader van intragroeptransacties.
(7) | Strategic deficiencies in national regimes on anti-money laundering and counter terrorist financing or a lack of cooperation for tax purposes are not necessarily the only factors that can influence the risks, including counterparty credit risk and legal risk, associated with derivative contracts. Other factors, such as the supervisory framework, also play a role. The Commission should therefore be empowered to adopt delegated acts to identify the third countries whose entities are not permitted to benefit from intragroup exemptions despite those third countries not being identified as high-risk third countries or listed in Annex I to the Council conclusions on the revised EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes. In light of the fact that intragroup transactions benefit from reduced regulatory requirements, regulators and supervisors should carefully monitor and assess the risks associated with transactions involving entities from third countries.(7) | Strategische tekortkomingen in de nationale regelingen ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, of een gebrek aan samenwerking voor belastingdoeleinden zijn niet noodzakelijkerwijs de enige factoren die van invloed kunnen zijn op de risico’s, met inbegrip van het tegenpartijkredietrisico en het juridische risico, in verband met derivatencontracten. Ook andere factoren, zoals het toezichtskader, spelen een rol. Aan de Commissie moet dan ook de bevoegdheid worden toegekend gedelegeerde handelingen vast te stellen om de derde landen te identificeren waarvan de entiteiten niet voor intragroepvrijstellingen in aanmerking mogen komen hoewel die derde landen niet zijn aangemerkt als derde landen met een hoog risico en niet zijn opgenomen in bijlage I bij de conclusies van de Raad over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied. Aangezien voor intragroeptransacties minder strenge reguleringsvereisten gelden, moeten regelgevers en toezichthouders de risico’s die verbonden zijn aan transacties waarbij entiteiten uit derde landen betrokken zijn, zorgvuldig monitoren en beoordelen.
(8) | To ensure a level playing field between Union and third-country credit institutions offering clearing services to pension scheme arrangements, an exemption from the clearing obligation under Regulation (EU) No 648/2012 should be introduced where a Union financial counterparty that is subject to the clearing obligation or a non-financial counterparty that is subject to the clearing obligation enters into a transaction with a pension scheme arrangement established in a third country which is exempted from the clearing obligation under that third country’s national law.(8) | Om een gelijk speelveld te creëren tussen kredietinstellingen uit de Unie en uit derde landen die clearingdiensten aan pensioenregelingen aanbieden, moet een vrijstelling van de clearingverplichting op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden ingevoerd wanneer een financiële tegenpartij die aan de clearingverplichting is onderworpen of een niet-financiële tegenpartij uit de Unie die aan de clearingverplichting is onderworpen, een transactie aangaat met een pensioenregeling uit een derde land die op grond van de nationale wetgeving van dat derde land van de clearingverplichting is vrijgesteld.
(9) | Regulation (EU) No 648/2012 promotes the use of central clearing as the main risk-mitigation technique for OTC derivatives. The risks associated with an OTC derivative contract are therefore best mitigated when that OTC derivative contract is cleared by a CCP authorised or recognised under Regulation (EU) No 648/2012 (the ‘authorised or recognised CCP’). It follows that in the calculation of the position that is compared to the clearing thresholds specified pursuant to Article 10(4), point (b), of Regulation (EU) No 648/2012, only those OTC derivative contracts that are not cleared by an authorised or recognised CCP should be included in such calculation. In order to ensure that the current prudent coverage of the clearing obligation is not affected by the new methodology, it is appropriate to empower ESMA to also set an aggregate clearing threshold, if needed.(9) | Verordening (EU) nr. 648/2012 bevordert het gebruik van centrale clearing als belangrijkste techniek voor beperking van de risico’s van otc-derivaten. De aan een otc-derivatencontract verbonden risico’s worden dan ook het best beperkt wanneer dat otc-derivatencontract wordt gecleard door een CTP die beschikt over een vergunning of een erkenning overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 (“vergunninghoudende of erkende CTP”). Hieruit volgt dat bij de berekening van de positie die wordt vergeleken met de clearingdrempels die op grond van artikel 10, lid 4, punt b), van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn gespecificeerd, alleen de otc-derivatencontracten die niet door een vergunninghoudende of erkende CTP zijn gecleard, in die berekening moeten worden opgenomen. Om ervoor te zorgen dat de nieuwe methode geen afbreuk doet aan het huidige prudente toepassingsgebied van de clearingverplichting, is het passend ESMA te machtigen om indien nodig ook een geaggregeerde clearingdrempel vast te stellen.
(10) | Post-trade risk reduction (PTRR) services reduce risks, such as credit risk and operational risk, of derivatives portfolios and are therefore a valuable tool for improving the resilience of the OTC derivatives market. They include services such as portfolio compression, portfolio optimisation and rebalancing services. PTRR service providers often use complex financial instruments to ensure that the transactions resulting from PTRR exercises are not subject to the clearing obligation. Doing so limits the usability and accessibility of PTRR services to advanced financial markets participants and reduces the benefits resulting from the use of PTRR services, as the use of complex products that are not subject to the clearing obligation increases risk in the financial system. Given the benefits of PTRR services, their use should be facilitated and made available to a wider group of market participants. Therefore, transactions resulting from PTRR services should be exempted from the clearing obligation. At the same time, to ensure the safe and efficient use of PTRR services, the exemption should be subject to appropriate conditions which are to be further specified and complemented by ESMA.(10) | Posttransactionele risicobeperkingsdiensten (PTRB-diensten) verminderen risico’s, zoals het kredietrisico en operationele risico, van derivatenportefeuilles en zijn daarom een waardevol instrument om de veerkracht van de otc-derivatenmarkt te vergroten. Het gaat daarbij om diensten zoals portefeuillecompressie, portefeuille-optimalisatie en herschikkingsdiensten. PTRB-dienstenaanbieders gebruiken vaak complexe financiële instrumenten om ervoor te zorgen dat de transacties die uit PTRB-activiteiten voortvloeien, niet onder de clearingverplichting vallen. Dit beperkt de bruikbaarheid en toegankelijkheid van PTRB-diensten voor geavanceerde financiëlemarktdeelnemers en vermindert de voordelen van het gebruik van PTRB-diensten, aangezien het gebruik van complexe producten die niet aan de clearingverplichting zijn onderworpen, het risico in het financiële stelsel verhoogt. Gezien de voordelen van PTRB-diensten moet het gebruik ervan worden vergemakkelijkt en beschikbaar worden gemaakt voor een ruimere groep marktdeelnemers. Transacties die voortvloeien uit PTRB-diensten moeten daarom van de clearingverplichting worden vrijgesteld. Om een veilig en efficiënt gebruik van PTRB-diensten te waarborgen, moet de vrijstelling wel worden onderworpen aan passende voorwaarden die ESMA nader moet specificeren en aanvullen.
(11) | It is necessary to address the financial stability risks associated with excessive exposures of Union clearing members and clients to systemically important third-country CCPs (Tier 2 CCPs) that provide clearing services that have been identified by ESMA as clearing services of substantial systemic importance pursuant to Regulation (EU) No 648/2012. In December 2021, ESMA concluded that the provision of certain clearing services provided by two Tier 2 CCPs, namely for OTC interest rate derivatives denominated in euro, OTC interest rate derivatives denominated in Polish zloty, credit default swaps denominated in euro and short-term interest rate derivatives denominated in euro, are of substantial systemic importance for the Union or for one or more of its Member States. As noted by ESMA in its December 2021 assessment report, were those Tier 2 CCPs to face financial distress, changes to those CCPs’ eligible collateral, margins or haircuts may negatively impact the sovereign bond markets of one or more Member States, and more broadly, the financial stability of the Union. Furthermore, disruptions in markets relevant for monetary policy implementation may hamper the transmission mechanism critical to central banks of issue. It is therefore appropriate to require financial counterparties and non-financial counterparties that are subject to the clearing obligation to hold, directly or indirectly, accounts and clear a representative number of transactions at Union CCPs. That requirement should contribute to a reduction in the provision of clearing services of substantial systemic importance by those Tier 2 CCPs. In light of recent market developments, in particular concerning credit default swaps denominated in euro, it is appropriate that the requirement only applies to OTC interest rate derivatives denominated in euro and in Polish zloty and short-term interest rate derivatives denominated in euro, in addition to any other clearing service deemed to be of substantial systemic importance in future assessments pursuant to Regulation (EU) No 648/2012.(11) | De risico’s voor de financiële stabiliteit door buitensporige blootstellingen van clearingleden en cliënten uit de Unie aan systeemrelevante CTP’s uit derde landen (tier 2-CTP’s) die clearingdiensten verrichten die door ESMA op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn aangemerkt als clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang moeten worden aangepakt. In december 2021 heeft ESMA geconcludeerd dat de door twee tier 2-CTP’s verrichtte clearingdiensten, namelijk voor in euro luidende otc-rentederivaten en in Poolse zloty luidende otc-rentederivaten, in euro luidende kredietverzuimswaps en in euro luidende kortetermijnrentederivaten, van substantieel systeemrelevant belang zijn voor de Unie of voor een of meer van haar lidstaten. Zoals ESMA in haar beoordelingsverslag van december 2021 heeft opgemerkt, kunnen wijzigingen in de in aanmerking komende zekerheden, margins of haircuts van die CTP’s negatieve gevolgen hebben voor de markten voor overheidsobligaties van een of meer lidstaten, en meer in het algemeen voor de financiële stabiliteit van de Unie, indien die tier 2-CTP’s in financiële moeilijkheden zouden komen. Voorts kunnen verstoringen op markten die relevant zijn voor de uitvoering van het monetaire beleid het voor de centrale banken van uitgifte van cruciaal belang zijnde transmissiemechanisme belemmeren. Daarom is het passend om van de financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die aan de clearingverplichting zijn onderworpen, te vereisen dat zij direct of indirect rekeningen aanhouden en een representatief aantal transacties clearen bij CTP’s uit de Unie. Dat vereiste zou de verrichting van clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang door die tier 2-CTP’s moeten helpen terugbrengen. In het licht van recente marktontwikkelingen, in het bijzonder met betrekking tot in euro luidende kredietverzuimswaps, is het passend dat het vereiste alleen van toepassing is op in euro luidende otc-rentederivaten en in Poolse zloty luidende otc-rentederivaten en in euro luidende kortetermijnrentederivaten, naast andere clearingdiensten die bij toekomstige beoordelingen op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 geacht worden van substantieel systeemrelevant belang te zijn.
(12) | The active account requirement should apply to financial and non-financial counterparties that are subject to the clearing obligation and exceed the clearing thresholds in any of the categories of derivative contracts identified by ESMA as being of substantial systemic importance. When verifying whether they are subject to the active account requirement, counterparties that are part of groups headquartered in the Union should take into account the derivative contracts belonging to clearing services of substantial systemic importance that are cleared by any entity within the group, including entities established in third countries, since those contracts might contribute to the excessive degree of exposure of the group as a whole. Derivative contracts of third-country subsidiaries of Union groups should also be included to prevent those groups from moving their clearing activities outside the Union in order to avoid the active account requirement. A counterparty that is subject to the active account requirement and that belongs to a group should be required to meet the representativeness obligation based on its own transactions. Third-country entities that are not subject to the clearing obligation under Union law are not subject to the obligation to maintain an active account.(12) | Het vereiste van een actieve rekening moet gelden voor financiële en niet-financiële tegenpartijen die onder de clearingverplichting vallen en die de clearingdrempels overschrijden in een van de categorieën derivatencontracten die door ESMA als van substantieel systeemrelevant belang zijn aangemerkt. Wanneer zij nagaan of zij aan het vereiste van een actieve rekening onderworpen zijn, moeten tegenpartijen die deel uitmaken van groepen met hoofdkantoor in de Unie rekening houden met de derivatencontracten die behoren tot clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang die worden gecleard door een entiteit binnen de groep, met inbegrip van in derde landen gevestigde entiteiten, aangezien die contracten zouden kunnen bijdragen tot de buitensporige mate van blootstelling van de groep als geheel. Derivatencontracten van dochterondernemingen in derde landen van groepen uit de Unie moeten ook worden opgenomen om te voorkomen dat die groepen hun clearingactiviteiten naar buiten de Unie verplaatsen om het vereiste van een actieve rekening te ontlopen. Van een tegenpartij die aan het vereiste van een actieve rekening onderworpen is en tot een groep behoort, moet worden verlangd dat zij op basis van haar eigen transacties aan de representativiteitsverplichting voldoet. Entiteiten uit derde landen die niet onder de Unierechtelijke clearingverplichting vallen, zijn niet onderworpen aan de verplichting om een actieve rekening aan te houden.
(13) | The active account requirement is a new requirement. The novelty of the requirement and the need for market participants to gradually adapt to it should be properly taken into account. That is why it is appropriate that the active account requirement can be met by market participants by establishing permanently functional accounts at Union CCPs. The active account requirement should include operational elements. The account should be suitable for quickly clearing a significant number of trades moved out from a Tier 2 CCP and for clearing all new trades in the categories of derivative contracts identified as being of substantial systemic importance. Those operational elements should also contribute to incentivising counterparties to move trades to the Union. In that regard, it is appropriate to take into account the situation of counterparties that are already clearing a significant amount of their transactions in interest rate derivatives denominated in euro and Polish zloty, and in short-term interest rate derivatives denominated in euro, at Union CCPs. Those counterparties should not be subject to the operational requirements associated with the active account requirement.(13) | Het vereiste van een actieve rekening is een nieuw vereiste. Er moet naar behoren rekening worden gehouden met het feit dat het vereiste nieuw is en dat marktdeelnemers zich geleidelijk aan het vereiste zullen moeten aanpassen. Om die reden is het passend dat marktdeelnemers aan het vereiste van een actieve rekening kunnen voldoen door permanent functionele rekeningen bij CTP’s uit de Unie te openen. Het vereiste van een actieve rekening moet operationele elementen omvatten. De rekening moet geschikt zijn voor het op korte termijn clearen van een aanzienlijk aantal transacties die verplaatst zijn vanuit een tier 2-CTP en voor het clearen van alle nieuwe transacties in de categorieën derivatencontracten die als van substantieel systeemrelevant belang zijn aangemerkt. Die operationele elementen moeten ook bijdragen tot het stimuleren van tegenpartijen om transacties te verplaatsen naar de Unie. In dat verband is het passend rekening te houden met de situatie van tegenpartijen die reeds een aanzienlijk deel van hun transacties in euro en Poolse zloty luidende rentederivaten en in euro luidende kortetermijnrentederivaten bij CTP’s uit de Unie clearen. Die tegenpartijen moeten niet worden onderworpen aan de operationele vereisten in verband met het vereiste van een actieve rekening.
(14) | In order to ensure that the active account requirement contributes to the overarching objective of reducing excessive exposures to clearing services of substantial systemic importance provided by third-country CCPs and that the account is not dormant, a minimum number of derivative contracts should be cleared in the active accounts. Those contracts should be representative of the different subcategories of derivative contracts belonging to clearing services of substantial systemic importance (the ‘representativeness obligation’). The representativeness obligation should reflect the diversity of the portfolios of financial and non-financial counterparties subject to the active account requirement. Contracts with different maturities and different sizes should be cleared through the active accounts, as well as contracts of different economic nature, including all classes of interest rate derivatives that are subject to the clearing obligation under Commission Delegated Regulations (EU) 2015/2205 (9) and (EU) 2016/1178 (10) as regards those denominated in Polish zloty. To define the minimum number of derivative contracts that should be cleared through the active accounts, ESMA should identify up to three derivative classes amongst the derivative contracts belonging to the clearing services of substantial systemic importance. ESMA should further identify up to five most relevant subcategories of trades, per derivative class, based on a combination of size and maturity. Counterparties should then be required to clear at least five trades in the reference period in each relevant subcategory. The number of derivative contracts to be cleared should be at least five trades in the reference period on an annual average basis, meaning that in assessing whether counterparties fulfil the representativeness obligation, competent authorities should consider the total number of trades over a year. In order to ensure a proportionate approach and to avoid imposing an excessive burden on counterparties that have limited activity in the different subcategories of derivative contracts identified by ESMA, a de minimis threshold should apply to the representativeness obligation. In addition, the specific business model of Union pension scheme arrangements needs to be properly taken into account. In several cases, such arrangements have a limited number of interest rate derivatives trades, which are concentrated, long-term and with a high notional amount. That is why it is appropriate for a scaled-down representativeness obligation to be established, which should require one trade to be cleared instead of five in the most relevant subcategories per reference period. Member States should introduce appropriate periodic penalty payments for cases where a counterparty subject to the active account requirement fails to meet its obligations with regard to the operational criteria or the representativeness obligation.(14) | Om ervoor te zorgen dat het vereiste van een actieve rekening bijdraagt aan de overkoepelende doelstelling om buitensporige blootstellingen aan clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang die door CTP’s uit derde landen worden verleend, te verminderen en dat het niet om een slapende rekening gaat, moet een minimaal aantal derivatencontracten op de actieve rekeningen worden gecleard. Die contracten moeten representatief zijn voor de verschillende subcategorieën derivatencontracten die behoren tot clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang (de “representativiteitsverplichting”). De representativiteitsverplichting moet de diversiteit weerspiegelen van de portefeuilles van financiële en niet-financiële tegenpartijen die aan het vereiste van een actieve rekening onderworpen zijn. Contracten met verschillende looptijden en omvang moeten via de actieve rekeningen worden gecleard, alsook contracten van verschillende economische aard, met inbegrip van alle klassen rentederivaten die onder de clearingverplichting uit hoofde van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2015/2205 (9) en (EU) 2016/1178 (10) van de Commissie vallen wat in Poolse zloty luidende derivaten betreft. Om het minimumaantal derivatencontracten te bepalen dat via de actieve rekeningen moet worden gecleard, moet ESMA maximaal drie derivatenklassen identificeren onder de derivatencontracten die tot de clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang behoren. Voorts moet ESMA per derivatenklasse maximaal vijf van de meest relevante subcategorieën transacties identificeren op basis van een combinatie van omvang en looptijd. Van tegenpartijen moet dan worden verlangd dat zij in de referentieperiode in elke relevante subcategorie ten minste vijf transacties clearen. Het aantal te clearen derivatencontracten moet in de referentieperiode gemiddeld ten minste vijf transacties per jaar bedragen, wat betekent dat de bevoegde autoriteiten bij de beoordeling of tegenpartijen aan de representativiteitsverplichting voldoen, moeten kijken naar het totale aantal transacties over een jaar. Om voor een evenredige aanpak te zorgen en om te voorkomen dat tegenpartijen met een beperkte activiteit in de verschillende door ESMA geïdentificeerde subcategorieën derivatencontracten buitensporige lasten worden opgelegd, moet voor de representativiteitsverplichting een de-minimisdrempel gelden. Daarnaast moet naar behoren rekening worden gehouden met het specifieke bedrijfsmodel van pensioenregelingen van de Unie. In verscheidene gevallen hebben dergelijke regelingen een beperkt aantal transacties in rentederivaten, die geconcentreerd, langlopend en met een hoog notioneel bedrag zijn. Daarom is het passend om een degressieve representativiteitsverplichting vast te stellen, waarbij in de meest relevante subcategorieën per referentieperiode één transactie moet worden gecleard in plaats van vijf. De lidstaten moeten passende dwangsommen invoeren voor gevallen waarin een tegenpartij die aan het vereiste van een actieve rekening onderworpen is, haar verplichtingen met betrekking tot de operationele criteria of de representativiteitsverplichting niet nakomt.
(15) | ESMA has an important role in the assessment of the substantial systemic importance of third-country CCPs and their clearing services. By 18 months following the entry into force of this Regulation, or at any point in time in the case of a financial stability risk, ESMA should assess and report to the European Parliament, the Council and the Commission on the effects of this Regulation in reducing exposures to systemically important Tier 2 CCPs. ESMA should propose any measures it deems necessary, as well as quantitative thresholds, and accompany them with an impact assessment and a cost-benefit analysis. ESMA should cooperate with the European System of Central Banks (ESCB), the European Systemic Risk Board (ESRB) and the Joint Monitoring Mechanism established by this Regulation when drafting its assessment and report. Within six months of receiving the ESMA report, the Commission should prepare its own report which may be accompanied, where appropriate, by a legislative proposal.(15) | ESMA speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van het substantieel systeemrelevant belang van CTP’s uit derde landen en hun clearingdiensten. Binnen 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, of op elk moment in het geval van een risico voor de financiële stabiliteit, moet ESMA de effecten van deze verordening op het verminderen van blootstellingen aan systeemrelevante tier 2-CTP’s beoordelen en daarover verslag uitbrengen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. ESMA moet alle maatregelen voorstellen die zij noodzakelijk acht, alsook kwantitatieve drempels, en die vergezeld laten gaan van een effectbeoordeling en een kosten-batenanalyse. ESMA moet bij het opstellen van haar beoordeling en verslag samenwerken met het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB) en het bij deze verordening ingestelde gezamenlijk monitoringmechanisme. Binnen zes maanden na ontvangst van het verslag van ESMA moet de Commissie haar eigen verslag opstellen, dat zo nodig vergezeld kan gaan van een wetgevingsvoorstel.
(16) | With the aim of encouraging clearing in, and ensuring the financial stability of, the Union, and to ensure that clients are aware of their options and can take an informed decision as regards where to clear their derivative contracts, clearing members and clients that provide clearing services in both authorised or recognised CCPs should inform their clients of the option to clear a derivative contract through a Union CCP. The information provided should include information on all costs that will be charged to clients by clearing members and clients that provide clearing services. The information on costs that clearing members and clients that provide clearing services should disclose should be limited to the Union CCPs in relation to which they provide clearing services. The obligation to inform clients of the option to clear a derivative contract through a Union CCP is distinct from the active account requirement and is intended to apply more generally to ensure awareness of the clearing offer of Union CCPs.(16) | Om clearing in de Unie aan te moedigen en de financiële stabiliteit van de Unie te waarborgen, en om ervoor te zorgen dat cliënten op de hoogte zijn van hun opties en met kennis van zaken kunnen beslissen waar zij hun derivatencontracten willen clearen, moeten clearingleden en cliënten die bij zowel vergunninghoudende of erkende CTP’s clearingdiensten verrichten, hun cliënten informeren over de mogelijkheid om een derivatencontract via een CTP uit de Unie te clearen. De verstrekte informatie moet informatie bevatten over alle kosten die aan cliënten in rekening zullen worden gebracht door clearingleden en cliënten die clearingdiensten verrichten. De informatie over de kosten die clearingleden en cliënten die clearingdiensten verrichten, moeten bekendmaken, moet beperkt blijven tot de CTP’s uit de Unie waarvoor zij clearingdiensten verrichten. De verplichting om cliënten te informeren over de mogelijkheid om een derivatencontract via een CTP uit de Unie te clearen, staat los van het vereiste van een actieve rekening en is bedoeld om meer in het algemeen te gelden om te zorgen voor bewustmaking over het clearingaanbod van CTP’s uit de Unie.
(17) | To ensure that competent authorities have the necessary information on the clearing activities undertaken by clearing members or clients in recognised third-country CCPs, a reporting obligation should be introduced for such clearing members or clients. The information to be reported should distinguish between securities transactions, derivative transactions on regulated markets and OTC derivative transactions. ESMA should provide details on the content and format of the information to be reported, and in doing so should ensure that the obligation does not create additional reporting requirements, unless necessary, so that the administrative burden for clearing members and clients is minimised.(17) | Om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten over de nodige informatie beschikken over de clearingactiviteiten van clearingleden of cliënten bij erkende CTP’s uit derde landen, moet voor die clearingleden of cliënten een rapportageverplichting worden ingevoerd. In de te rapporteren informatie moet een onderscheid worden gemaakt tussen effectentransacties, derivatentransacties op gereglementeerde markten en otc-derivatentransacties. ESMA moet nadere gegevens verstrekken over de inhoud en vorm van de te rapporteren informatie, en daarbij waarborgen dat de verplichting geen onnodige aanvullende rapportagevereisten creëert, zodat de administratieve lasten voor clearingleden en cliënten tot een minimum worden beperkt.
(18) | Under the current framework, ESMA receives transaction data under Regulation (EU) No 648/2012 and Regulation (EU) 2015/2365 of the European Parliament and of the Council (11), which provide a Union-wide view on markets but not on CCPs’ risk management. ESMA should, therefore, in addition to such data, require timely and reliable information on CCPs’ activities and practices to fulfil its financial stability mandate. Accordingly, a formal reporting requirement regarding CCP risk management data by Union CCPs to ESMA should be introduced. The introduction of such a requirement would also help to further strengthen standardisation and comparability across data and ensure that data are delivered periodically.(18) | Binnen het huidige kader ontvangt ESMA transactiegegevens uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012 en Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (11), die Uniebrede inzichten in markten verschaffen, maar niet in het risicobeheer van CTP’s. Om haar mandaat inzake financiële stabiliteit te kunnen uitvoeren, heeft ESMA daarom naast dergelijke gegevens ook tijdige en betrouwbare informatie over de activiteiten en praktijken van CTP’s nodig. Dienovereenkomstig moet CTP’s uit de Unie een formeel vereiste worden opgelegd om gegevens over hun risicobeheer aan ESMA te rapporteren. De invoering van een dergelijk vereiste zou helpen om de standaardisering en vergelijkbaarheid van gegevens verder te verbeteren en zou ervoor zorgen dat gegevens periodiek worden verstrekt.
(19) | The recent stress episodes in commodities markets have highlighted the importance of authorities having a comprehensive picture of the derivatives activities and exposures of non-financial counterparties that are subject to the clearing obligation. Non-financial counterparties subject to the clearing obligation that are part of a group whose intragroup transactions are exempt from the reporting obligation should have their derivatives positions reported by their Union parent undertaking on an aggregated basis. The reporting should be done on a weekly basis at entity level and should be broken down by type of derivatives. Such information should be provided to ESMA and the relevant competent authority of the individual entities in the group. It is also appropriate to consider the concerns raised by the supervisory community about the quality of the data reported by financial and non-financial counterparties pursuant to Regulation (EU) No 648/2012. Entities subject to the reporting obligation pursuant to Regulation (EU) No 648/2012 should therefore be required to exercise due diligence by establishing appropriate procedures and arrangements to ensure the quality of the data, before the data are submitted. ESMA should issue guidelines to further specify such procedures and arrangements, taking into account the possibility to apply the requirements in a proportionate manner. To ensure that the requirements on the quality of the data are fulfilled, Member States should adopt appropriate penalties where the data reported contain systematic manifest errors. ESMA should develop draft regulatory technical standards to specify what constitutes a systematic manifest error for the purposes of imposing those penalties. While entities have the possibility to delegate their reporting, they remain responsible in the event that the data being reported by the entity to which they have delegated their reporting are inaccurate or duplicative.(19) | De recente perioden van stress op de grondstoffenmarkten hebben duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is dat de autoriteiten een volledig beeld hebben van de derivatenactiviteiten en blootstellingen van niet-financiële tegenpartijen die onder de clearingverplichting vallen. Niet-financiële tegenpartijen die onder de clearingverplichting vallen en deel uitmaken van een groep waarvan de intragroeptransacties zijn vrijgesteld van de rapportageverplichting, moeten hun derivatenposities op geaggregeerde basis laten rapporteren door hun moederonderneming in de Unie. De rapportage moet wekelijks op entiteitsniveau plaatsvinden en moet worden uitgesplitst per type derivaten. Die informatie moet worden verstrekt aan ESMA en de betrokken bevoegde autoriteit van de afzonderlijke entiteiten in de groep. Het is ook passend rekening te houden met de bezorgdheid die toezichthouders hebben geuit over de kwaliteit van de gegevens die financiële en niet-financiële tegenpartijen op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 rapporteren. Entiteiten die onder de rapportageverplichting op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 vallen, moeten daarom worden verplicht zorgvuldigheid te betrachten door passende procedures en regelingen vast te stellen om de kwaliteit van de gegevens te waarborgen voordat ze worden ingediend. ESMA moet richtsnoeren uitvaardigen om dergelijke procedures en regelingen nader te specificeren, rekening houdend met de mogelijkheid om de vereisten op evenredige wijze toe te passen. Opdat aan de vereisten inzake de kwaliteit van de gegevens wordt voldaan, moeten de lidstaten passende sancties vaststellen wanneer de gerapporteerde gegevens systematisch kennelijke fouten bevatten. ESMA moet ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om nader te bepalen wat voor het opleggen van die sancties onder een “systematische kennelijke fout” wordt verstaan. Hoewel entiteiten de mogelijkheid hebben om hun rapportage te delegeren, blijven zij verantwoordelijk indien de gegevens die worden gerapporteerd door de entiteit waaraan zij hun rapportage hebben gedelegeerd, onjuist zijn of elkaar overlappen.
(20) | To ensure that competent authorities are at all times aware of exposures at entity and group level and are able to monitor such exposures, competent authorities should establish effective cooperation procedures to calculate the positions in contracts not cleared at an authorised or recognised CCP and to actively evaluate and assess the level of exposure in OTC derivative contracts at entity and group level. In order for ESMA to have an overall picture of the activity in OTC derivatives of non-financial counterparties established in the Union, as well as their parent undertakings, the authorities responsible for those non-financial counterparties and parent undertakings should report to ESMA on a regular basis. Such reporting should not replicate the information already submitted by means of other reporting requirements set out in Regulation (EU) No 648/2012, but instead provide information on the evolution of the portfolios of those non-financial counterparties between two reporting dates, as well as an assessment of the risks to which such counterparties might be exposed. Authorities responsible for non-financial counterparties that are part of a group should cooperate in order to minimise the reporting burden and assess the intensity and type of activity in OTC derivatives of those non-financial counterparties.(20) | Om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten te allen tijde op de hoogte zijn van de blootstellingen op het niveau van de entiteit en de groep en dergelijke blootstellingen kunnen monitoren, moeten de bevoegde autoriteiten doeltreffende samenwerkingsprocedures vaststellen teneinde de posities in niet bij een vergunninghoudende of erkende CTP geclearde contracten te berekenen en het blootstellingsniveau in otc-derivatencontracten op het niveau van de entiteit en de groep actief te evalueren en beoordelen. Om ESMA in staat te stellen een totaalbeeld te krijgen van de activiteiten in otc-derivaten van in de Unie gevestigde niet-financiële tegenpartijen en hun moederondernemingen, moeten de voor die niet-financiële tegenpartijen en moederondernemingen verantwoordelijke autoriteiten regelmatig aan ESMA rapporteren. Een dergelijke rapportage mag geen herhaling zijn van de informatie die reeds middels andere rapportagevereisten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012 is ingediend, maar moet informatie verschaffen over de ontwikkeling van de portefeuilles van die niet-financiële tegenpartijen tussen twee rapportagedatums, evenals een beoordeling van de risico’s waaraan die tegenpartijen zou kunnen worden blootgesteld. Autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor niet-financiële tegenpartijen die deel uitmaken van een groep moeten samenwerken om de rapportagelast zoveel mogelijk te beperken en de intensiteit en het type van de activiteit in otc-derivaten van die niet-financiële tegenpartijen te beoordelen.
(21) | It is necessary to ensure that Commission Delegated Regulation (EU) No 149/2013 (12), relating to the criteria for establishing which OTC derivative contracts are objectively measurable as reducing risk, continues to be appropriate in light of market developments. It is also necessary to ensure that the clearing threshold values laid down in that Delegated Regulation properly and accurately reflect the different risks and characteristics in derivatives, other than interest rate, foreign exchange, credit and equity derivatives. ESMA should therefore also review and clarify, where appropriate, that Delegated Regulation and propose amendments if necessary. ESMA is encouraged to consider and provide, inter alia, more granularity for commodity derivatives. That granularity could be achieved by separating the clearing thresholds by sector and type, such as differentiating between agriculture, energy or metal related commodities or differentiating those commodities based on other features such as environmental, social and governance criteria, environmentally sustainable investments or crypto-related features. During the review, ESMA should endeavour to consult relevant stakeholders that have specific knowledge on particular commodities.(21) | Het is zaak ervoor te zorgen dat Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie (12) met betrekking tot de criteria voor de vaststelling welke otc-derivatencontracten objectief meetbaar zijn als risicobeperkend, passend blijft in het licht van de marktontwikkelingen. Ook moet ervoor worden gezorgd dat de in die gedelegeerde verordening vastgelegde clearingdrempelwaarden de verschillende risico’s en kenmerken van andere derivaten dan rentederivaten, valutaderivaten, kredietderivaten en aandelenderivaten naar behoren en accuraat weerspiegelen. ESMA moet daarom ook die gedelegeerde verordening evalueren en waar nodig verduidelijken, alsook zo nodig wijzigingen voorstellen. ESMA wordt aangespoord om onder andere meer granulariteit voor grondstoffenderivaten te overwegen en te bieden. Die granulariteit kan worden bereikt door de clearingdrempels uit te splitsen per sector en type, zoals een uitsplitsing op landbouw-, energie- of metaalgerelateerde grondstoffen of een uitsplitsing van die grondstoffen op andere kenmerken, zoals milieu-, sociale en governancecriteria, ecologisch duurzame investeringen of cryptogerelateerde kenmerken. Tijdens de toetsing moet ESMA ernaar streven relevante belanghebbenden met specifieke kennis over bepaalde grondstoffen te raadplegen.
(22) | Non-financial counterparties that exchange collateral for OTC derivative contracts not cleared by a CCP should have sufficient time to negotiate and test the arrangements to exchange such collateral.(22) | Niet-financiële tegenpartijen die zekerheden uitwisselen voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten, moeten voldoende tijd krijgen om over de regelingen voor uitwisseling van die zekerheden te onderhandelen en deze te testen.
(23) | In order to avoid market fragmentation and ensure a level playing field, and acknowledging the fact that in some third-country jurisdictions the exchange of variation and initial margin for single stock options and equity index options is not subject to equivalent margin requirements, the treatment of such products should be exempted from the requirement to have risk-management procedures regarding the timely, accurate and appropriately segregated exchange of collateral, as long as there is insufficient international convergence on their treatment. ESMA, in cooperation with the European Supervisory Authority (European Banking Authority) (EBA) established by Regulation (EU) No 1093/2010 of the European Parliament and of the Council (13) and the European Supervisory Authority (European Insurance and Occupational Pensions Authority) (EIOPA) established by Regulation (EU) No 1094/2010 of the European Parliament and of the Council (14) (known collectively as ‘ESAs’), should monitor regulatory developments in third-country jurisdictions and the development of exposures by counterparties subject to Regulation (EU) No 648/2012 in single stock options and equity index options not cleared by a CCP, and should report to the Commission on the results of such monitoring at least every three years. Where the Commission has received such a report, it should assess whether international developments have led to more convergence in the treatment of single stock options and equity index options and whether the derogation endangers the financial stability of the Union or of one or more of its Member States. In such a case, the Commission should be empowered to revoke the derogation regarding the treatment of single stock options and equity index options. In that way, it can be ensured that appropriate requirements are in place in the Union to mitigate counterparty credit risk in respect of such contracts while avoiding any scope for regulatory arbitrage.(23) | Om marktfragmentatie te vermijden en een gelijk speelveld te waarborgen, in de wetenschap dat in sommige jurisdicties van derde landen de uitwisseling van variatie- en initiële margins voor aandelenopties en aandelenindexopties niet aan gelijkwaardige marginvereisten onderworpen is, moet de behandeling van dergelijke producten worden vrijgesteld van het vereiste om te beschikken over risicobeheerprocedures voor de tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden zolang er onvoldoende internationale convergentie is bij de behandeling ervan. ESMA moet, in samenwerking met de bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (13) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit — EBA) en de bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (14) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — “Eiopa”) (samen de “ETA’s” genoemd), de ontwikkelingen in de regelgeving in jurisdicties van derde landen en de ontwikkeling van blootstellingen van onder Verordening (EU) nr. 648/2012 vallende tegenpartijen aan niet door een CTP geclearde aandelenopties en aandelenindexopties monitoren en moet ten minste om de drie jaar verslag uitbrengen aan de Commissie over de resultaten van dergelijke monitoring. Wanneer de Commissie een dergelijk verslag heeft ontvangen, moet zij beoordelen of internationale ontwikkelingen hebben geleid tot meer convergentie bij de behandeling van aandelenopties en aandelenindexopties en of de afwijking de financiële stabiliteit van de Unie of van een of meer van haar lidstaten in gevaar brengt. In een dergelijk geval moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om de afwijking met betrekking tot de behandeling van aandelenopties en aandelenindexopties in te trekken. Op die manier kan ervoor worden gezorgd dat in de Unie adequate vereisten worden ingevoerd om tegenpartijkredietrisico met betrekking tot dergelijke contracten te beperken en ruimte voor regelgevingsarbitrage te vermijden.
(24) | In order to comply with the initial margin requirements set out in Regulation (EU) No 648/2012, a large number of Union market participants use industry-wide, pro forma initial margin models. Given that those models are used industry-wide, they are unlikely to be significantly modified by the preference of every single user or by the different assessments of every single competent authority that authorises the use of those models by the entities it supervises. In practice, since the same model is used by a large number of Union counterparties, the consequent need for that model to be validated by a plurality of competent authorities gives rise to a coordination problem. To address that problem, EBA should be given the task of operating as a central validator of such pro forma models. In its role as central validator, EBA should validate the elements and general aspects of those pro forma models, including their calibration, design, and coverage of instruments, assets classes, and risk factors. To assist its work, EBA should collect feedback from competent authorities, ESMA and EIOPA, and coordinate their collective views. Given that competent authorities would continue to be responsible for authorising the use of those pro forma models and for monitoring their implementation at the supervised entity level, EBA should assist competent authorities in their approval processes regarding the general aspects of the implementation of those pro forma models. In addition, EBA should serve as a single point of discussion with the industry to help ensure more effective Union coordination on the design of such models. Competent authorities will remain responsible for authorising the use of such models and for monitoring the implementation of those models at the supervised entity level.(24) | Om zich aan de in Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde vereisten voor initiële margins te houden, gebruiken veel marktdeelnemers van de Unie sectorbrede pro-formamodellen voor initiële margins. Aangezien die modellen in de hele sector worden gebruikt, is het onwaarschijnlijk dat ze significant worden gewijzigd door de voorkeur van elke afzonderlijke gebruiker of door de verschillende beoordelingen van elke afzonderlijke bevoegde autoriteit die goedkering geeft voor het gebruik van deze modellen door de entiteiten waarop zij toezicht houdt. Omdat een groot aantal tegenpartijen uit de Unie hetzelfde model gebruiken, leidt het feit dat dat model door verschillende bevoegde autoriteiten moet worden gevalideerd, in de praktijk tot een coördinatieprobleem. Om dat probleem aan te pakken, moet EBA de taak krijgen op te treden als centrale validator van dergelijke pro-formamodellen. In haar rol als centrale validator moet EBA de elementen en algemene aspecten van die pro-formamodellen valideren, waaronder hun kalibratie, ontwerp en dekking van instrumenten, activaklassen en risicofactoren. Ter ondersteuning van haar werkzaamheden moet EBA de bevoegde autoriteiten, ESMA en Eiopa om feedback vragen en hun collectieve standpunten coördineren. Aangezien de bevoegde autoriteiten verantwoordelijk zouden blijven voor het verlenen van goedkeuring voor het gebruik van die pro-formamodellen en voor het monitoren van de toepassing ervan op het niveau van de onder toezicht staande entiteit, moet EBA de bevoegde autoriteiten bijstaan bij hun goedkeuringsprocedures met betrekking tot de algemene aspecten van de toepassing van die pro-formamodellen. Daarnaast moet EBA fungeren als centrale overleginstantie met de industrie om ervoor te helpen zorgen dat de Unie het ontwerp van die modellen effectiever kan coördineren. De bevoegde autoriteiten blijven verantwoordelijk voor het verlenen van goedkeuring voor het gebruik van dergelijke modellen en voor het monitoren van de toepassing van die modellen op het niveau van de onder toezicht staande entiteit.
(25) | Central banks, public bodies charged with or intervening in the management of the public debt, and public sector entities, are free to choose whether to use clearing services of CCPs to clear their derivatives contracts. Where they decide to use such services, they are encouraged to clear, in principle, through Union CCPs where the products sought are available. Given that the modalities of those entities’ participation in CCPs vary across Member States and in view of diverging practices regarding the calculation of the exposures of those entities to Union CCPs and their contribution to the financial resources of those CCPs, further harmonisation of those aspects, by means of ESMA guidelines, would be desirable.(25) | Centrale banken, overheidsorganen die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld, en publiekrechtelijke entiteiten mogen vrij kiezen of zij voor het clearen van hun derivatencontracten gebruikmaken van clearingdiensten van CTP’s. Wanneer zij besluiten van dergelijke diensten gebruik te maken, worden zij aangemoedigd om in beginsel te clearen via CTP’s uit de Unie waar de gewenste producten beschikbaar zijn. Aangezien de modaliteiten van de deelname van die entiteiten in CTP’s van lidstaat tot lidstaat verschillen en gezien de uiteenlopende praktijken met betrekking tot de berekening van de blootstellingen van die entiteiten aan CTP’s uit de Unie en hun bijdrage aan de financiële middelen van die CTP’s, zou een verdere harmonisatie van die aspecten, door middel van richtsnoeren van ESMA, wenselijk zijn.
(26) | EBA, in cooperation with ESMA and EIOPA, should draft regulatory technical standards to specify supervisory procedures ensuring the initial and ongoing validation of the risk-management procedures. To ensure proportionality, only financial counterparties that are most active in OTC derivatives not cleared by a CCP should be subject to the procedures specified in those regulatory technical standards.(26) | EBA, in samenwerking met ESMA en Eiopa, moet technische reguleringsnormen opstellen om toezichtprocedures te specificeren die de initiële en doorlopende validatie van de risicobeheerprocedures waarborgen. Ter wille van de evenredigheid dienen alleen financiële tegenpartijen die het meest actief zijn in niet door een CTP geclearde otc-derivaten, aan de in die technische reguleringsnormen gespecificeerde procedures te worden onderworpen.
(27) | To ensure a consistent and convergent approach amongst competent authorities throughout the Union, authorised CCPs or legal persons established in the Union that wish to be authorised under Regulation (EU) No 648/2012 to provide clearing services and activities in financial instruments should also be able to be authorised to provide clearing services and other activities in relation to non-financial instruments. Regulation (EU) No 648/2012 applies to CCPs as entities and not to specific services. When a CCP clears non-financial instruments in addition to financial instruments, the CCP’s competent authority should be able to ensure that the CCP is in compliance with Regulation (EU) No 648/2012 for all services it offers.(27) | Ter wille van een consistente en convergente aanpak door de bevoegde autoriteiten in de gehele Unie moeten vergunninghoudende CTP’s of in de Unie gevestigde rechtspersonen die een vergunning op grond van artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 wensen te verkrijgen om clearingdiensten en -activiteiten met betrekking tot financiële instrumenten te verrichten, ook een vergunning kunnen krijgen om clearingdiensten en andere activiteiten met betrekking tot niet-financiële instrumenten te verrichten. Verordening (EU) nr. 648/2012 is van toepassing op CTP’s als entiteiten, en niet op specifieke diensten. Wanneer een CTP naast financiële instrumenten ook niet-financiële instrumenten cleart, moet de voor de CTP bevoegde autoriteit kunnen controleren of de CTP voor alle diensten die zij aanbiedt, Verordening (EU) nr. 648/2012 naleeft.
(28) | Union CCPs face challenges in expanding their product offer for clearing services and experience difficulties in bringing clearing services for new products to the market. In view of such challenges and difficulties and in line with the objective of enhancing the attractiveness of the Union’s clearing system, the process of authorising CCPs in the Union or extending the authorisation of CCPs should therefore be simplified and should include specific timelines, while ensuring the appropriate involvement of ESMA and the college of the Union CCP concerned. First, to avoid significant, and potentially indefinite, delays, an acknowledgment of the receipt of the application should be provided swiftly and the competent authorities should thereafter assess the completeness of an application for authorisation. To ensure that legal persons established in the Union that wish to be authorised as CCPs and Union CCPs wishing to extend their authorisations submit all required documents and information with their applications, ESMA should develop draft regulatory and implementing technical standards specifying which documents are to be provided, what information those documents are to contain and in which format they are to be submitted. When preparing the draft regulatory technical standards, ESMA should take into account existing documentation requirements and practices under Regulation (EU) No 648/2012 and streamline their submission where possible in order to avoid an excessive time to market and to ensure that the information to be provided by the CCP applying for an extension of authorisation is proportional to the materiality of the change for which the CCP applies, without making the overall process unduly complex, burdensome and disproportionate. Second, to ensure an efficient and concurrent assessment of applications, legal persons established in the Union that wish to be authorised as CCPs and Union CCPs wishing to extend their authorisations should be able to submit all documents via a central database. Third, a CCP’s competent authority should, during the assessment period, coordinate and submit questions from that competent authority, ESMA or the college to the legal person established in the Union that wishes to be authorised as a CCP and Union CCPs wishing to extend their authorisations, to ensure a swift, flexible, and cooperative process for a comprehensive review. To avoid duplication and unnecessary delays, all questions and subsequent clarifications should also be shared simultaneously between the CCP’s competent authority, ESMA and the college.(28) | CTP’s uit de Unie worden geconfronteerd met uitdagingen bij het uitbreiden van hun productenassortiment voor clearingdiensten en ondervinden moeilijkheden bij het op de markt brengen van clearingdiensten voor nieuwe producten. Gezien dergelijke uitdagingen en moeilijkheden en in overeenstemming met de doelstelling om het clearingsysteem van de Unie aantrekkelijker te maken, moet het proces van de vergunningverlening aan CTP’s uit de Unie of de uitbreiding van de vergunning van CTP’s daarom, met behoud van de passende betrokkenheid van ESMA en het college van de betrokken CTP uit de Unie, worden vereenvoudigd en moet het specifieke tijdschema’s omvatten. Om aanzienlijke en mogelijk onbepaalde vertragingen te voorkomen, moet de ontvangst van die aanvraag snel bevestigd worden en moeten de bevoegde autoriteiten vervolgens de volledigheid van een vergunningsaanvraag beoordeeld worden. Om ervoor te zorgen dat in de Unie gevestigde rechtspersonen die een vergunning als CTP wensen te krijgen en CTP’s uit de Unie die hun vergunning wensen uit te breiden, alle vereiste documenten en informatie samen met hun aanvragen indienen, moet ESMA ontwerpen van technische regulerings- en uitvoeringsnormen opstellen waarin wordt gespecificeerd welke documenten moeten worden verstrekt, welke informatie die documenten moeten bevatten en in welk format zij moeten worden ingediend. Bij het opstellen van ontwerpen van technische reguleringsnormen moet ESMA rekening houden met bestaande documentatievereisten en -praktijken in het kader van Verordening (EU) nr. 648/2012 en moet zij de indiening waar mogelijk stroomlijnen om een buitensporige marktintroductietijd te voorkomen en ervoor te zorgen dat de informatie die moet worden verstrekt door de CTP die een uitbreiding van haar vergunning aanvraagt, in verhouding staat tot de materialiteit van de wijziging waarvoor de CTP de aanvraag indient, zonder het algemene proces onnodig complex, omslachtig en onevenredig te maken. Ten tweede moeten in de Unie gevestigde rechtspersonen die een vergunning als CTP’s wensen te krijgen en CTP’s uit de Unie die hun vergunning wensen uit te breiden, om voor een efficiënte en gelijktijdige beoordeling van de aanvragen te zorgen, alle documenten via een centrale databank kunnen indienen. Ten derde moet een voor een CTP bevoegde autoriteit tijdens de beoordelingsperiode vragen van die bevoegde autoriteit, ESMA of het college coördineren en voorleggen aan de in de Unie gevestigde rechtspersoon die een vergunning als CTP’s wenst te krijgen en CTP’s uit de Unie die hun vergunning wensen uit te breiden, om voor een snel, flexibel en coöperatief proces voor een alomvattende toetsing te zorgen. Om dubbel werk en onnodige vertragingen te voorkomen, moeten alle vragen en latere verduidelijkingen gelijktijdig tussen de voor de CTP bevoegde autoriteit, ESMA en het college worden gedeeld.
(29) | At present, there exists some uncertainty as to when an additional service or activity is covered by a CCP’s existing authorisation. It is necessary to address that uncertainty and to ensure proportionality when the proposed additional service or activity not covered by a CCP’s existing authorisation does not significantly increase the risks for the CCP. In such a case, the additional service or activity should not undergo the full assessment procedure, but instead benefit from an accelerated procedure. The accelerated procedure should not require a separate opinion from ESMA and the college since such a requirement would be disproportionate, but rather ESMA and the members of the college should provide input to the CCP’s competent authority on the assessment of whether the extension qualifies as falling under the accelerated procedure. In order to ensure supervisory convergence, ESMA should develop draft regulatory technical standards to further specify the conditions for the application of the accelerated procedure as well as the procedure for providing its input and the input of the college.(29) | Momenteel bestaat er onzekerheid over de vraag wanneer een aanvullende dienst of activiteit onder de bestaande vergunning van een CTP valt. Het is noodzakelijk dat die onzekerheid wordt aangepakt en evenredigheid te waarborgen wanneer de voorgestelde aanvullende dienst of activiteit die niet onder de bestaande vergunning van een CTP valt, de risico’s voor de CTP niet significant verhoogt. In een dergelijk geval dient de aanvullende dienst of activiteit niet de volledige beoordelingsprocedure te ondergaan, maar in plaats daarvan van een versnelde procedure te profiteren. De versnelde procedure dient geen afzonderlijk advies van ESMA en het college tevereisen, aangezien een dergelijk vereiste onevenredig zou zijn, maar in plaats daarvan moeten ESMA en de leden van het college aan de voor de CTP bevoegde autoriteit input verstrekken over de beoordeling van de vraag of de uitbreiding in aanmerking komt voor de versnelde procedure. Om voor convergentie bij het toezicht te zorgen, moet ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen tot nadere bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de versnelde procedure en van de procedure voor het verstrekken van haar input en de input van het college.
(30) | To alleviate the administrative burden on CCPs and competent authorities, without modifying the overall risk profile of a CCP, CCPs should be able to implement extensions of services for business-as-usual changes without an authorisation, where a CCP considers that the proposed additional service or activity would not have a material impact on its risk profile, in particular where the new clearing service or activity is very similar to the services that the CCP is already authorised to provide. To enable CCPs to swiftly implement such business-as-usual changes, CCPs should be exempted from the procedures for authorisation of the extension of activities and services in relation to such changes. CCPs should notify the competent authority and ESMA where they decide to make use of such exemption. The competent authority should review the changes implemented in the context of its annual review and evaluation process.(30) | Om de administratieve lasten voor de CTP’s en de bevoegde autoriteiten te verlichten, zonder het algemene risicoprofiel van een CTP te wijzigen, moeten CTP’s uitbreidingen van diensten voor “business as usual”-wijzigingen zonder goedkeuring toe te passen indien een CTP van mening is dat de voorgestelde aanvullende dienst of activiteit geen wezenlijk effect op haar risicoprofiel heeft, met name wanneer de nieuwe clearingdienst of -activiteit zeer vergelijkbaar is de diensten die de CTP reeds volgens haar vergunning mag leveren. Om CTP’s in staat te stellen dergelijke “business as usual”-wijzigingen snel door te voeren, moeten CTP’s worden vrijgesteld van de goedkeuringsprocedures voor de uitbreiding van activiteiten en diensten in verband met dergelijke wijzigingen. CTP’s moeten de bevoegde autoriteit en ESMA in kennis stellen wanneer zij besluiten van een dergelijke vrijstelling gebruik te maken. De bevoegde autoriteit moet de doorgevoerde wijzigingen toetsen in het kader van haar jaarlijkse proces van toetsing en evaluatie.
(31) | To ensure the consistent functioning of all colleges and to further enhance supervisory convergence, the college should be co-chaired by the national competent authority and any of the independent members of the CCP Supervisory Committee. To foster cooperation between ESMA and competent authorities, the co-chairs should jointly decide the dates of the college meetings and establish the agenda of such meetings. However, to ensure consistent decision making and that the CCP’s competent authority remains ultimately responsible, in the event of a disagreement between the co-Chairs, the final decision should, in any case, be taken by the competent authority, who should provide ESMA with a reasoned explanation of its decision.(31) | Om ervoor te zorgen dat alle colleges consistent functioneren en de convergentie bij het toezicht verder wordt versterkt, moet het college gezamenlijk worden voorgezeten door de nationale bevoegde autoriteit en een van de onafhankelijke leden van het comité voor toezicht op CTP’s. Om de samenwerking tussen ESMA en de bevoegde autoriteiten te bevorderen, moeten de medevoorzitters gezamenlijk de data van de vergaderingen van het college en de agenda van dergelijke vergaderingen vaststellen. Om echter een consistente besluitvorming te waarborgen en ervoor te zorgen dat de voor de CTP bevoegde autoriteit de eindverantwoordelijkheid blijft dragen, moet in geval van een meningsverschil tussen de medevoorzitters het definitieve besluit in elk geval worden genomen door de bevoegde autoriteit, die ESMA een met redenen omklede toelichting van haar besluit moet verstrekken.
(32) | ESMA should be able to contribute more effectively to ensuring that Union CCPs are safe, robust and competitive in providing their services throughout the Union. Therefore, ESMA should, in addition to the supervisory competences currently laid down in Regulation (EU) No 648/2012, issue an opinion to the CCP’s competent authority about a CCP’s withdrawal of authorisation except where a decision is required urgently, meaning within a period shorter than the period allocated for ESMA to provide its opinions. ESMA should also issue opinions on the review and evaluation, margin requirements and participation requirements. Competent authorities should provide explanations for any significant deviations from ESMA’s opinions and ESMA should inform its Board of Supervisors where a competent authority does not comply or does not intend to comply with ESMA’s opinion and with any conditions or recommendations included therein. The information should also include the reasons provided by the competent authority for non-compliance with ESMA’s opinion or any conditions or recommendations contained therein.(32) | ESMA moet er effectiever toe kunnen bijdragen dat CTP’s uit de Unie hun diensten veilig, robuust en concurrerend in de gehele Unie kunnen verlenen. Daarom moet ESMA, naast de thans in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde toezichtbevoegdheden, een advies aan de voor de CTP bevoegde autoriteit uitbrengen over de intrekking van een vergunning van een CTP, behalve wanneer er dringend een besluit moet worden genomen, te weten binnen een kortere termijn dan die waarover ESMA beschikt om haar adviezen uit te brengen. ESMA moet ook adviezen uitbrengen over de toetsing en evaluatie, de marginvereisten en de deelnamevereisten. De bevoegde autoriteiten moeten elke significante afwijking van de adviezen van ESMA toelichten en ESMA moet haar raad van toezichthouders in kennis stellen wanneer een bevoegde autoriteit het advies van ESMA en de daarin opgenomen voorwaarden of aanbevelingen niet in acht neemt of niet voornemens is die in acht te nemen. In de kennisgeving moeten ook de redenen worden vermeld die de bevoegde autoriteit aanvoert om het advies van ESMA of de daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen niet in acht te nemen.
(33) | To ensure the swift and efficient sharing of information and documentation under Regulation (EU) No 648/2012, to foster greater cooperation among competent authorities involved in the supervision of entities subject to that Regulation and to simplify communication between competent authorities and their supervised entities in relation to procedures mandated under that Regulation, ESMA should establish and maintain an electronic central database. All relevant competent authorities and bodies should have access to that central database for the information pertinent to their tasks and responsibilities. Similarly, entities subject to the requirements of Regulation (EU) No 648/2012 should have access to the information and documentation they submitted and any documentation addressed to them. The central database should be used to share as much information and documentation as possible, including at least the information and documentation relating to authorisations, extensions of services and model validations.(33) | Om te zorgen voor een snelle en efficiënte uitwisseling van informatie en documentatie uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012, om nauwere samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten die bij het toezicht op onder die verordening vallende entiteiten betrokken zijn, te bevorderen en om de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten en de onder hun toezicht staande entiteiten met betrekking tot de bij die verordening voorgeschreven procedures te vereenvoudigen, moet ESMA een elektronische centrale databank opzetten en bijhouden. Alle betrokken bevoegde autoriteiten en organen moeten toegang hebben tot die centrale databank voor de informatie die relevant is voor hun taken en verantwoordelijkheden. Evenzo moeten entiteiten die onderworpen zijn aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012, toegang hebben tot de informatie en documentatie die zij hebben verstrekt en tot alle aan hen gerichte documentatie. De centrale databank moet worden gebruikt om zoveel mogelijk informatie en documentatie te delen, waaronder ten minste de informatie en documentatie met betrekking tot vergunningen, uitbreidingen van diensten en validaties van modelwijzigingen.
(34) | It is necessary to ensure that CCPs comply with Regulation (EU) No 648/2012 on an ongoing basis, particularly in relation to the provision of additional clearing services or activities authorised via the accelerated procedure or exempted from authorisation as a result of the implementation of business-as-usual changes, as well as the implementation of model changes after an accelerated procedure for the validation of such a model change, as in such cases ESMA and the college do not issue separate opinions. Hence, the review conducted by the CCP’s competent authority, at least on an annual basis, should in particular consider those additional clearing services or activities and model changes. To ensure supervisory convergence and coordination between competent authorities and ESMA, and that Union CCPs are safe, robust and competitive in providing their services throughout the Union, the competent authority should, at least annually, submit its report in relation to its review and evaluation of a CCP to ESMA and the college for their opinions. ESMA’s opinion should assess the aspects covered by the competent authority’s report, which include a follow-up on the provision of services or activities by the CCP, with specific attention to accelerated procedures and business-as-usual changes, as well as the cross-border risks the CCP might be exposed to, and considering the CCP’s overall position as a clearing service provider within the Union. On-site inspections play a key role in the conduct of supervisory tasks, offering invaluable information to competent authorities. As such, they should be conducted at least once a year and, to ensure the prompt exchange of information, knowledge sharing and effective cooperation between the competent authorities and ESMA, ESMA should be informed of both planned and urgent on-site inspections, be able to request to participate in such inspections and receive any relevant information in relation to such on-site inspections, as well as a reasoned explanation for any refusal to permit ESMA to participate. In addition, to further enhance coordination between ESMA and the competent authorities, ESMA, under specific circumstances and in the context of the supervisory review and evaluation, may request an ad hoc meeting with the CCP and the competent authority concerned. The college should be informed of the outcome of such a meeting. To strengthen information sharing between the competent authorities and ESMA, the latter should also be able to request from the competent authorities the information it needs to carry out its tasks in the context of the supervisory review and evaluation.(34) | Het is zaak ervoor te zorgen CTP’s doorlopend aan Verordening (EU) nr. 648/2012 voldoen, met name met betrekking tot de verrichting van aanvullende clearingdiensten of -activiteiten waarvoor via de versnelde procedure een vergunning is verleend of die van een vergunning zijn vrijgesteld als gevolg van het doorvoeren van “business as usual”-wijzigingen alsook het doorvoeren van modelwijzigingen na een versnelde procedure voor de validatie van een dergelijke modelwijziging, aangezien ESMA en het college in dergelijke gevallen geen afzonderlijke adviezen uitbrengen. Daarom moet de toetsing die door de voor de CTP bevoegde autoriteit ten minste jaarlijks wordt uitgevoerd, in het bijzonder betrekking hebben op die nieuwe clearingdiensten of -activiteiten en modelwijzigingen. Met het oog op convergentie van het toezicht en coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten en ESMA en om ervoor te zorgen dat CTP’s uit de Unie hun diensten in de gehele Unie veilig, robuust en concurrerend kunnen aanbieden, moet de bevoegde autoriteit ten minste jaarlijks haar verslag over haar toetsing en evaluatie van een CTP voor advies voorleggen aan ESMA en het college. In het advies van ESMA moet een beoordeling worden gemaakt van de aspecten waarop het verslag van de bevoegde autoriteit betrekking heeft, waaronder een follow-up van de verrichting van diensten of activiteiten door de CTP, met bijzondere aandacht voor versnelde procedures en “business as usual”-wijzigingen, alsook de grensoverschrijdende risico’s waaraan de CTP zou kunnen worden blootgesteld, rekening houdend met de algemene positie van de CTP als aanbieder van clearingdiensten in de Unie. Inspecties ter plaatse spelen een sleutelrol bij de uitvoering van toezichttaken en bieden de bevoegde autoriteiten informatie van onschatbare waarde. Daarom moeten die ten minste eenmaal per jaar worden uitgevoerd en, met het oog op een snelle uitwisseling van informatie, kennisdeling en doeltreffende samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en ESMA, moet ESMA in kennis worden gesteld van zowel geplande als dringende inspecties ter plaatse, moet zij kunnen verzoeken om aan dergelijke inspecties deel te nemen en moet zij alle relevante informatie in verband met dergelijke inspecties ter plaatse kunnen ontvangen, alsook een gemotiveerde verklaring voor een weigering om ESMA deel te laten nemen. Bovendien kan ESMA, om de coördinatie tussen ESMA en de bevoegde autoriteiten verder te verbeteren, in specifieke omstandigheden en in het kader van de toetsing en evaluatie door de toezichthouder verzoeken om een ad-hocvergadering met de CTP en de betrokken bevoegde autoriteit. Het college moet in kennis worden gesteld van het resultaat van een dergelijke vergadering. Om de informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten en ESMA te versterken, moet ESMA bij de bevoegde autoriteiten ook de informatie kunnen opvragen die zij nodig heeft om haar taken in het kader van de toetsing en evaluatie door de toezichthouder uit te voeren.
(35) | ESMA should have the means to identify potential risks to the financial stability of the Union. ESMA should therefore, in cooperation with the ESRB, EBA, EIOPA, and the European Central Bank (ECB) in the framework of the tasks concerning the prudential supervision of credit institutions within the single supervisory mechanism conferred upon it in accordance with Council Regulation (EU) No 1024/2013 (15), identify the interconnections and interdependencies between different CCPs and legal persons, including, to the extent possible, shared clearing members, clients and indirect clients, shared material service providers, shared material liquidity providers, cross-collateral arrangements, cross-default provisions and cross-CCP netting, cross-guarantee agreements and risks transfers and back-to-back trading arrangements.(35) | ESMA moet over de middelen beschikken om potentiële risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie in kaart te brengen. ESMA dient derhalve, in samenwerking met het ESRB, EBA, Eiopa en de Europese Centrale Bank (ECB) in het kader van de haar overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (15) opgedragen taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme, de verwevenheden en onderlinge afhankelijkheden in kaart te brengen tussen verschillende CTP’s en rechtspersonen, waaronder, voor zover mogelijk, gedeelde clearingleden, cliënten en indirecte cliënten, gedeelde verleners van wezenlijke diensten, gedeelde verschaffers van wezenlijke liquiditeit, kruiselingse zekerheidsregelingen, kruiselingse wanbetalingsbepalingen en salderingsregelingen tussen CTP’s, kruiselingse garantieovereenkomsten en risico-overdrachten, alsook back-to-back handelsregelingen.
(36) | The central banks of issue of the Union currencies of the financial instruments cleared by authorised CCPs that have requested membership of the CCP Supervisory Committee are non-voting members of the CCP Supervisory Committee. They only participate in its meetings for Union CCPs in the context of discussions about the Union-wide assessments of the resilience of Union CCPs to adverse market developments and relevant market developments. Contrary to their involvement in the supervision of third-country CCPs, central banks of issue are thus insufficiently involved in supervisory matters for Union CCPs that are of direct relevance to the conduct of monetary policy and the smooth operation of payments systems, which leads to insufficient consideration of cross-border risks. It is therefore appropriate that those central banks of issue are able to attend as non-voting members all meetings of the CCP Supervisory Committee when it convenes for Union CCPs.(36) | De centrale banken van uitgifte van de ’EU-valuta’s waarin de door CTP’s met een vergunning geclearde financiële instrumenten luiden, die het lidmaatschap van het comité voor toezicht op CTP’s hebben aangevraagd, zijn niet-stemgerechtigde leden van het comité voor toezicht op CTP’s. Zij nemen alleen deel aan vergaderingen over CTP’s uit de Unie bij besprekingen over de Uniewijde beoordelingen van de veerkracht van CTP’s uit de Unie ten opzichte van ongunstige en relevante marktontwikkelingen. Anders dan in het kader van het toezicht op CTP’s uit derde landen, zijn de centrale banken van uitgifte dus onvoldoende betrokken bij toezichtzaken met betrekking tot CTP’s uit de Unie die van direct belang zijn voor het te voeren monetair beleid en de soepele werking van betalingssystemen, hetgeen ertoe leidt dat onvoldoende rekening wordt gehouden met grensoverschrijdende risico’s. Het is dan ook passend dat die centrale banken van uitgifte als niet-stemgerechtigde leden alle vergaderingen van het comité voor toezicht op CTP’s kunnen bijwonen wanneer dit comité bijeenkomt voor CTP’s uit de Unie.
(37) | To enhance the ability of Union bodies to have a comprehensive overview of market developments relevant for clearing in the Union, to monitor the implementation of certain clearing related requirements of Regulation (EU) No 648/2012 and to collectively discuss the potential risks arising from the interconnectedness of different financial actors and other issues related to the financial stability, it is necessary to establish a cross-sectoral monitoring mechanism bringing together the relevant Union bodies involved in the supervision of Union CCPs, clearing members and clients (Joint Monitoring Mechanism). The Joint Monitoring Mechanism should be managed and chaired by ESMA as the authority involved in the supervision of Union CCPs and supervising systemically important third-country CCPs. Other participants should include representatives of the Commission, EBA, EIOPA, the ESRB, the central banks of issue of the currencies in which the contracts belonging to clearing services of substantial systemic importance are denominated, national competent authorities, and the ECB in the framework of the tasks concerning the prudential supervision of credit institutions within the single supervisory mechanism conferred upon it in accordance with Regulation (EU) No 1024/2013.(37) | Om de organen van de Unie beter in staat te stellen een alomvattend overzicht te krijgen van de marktontwikkelingen die relevant zijn voor clearing in de Unie, toe te zien op de uitvoering van bepaalde clearinggerelateerde vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 en collectieve besprekingen te voeren over de potentiële risico’s die voortvloeien uit de verwevenheid van verschillende financiële actoren en andere kwesties in verband met de financiële stabiliteit, is het noodzakelijk een sectoroverschrijdend monitoringmechanisme in te stellen waarin de relevante organen van de Unie die betrokken zijn bij het toezicht op CTP’s uit de Unie, clearingleden en cliënten, worden samengebracht (gezamenlijk monitoringmechanisme). Het gezamenlijk monitoringmechanisme moet worden beheerd en voorgezeten door ESMA als autoriteit die betrokken is bij het toezicht op CTP’s uit de Unie en op systeemrelevante CTP’s uit derde landen. Andere deelnemers dienen onder meer vertegenwoordigers van de Commissie, EBA, Eiopa, het ESRB, de centrale banken van uitgifte van de valuta’s waarin de tot clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang behorende contracten luiden, de nationale bevoegde autoriteiten en de ECB te omvatten, die van de ECB in het kader van de taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme dat haar overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 is toevertrouwd.
(38) | To inform future policy decisions, ESMA, in cooperation with the other participants in the Joint Monitoring Mechanism, should submit an annual report to the European Parliament, the Council and the Commission on the results of their activities. ESMA can institute a breach of Union law procedure pursuant to Regulation (EU) No 1095/2010 where, on the basis of the information received as part of the Joint Monitoring Mechanism and following the discussions held therein, ESMA considers that competent authorities fail to ensure clearing members’ and clients’ compliance with the requirement to clear at least a defined number of identified contracts at accounts at Union CCPs, or where ESMA identifies a risk to the financial stability of the Union due to an alleged breach or non-application of Union law. Before instituting such a breach of Union law procedure, ESMA can issue guidelines and recommendations pursuant to Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010. Where, on the basis of the information received as part of the Joint Monitoring Mechanism and following the discussions held therein, ESMA considers that compliance with the requirement to clear at least a defined number of identified contracts at accounts at Union CCPs does not effectively ensure the reduction of Union clearing members’ and clients’ excessive exposure to Tier 2 CCPs, it should review and propose amending the relevant Commission delegated act specifying further that requirement and proposing to set, where necessary, an appropriate adaptation period.(38) | Om informatie voor toekomstige beleidsbeslissingen te verstrekken, moet ESMA, in samenwerking met de andere deelnemers aan het gezamenlijk monitoringmechanisme, jaarlijks verslag uitbrengen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de resultaten van hun activiteiten. ESMA kan op grond van Verordening (EU) nr. 1095/2010 een procedure wegens inbreuk op het Unierecht inleiden wanneer ESMA, op basis van de in het kader van het gezamenlijk monitoringmechanisme ontvangen informatie en na de daarin gevoerde besprekingen, van oordeel is dat de bevoegde autoriteiten er niet voor zorgen dat clearingleden en cliënten voldoen aan het vereiste om ten minste een bepaald aantal de geïdentificeerde contracten op rekeningen bij CTP’s uit de Unie te clearen, of wanneer ESMA een risico voor de financiële stabiliteit van de Unie vaststelt wegens een vermeende inbreuk op of niet-toepassing van het Unierecht. Alvorens een dergelijke procedure wegens schending van het Unierecht in te leiden, kan ESMA op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren en aanbevelingen uitvaardigen. Indien ESMA, op basis van de in het kader van het gezamenlijk monitoringmechanisme ontvangen informatie en na de daarin gevoerde besprekingen, van oordeel is dat de naleving van het vereiste om ten minste een bepaald aantal geïdentificeerde contracten op rekeningen bij CTP’s uit de Unie te clearen, niet tot een effectieve vermindering van de buitensporige blootstelling van clearingleden en cliënten uit de Unie aan tier 2-CTP’s leidt, moet zij de betrokken gedelegeerde handeling van de Commissie evalueren en voorstellen tot wijziging indienen om dit vereiste nader te specificeren en, indien nodig, een passende aanpassingsperiode voorstellen.
(39) | The 2020 market turmoil as a result of the COVID-19 pandemic and the 2022 high prices on energy wholesale markets following Russia’s unprovoked and unjustified war of aggression against Ukraine showed that, while it is essential for competent authorities to cooperate and exchange information to address ensuing risks when events with a cross-border impact emerge, ESMA still lacks the necessary tools to ensure such coordination and a convergent approach at Union level. ESMA should therefore be empowered to act in an emergency situation at one or more CCPs that has or is likely to have destabilising effects on cross-border markets. In such emergency situations, ESMA should be entrusted with a coordination role between competent authorities, colleges and resolution authorities in order to build a coordinated response. ESMA should be able to convene meetings of the CCP Supervisory Committee, either on its own initiative or upon request, potentially with an enlarged composition, to coordinate effectively competent authorities’ responses in emergency situations. ESMA should also be able to request information from relevant competent authorities where necessary for ESMA to perform its coordination function in those situations and for ESMA to be able to issue recommendations to the competent authority, and ESMA should be able to request such information directly from the CCP or market participants where the competent authority does not provide answers within the appropriate timeframe. The role of ESMA in emergency situations should be without prejudice to the final responsibility of the CCP’s competent authority to take supervisory decisions in respect of the CCP it supervises, including emergency measures. It is also essential that college members are able to forward the information they receive in an emergency situation to the public bodies, including ministries, responsible for the financial stability of their markets.(39) | De marktturbulentie van 2020 als gevolg van de COVID-19-pandemie en de hoge prijzen van 2022 op de groothandelsmarkten voor energie na de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde agressie van Rusland tegen Oekraïne hebben aangetoond dat het weliswaar van essentieel belang is dat de bevoegde autoriteiten samenwerken en informatie uitwisselen om de daaruit voortvloeiende risico’s aan te pakken wanneer zich gebeurtenissen met grensoverschrijdende gevolgen voordoen, maar dat ESMA nog steeds niet over de nodige instrumenten beschikt om voor een dergelijke coördinatie en een convergente aanpak op Unieniveau te zorgen. De ESMA moet daarom de bevoegdheid krijgen om in een noodsituatie op te treden bij een of meer CTP’s die een destabiliserend effect op grensoverschrijdende markten heeft of waarschijnlijk een destabiliserend effect op grensoverschrijdende markten zal hebben. In dergelijke noodsituaties moet ESMA een coördinerende rol tussen de bevoegde autoriteiten, colleges en afwikkelingsautoriteiten worden toebedeeld om een gecoördineerde respons te ontwikkelen. ESMA moet in staat worden gesteld om op eigen initiatief of op verzoek vergaderingen van het comité voor toezicht op CTP’s bijeen te roepen, eventueel met een uitgebreide samenstelling, om de reacties van de bevoegde autoriteiten in noodsituaties effectief te coördineren. ESMA moet ook informatie van de betrokken bevoegde autoriteiten kunnen opvragen als dat nodig is om haar coördinatiefunctie in die situaties te vervullen en om aanbevelingen aan de bevoegde autoriteit te kunnen doen, en ESMA moet dergelijke informatie rechtstreeks bij de CTP of marktdeelnemers kunnen opvragen indien de bevoegde autoriteit niet binnen de passende termijn antwoorden verstrekt. De rol van ESMA in noodsituaties dient geen afbreuk te doen aan de eindverantwoordelijkheid van de voor de CTP bevoegde autoriteit om toezichtbesluiten te nemen ten aanzien van de CTP waarop zij toezicht houdt, met inbegrip van noodmaatregelen. Het is ook van essentieel belang dat leden van het college de informatie die zij in een noodsituatie ontvangen, kunnen doorgeven aan de overheidsorganen, waaronder ministeries, die verantwoordelijk zijn voor de financiële stabiliteit van hun markten.
(40) | To reduce the burden on CCPs and ESMA, it should be clarified that where ESMA undertakes a review of a third-country CCP’s recognition, that third-country CCP should not be obliged to submit a new application for recognition. It should, however, provide ESMA with all information necessary for such review. Consequently, ESMA’s review of a third-country CCP’s recognition should not be treated as a new recognition of that third-country CCP.(40) | Om de lasten voor CTP’s en ESMA te verminderen, moet worden verduidelijkt dat wanneer ESMA de erkenning van een CTP uit een derde land toetst, die CTP uit het derde land niet verplicht dient te worden een nieuwe erkenningsaanvraag in te dienen. Die CTP moet ESMA echter alle informatie verstrekken die voor die toetsing nodig is. De toetsing van de erkenning van een CTP uit een derde land door ESMA moet derhalve niet worden behandeld als een nieuwe erkenning van die CTP uit een derde land.
(41) | The Commission should be able, when adopting an equivalence decision, to waive the requirement for that third country to have an effective equivalent system for the recognition of third-country CCPs. In considering whether such an approach would be proportionate, the Commission might consider a range of different factors, including compliance with the Principles for financial market infrastructures published by the Committee on Payments and Market Infrastructures and the International Organization of Securities Commissions, the size of the third-country CCPs established in that jurisdiction and, where known, the expected activity in those third-country CCPs by clearing members and trading venues established in the Union.(41) | De Commissie moet, bij de vaststelling van een gelijkwaardigheidsbesluit, kunnen afzien van het vereiste dat het betrokken derde land over een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP’s uit derde landen moet beschikken. Bij de beoordeling of een dergelijke aanpak evenredig is, zou de Commissie verschillende factoren in overweging kunnen nemen, waaronder naleving van de beginselen voor financiëlemarktinfrastructuren die zijn gepubliceerd door het comité voor betalingen en marktinfrastructuren en de Internationale Organisatie van effectentoezichthouders, de omvang van de in die jurisdictie gevestigde CTP’s uit derde landen en, voor zover bekend, de verwachte activiteit bij die CTP’s uit derde landen door in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms.
(42) | To ensure that cooperation arrangements between ESMA and the relevant competent authorities of third countries are proportionate, such arrangements should take into consideration a range of different aspects, including the categorisation of third-country CCPs as Tier 1 or Tier 2 CCPs, the specific features of the scope of services provided, or intended to be provided, within the Union, whether those services entail specific risks to the Union or to one or more of its Member States, as well as adherence of the third-country CCPs to international standards. The cooperation arrangements between ESMA and the relevant competent authorities of third countries should therefore reflect the degree of risk that CCPs established in a third country potentially present to the financial stability of the Union or of one or more of its Member States.(42) | Om ervoor te zorgen dat de samenwerkingsregelingen tussen ESMA en de betrokken bevoegde autoriteiten van derde landen evenredig zijn, moeten dergelijke regelingen rekening houden met een reeks verschillende aspecten, waaronder de indeling van CTP’s uit derde landen als tier 1- of tier 2-CTP’s, de specifieke kenmerken van de typen diensten die binnen de Unie worden of zullen worden verricht, de vraag of die diensten specifieke risico’s voor de Unie of voor een of meer van haar lidstaten met zich meebrengen, en de naleving van internationale normen door de CTP’s uit derde landen. De samenwerkingsregelingen tussen ESMA en de betrokken bevoegde autoriteiten van derde landen moeten dan ook het risico weerspiegelen dat de in een derde land gevestigde CTP’s potentieel voor de financiële stabiliteit van de Unie of van een of meer van haar lidstaten vormen.
(43) | ESMA should therefore tailor its cooperation arrangements to different third-country jurisdictions based on the CCPs established in a given jurisdiction. In particular, Tier 1 CCPs cover a wide range of CCP profiles so ESMA should ensure that a cooperation arrangement is proportionate to the CCPs established in each third-country jurisdiction. More specifically, ESMA should consider, amongst others, the liquidity of the markets concerned, the degree to which CCPs’ clearing activities are denominated in euro or other Union currencies and the extent to which Union entities use the services of such CCPs. Considering that the vast majority of Tier 1 CCPs provide clearing services to a limited extent to clearing members and trading venues established in the Union and might clear products that are not within the scope of Regulation (EU) No 648/2012, ESMA’s scope of assessment and information to be requested should also be limited in all of those jurisdictions. To limit information requests for Tier 1 CCPs, a pre-defined range of information should in principle be requested by ESMA annually. Where the risks from a Tier 1 CCP or jurisdiction are potentially greater, additional requests, at least on quarterly basis, and a wider scope of information requested would be justified. Cooperation arrangements should be tailored to reflect such a differentiation in the risk profile of different Tier 1 CCPs and should include provisions that organise an appropriate framework for the exchange of information. However, any cooperation arrangements in place when this Regulation enters into force should not be required to be adjusted unless the relevant third-country authorities so request.(43) | ESMA moet daarom haar samenwerkingsregelingen afstemmen op de verschillende jurisdicties van derde landen op basis van de in een bepaalde jurisdictie gevestigde CTP’s. Met name tier 1-CTP’s bestrijken een breed scala aan CTP-profielen, zodat ESMA ervoor moet zorgen dat een samenwerkingsregeling evenredig is aan de in elke jurisdictie van een derde land gevestigde CTP’s. Meer in het bijzonder moet ESMA onder meer rekening houden met de liquiditeit van de betrokken markten, de mate waarin de clearingactiviteiten van CTP’s in euro of andere Unievaluta’s luiden en de mate waarin entiteiten uit de Unie van de diensten van die CTP’s gebruikmaken. Aangezien de overgrote meerderheid van de tier 1-CTP’s in beperkte mate clearingdiensten verricht voor in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms en producten zou kunnen clearen die niet binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 648/2012 vallen, moeten de reikwijdte van de door ESMA uit te voeren beoordeling en op te vragen informatie in al die jurisdicties ook beperkt blijven. Om de informatieverzoeken aan tier 1-CTP’s te beperken, moet ESMA in beginsel jaarlijks een vooraf bepaalde reeks gegevens opvragen. Wanneer de risico’s van een tier 1-CTP’s of een jurisdictie potentieel groter zijn, zouden aanvullende, ten minste driemaandelijkse, verzoeken en een breder scala aan te verstrekken informatie gerechtvaardigd zijn. De samenwerkingsregelingen moeten worden afgestemd op een dergelijke differentiatie in het risicoprofiel van de verschillende tier 1-CTP’s en moeten bepalingen bevatten die een passend kader voor de uitwisseling van informatie organiseren. Samenwerkingsregelingen die bij de inwerkingtreding van deze verordening reeds van kracht zijn, hoeven echter niet te worden aangepast, tenzij de betrokken autoriteiten van het derde land daarom verzoeken.
(44) | Where a CCP is recognised as a Tier 2 CCP under Article 25(2b) of Regulation (EU) No 648/2012, considering that those CCPs are of systemic importance for the Union or for one or more of its Member States, the cooperation arrangements between ESMA and the relevant third-country authorities should cover the exchange of information for a broader range of information and with increased frequency. In that case, the cooperation arrangements should also entail procedures to ensure that such a Tier 2 CCP is supervised pursuant to Article 25 of that Regulation. ESMA should ensure it can obtain all information necessary to fulfil its duties under Regulation (EU) No 648/2012, including information necessary to ensure compliance with Article 25(2b) of that Regulation and to ensure that information is shared where a CCP has been granted, partially or fully, comparable compliance. To enable ESMA to carry out full and effective supervision of Tier 2 CCPs, it should be clarified that those CCPs are to provide ESMA with information periodically.(44) | Wanneer een CTP overeenkomstig artikel 25, lid 2 ter, van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt erkend als tier 2-CTP, moeten de samenwerkingsregelingen tussen ESMA en de betrokken autoriteiten van het derde land, aangezien de betreffende CTP’s voor de Unie of voor een of meer van haar lidstaten van systeemrelevant belang zijn, betrekking hebben op uitwisseling van informatie voor een breder scala aan informatie en met een hogere frequentie. In dat geval moeten de samenwerkingsregelingen ook procedures bevatten die ervoor zorgen dat een dergelijke tier 2-CTP onder toezicht wordt gehouden op grond van artikel 25 van die verordening. ESMA moet ervoor zorgen dat zij alle informatie kan verkrijgen die nodig is om haar taken uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012 te vervullen, waaronder informatie die nodig is om te zorgen voor de naleving van artikel 25, lid 2 ter, van die verordening en om ervoor te zorgen dat informatie wordt gedeeld wanneer aan een CTP geheel of gedeeltelijk vergelijkbare conformiteit is toegestaan. Om ESMA in staat te stellen volledig en effectief toezicht op tier 2-CTP’s uit te oefenen, moet worden verduidelijkt dat die CTP’s ESMA periodiek informatie moeten verstrekken.
(45) | ESMA should also, where comparable compliance is granted, regularly assess the continued compliance by Tier 2 CCPs with the conditions for their recognition through comparable compliance, by monitoring CCPs’ compliance with the requirements set out in Article 16 and Titles IV and V under Commission Delegated Regulation (EU) 2020/1304 (16). In undertaking that assessment, ESMA should, in addition to receiving the relevant information and confirmations from the Tier 2 CCPs, cooperate and agree on administrative procedures with the third-country authority to ensure that ESMA has the relevant information to monitor that the conditions for comparable compliance are complied with and, to the extent possible, reduce the administrative and regulatory burden for those Tier 2 CCPs.(45) | Wanneer vergelijkbare naleving is toegestaan, moet ESMA ook regelmatig beoordelen of tier 2-CTP’s nog voldoen aan de voorwaarden voor hun erkenning middels vergelijkbare naleving, door de naleving door CTP’s van de vereisten als bedoeld in artikel 16 en titels IV en V van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1304 van de Commissie (16) te monitoren. Bij het verrichten van die beoordeling moet ESMA niet alleen de relevante informatie en bevestigingen van de tier 2-CTP’s verkrijgen, maar ook met de autoriteit van het derde land samenwerken en tot overeenstemming komen over administratieve procedures, om ervoor te zorgen dat ESMA over de relevante informatie beschikt om erop toe te zien dat de voorwaarden voor vergelijkbare naleving worden nageleefd en om, voor zover mogelijk, de administratieve lasten en de regelgevingsdruk voor die tier 2-CTP’s te verminderen.
(46) | To ensure that ESMA is also informed about how a Tier 2 CCP is prepared for and can mitigate and recover from financial distress, the cooperation arrangements should include the right for ESMA to be consulted in the preparation and assessment of recovery plans and in the preparation of resolution plans, as well as the right for ESMA to be informed where a Tier 2 CCP establishes a recovery plan or where a third-country authority establishes resolution plans. ESMA should also be informed of the aspects relevant for the financial stability of the Union, or of one or more of its Member States, and on how individual clearing members and, to the extent known, clients and indirect clients, could be materially affected by the implementation of such recovery plans or resolution plans. The cooperation arrangements should also specify that ESMA is to be informed when a Tier 2 CCP intends to activate its recovery plan or where the third-country authorities have determined that there are indications of an emerging crisis situation that could affect the operations of the CCP, its ability to provide clearing services, or where the third-country authorities envisage taking a resolution action in the near future.(46) | Om ervoor te zorgen dat ESMA ook wordt geïnformeerd over de wijze waarop een tier 2-CTP voorbereid is op financiële moeilijkheden, deze kan beperken en hiervan kan herstellen, moeten de samenwerkingsregelingen het recht van ESMA omvatten om te worden geraadpleegd bij de opstelling en beoordeling van herstelplannen en bij de voorbereiding van afwikkelingsplannen, alsook het recht voor ESMA om te worden geïnformeerd wanneer een tier 2-CTP een herstelplan opstelt of wanneer een autoriteit van een derde land afwikkelingsplannen opstelt. ESMA moet ook worden geïnformeerd over de aspecten die relevant zijn voor de financiële stabiliteit van de Unie of van een of meer van haar lidstaten, en over de wijze waarop individuele clearingleden, en voor zover bekend cliënten en indirecte cliënten, materieel zouden kunnen worden getroffen door de uitvoering van dergelijke herstelplannen of afwikkelingsplannen. De samenwerkingsregelingen moeten ook specificeren dat ESMA in kennis moet worden gesteld wanneer een tier 2-CTP voornemens is haar herstelplan te activeren of wanneer de autoriteiten van een derde land hebben vastgesteld dat er aanwijzingen zijn voor een opkomende crisissituatie die gevolgen kan hebben voor de activiteiten van de CTP of haar vermogen om clearingdiensten te verrichten, of wanneer de autoriteiten van het derde land overwegen om in de nabije toekomst een afwikkelingsmaatregel te nemen.
(47) | ESMA should be able to withdraw the recognition of a third-country CCP where that third-country CCP has seriously and systematically infringed any of the applicable requirements laid down in Regulation (EU) No 648/2012, including the submission to ESMA of information pertaining to the recognition of that third-country CCP, the payment of fees to ESMA or the answer to ESMA’s requests for information necessary for ESMA to carry out its duties in respect of third-country CCPs, and has not taken the remedial action requested by ESMA within an appropriately set timeframe.(47) | ESMA moet de erkenning van een CTP uit een derde land kunnen intrekken als die CTP uit een derde land ernstig en systematisch inbreuk heeft gepleegd op een van de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde toepasselijke vereisten, waaronder de indiening bij ESMA van informatie over de erkenning van die CTP uit een derde land, de betaling van vergoedingen aan ESMA of het beantwoorden van verzoeken van ESMA om informatie die ESMA nodig heeft om haar taken met betrekking tot CTP’s uit derde landen uit te voeren, en de door ESMA gevraagde corrigerende maatregelen niet binnen een door ESMA vastgestelde passende tijdsbestek heeft genomen.
(48) | To mitigate potential risks for the financial stability of the Union, CCPs and clearing houses should not be able to be clearing members of other CCPs nor should CCPs be able to accept other CCPs or clearing houses as clearing members or indirect clearing members. Market participants currently operating under such arrangements should be required to find other ways to centrally clear. Such a prohibition should not impact interoperability arrangements, which are regulated under Title V of Regulation (EU) No 648/2012 and arrangements entered into for the purpose of a CCP undertaking its investment policy in accordance with that Regulation, such as sponsored memberships or direct access to cleared repo markets between CCPs. To provide sufficient time for adaptation, existing arrangements should be phased out within two years from the date of entry into force of this Regulation. Market participants and authorities should explore different solutions, including setting up interoperability arrangements.(48) | Om potentiële risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie te beperken, dient het niet mogelijk te zijn voor CTP’s en clearinginstellingen om clearinglid van andere CTP’s te zijn, noch ’om andere CTP’s of clearinginstellingen als clearinglid of indirect clearinglid te aanvaarden. Marktdeelnemers die momenteel in het kader van dergelijke regelingen werken, moeten worden verplicht om andere manieren te vinden om centraal te clearen. Een dergelijk verbod dient geen gevolgen te hebben voor interoperabiliteitsregelingen, die worden geregeld door titel V van Verordening (EU) nr. 648/2012, en regelingen die zijn getroffen opdat een CTP haar beleggingsbeleid in overeenstemming met die verordening uitvoert, zoals gesponsorde lidmaatschappen of rechtstreekse toegang tot geclearde repomarkten tussen CTP’s. Om voldoende tijd voor aanpassing te bieden, moeten de bestaande regelingen binnen twee jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden uitgefaseerd. Marktdeelnemers en autoriteiten moeten verschillende oplossingen onderzoeken, waaronder het opzetten van interoperabiliteitsregelingen.
(49) | Regulation (EU) No 648/2012 should apply to interoperability arrangements for all types of financial and non-financial instruments, such as derivative contracts, in addition to money-market instruments and transferable securities as defined in Directive 2014/65/EU of the European Parliament and of the Council (17). ESMA, after consulting the members of the ESCB and the ESRB, should therefore develop draft regulatory technical standards to ensure consistent, efficient and effective assessments of interoperability arrangements.(49) | Verordening (EU) nr. 648/2012 moet van toepassing zijn op interoperabiliteitsregelingen voor alle soorten financiële en niet-financiële instrumenten, zoals derivatencontracten, naast geldmarktinstrumenten en effecten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (17). ESMA moet daarom, na raadpleging van de leden van het ESCB en het ESRB, ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkelen om voor consistente, doeltreffende en doelmatige beoordelingen van interoperabiliteitsregelingen te zorgen.
(50) | To ensure the supervisory framework for Union CCPs results in safe and resilient CCPs, and is built on cooperation between the CCP’s competent authority and ESMA, the results of independent audits should be communicated to the board of the CCP and also be made available to ESMA and the CCP’s competent authority. In addition, both ESMA and the CCP’s competent authority should be able to request to attend the CCP’s risk committee meetings in a non-voting capacity and be informed of the activities and decisions of that risk committee. ESMA should also promptly receive any decisions in which the board of the CCP decides not to follow the advice of the risk committee, as well as the CCP’s explanation for such decisions.(50) | Om ervoor te zorgen dat het toezichtskader voor CTP’s uit de Unie resulteert in veilige en veerkrachtige CTP’s en gebaseerd is op samenwerking tussen de voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA, moeten de resultaten van onafhankelijke audits worden meegedeeld aan de raad van de CTP en ook ter beschikking worden gesteld van ESMA en de voor de CTP bevoegde autoriteit. Bovendien moeten zowel ESMA als de voor de CTP bevoegde autoriteit kunnen verzoeken om zonder stemrecht vergaderingen van het risicocomité te mogen bijwonen en worden geïnformeerd over de werkzaamheden en besluiten van dat risicocomité. ESMA moet ook onverwijld alle besluiten ontvangen waarin de raad van de CTP besluit het advies van het risicocomité niet te volgen alsmede de motivering van de CTP voor dergelijke besluiten.
(51) | Recent events of extreme volatility on commodity markets illustrate the fact that non-financial counterparties do not have the same access to liquidity as financial counterparties. Therefore, non-financial counterparties should only be allowed to offer client clearing services to non-financial counterparties belonging to the same group. Where a CCP has accepted or intends to accept non-financial counterparties as clearing members, that CCP should ensure that non-financial counterparties are able to demonstrate that they can fulfil the margin requirements and provide default funds contributions, including in stressed conditions. Given that non-financial counterparties are not subject to the same prudential requirements and liquidity safeguards as financial counterparties, direct access of non-financial counterparties to CCPs should be monitored by the competent authorities of CCPs accepting them as clearing members. The competent authority of the CCP should report to ESMA and the college on a regular basis on the products cleared by non-financial counterparties, the overall exposure and any identified risks. This Regulation does not aim to restrict the ability of non-financial counterparties to become direct clearing members of a CCP in a prudentially sound manner.(51) | Recente voorvallen van extreme volatiliteit op de grondstoffenmarkten illustreren het feit dat niet-financiële tegenpartijen niet dezelfde toegang tot liquiditeit hebben als financiële tegenpartijen. Het dient niet-financiële tegenpartijen daarom alleen te worden toegestaan dat zij clearingdiensten aanbieden aan niet-financiële tegenpartijen die tot dezelfde groep behoren. Wanneer een CTP niet-financiële tegenpartijen als clearinglid aanvaard heeft of voornemens is te aanvaarden, moet die CTP zich ervan vergewissen dat niet-financiële tegenpartijen kunnen aantonen dat zij de marginvereisten kunnen nakomen en de bijdragen aan het wanbetalingsfonds kunnen betalen, ook in moeilijke omstandigheden. Aangezien niet-financiële tegenpartijen niet aan dezelfde prudentiële vereisten en liquiditeitswaarborgen zijn onderworpen als financiële tegenpartijen, moet directe toegang van niet-financiële tegenpartijen tot CTP’s die hen als clearinglid aanvaarden worden gemonitord door de voor CTP’s bevoegde autoriteiten. De voor de CTP bevoegde autoriteit moet regelmatig aan ESMA en het college rapporteren over de door niet-financiële tegenpartijen geclearde producten, de totale blootstelling en eventuele geïdentificeerde risico’s. Deze verordening heeft niet tot doel het vermogen van niet-financiële tegenpartijen om op prudentieel verantwoorde wijze directe clearingleden van een CTP te worden, te beperken.
(52) | To ensure that clients and indirect clients have better visibility and predictability of margin calls, and thus further develop their liquidity management strategies, clearing members and clients providing clearing services should ensure transparency towards their clients. Due to their provision of clearing services and their professional experience with central clearing and liquidity management, clearing members are best placed to communicate in a clear and transparent manner to clients how margin models work, including in stress events, and the implications such events can have on the margins clients are requested to post, including any additional margin clearing members themselves might request from their clients. A better understanding of margin models can improve clients’ ability to reasonably predict margin calls and prepare themselves for collateral requests, particularly in stress events. In order to ensure that clearing members are able to provide effectively the required levels of transparency on margin calls and CCP margin models to their clients, CCPs should also provide them with the information needed. ESMA, in consultation with EBA and the ESCB, should further specify the scope and format of the exchange of information between CCPs and clearing members and between clearing members and their clients.(52) | Om ervoor te zorgen dat cliënten en indirecte cliënten een betere zichtbaarheid en voorspelbaarheid van margeopvragingen hebben, en op basis hiervan hun strategieën voor liquiditeitsbeheer verder kunnen ontwikkelen, moeten clearingleden en cliënten die clearingdiensten verlenen, zorgen voor transparantie in de richting van hun cliënten. Doordat zij clearingdiensten verrichten en door hun professionele ervaring met centrale clearing en liquiditeitsbeheer zijn clearingleden het best in staat om cliënten op duidelijke en transparante wijze uit te leggen hoe marginmodellen werken, ook in probleemsituaties, en welke gevolgen dergelijke situaties kunnen hebben voor de margins die cliënten moeten storten, met inbegrip van eventuele aanvullende margins die clearingleden zelf van hun cliënten zouden kunnen vragen. Een beter begrip van de marginmodellen kan cliënten beter in staat stellen margeopvragingen redelijkerwijs te voorspellen en zich voor te bereiden op verzoeken om zekerheidstelling, met name in probleemsituaties. Teneinde te garanderen dat clearingleden hun cliënten doeltreffend de vereiste niveaus van transparantie kunnen bieden met betrekking tot margeopvragingen en marginmodellen van CTP’s, moeten CTP’s hun alle informatie verschaffen die zij nodig hebben. ESMA moet, in overleg met EBA en het ESCB, het toepassingsgebied en format van de informatie-uitwisseling tussen CTP’s en clearingleden en tussen clearingleden en hun cliënten nader specificeren.
(53) | To ensure that margin models reflect current market conditions, CCPs should not only regularly but also continuously revise the level of their margins taking into account any potentially procyclical effects of such revisions. When calling and collecting margins on an intraday basis, CCPs should further consider the potential impact of their intraday margin collections and payments on the liquidity positions of their participants.(53) | Om ervoor te zorgen dat de marginmodellen de actuele marktomstandigheden weerspiegelen, moeten de CTP’s het niveau van hun margins niet slechts regelmatig, maar ook doorlopend toetsen, rekening houdend met eventuele procyclische effecten van dergelijke toetsingen. Bij het opvragen en innen van margins op intradaybasis moeten CTP’s verder rekening houden met de potentiële impact van hun inningen en betalingen van intradaymargins op de liquiditeitsposities van hun deelnemers.
(54) | To ensure that liquidity risk is accurately defined, the entities whose default a CCP should take into account when determining such risk should be expanded to cover not only the liquidity risk generated by the default of clearing members but also of liquidity providers, excluding central banks.(54) | Om ervoor te zorgen dat het liquiditeitsrisico nauwkeurig wordt gedefinieerd, moeten de entiteiten waarvan een CTP de wanbetaling in aanmerking moet nemen bij de bepaling van dat risico, worden uitgebreid, zodat niet alleen het liquiditeitsrisico als gevolg van de wanbetaling van clearingleden, maar ook als gevolg van de wanbetaling van liquiditeitsverstrekkers, met uitzondering van centrale banken, daaronder valt.
(55) | To facilitate access to clearing by non-financial entities that do not hold sufficient amounts of highly liquid assets, in particular energy companies under conditions to be specified by ESMA, and to ensure that a CCP takes those conditions into account when calculating its overall exposure to a bank that is also a clearing member, public bank guarantees and commercial bank guarantees should be considered eligible collateral. When specifying the conditions under which those guarantees may be accepted as collateral, ESMA should allow the CCP to decide the level of collateralisation of those guarantees based on its risk assessment, including the possibility for those guarantees to be uncollateralised, subject to appropriate concentration limits, credit quality requirements and stringent wrong-way risk requirements. In addition, given their low credit risk profile, it should be specified that public guarantees are also eligible as collateral. Finally, a CCP should, when revising the level of the haircuts it applies to the assets it accepts as collateral, take into account any potential procyclical effects of such revisions.(55) | Om de toegang tot clearing te vergemakkelijken voor niet-financiële entiteiten die niet over voldoende hoog liquide activa beschikken, met name voor energiebedrijven, onder door ESMA te specificeren omstandigheden en om ervoor te zorgen dat een CTP die omstandigheden in aanmerking neemt bij de berekening van haar totale blootstelling aan een bank die ook clearinglid is, moeten garanties van overheidsbanken en commerciële banken als in aanmerking komende zekerheden worden beschouwd. Wanneer zij specificeert onder welke voorwaarden die garanties als zekerheid kunnen worden aanvaard, moet ESMA de CTP toestaan om op basis van haar risicobeoordeling beslissen over de mate waarin die garanties door zekerheden worden gedekt, waarbij het ook mogelijk moet zijn dat die garanties niet door zekerheden worden gedekt, mits aan passende concentratiegrenzen, kredietkwaliteitsvereisten en strikte wrong-way-risicovereisten wordt voldaan. Bovendien moet, gezien het lage kredietrisicoprofiel ervan, worden bepaald dat overheidsgaranties ook als zekerheid in aanmerking komen. Tot slot moet een CTP bij de herziening van het niveau van de haircuts die zij toepast op activa die zij als zekerheid aanvaardt, rekening houden met eventuele procyclische effecten van dergelijke herzieningen.
(56) | To facilitate the transfer of a client’s positions in the event of a clearing member default, the clearing member that receives such positions should be given time to comply with certain requirements that come with the provision of client clearing services. In particular, and considering that the transfer of the client’s positions takes place under extraordinary circumstances and over a short period, the receiving clearing member should be given three months to undertake and complete its due diligence processes to ensure compliance with anti-money laundering requirements under Union law. In addition, and if applicable, the receiving clearing member should comply with capital requirements for exposures of clearing members towards clients under Regulation (EU) No 575/2013 within a period agreed with its competent authority not exceeding three months. The starting point of that agreed period should be the date of transfer of the client’s positions from the defaulting clearing member to the receiving clearing member.(56) | Om de overdracht van posities van een cliënt in geval van wanbetaling van een clearinglid te vergemakkelijken, moet het clearinglid dat dergelijke posities ontvangt, de tijd krijgen om te voldoen aan bepaalde vereisten die gepaard gaan met het verrichten van clearingdiensten voor cliënten. Met name, en gezien het feit dat de overdracht van de posities van de cliënt onder buitengewone omstandigheden en binnen een korte termijn plaatsvindt, moet het ontvangende clearinglid drie maanden de tijd krijgen om zijn zorgvuldigheidsprocedures uit te voeren en af te ronden teneinde te waarborgen dat aan de Unierechtelijke antiwitwasvereisten wordt voldaan. Daarnaast, en indien van toepassing, moet ook het ontvangende clearinglid voldoen aan de kapitaalvereisten voor blootstellingen van clearingleden ten aanzien van cliënten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 575/2013binnen met zijn bevoegde autoriteit overeengekomen termijn die niet meer dan drie maanden bedraagt. Die overeengekomen periode moet beginnen op de datum waarop de posities van de cliënt van het in gebreke blijvende clearinglid worden overgedragen aan het ontvangende clearinglid.
(57) | In relation to the validation of changes to the models and parameters of CCPs, amendments should be introduced to simplify the process in order to facilitate CCPs’ ability to respond promptly to market developments that may require amendments to their risk models and parameters. To ensure supervisory convergence, Regulation (EU) No 648/2012 should specify the conditions to be considered when assessing whether a given change is significant and ESMA, in close cooperation with the ESCB, is requested to further refine such conditions by defining quantitative thresholds and specific elements to be considered. In particular, ESMA should specify the criteria for changes that should be considered significant, including which structural elements of risk models should be included within the scope of changes that are considered significant. Those structural elements of risk models should include, for example, the anti-procyclicality tools implemented by CCPs. All significant changes should be subject to full validation before their adoption. Where a CCP applies and uses a previously validated model or applies only minor changes to it, such as adjusting the parameters within an approved range that is part of the validated model due to external factors such as changes to prices in the market, it should not be considered a change to the model and therefore it does not need to be validated.(57) | Met betrekking tot de validatie van wijzigingen in de modellen en parameters van CTP’s moeten wijzigingen worden aangebracht om het proces te vereenvoudigen teneinde CTP’s beter in staat te stellen snel te reageren op marktontwikkelingen die wijzigingen van hun risicomodellen en parameters kunnen vergen. Om te zorgen voor convergentie bij het toezicht moet in Verordening (EU) nr. 648/2012 worden gespecificeerd welke voorwaarden in aanmerking moeten worden genomen wanneer wordt beoordeeld of een bepaalde wijziging aanzienlijk is, en wordt ESMA verzocht om die voorwaarden in nauwe samenwerking met het ESCB verder te verfijnen door kwantitatieve drempels en specifieke elementen vast te stellen die in aanmerking moeten worden genomen. ESMA moet met name de criteria specificeren voor wijzigingen die als aanzienlijk moeten worden aangemerkt, met inbegrip van welke structurele elementen van risicomodellen moeten worden opgenomen in het toepassingsgebied van wijzigingen die als significant worden beschouwd. Die structurele elementen van risicomodellen moeten bijvoorbeeld de instrumenten omvatten die door CTP’s worden gebruikt om procycliciteit tegen te gaan. Alle aanzienlijke wijzigingen moeten volledig worden gevalideerd voordat zij worden goedgekeurd. Wanneer een CTP een eerder gevalideerd model toepast en gebruikt of er enkel kleine wijzigingen in aanbrengt, zoals het aanpassen van de parameters binnen een goedgekeurde bandbreedte die deel uitmaakt van het gevalideerde model naar aanleiding van externe factoren zoals prijswijzigingen op de markt, dient dit niet als een wijziging van het model te worden beschouwd en hoeft dit dus niet te worden gevalideerd.
(58) | Non-significant changes to models and parameters that do not increase the risks for a Union CCP should be able to be approved swiftly. Therefore, in line with the objective of having safe and resilient Union CCPs while building a modern and competitive Union clearing ecosystem able to attract business, an accelerated procedure for non-significant changes to models and parameters should be introduced in order to limit the challenges and uncertainty that currently exist in the supervisory validation procedure of such changes. Where a change is not significant, an accelerated validation procedure should apply. Such a procedure is intended to facilitate CCPs’ ability to respond promptly to market developments that might require amendments to their risk models and parameters. Therefore, the procedure for the validation of such changes to risk models and parameters should be simplified.(58) | Niet-significante wijzigingen in modellen en parameters die de risico’s voor een CTP uit de Unie niet verhogen, moeten snel kunnen worden goedgekeurd. In overeenstemming met de doelstelling om veilige en veerkrachtige CTP’s in de Unie te hebben en tegelijkertijd een modern en concurrerend clearingecosysteem in de Unie op te bouwen dat bedrijfsactiviteiten kan aantrekken, moet derhalve een versnelde procedure voor niet-aanzienlijke wijzigingen in modellen en parameters worden ingevoerd om de uitdagingen en onzekerheid die momenteel bestaan in de procedure voor de validatie van dergelijke wijzigingen door de toezichthouder, te beperken. Wanneer een wijziging niet aanzienlijk is, moet een versnelde procedure worden toegepast. Een dergelijke procedure is bedoeld om CTP’s beter in staat te stellen snel te reageren op marktontwikkelingen die wijzigingen in hun risicomodellen en parameters zouden kunnen vergen. Derhalve moet de procedure voor de validatie van dergelijke wijzigingen in risicomodellen en parameters worden vereenvoudigd.
(59) | Regulation (EU) No 648/2012 should be reviewed no later than five years after the date of entry into force of this amending Regulation, in order to allow sufficient time to apply the changes introduced by this amending Regulation. While a review of Regulation (EU) No 648/2012 in its entirety should be carried out, that review should focus on the effectiveness and efficiency of that Regulation in meeting its aims, improving the efficiency and safety of Union clearing markets and preserving the financial stability of the Union. The review should also consider the attractiveness of Union CCPs, the impact of this amending Regulation on encouraging clearing in the Union, and the extent to which the enhanced assessment and management of cross-border risks have benefited the Union.(59) | Verordening (EU) nr. 648/2012 moet uiterlijk vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening worden geëvalueerd, zodat er voldoende tijd is om de bij deze wijzigingsverordening ingevoerde wijzigingen toe te passen. Hoewel de evaluatie van Verordening (EU) nr. 648/2012 in haar geheel moet worden uitgevoerd, moet die evaluatie met name gericht zijn op de effectiviteit en efficiëntie van die verordening bij het verwezenlijken van de doelstellingen ervan, het verbeteren van de efficiëntie en veiligheid van de clearingmarkten in de Unie en het bewaren van de financiële stabiliteit van de Unie. De evaluatie moet ook betrekking hebben op de aantrekkelijkheid van CTP’s uit de Unie, het effect van deze wijzigingsverordening op het stimuleren van clearing in de Unie, en de mate waarin de verbeterde beoordeling en het verbeterde beheer van grensoverschrijdende risico’s de Unie ten goede zijn gekomen.
(60) | To ensure consistency between Regulation (EU) 2017/1131 of the European Parliament and of the Council (18) and Regulation (EU) No 648/2012 and to preserve the integrity and stability of the internal market, it is necessary to lay down in Regulation (EU) 2017/1131 a uniform set of rules to address counterparty risk in financial derivative transactions performed by money market funds, where the transactions have been cleared by an authorised or recognised CCP. As central clearing arrangements mitigate counterparty risk that is inherent in financial derivative contracts, it is necessary to take into consideration whether a derivative has been centrally cleared by an authorised or recognised CCP when determining the applicable counterparty risk limits. It is also necessary for regulatory and harmonisation purposes to lift counterparty risk limits only where the counterparties use authorised or recognised CCPs to provide clearing services to clearing members and their clients.(60) | Teneinde te zorgen voor consistentie tussen Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad (18) en Verordening (EU) nr. 648/2012 en om de integriteit en stabiliteit van de interne markt in stand te houden, is het noodzakelijk in Verordening (EU) 2017/1131 een uniforme reeks regels vast te stellen voor de aanpak van het tegenpartijrisico bij door geldmarktfondsen uitgevoerde financiële derivatentransacties indien de transacties zijn gecleard door een vergunninghoudende of erkende CTP. Aangezien regelingen voor centrale clearing het aan financiële derivatencontracten inherente tegenpartijrisico beperken, moet bij het bepalen van de toepasselijke begrenzingen voor het tegenpartijrisico rekening worden gehouden met de vraag of een derivaat centraal is gecleard door vergunninghoudende of erkende CTP. Voor regelgevings- en harmonisatiedoeleinden is het ook noodzakelijk de begrenzingen voor het tegenpartijrisico alleen op te heffen wanneer de tegenpartijen gebruikmaken van vergunninghoudende of erkende CTP’s om clearingdiensten aan clearingleden en hun cliënten te leveren.
(61) | In order to ensure consistent harmonisation of rules introduced by this Regulation, technical standards should be developed. The Commission should be empowered to adopt regulatory technical standards developed by ESMA with regard to further specifying the following: the value of the clearing thresholds applicable to aggregate positions; the elements and requirements of a PTRR exercise and for a PTRR service provider; the operational and representativeness criteria for the active account requirement; the details of the relevant reporting; the type of fees and other costs that should be disclosed to clients when providing clearing services; the content of information to be reported and the level of detail of that information for third-country CCPs recognised under Regulation (EU) No 648/2012; the details and content of the information to be provided by CCPs established in the Union; the scope and details of the reporting by Union clearing members and clients to their competent authorities on their clearing activity in third-country CCPs and while providing the mechanisms triggering a review of the values of the clearing thresholds following significant price fluctuations in the underlying class of OTC derivatives to also review the scope of the hedging exemption and thresholds for the clearing obligation to apply; systematic manifest errors of the reporting; the documents and information that CCPs are required to submit when applying for authorisation or for an extension of authorisation; the type of extension that would not have a material impact on a CCP’s risk profile and the notification frequency for the use of the exemption; the conditions to determine whether the accelerated procedure for an extension of authorisation applies and the procedure for seeking input from ESMA and the college; the elements to be considered when laying down the admission criteria of a CCP and when assessing the ability of non-financial counterparties to meet the relevant requirements; transparency requirements; collateral requirements; the aspects of model validation; and the requirements for CCPs to adequately manage the risks arising from interoperability arrangements. The Commission should adopt those regulatory technical standards by means of delegated acts pursuant to Article 290 of the Treaty on the Functioning of the European Union (TFEU) and in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.(61) | Met het oog op een consequente harmonisatie van de bij deze verordening ingevoerde regels moeten technische normen worden ontwikkeld. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden toegekend om door ESMA opgestelde technische reguleringsnormen vast te stellen met betrekking tot de nadere invulling van het volgende: de waarde van de clearingdrempels die van toepassing zijn op geaggregeerde posities; de elementen en vereisten van een PTRB-activiteit en voor een PTRB-dienstenaanbieder; de operationele criteria en representativiteitscriteria voor het vereiste van een actieve rekening; de details van de relevante rapportage; het soort vergoedingen en andere kosten die aan de cliënten moeten worden bekendgemaakt bij het verlenen van clearingdiensten; de inhoud van de te rapporteren informatie en de mate van gedetailleerdheid van die informatie voor CTP’s uit derde landen die op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn erkend; de details en inhoud van de informatie die door in de Unie gevestigde CTP’s moet worden verstrekt; de omvang en details van de rapportage door clearingleden en cliënten uit de Unie aan de voor hen bevoegde autoriteiten over hun clearingactiviteiten bij CTP’s uit derde landen, en bij vaststelling van de mechanismen die aanleiding geven tot een herziening van de waarden van de clearingdrempels na aanzienlijke prijsschommelingen in de onderliggende otc-derivatenklasse, tevens herziening van de reikwijdte van de hedgingvrijstelling en de toe te passen drempels van de clearingverplichting; systematische kennelijke fouten in de rapportage; de documenten en informatie die CTP’s moeten indienen wanner zij een vergunning of een uitbreiding van een vergunning aanvragen; het soort uitbreiding dat geen wezenlijk effect zou hebben op het risicoprofiel van een CTP en de frequentie van de kennisgeving voor het gebruik van de vrijstelling; de voorwaarden om te bepalen of de versnelde procedure voor een uitbreiding van de vergunning van toepassing is en de procedure voor het verkrijgen van input van ESMA en het college; de elementen die in aanmerking moeten worden genomen bij de vaststelling van de criteria voor toelating van een CTP en bij de beoordeling van het vermogen van niet-financiële tegenpartijen om aan de betreffende vereisten te voldoen; transparantievereisten; zekerheidsvereisten; de aspecten van modelvalidatie, en de vereisten voor CTP’s om de risico’s die uit interoperabiliteitsregelingen voortvloeien, adequaat te beheren. De Commissie dient die technische reguleringsnormen vast te stellen door middel van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
(62) | In order to ensure uniform conditions for the implementation of this Regulation, the Commission should also be empowered to adopt implementing technical standards developed by ESMA with regard to format of the reporting by Union clearing members and clients to their competent authorities on their clearing activity in third-country CCPs recognised under Regulation (EU) No 648/2012, the data standards and formats for the reporting of information of Union CCPs to ESMA, the format of the required documents for applications for an authorisation, for extension of the authorisation and for the validation of changes to models and parameters. The Commission should adopt those implementing technical standards by means of implementing acts pursuant to Article 291 TFEU and in accordance with Article 15 of Regulation (EU) No 1095/2010.(62) | Om voor uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te zorgen, moet aan de Commissie tevens de bevoegdheid worden toegekend door ESMA opgestelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen met betrekking tot de vorm van de rapportage door clearingleden en cliënten uit de Unie aan de voor hen bevoegde autoriteiten over hun clearingactiviteiten bij op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 erkende CTP’s uit derde landen, de gegevensnormen en -vormen voor de rapportage van informatie van CTP’s uit de Unie aan ESMA, de vorm van de vereiste documenten voor aanvragen voor een vergunning, voor de uitbreiding van de vergunning en voor de validatie van wijzigingen in modellen en parameters. De Commissie dient die technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen op grond van artikel 291 VWEU en overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
(63) | In order to ensure the objectives of this Regulation, the power to adopt acts in accordance with Article 290 TFEU should be delegated to the Commission. It is of particular importance that the Commission carry out appropriate consultations during its preparatory work, including at expert level, and that those consultations be conducted in accordance with the principles laid down in the Interinstitutional Agreement of 13 April 2016 on Better Law-Making (19). In particular, to ensure equal participation in the preparation of delegated acts, the European Parliament and the Council receive all documents at the same time as Member States’ experts, and their experts systematically have access to meetings of Commission expert groups dealing with the preparation of delegated acts.(63) | Teneinde de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (19). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
(64) | Since the objectives of this Regulation, namely to increase the safety and efficiency of Union CCPs by improving their attractiveness, encouraging clearing in the Union and enhancing the cross-border consideration of risks, cannot be sufficiently achieved by the Member States but can rather, by reason of the scale and effects of the action, be better achieved at Union level, the Union may adopt measures, in accordance with the principle of subsidiarity as set out in Article 5 of the Treaty on European Union. In accordance with the principle of proportionality as set out in that Article, this Regulation does not go beyond what is necessary in order to achieve those objectives.(64) | Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het bevorderen van de veiligheid en efficiëntie van CTP’s uit de Unie door die aantrekkelijker te maken, clearing in de Unie te bevorderen en de grensoverschrijdende beoordeling van risico’s te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(65) | Regulations (EU) No 648/2012, (EU) No 575/2013 and (EU) 2017/1131 should therefore be amended accordingly,(65) | De Verordeningen (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 575/2013 en (EU) 2017/1131 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HAVE ADOPTED THIS REGULATION:HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Article 1Artikel 1
Amendments to Regulation (EU) No 648/2012Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 648/2012
Regulation (EU) No 648/2012 is amended as follows:Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt als volgt gewijzigd:
(1) | in Article 1, paragraph 3 is deleted;1) | In artikel 1 wordt lid 3 geschrapt.
(2) | Article 3 is replaced by the following: | ‘Article 3 | Intragroup transactions | 1.   In relation to a non-financial counterparty, an intragroup transaction shall be an OTC derivative contract entered into with another counterparty which is part of the same group provided that the following conditions are met: | (a) | both counterparties are included in the same consolidation on a full basis and they are subject to appropriate centralised risk evaluation, measurement and control procedures; and | (b) | that other counterparty is established in the Union or, if it is established in a third country, that third country is not identified under paragraph 4 or under the delegated acts adopted pursuant to paragraph 5. | 2.   In relation to a financial counterparty, an intragroup transaction shall be any of the following: | (a) | an OTC derivative contract entered into with another counterparty which is part of the same group, provided that all of the following conditions are met: | (i) | the financial counterparty is established in the Union or, if it is established in a third country, that third country is not identified under paragraph 4 or under the delegated acts adopted pursuant to paragraph 5; | (ii) | the other counterparty is a financial counterparty, a financial holding company, a financial institution or an ancillary services undertaking subject to appropriate prudential requirements; | (iii) | both counterparties are included in the same consolidation on a full basis; and | (iv) | both counterparties are subject to appropriate centralised risk evaluation, measurement and control procedures; | (b) | an OTC derivative contract entered into with another counterparty where both counterparties are part of the same institutional protection scheme, referred to in Article 113(7) of Regulation (EU) No 575/2013, provided that the condition set out in point (a)(ii) of this paragraph is met; | (c) | an OTC derivative contract entered into between credit institutions affiliated to the same central body or between such credit institution and the central body, as referred to in Article 10(1) of Regulation (EU) No 575/2013; | (d) | an OTC derivative contract entered into with a non-financial counterparty which is part of the same group, provided that the following conditions are met: | (i) | both counterparties to the derivative contract are included in the same consolidation on a full basis and they are subject to appropriate centralised risk evaluation, measurement and control procedures; and | (ii) | the non-financial counterparty is established in the Union or, if it is established in a third country, that third country is not identified under paragraph 4 or under the delegated acts adopted pursuant to paragraph 5. | 3.   For the purposes of this Article, counterparties shall be considered to be included in the same consolidation when both counterparties are any of the following: | (a) | included in a consolidation in accordance with Directive 2013/34/EU of the European Parliament and of the Council (*1) or with the International Financial Reporting Standards (IFRS) adopted pursuant to Regulation (EC) No 1606/2002 or, in relation to a group the parent undertaking of which has its head office in a third country, in accordance with generally accepted accounting principles of a third country determined to be equivalent to IFRS in accordance with Commission Regulation (EC) No 1569/2007 (*2) (or accounting standards of a third country the use of which is permitted in accordance with Article 4 of that Regulation); or | (b) | covered by the same consolidated supervision in accordance with Directive 2013/36/EU or, in relation to a group the parent undertaking of which has its head office in a third country, the same consolidated supervision by a third-country competent authority verified as equivalent to that governed by the principles laid down in Article 127 of that Directive. | 4.   For the purposes of this Article, transactions with counterparties established in any of the following third countries shall not benefit from any of the exemptions for intragroup transactions: | (a) | where the third country is a high-risk third country, as referred to in Article 29 of Regulation (EU) 2024/1624 of the European Parliament and of the Council (*3); | (b) | where the third country is listed in Annex I to the Council conclusions on the revised EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes in its most up-to-date version. | 5.   Where appropriate due to identified issues in the legal, supervisory and enforcement arrangements of a third country and where those issues result in increased risks, including counterparty credit risk and legal risk, the Commission is empowered to adopt delegated acts in accordance with Article 82 to supplement this Regulation by identifying the third countries whose entities are not permitted to benefit from any of the exemptions for intragroup transactions despite those third countries not being third countries as referred to in paragraph 4 of this Article. | (*1)  Directive 2013/34/EU of the European Parliament and of the Council of 26 June 2013 on the annual financial statements, consolidated financial statements and related reports of certain types of undertakings, amending Directive 2006/43/EC of the European Parliament and of the Council and repealing Council Directives 78/660/EEC and 83/349/EEC (OJ L 182, 29.6.2013, p. 19)." | (*2)  Commission Regulation (EC) No 1569/2007 of 21 December 2007 establishing a mechanism for the determination of equivalence of accounting standards applied by third country issuers of securities pursuant to Directives 2003/71/EC and 2004/109/EC of the European Parliament and of the Council (OJ L 340, 22.12.2007, p. 66)." | (*3)  Regulation (EU) 2024/1624 of the European Parliament and of the Council of 31 May 2024 on the prevention of the use of the financial system for the purposes of money laundering or terrorist financing (OJ L, 2024/1624, 19.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1624/oj).’;"2) | Artikel 3 wordt vervangen door: | “Artikel 3 | Intragroeptransacties | 1.   Met betrekking tot een niet-financiële tegenpartij wordt onder een intragroeptransactie verstaan een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een andere tegenpartij die deel uitmaakt van dezelfde groep, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: | a) | beide tegenpartijen zijn opgenomen in dezelfde volledige consolidatie en zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, meet- en controleprocedures, en | b) | die andere tegenpartij is gevestigd in de Unie of, indien zij in een derde land gevestigd is, dat derde land is niet aangemerkt uit hoofde van lid 4 of uit hoofde van de op grond van lid 5 vastgestelde gedelegeerde handelingen. | 2.   Met betrekking tot een financiële tegenpartij wordt onder een intragroeptransactie verstaan: | a) | een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een andere tegenpartij die deel uitmaakt van dezelfde groep, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan: | i) | de financiële tegenpartij is gevestigd in de Unie of, indien zij in een derde land gevestigd is, dat derde land is niet aangemerkt uit hoofde van lid 4 of uit hoofde van de op grond van lid 5 vastgestelde gedelegeerde handelingen; | ii) | de andere tegenpartij is een financiële tegenpartij, een financiële holding, een financiële instelling, of een nevendiensten verrichtende onderneming waarop passende prudentiële vereisten van toepassing zijn; | iii) | beide tegenpartijen zijn op volledige basis opgenomen in dezelfde consolidatie, en | iv) | beide tegenpartijen zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, meet- en controleprocedures; | b) | een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een andere tegenpartij waarbij beide tegenpartijen behoren tot hetzelfde institutioneel protectiestelsel, als bedoeld in artikel 113, lid 7, van Verordening (EU) nr. 575/2013, mits de voorwaarde als bedoeld in punt a), ii), van dit lid is vervuld; | c) | een otc-derivatencontract dat wordt gesloten tussen kredietinstellingen die zijn aangesloten bij hetzelfde centraal orgaan, of tussen een dergelijke kredietinstelling en dat centraal orgaan als bedoeld in artikel 10, lid 1 van Verordening (EU) nr. 575/2013; | d) | een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een niet-financiële tegenpartij die deel uitmaakt van dezelfde groep, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: | i) | beide tegenpartijen bij het derivatencontract zijn opgenomen in dezelfde volledige consolidatie en zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, meet- en controleprocedures, en | ii) | de niet-financiële tegenpartij is gevestigd in de Unie of, indien zij in een derde land gevestigd is, dat derde land is niet aangemerkt op grond van lid 4 of uit hoofde van de op grond van lid 5 vastgestelde gedelegeerde handelingen. | 3.   Voor de toepassing van dit artikel worden tegenpartijen geacht in dezelfde consolidatie te zijn opgenomen wanneer beide tegenpartijen: | a) | in een consolidatie zijn opgenomen overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (*1) of in overeenstemming met de Internationale Standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) die zijn vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 1606/2002 dan wel, wanneer het een groep betreft waarvan de moederonderneming haar hoofdkantoor in een derde land heeft, overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen van een derde land die worden geacht gelijkwaardig te zijn aan de IFRS in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie (*2) of overeenkomstig de boekhoudkundige normen van een derde land waarvan het gebruik is toegestaan op grond van artikel 4 van die verordening, of | b) | gedekt worden door hetzelfde geconsolideerde toezicht overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU dan wel, in verband met een groep waarvan de moederonderneming haar hoofdkantoor in een derde land heeft, hetzelfde geconsolideerde toezicht door een bevoegde autoriteit van een derde land geverifieerd als gelijkwaardig aan het geconsolideerde toezicht dat is onderworpen aan de beginselen van artikel 127 van die richtlijn. | 4.   Voor de toepassing van dit artikel komen transacties met tegenpartijen die in een van de volgende derde landen zijn gevestigd, niet in aanmerking voor de vrijstellingen voor intragroeptransacties: | a) | indien het derde land een derde land met een hoog risico is zoals bedoeld in artikel 29 van Verordening (EU) 2024/1624 van het Europees Parlement en de Raad (*3); | b) | indien het derde land is opgenomen in de meest recente versie van bijlage I bij de conclusies van de Raad over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied. | 5.   Indien zulks nodig is omdat er problemen zijn vastgesteld in het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van een derde land en indien die problemen leiden tot hogere risico’s, waaronder het tegenpartijkredietrisico en juridisch risico, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 82 gedelegeerde handelingen ter aanvulling van deze verordening vast te stellen om de derde landen te identificeren waarvan de entiteiten niet in aanmerking mogen komen voor de vrijstellingen voor intragroeptransacties, ondanks het feit dat die derde landen niet in de lijst in lid 4 van dit artikel zijn opgenomen. | (*1)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19)." | (*2)  Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie van 21 december 2007 waarbij ter uitvoering van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die door effectenuitgevende instellingen van derde landen worden toegepast (PB L 340 van 22.12.2007, p. 66)." | (*3)  Verordening (EU) 2024/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2024 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PB L, 2024/1624, 19.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1624/oj).”."
(3) | in Article 4(1), the following subparagraph is added: | ‘The obligation to clear all OTC derivative contracts shall not apply to contracts concluded in the situations referred to in the first subparagraph, point (a)(iv), between, on the one side, a financial counterparty that meets the conditions set out in Article 4a(1), second subparagraph, or a non-financial counterparty that meets the conditions set out in Article 10(1), second subparagraph, and, on the other side, a pension scheme arrangement that is established in a third country and that operates on a national basis, provided that it is authorised, supervised and recognised under national law, and where its primary purpose is to provide retirement benefits and it is exempted from the clearing obligation under that national law.’ | ;3) | Aan artikel 4, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: | “De verplichting tot het clearen van alle otc-derivatencontracten is niet van toepassing op contracten die zijn gesloten in in de eerste alinea, punt a), iv), bedoelde situaties tussen, enerzijds, een financiële tegenpartij die voldoet aan de in artikel 4 bis, lid 1, tweede alinea, vastgestelde voorwaarden, of een niet-financiële tegenpartij die voldoet aan de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, vastgestelde voorwaarden en, anderzijds, een in een derde land gevestigde pensioenregeling die op een nationale basis functioneert, op voorwaarde dat deze een vergunning is verleend, onder toezicht staat en is erkend uit hoofde van het nationale recht, hoofdzakelijk ten doel heeft in pensioenuitkeringen te voorzien, en uit hoofde van dat nationale recht is vrijgesteld van de clearingverplichting.”.
(4) | Article 4a is replaced by the following: | ‘Article 4a | Financial counterparties that are subject to the clearing obligation | 1.   Every 12 months, a financial counterparty taking positions in OTC derivative contracts may calculate the following positions: | (a) | its uncleared positions in accordance with paragraph 3, first subparagraph; | (b) | its aggregate month-end average positions in cleared and uncleared OTC derivative contracts for the previous 12 months (“aggregate positions”) in accordance with paragraph 3, second subparagraph. | Where a financial counterparty: | (a) | does not calculate its uncleared positions, or where the result of the calculation of those uncleared positions under the first subparagraph, point (a), of this paragraph exceeds any of the clearing thresholds specified pursuant to Article 10(4), first subparagraph, point (b); or | (b) | does not calculate its aggregate positions, or where the result of the calculation of those aggregate positions exceeds any of the clearing thresholds specified pursuant to paragraph 4 of this Article; | that financial counterparty shall: | (i) | immediately notify ESMA and the relevant competent authority thereof; | (ii) | establish clearing arrangements within four months of the notification referred to in point (i) of this subparagraph; and | (iii) | become subject to the clearing obligation referred to in Article 4 for all OTC derivative contracts pertaining to any class of OTC derivatives which is subject to the clearing obligation entered into or novated more than four months following the notification referred to in point (i) of this subparagraph. | The financial counterparty may delegate the task to notify ESMA under the second subparagraph, point (i), to any other entity within the group to which that financial counterparty belongs. The financial counterparty remains legally liable for ensuring such notification has been made to ESMA. | 2.   A financial counterparty that is subject to the clearing obligation referred to in Article 4 or that becomes subject to the clearing obligation in accordance with paragraph 1, second subparagraph, of this Article, shall remain subject to that clearing obligation and shall continue clearing until that financial counterparty demonstrates to the relevant competent authority that its aggregate positions or uncleared positions do not exceed the clearing thresholds specified pursuant to paragraph 4 of this Article or Article 10(4), first subparagraph, point (b). | The financial counterparty shall be able to demonstrate to the relevant competent authority that the calculation of the aggregate positions or uncleared positions, as applicable, do not lead to a systematic underestimation of those aggregate positions or uncleared positions. | 3.   In calculating the uncleared positions referred to in paragraph 1, first subparagraph, point (a), of this Article the financial counterparty shall include all OTC derivative contracts that are not cleared through a CCP authorised under Article 14 or recognised under Article 25, entered into by that financial counterparty or entered into by other entities within the group to which that financial counterparty belongs. | In calculating the aggregate positions, the financial counterparty shall include all OTC derivative contracts entered into by that financial counterparty or entered into by other entities within the group to which that financial counterparty belongs. | Notwithstanding the first and the second subparagraphs, for UCITS and AIFs, the uncleared positions and the aggregate positions shall be calculated at the level of the fund. | UCITS management companies which manage more than one UCITS and AIFMs which manage more than one AIF shall be able to demonstrate to the relevant competent authority that the calculation of positions at the fund level does not lead to: | (a) | a systematic underestimation of the positions of any of the funds they manage or the positions of the manager; or | (b) | a circumvention of the clearing obligation. | The relevant competent authorities of the financial counterparty and of the other entities within the group shall establish cooperation procedures to ensure the effective calculation of the positions at the group level. | 4.   ESMA, after having consulted the ESRB and other relevant authorities, shall develop draft regulatory technical standards to specify the value of the clearing thresholds applicable to aggregate positions where necessary to ensure the prudent coverage of financial counterparties under the clearing obligation. | Where ESMA, in accordance with Article 10(4a), reviews the clearing thresholds specified pursuant to Article 10(4), first subparagraph, point (b), ESMA shall also review the clearing threshold specified pursuant to the first subparagraph of this paragraph. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | 5.   For the purposes of this Article and Article 10, “uncleared position” means the aggregate month-end average position for the previous 12 months in OTC derivative contracts that are not cleared by a CCP authorised under Article 14 or recognised under Article 25.’ | ;4) | Artikel 4 bis wordt vervangen door: | “Artikel 4 bis | Aan de clearingverplichting onderworpen financiële tegenpartijen | 1.   Om de twaalf maanden kan een financiële tegenpartij die posities in otc-derivatencontracten inneemt, de volgende posities berekenen: | a) | haar ongeclearde posities overeenkomstig lid 3, eerste alinea; | b) | haar geaggregeerde gemiddelde posities in geclearde en ongeclearde otc-derivatencontracten aan het einde van de maand over de voorafgaande twaalf maanden (“geaggregeerde posities”) overeenkomstig lid 3, tweede alinea. | Indien een financiële tegenpartij: | a) | haar ongeclearde posities niet berekent of indien het resultaat van de berekening van die ongeclearde otc-posities overeenkomstig de eerste alinea, punt a), van dit lid een van de op grond van artikel 10, lid 4, eerste alinea, punt b), gespecificeerde clearingdrempels overschrijdt, of | b) | haar geaggregeerde posities niet berekent, of indien het resultaat van de berekening van die geaggregeerde posities een van de op grond van lid 4 van dit artikel gespecificeerde clearingdrempels overschrijdt, | dan: | i) | stelt die financiële tegenpartij ESMA en de betrokken bevoegde autoriteit daar onmiddellijk van in kennis; | ii) | treft die financiële tegenpartij clearingregelingen binnen vier maanden na de in punt i) van deze alinea bedoelde kennisgeving, en | iii) | komt die financiële tegenpartij te vallen onder de in artikel 4 bedoelde clearingverplichting voor alle otc-derivatencontracten die behoren tot alle onder de clearingverplichting vallende klassen otc-derivaten en die zijn gesloten of verlengd na meer dan vier maanden te rekenen vanaf de in punt i) van deze alinea bedoelde kennisgeving. | De financiële tegenpartij kan de taak om ESMA overeenkomstig de tweede alinea, punt i), in kennis te stellen, delegeren aan een andere entiteit binnen de groep waartoe die financiële tegenpartij behoort. De financiële tegenpartij blijft wettelijk aansprakelijk om ervoor te zorgen dat een dergelijke kennisgeving aan ESMA wordt gedaan. | 2.   Een financiële tegenpartij die onder de in artikel 4 bedoelde clearingverplichting valt of die overeenkomstig lid 1, tweede alinea, van dit artikel onder de clearingverplichting komt te vallen, blijft onderworpen aan die clearingverplichting en blijft clearing verrichten totdat die financiële tegenpartij aan de betrokken bevoegde autoriteit aantoont dat haar geaggregeerde posities of ongeclearde posities de op grond van lid 4 van dit artikel of artikel 10, lid 4, eerste alinea, punt b), bepaalde clearingdrempels niet overschrijden. | De financiële tegenpartij is in staat aan de betrokken bevoegde autoriteit aan te tonen dat de berekening van de geaggregeerde posities of ongeclearde posities, naargelang het geval, niet leiden tot een systematische onderwaardering van die geaggregeerde posities of ongeclearde posities. | 3.   Bij de berekening van de in lid 1, eerste alinea, punt a), van dit artikel bedoelde ongeclearde posities neemt de financiële tegenpartij alle otc-derivatencontracten mee die niet zijn gecleard bij een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 of een erkenning overeenkomstig artikel 25 en die zijn gesloten door die financiële tegenpartij of door andere entiteiten binnen de groep waartoe die financiële tegenpartij behoort. | Bij de berekening van de geaggregeerde posities neemt de financiële tegenpartij alle otc-derivatencontracten mee die zijn gesloten door die financiële tegenpartij of door andere entiteiten binnen de groep waartoe die financiële tegenpartij behoort. | Niettegenstaande de eerste en de tweede alinea worden de ongeclearde posities en de geaggregeerde posities voor icbe’s en abi’s berekend op het niveau van de instelling. | Icbe-beheermaatschappijen die meer dan één icbe beheren en abi-beheerders die meer dan één abi beheren, zijn in staat aan de betrokken bevoegde autoriteit aan te tonen dat de berekening van posities op het niveau van de instelling niet leidt tot: | a) | een systematische onderwaardering van de posities van eender welke instelling die zij beheren, of van de posities van de beheerder, of | b) | een omzeiling van de clearingverplichting. | De betrokken bevoegde autoriteiten van de financiële tegenpartij en van de andere entiteiten binnen de groep zetten samenwerkingsprocedures op met het oog op het doeltreffend berekenen van de posities op groepsniveau. | 4.   ESMA stelt, na raadpleging van het ESRB en andere relevante autoriteiten, ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de waarde van de clearingdrempels die van toepassing zijn op geaggregeerde posities te bepalen indien dat nodig is om ervoor zorgen dat de clearingverplichting in toereikende mate van toepassing is op financiële tegenpartijen. | Indien ESMA overeenkomstig artikel 10, lid 4 bis, de op grond van artikel 10, lid 4, eerste alinea, punt b), bepaalde clearingdrempels herziet, herziet ESMA ook de op grond van de eerste alinea van dit lid bepaalde clearingdrempel. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | 5.   Voor de toepassing van dit artikel en artikel 10 wordt onder “ongeclearde positie” verstaan de geaggregeerde gemiddelde positie aan het eind van de maand over de voorafgaande twaalf maanden in otc-derivatencontracten die niet zijn gecleard door een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 of een erkenning overeenkomstig artikel 25.”.
(5) | the following article is inserted: | ‘Article 4b | Post-trade risk reduction services | 1.   Without prejudice to risk-mitigation techniques under Article 11, the clearing obligation referred to in Article 4(1) shall not apply to an OTC derivative contract that is initiated and concluded as the result of an eligible post-trade risk reduction (“PTRR”) exercise (“PTRR transaction”) carried out pursuant to paragraphs 2 to 4 of this Article. | 2.   A PTRR transaction shall only be exempted from the clearing obligation referred to in Article 4(1) where: | (a) | the entity performing the PTRR exercise (“PTRR service provider”) complies with the requirements set out under paragraphs 3 and 4 of this Article; and | (b) | each participant in the PTRR exercise complies with the requirements under paragraph 3 of this Article. | 3.   An eligible PTRR exercise shall: | (a) | be performed by an entity authorised in accordance with Article 7 of the Directive 2014/65/EU that is independent of the counterparties to the OTC derivative contracts included in the PTRR exercise; | (b) | achieve a reduction in risk in each of the portfolios submitted to the PTRR exercise; | (c) | be accepted in full and, as a result, the participants in the PTRR exercise shall not be able to choose which trades to execute under the PTRR exercise; | (d) | be open for participation only to the entities that initially submitted a portfolio to the PTRR exercise; | (e) | be market risk neutral; | (f) | not contribute to price formation; | (g) | take the form of a compression, rebalancing or optimisation exercise or a combination thereof; | (h) | be executed on a bilateral or multilateral basis. | 4.   A PTRR service provider shall: | (a) | comply with the pre-agreed rules of the PTRR exercise, including methods and algorithms in prescheduled cycles, and act in a reasonable, transparent and non-discriminatory manner; | (b) | ensure that entities participating in a PTRR exercise have no influence over the result of the PTRR exercise; | (c) | undertake regular compression exercises where PTRR exercises result in new PTRR transactions; | (d) | keep complete and accurate records of all transactions executed pursuant to a PTRR exercise, including: | (i) | information on transactions entered into as part of the PTRR exercise; | (ii) | transactions resulting from the PTRR exercise either as modified transactions or as new transactions; and | (iii) | the overall change in the risk of the different portfolios included in the PTRR exercise; | (e) | upon request make available, without undue delay, the records referred to in point (d) to the relevant competent authority and to ESMA; and | (f) | monitor the transactions resulting from the PTRR exercise in order to ensure, to the extent possible, that the PTRR exercise does not result in any misuse or circumvention of the clearing obligation. | 5.   The competent authority which has authorised the PTRR service provider in accordance with Article 7 of Directive 2014/65/EU shall, before a PTRR transaction resulting from a PTRR exercise performed by that PTRR service provider is able to be exempted from the clearing obligation in accordance with paragraph 1, do the following without undue delay: | (a) | notify the name of the PTRR service provider to ESMA; and | (b) | share with ESMA its assessment of how the requirements referred to in paragraphs 3 and 4 are complied with by the PTRR service provider. | The competent authority referred to in the first subparagraph shall, at least on an annual basis, confirm to ESMA that the PTRR service provider continues to comply with the requirements referred to in paragraphs 3 and 4 or that the PTRR service provider is no longer providing PTRR services, as applicable. | ESMA shall transmit the information received under the first and second subparagraphs of this paragraph to the authorities of each Member State with supervisory powers in relation to the clearing obligation referred to in Article 4(1). | The competent authority referred to in the first subparagraph of this paragraph shall, without undue delay, notify ESMA where a PTRR service provider no longer complies with the requirements referred to in paragraphs 3 and 4. Upon such notification, ESMA shall remove the PTRR service provider from the list referred to in the fifth subparagraph of this paragraph. From the date when the PTRR service provider has been removed from that list, PTRR transactions resulting from a PTRR exercise performed by that PTRR service provider shall no longer be exempted from the clearing obligation in accordance with paragraph 1. | ESMA shall, on a yearly basis, publish a list of PTRR service providers notified to ESMA under the first subparagraph, point (a). | 6.   ESMA shall develop draft regulatory technical standards to further specify the elements and requirements set out in paragraphs 3 and 4 and the following other conditions or characteristics of PTRR exercises: | (a) | what constitutes market risk neutrality in a PTRR exercise; | (b) | the required risk reduction in submitted portfolios; | (c) | the possible inclusion of mixed portfolios containing both cleared and uncleared transactions in the same PTRR exercise and the conditions under which such inclusion would be allowed; | (d) | requirements regarding the management of the PTRR exercise; | (e) | requirements for different types of PTRR services; | (f) | the process for monitoring the application of the exemption granted; and | (g) | the criteria to apply when assessing whether the clearing obligation is circumvented. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;5) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: | “Artikel 4 ter | Posttransactionele risicobeperkingsdiensten | 1.   Onverminderd de risicobeperkingstechnieken uit hoofde van artikel 11, is de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting niet van toepassing op otc-derivatencontracten die worden aangegaan en gesloten als resultaat van een op grond van de leden 2, 3 en 4 van dit artikel uitgevoerde in aanmerking komende risicobeperkingsoefening (“PTRB-transactie”). | 2.   Een PTRB-transactie wordt slechts van de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting vrijgesteld indien: | a) | de entiteit die de PTRB- activiteit uitvoert (“PTRB-dienstenaanbieder”) voldoet aan de vereisten van de leden 3 en 4 van dit artikel, en | b) | elke deelnemer aan de PTRB- activiteit voldoet aan de vereisten van lid 3 van dit artikel. | 3.   Een in aanmerking komende PTRB- activiteit: | a) | wordt uitgevoerd door een entiteit waaraan overeenkomstig artikel 7 van Verordening 2014/65/EU een vergunning is verleend en die onafhankelijk is van de tegenpartijen bij de otc-derivatencontracten die in de PTRB- activiteit zijn opgenomen; | b) | leidt tot een vermindering van het risico in elke van de portefeuilles die voor de PTRB- activiteit zijn ingediend; | c) | wordt in haar geheel aanvaard of verworpen, wat inhoudt dat de deelnemers aan de PTRB- activiteit niet kunnen kiezen welke transacties in het kader van de PTRB- activiteit worden uitgevoerd; | d) | staat alleen open voor deelname van de entiteiten die aanvankelijk een portefeuille voor de PTRB- activiteit hebben ingediend; | e) | is marktrisiconeutraal; | f) | draagt niet bij aan prijsvorming; | g) | neemt de vorm aan van een compressie-, herschikkings- of optimalisatieoefening of een combinatie daarvan; | h) | wordt op bilaterale of multilaterale basis uitgevoerd. | 4.   Een PTRB-dienstenaanbieder: | a) | houdt zich aan vooraf overeengekomen regels van de PTRB- activiteit, waaronder methoden en algoritmen in vooraf geplande cycli, en handelt op redelijke, transparante en niet-discriminerende wijze; | b) | garandeert dat de entiteiten die aan een PTRB- activiteit deelnemen, geen invloed hebben op het resultaat ervan; | c) | voert regelmatig compressieoefeningen uit wanneer PTRB- activiteiten leiden tot nieuwe PTRB-transacties; | d) | houdt volledige en nauwkeurige gegevens bij van alle transacties die ingevolge een PTRB- activiteit zijn uitgevoerd, waaronder: | i) | informatie over transacties die in het kader van de PTRB- activiteit zijn aangegaan; | ii) | transacties die als gewijzigde transacties dan wel als nieuwe transacties uit de PTRB- activiteit voortvloeien, en | iii) | de algehele verandering in het risico van de verschillende in de PTRB- activiteit opgenomen portefeuilles; | e) | stelt op verzoek de in punt d) bedoelde gegevens onverwijld ter beschikking van de betrokken bevoegde autoriteit en ESMA, en | f) | monitort de transacties die uit de PTRB- activiteit voortvloeien om voor zover mogelijk te garanderen dat de PTRB- activiteit niet leidt tot misbruik of omzeiling van de clearingverplichting. | 5.   Voordat een PTRB-transactie die uit een door die PTRB-dienstenaanbieder uitgevoerde PTRB- activiteit voortvloeit overeenkomstig lid 1 kan worden vrijgesteld van de clearingverplichting, doet de bevoegde autoriteit die de PTRB-dienstenaanbieder overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2014/65/EU een vergunning heeft verleend, onverwijld het volgende: | a) | zij deelt ESMA de naam van de PTRB-dienstenaanbieder mee, en | b) | zij deelt met ESMA haar beoordeling van hoe de PTRB-dienstenaanbieder aan de in de leden 3 en 4 bedoelde vereisten voldoet. | De in de eerste alinea bedoelde bevoegde autoriteit bevestigt ten minste jaarlijks aan ESMA dat de PTRB-dienstenaanbieder nog steeds aan de in de leden 3 en 4 bedoelde vereisten voldoet of dat de PTRB-dienstenaanbieder geen PTRB-diensten meer aanbiedt, naargelang het geval. | ESMA zendt de uit hoofde van de eerste en tweede alinea van dit lid ontvangen informatie door aan de autoriteiten van elke lidstaat met toezichtbevoegdheden met betrekking tot de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting. | De in de eerste alinea van dit lid bedoelde bevoegde autoriteit stelt ESMA onverwijld in kennis wanneer een PTRB-dienstenaanbieder niet langer aan de in de leden 3 en 4 bedoelde vereisten voldoet. Na een dergelijke kennisgeving schrapt ESMA de PTRB-dienstenaanbieder van de in de vijfde alinea van dit lid bedoelde lijst. Vanaf de datum waarop de PTRB-dienstenaanbieder van die lijst is geschrapt, worden PTRB-transacties die voortvloeien uit een door die PTRB-dienstenaanbieder uitgevoerde PTRB- activiteit niet langer vrijgesteld van de clearingverplichting overeenkomstig lid 1. | ESMA publiceert jaarlijks een lijst van PTRB-dienstenaanbieders die overeenkomstig de eerste alinea, punt a), bij ESMA zijn gemeld. | 6.   ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de in de leden 3 en 4 bedoelde elementen en vereisten en van de volgende andere voorwaarden of kenmerken van PTRB- activiteiten: | a) | wat bij een PTRB- activiteit onder marktrisiconeutraliteit wordt verstaan; | b) | de vereiste risicobeperking in ingediende portefeuilles; | c) | de mogelijke opname van gemengde portefeuilles met zowel geclearde als ongeclearde transacties in dezelfde PTRB- activiteit en de voorwaarden waaronder een dergelijke opname zou zijn toegestaan; | d) | vereisten met betrekking tot het beheer van de PTRB- activiteit; | e) | vereisten voor verschillende soorten PTRB-diensten; | f) | de procedure voor de monitoring van de toepassing van de verleende vrijstelling, en | g) | de criteria die moeten worden toegepast wanneer wordt beoordeeld of de clearingverplichting wordt omzeild. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(6) | in Article 6(2), the following point is added: | ‘(g) | the proportion, as of the end of the calendar year, of derivatives contracts cleared in CCPs authorised in accordance with Article 14 compared with derivatives contracts cleared in third-country CCPs recognised in accordance with Article 25, presented on an aggregated basis and per asset class.’ | ;6) | Aan artikel 6, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd: | “g) | het percentage, op het einde van het kalenderjaar, derivatencontracten die zijn gecleard bij CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend, in verhouding tot de derivatencontracten die zijn gecleard bij CTP’s uit derde landen die overeenkomstig artikel 25 zijn erkend, gepresenteerd op geaggregeerde basis en per activaklasse.”.
(7) | the following articles are inserted: | ‘Article 7a | Active account | 1.   Financial counterparties and non-financial counterparties that are subject to the clearing obligation in accordance with Articles 4a and 10 on 24 December 2024, or that become subject to the clearing obligation thereafter, and that exceed the clearing threshold in any of the categories of derivative contracts referred to in paragraph 6 of this Article, in an individual category listed in that paragraph or on aggregate across all categories listed in that paragraph, shall hold, for those categories of derivative contracts referred to in paragraph 6 of this Article, at least one active account at a CCP authorised under Article 14, where clearing services for the derivatives concerned are provided by that CCP, and clear at least a representative number of trades in that active account. | Where a financial counterparty or a non-financial counterparty becomes subject to the obligation to hold an active account in accordance with the first subparagraph, that financial counterparty or non-financial counterparty shall notify ESMA and its relevant competent authority thereof and shall establish such an active account within six months of becoming subject to that obligation. | 2.   In determining its obligations in relation to paragraph 1, a counterparty belonging to a group subject to consolidated supervision in the Union shall consider all derivative contracts referred to in paragraph 6 that are cleared by that counterparty or by other entities within the group to which that counterparty belongs with the exception of intragroup transactions. | 3.   Counterparties that become subject to the obligation set out in paragraph 1, first subparagraph, shall ensure that all of the following requirements are met: | (a) | the account is permanently functional, including with legal documentation, IT connectivity and internal processes associated to the account being in place; | (b) | the counterparty has systems and resources available to be operationally able to use the account, even at short notice, for large volumes of the derivative contracts referred to in paragraph 6 of this Article at all times and to be able to receive, in a short period of time, a large flow of transactions from positions held in a clearing service of substantial systemic importance pursuant to Article 25(2c); | (c) | all new trades of the respective counterparty in the derivative contracts referred to in paragraph 6 can be cleared in the account at all times; | (d) | the counterparty clears in the active account trades which are representative of the derivative contracts referred to in paragraph 6 of this Article that are cleared at a clearing service of substantial systemic importance pursuant to Article 25(2c) during the reference period. | 4.   The representativeness obligation referred to in paragraph 3, point (d), shall be assessed according to the following criteria: | (a) | the different classes of derivative contracts; | (b) | the maturity of the trades; | (c) | the trade sizes. | The representativeness obligation referred to in paragraph 3, point (d), shall not apply to counterparties with a notional clearing volume outstanding of less than EUR 6 billion in the derivative contracts referred to in paragraph 6. | The assessment of the representativeness obligation referred to in paragraph 3, point (d), shall be based on subcategories. For each class of derivative contracts, the number of subcategories shall result from the combination of the different sizes of the trades and the maturity ranges. | The requirements referred to in paragraph 3, points (a), (b) and (c), shall be fulfilled by the counterparty within six months of becoming subject to the obligation set out in paragraph 1 of this Article and that counterparty shall regularly report in accordance with Article 7b. The requirements shall be regularly stress-tested at least once a year. | For the representativeness obligation referred to in paragraph 3, point (d), to be fulfilled, counterparties shall clear, on annual average basis, at least five trades in each of the most relevant subcategories per class of derivative contracts and per reference period defined in accordance with paragraph 8, third subparagraph. Where the resulting number of trades exceeds half of the total trades of that counterparty for the preceding 12 months, the representativeness obligation referred to in paragraph 3, point (d), shall be considered fulfilled where that counterparty clears at least one trade in each of the most relevant subcategories per class of derivative contracts per reference period. | The representativeness obligation referred to in paragraph 3, point (d), shall not apply to the provision of client clearing services. The calculation of the notional clearing volume outstanding of a counterparty referred to in paragraph 8, fourth subparagraph, shall not include its client clearing activities. | 5.   Financial counterparties and non-financial counterparties that are subject to the obligation referred to in paragraph 1 of this Article and that clear at least 85 % of their derivative contracts belonging to the categories referred to in paragraph 6 of this Article at a CCP authorised under Article 14 shall be exempt from the requirements referred to in paragraph 3, points (a), (b) and (c), of this Article, the requirement referred to in paragraph 4, fourth subparagraph, of this Article and the additional reporting requirement referred to in Article 7b(2). | 6.   The categories of derivative contracts subject to the obligation referred to in paragraph 1 shall be any of the following: | (a) | interest rate derivatives denominated in euro or Polish zloty; | (b) | short-term interest rate derivatives denominated in euro. | 7.   Where ESMA undertakes an assessment pursuant to Article 25(2c) and concludes that certain services or activities provided by Tier 2 CCPs are of substantial systemic importance for the Union or for one or more of its Member States, or that services or activities that were previously identified by ESMA as being of substantial systemic importance for the Union or for one or more of its Member States no longer are, the list of contracts subject to the active account obligation may be amended. | In order to amend the list of contracts subject to active account obligations, ESMA, after consulting the ESRB and in agreement with the central banks of issue, shall submit to the Commission a thorough and comprehensive cost-benefit analysis, in line with the quantitative technical assessment specified in Article 25(2c), first subparagraph, point (c), as relevant, including effects on other Union currencies, and assessing the possible effects of extending the active account obligations to the new types of contracts, and an opinion in connection to this assessment. The agreement of the central banks of issue shall only relate to the contracts denominated in the currency that they issue. | Where ESMA undertakes the assessment and issues an opinion concluding that the list of contracts should be amended, the Commission is empowered to adopt a delegated act in accordance with Article 82 to amend the list of derivative contracts under the first subparagraph of this paragraph. | 8.   ESMA, in cooperation with EBA, EIOPA and the ESRB and after consulting the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify the requirements under paragraph 3, points (a), (b) and (c), of this Article, the conditions of the stress testing thereof and the details of the reporting in accordance with Article 7b. In developing those regulatory technical standards, ESMA shall take into account the size of the portfolios of different counterparties according to the third subparagraph of this paragraph, so that counterparties with more trades in their portfolios are subject to more stringent operational conditions and reporting requirements than counterparties with fewer trades. | Regarding the representativeness obligation referred to in paragraph 3, point (d), ESMA shall specify the different classes of derivative contracts, subject to a limit of three classes, the different maturity ranges, subject to a limit of four maturity ranges, and the different trade size ranges, subject to a limit of three trade size ranges, to ensure the representativeness of the derivative contracts to be cleared through the active accounts. | ESMA shall set the number, which shall not be higher than five, of the most relevant subcategories per class of derivative contracts to be represented in the active account. The most relevant subcategories shall be those containing the highest number of trades during the reference period. | ESMA shall also set the duration of the reference period, which shall not be less than six months for counterparties with a notional clearing volume outstanding of less than EUR 100 billion in the derivative contracts referred to in paragraph 6 and not less than one month for counterparties with a notional clearing volume outstanding of more than EUR 100 billion in the derivative contracts referred to in paragraph 6. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 June 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | 9.   Competent authorities shall monitor and calculate on an entity, group and aggregate average basis the level of activity in the derivative contracts referred to in paragraph 6 of this Article and shall transmit that information to the Joint Monitoring Mechanism. | Without prejudice to the right of Member States to provide for and impose criminal penalties, where a financial or non-financial counterparty is found to be in breach of its obligations under this Article, its competent authority shall, by decision, impose administrative penalties or periodic penalty payments, or request competent judicial authorities to impose penalties or periodic penalty payments, in order to compel that counterparty to put an end to its infringement. | The periodic penalty payment referred to in the second subparagraph shall be effective and proportionate and not exceed a maximum of 3 % of the average daily turnover in the preceding business year. It shall be imposed for each day of delay, and calculated from the date stipulated in the decision imposing the periodic penalty payment. | The periodic penalty payment referred to in the second subparagraph shall be imposed for a maximum period of six months following the notification of the competent authority’s decision. Following the end of that period, the competent authority shall review the measure and extend it if necessary. | 10.   By 25 June 2026 ESMA, in close cooperation with the ESCB and the ESRB, and after consulting the Joint Monitoring Mechanism, shall assess the effectiveness of this Article in mitigating the financial stability risks for the Union represented by the exposures of Union counterparties to Tier 2 CCPs offering services of substantial systemic importance pursuant to Article 25(2c). | ESMA shall accompany the assessment referred to in the first subparagraph with a report to the European Parliament, the Council and the Commission including a fully reasoned impact assessment on complementing measures, including quantitative thresholds. | Notwithstanding the first subparagraph, ESMA shall submit its assessment and recommendations at any point in time following the receipt of a formal notification by the Joint Monitoring Mechanism, indicating the likely materialisation of financial stability risks for the Union as a result of specific circumstances triggering an event with systemic implications. | Within six months of receiving the ESMA report referred to in the second subparagraph, the Commission shall prepare its own report which may be accompanied, where appropriate, by a legislative proposal. | Article 7b | Monitoring of the active account obligation | 1.   A financial counterparty or a non-financial counterparty that is subject to the obligation referred to in Article 7a shall calculate its activities and risk exposures in the categories of derivative contracts referred to in paragraph 6 of that Article, and report every six months to its competent authority the information necessary to assess compliance with that obligation. The competent authority shall transmit that information to ESMA without undue delay. | The counterparties referred to in the first subparagraph of this paragraph shall use the information reported under Article 9 where relevant. The reporting shall also include a demonstration to the competent authority that the legal documentation, IT connectivity and internal processes associated to the active accounts are in place. | 2.   Financial counterparties and non-financial counterparties subject to the obligation referred to in paragraph 1 of this Article which hold, for the derivative contracts referred to in Article 7a(6), accounts at a Tier 2 CCP in addition to active accounts, shall also report every six months to their competent authority information on the resources and systems that they have in place to ensure that the condition referred to in Article 7a(3), point (b), is met. The competent authority shall transmit that information to ESMA without undue delay. | 3.   The competent authorities referred to in the first paragraph of this Article shall ensure that the financial and non-financial counterparties subject to the obligation referred to in Article 7a take the appropriate steps to fulfil that obligation, including using their supervisory powers under their sectoral legislation, where appropriate, or imposing penalties as referred to in Article 12 where necessary. Competent authorities may require more frequent reporting in particular where, based on the information reported, insufficient steps have been taken to meet the requirements set out in this Regulation as regards active accounts. | Article 7c | Information on the provision of clearing services | 1.   Clearing members and clients that provide clearing services both at a CCP authorised under Article 14 and at a CCP recognised under Article 25 shall inform their clients, where the offer is available, of the possibility to clear their contracts through a CCP authorised under Article 14. | 2.   Notwithstanding Article 4(3a), clearing members and clients that provide clearing services to clients shall disclose, in a clear and understandable manner, for each CCP at which they provide clearing services, the fees to be charged to such clients for the provision of clearing services and any other fees charged including fees charged to clients which pass on costs, and other associated costs related to the provision of clearing services. | 3.   Clearing members and clients that provide clearing services shall provide the information referred to in paragraph 1: | (a) | when they establish a client clearing relationship with a client; and | (b) | at least on a quarterly basis. | 4.   ESMA, in consultation with EBA, shall develop draft regulatory technical standards to further specify the type of information referred to in paragraph 2. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | Article 7d | Information on clearing activity in CCPs recognised under Article 25 | 1.   Clearing members and clients that clear contracts through a CCP recognised under Article 25 shall report such clearing activity as follows: | (a) | where they are established in the Union but not part of a group subject to consolidated supervision in the Union, they shall report to their competent authorities; | (b) | where they are part of a group subject to consolidated supervision in the Union, the Union parent undertaking of that group shall report such clearing activity on a consolidated basis to its competent authority. | The reports referred to in the first subparagraph shall contain information on the scope of the clearing activity in the recognised CCP on an annual basis specifying: | (a) | the type of financial instruments or non-financial instruments cleared; | (b) | the average values cleared over one year per Union currency and per asset class; | (c) | the amount of margins collected; | (d) | the default fund contributions; and | (e) | the largest payment obligation. | The competent authorities shall promptly transmit the information referred to in the second subparagraph to ESMA and the Joint Monitoring Mechanism. | 2.   ESMA, in cooperation with EBA, EIOPA and the ESRB and after consulting the members of the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify the content of the information to be reported and the level of detail of the information to be provided in accordance with paragraph 1 of this Article, taking into account the existing reporting channels and the information already available to ESMA under the existing reporting framework, including the reporting obligation under Article 9. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | 3.   ESMA shall develop draft implementing technical standards to specify the format of the information to be submitted to the competent authority referred to in paragraph 1 taking into account existing reporting channels. | ESMA shall submit the draft implementing technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is conferred on the Commission to adopt the implementing technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Article 15 of Regulation (EU) No 1095/2010. | Article 7e | Information on Union CCPs | 1.   CCPs authorised under Article 14 shall report to ESMA on a monthly basis, via the central database established by ESMA pursuant to Article 17c (the “central database”), at least the following information: | (a) | the values and volumes cleared per currency and per asset class, including the value of positions held by clearing participants; | (b) | the CCP’s investments; | (c) | the CCP’s capital, including dedicated own resources used in the default waterfall as referred to in Article 45(4) of this Regulation, and in Article 9(14) of Regulation (EU) 2021/23; | (d) | the clearing members’ margin requirements, default fund contributions, and contractually committed resources in the default management or in the recovery plans referred to in Article 9 of Regulation (EU) 2021/23; | (e) | the adequacy of the margin and default fund contributions and waterfall resources with regard to Articles 41, 42 and 45; | (f) | the CCP’s available liquid resources and the results of the liquidity stress testing; | (g) | the details of the clearing members, clients holding individually segregated accounts, third parties providing major activities linked to the CCP’s risk management, material liquidity providers connected to the CCP, as well as interoperable and linked CCPs; | (h) | any change that the CCP has directly implemented in accordance with Article 15a. | The members of the college of the CCP referred to in Article 18 shall have access to the information provided in accordance with this Article via the central database. | 2.   ESMA, in close cooperation with EBA and the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify the details and content of the information to be provided under paragraph 1. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | 3.   ESMA shall develop draft implementing technical standards to specify the data standards and formats for the information to be reported in accordance with paragraph 1. | ESMA shall submit the draft implementing technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is conferred on the Commission to adopt the implementing technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Article 15 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;7) | De volgende artikelen worden ingevoegd: | “Artikel 7 bis | Actieve rekening | 1.   Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die op 24 december 2024 zijn onderworpen aan de clearingverplichting overeenkomstig de artikelen 4 bis en 10 of die daarna aan de clearingverplichting worden onderworpen, en die in een van de in lid 6 van dit artikel bedoelde categorieën derivatencontracten de clearingdrempel overschrijden, in een in dat lid vermelde individuele categorie of geaggregeerd over alle in lid 6 van dit artikel vermelde categorieën, houden voor die categorieën derivatencontracten ten minste één actieve rekening aan bij een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 indien die CTP clearingdiensten voor de betrokken derivaten verricht, en clearen ten minste een representatief aantal transacties op die actieve rekening. | Wanneer een financiële tegenpartij of een niet-financiële tegenpartij overeenkomstig de eerste alinea wordt onderworpen aan de verplichting om een actieve rekening aan te houden, stelt die financiële tegenpartij of niet-financiële tegenpartij ESMA en haar betrokken bevoegde autoriteit daarvan in kennis en opent zij een dergelijke actieve rekening binnen zes maanden nadat zij aan die verplichting is onderworpen. | 2.   Bij het bepalen van zijn verplichtingen met betrekking tot lid 1 houdt een tegenpartij die tot een groep behoort waarop in de Unie geconsolideerd toezicht wordt uitgeoefend, rekening met alle in lid 6 bedoelde derivatencontracten die worden gecleard door die tegenpartij of door andere entiteiten binnen de groep waartoe die tegenpartij behoort, met uitzondering van intragroeptransacties. | 3.   Tegenpartijen die worden onderworpen aan de in lid 1, eerste alinea, bepaalde verplichting zorgen ervoor dat aan alle volgende vereisten wordt voldaan: | a) | de rekening is permanent operationeel, met inbegrip van juridische documentatie, IT-connectiviteit en interne processen in verband met de rekening; | b) | de tegenpartij beschikt over systemen en middelen om operationeel in staat te zijn om de rekening, zelfs op korte termijn, te allen tijde te gebruiken voor grote volumes van de in lid 6 van dit artikel bedoelde derivatencontracten en om in korte tijd een grote stroom transacties te kunnen ontvangen van posities die bij een clearingdienst van substantieel systeemrelevant belang op grond van artikel 25, lid 2 quater worden aangehouden; | c) | alle nieuwe transacties van de respectieve tegenpartij in de in lid 6 bedoelde derivatencontracten kunnen te allen tijde op de rekening worden gecleard; | d) | de tegenpartij cleart op de actieve rekening transacties die representatief zijn voor de in lid 6 van dit artikel bedoelde derivatencontracten die tijdens de referentieperiode worden gecleard bij een clearingdienst van substantieel systeemrelevant belang op grond van artikel 25, lid 2 quater. | 4.   De in lid 3, punt d), bedoelde representativiteitsverplichting wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: | a) | de verschillende klassen van derivatencontracten; | b) | de looptijd van de transacties; | c) | de omvang van de transacties. | De in lid 3, punt d), bedoelde representativiteitsverplichting geldt niet voor tegenpartijen met een nominaal uitstaand clearingvolume van minder dan 6 miljard EUR in de in lid 6 bedoelde derivatencontracten. | De beoordeling van de in lid 3, punt d), bedoelde representativiteitsverplichting is gebaseerd op subcategorieën. Voor elke klasse derivatencontracten vloeit het aantal subcategorieën voort uit de combinatie van de verschillende transactievolumes en looptijdklassen. | De tegenpartij voldoet aan de in lid 3, punten a), b) en c), bedoelde vereisten binnen zes maanden nadat zij aan de verplichting van lid 1 van dit artikel is onderworpen en die tegenpartij brengt regelmatig verslag uit overeenkomstig artikel 7 ter. De vereisten worden regelmatig en ten minste eenmaal per jaar aan een stresstest onderworpen. | Om aan de in lid 3, punt d), bedoelde representativiteitsverplichting te voldoen, clearen tegenpartijen op jaarbasis gemiddeld ten minste vijf transacties in elk van de meest relevante subcategorieën per klasse derivatencontracten en per overeenkomstig lid 8, derde alinea, vastgestelde referentieperiode. Indien het resulterende aantal transacties meer bedraagt dan de helft van de totale transacties van die tegenpartij over de voorafgaande twaalf maanden, wordt de in lid 3, punt d), bedoelde representativiteitsverplichting geacht te zijn vervuld indien die tegenpartij ten minste één transactie in elk van de meest relevante subcategorieën per klasse derivatencontracten per referentieperiode cleart. | De in lid 3, punt d), bedoelde representativiteitsverplichting is niet van toepassing op het verrichten van clearingdiensten voor cliënten. Bij de berekening van het nominaal uitstaand clearingvolume van een tegenpartij als bedoeld in lid 8, vierde alinea, worden haar activiteiten op het gebied van clearing voor cliënten buiten beschouwing gelaten. | 5.   Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die aan de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichting onderworpen zijn en die ten minste 85 % van hun derivatencontracten die tot de in lid 6 van dit artikel bedoelde categorieën behoren, clearen bij een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend, worden vrijgesteld van de in lid 3, punten a), b) en c), van dit artikel bedoelde vereisten, het in lid 4, vierde alinea, van dit artikel bedoelde vereiste en het in artikel 7 ter, lid 2, bedoelde aanvullende rapportagevereiste. | 6.   De categorieën derivatencontracten die zijn onderworpen aan de verplichtingen als bedoeld in lid 1 zijn: | a) | in euro of Poolse zloty luidende rentederivaten; | b) | in euro luidende kortetermijnrentederivaten. | 7.   Wanneer ESMA een beoordeling op grond van artikel 25, lid 2 quater, uitvoert en concludeert dat bepaalde door tier 2-CTP’s verrichte diensten of activiteiten van substantieel systeemrelevant belang zijn voor de Unie of voor een of meer van haar lidstaten, of dat diensten of activiteiten die eerder door ESMA van substantieel systeemrelevant belang voor de Unie of voor een of meer van haar lidstaten zijn bevonden, dat niet langer zijn, kan de lijst van contracten die onder de verplichting om een actieve rekening aan te houden vallen, worden gewijzigd. | Om de lijst van contracten die onder verplichtingen om een actieve rekening aan te houden vallen, te wijzigen, legt ESMA, na raadpleging van het ESRB en in overleg met de centrale banken van uitgifte, aan de Commissie een grondige en uitgebreide kosten-batenanalyse voor, indien van toepassing in overeenstemming met de in artikel 25, lid 2 quater, eerste alinea, punt c), bedoelde kwantitatieve technische beoordeling, met inbegrip van de gevolgen voor andere valuta’s van de Unie, en met een beoordeling van de mogelijke gevolgen van de uitbreiding van de verplichtingen om een actieve rekening aan te houden tot de nieuwe soorten contracten, alsook een advies in verband met deze beoordeling. De instemming van de centrale banken van uitgifte heeft alleen betrekking op de contracten die luiden in de valuta die zij uitgeven. | Indien ESMA de beoordeling uitvoert en een advies uitbrengt waarin wordt geconcludeerd dat de lijst van contracten gewijzigd moet worden, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vast te stellen om de lijst van derivatencontracten overeenkomstig de eerste alinea van dit lid te wijzigen. | 8.   ESMA ontwikkelt, in samenwerking met EBA, Eiopa en het ESRB en na raadpleging van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de vereisten van lid 3, punten a), b) en c), van dit artikel de voorwaarden voor de desbetreffende stresstests en de details van de rapportage overeenkomstig artikel 7 ter. Bij de ontwikkeling van die technische reguleringsnormen houdt ESMA rekening met de omvang van de portefeuilles van de verschillende tegenpartijen overeenkomstig de derde alinea van dit lid, zodat tegenpartijen met meer transacties in hun portefeuilles worden onderworpen aan strengere operationele voorwaarden en rapportagevereisten dan tegenpartijen met minder transacties. | Met betrekking tot de in lid 3, punt d), bedoelde representativiteitsverplichting specificeert ESMA de verschillende klassen derivatencontracten, met een limiet van drie klassen, de verschillende looptijdbandbreedten, met een limiet van vier looptijdbandbreedten, en de verschillende transactievolumebandbreedten, met een limiet van drie transactievolumebandbreedten, om ervoor te zorgen dat de derivatencontracten die via de actieve rekeningen moeten worden gecleard, representatief zijn. | ESMA stelt het aantal meest relevante subcategorieën per klasse van derivatencontracten vast dat op de actieve rekening moet worden vertegenwoordigd, waarbij dit aantal niet hoger is dan vijf. De meest relevante subcategorieën zijn die met het hoogste aantal transacties tijdens de referentieperiode. | ESMA stelt ook de duur van de referentieperiode vast, die niet korter is dan zes maanden voor tegenpartijen met een nominaal uitstaand clearingvolume van minder dan 100 miljard EUR in de in lid 6 bedoelde derivatencontracten en niet korter dan één maand voor tegenpartijen met een nominaal uitstaand clearingvolume van meer dan 100 miljard EUR in de in lid 6 bedoelde derivatencontracten. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 juni 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | 9.   De bevoegde autoriteiten monitoren en berekenen op entiteits-, groep- en geaggregeerde gemiddelde basis het niveau van activiteit binnen de in lid 6 van dit artikel bedoelde derivatencontracten en geven die informatie door aan het gezamenlijk monitoringmechanisme. | Onverminderd het recht van de lidstaten om te voorzien in strafrechtelijke sancties en die op te leggen, legt de bevoegde autoriteit, indien wordt vastgesteld dat een financiële of niet-financiële tegenpartij haar verplichtingen uit hoofde van dit artikel niet nakomt, bij besluit administratieve sancties of dwangsommen op, of verzoekt zij de bevoegde gerechtelijke autoriteiten sancties of dwangsommen op te leggen, teneinde die tegenpartij te dwingen een einde te maken aan haar inbreuk. | De in de tweede alinea bedoelde dwangsom is doeltreffend en evenredig en bedraagt ten hoogste 3 % van de gemiddelde dagelijkse omzet in het voorafgaande boekjaar. De dwangsom wordt opgelegd voor elke dag van vertraging en wordt berekend vanaf de in het besluit tot oplegging van de dwangsom bepaalde datum. | De in de tweede alinea bedoelde dwangsom wordt opgelegd voor een termijn van maximaal zes maanden na de kennisgeving van het besluit van de bevoegde autoriteit. Na het verstrijken van die termijn beziet de bevoegde autoriteit de maatregel opnieuw en verlengt zij deze zo nodig. | 10.   Uiterlijk op 25 juni 2026 beoordeelt ESMA, in nauwe samenwerking met het ESCB en het ESRB en na raadpleging van het gezamenlijk monitoringmechanisme, de doeltreffendheid van dit artikel voor het beperken van de risico’s voor de financiële stabiliteit voor de Unie die worden gevormd door de blootstellingen van tegenpartijen uit de Unie aan tier 2-CTP’s die diensten van substantieel systeemrelevant belang op grond van artikel 25, lid 2 quater, aanbieden. | ESMA laat de in de eerste alinea bedoelde beoordeling vergezeld gaan van een verslag aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie met een volledig gemotiveerde effectbeoordeling van aanvullende maatregelen, met inbegrip van kwantitatieve drempels. | Niettegenstaande de eerste alinea dient ESMA haar beoordeling en aanbevelingen in telkens wanneer zij van het gezamenlijk monitoringmechanisme een formele kennisgeving krijgt waarin wordt aangegeven dat er zich waarschijnlijk risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie zullen voordoen als gevolg van specifieke omstandigheden die aanleiding geven tot een gebeurtenis met systeemrelevante implicaties. | Binnen zes maanden na ontvangst van het in de tweede alinea bedoelde verslag van ESMA stelt de Commissie haar eigen verslag op, dat zo nodig vergezeld kan gaan van een wetgevingsvoorstel. | Artikel 7 ter | Monitoring van de verplichting om een actieve rekening aan te houden | 1.   Een financiële tegenpartij of een niet-financiële tegenpartij die aan de in artikel 7 bis bedoelde verplichting onderworpen is, berekent haar activiteiten en risicoblootstellingen in de in lid 6 van dat artikel bedoelde categorieën derivatencontracten en rapporteert om de zes maanden aan haar bevoegde autoriteit de informatie die nodig is om de naleving van die verplichting te beoordelen. De bevoegde autoriteit zendt deze informatie onverwijld door aan ESMA. | De in de eerste alinea van dit lid bedoelde tegenpartijen gebruiken de uit hoofde van artikel 9 gerapporteerde informatie indien dat relevant is. Bij de rapportage wordt ook aan de bevoegde autoriteit aangetoond dat de juridische documentatie, IT-connectiviteit en interne processen in verband met de actieve rekeningen aanwezig zijn. | 2.   Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die aan de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichting onderworpen zijn en die voor de in artikel 7 bis, lid 6, bedoelde derivatencontracten naast actieve rekeningen ook rekeningen aanhouden bij een tier 2-CTP, verstrekken hun bevoegde autoriteit om de zes maanden ook informatie over de middelen en systemen waarover zij beschikken om te waarborgen dat aan de voorwaarde van artikel 7 bis, lid 3, punt b), wordt voldaan. De bevoegde autoriteit zendt deze informatie onverwijld door aan ESMA. | 3.   De in de eerste alinea van dit artikel bedoelde bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de financiële en niet-financiële tegenpartijen die aan de in artikel 7 bis bedoelde verplichting onderworpen zijn, de passende maatregelen nemen om aan die verplichting te voldoen, onder meer door in voorkomend geval gebruik te maken van hun toezichtbevoegdheden uit hoofde van hun sectorale wetgeving of zo nodig sancties op te leggen zoals bedoeld in artikel 12. De bevoegde autoriteiten kunnen een frequentere rapportage verlangen, met name wanneer op basis van de gerapporteerde informatie onvoldoende maatregelen zijn genomen om te voldoen aan de in deze verordening bepaalde vereisten betreffende actieve rekeningen. | Artikel 7 quater | Informatie over de verrichting van clearingdiensten | 1.   Clearingleden en cliënten die clearingdiensten verrichten bij zowel een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 als een CTP die beschikt over een erkenning overeenkomstig artikel 25, stellen hun cliënten, indien het aanbod beschikbaar is, in kennis van de mogelijkheid om hun contracten te clearen via een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14. | 2.   Niettegenstaande artikel 4, lid 3 bis, maken clearingleden en cliënten die clearingdiensten voor cliënten verrichten, voor elke CTP waarbij zij clearingdiensten verrichten, op duidelijke en begrijpelijke wijze de vergoedingen bekend die aan dergelijke cliënten in rekening worden gebracht voor het verrichten van clearingdiensten, alsook alle andere vergoedingen die in rekening worden gebracht, met inbegrip van aan cliënten aangerekende vergoedingen waarmee kosten worden doorberekend, en andere daarmee verband houdende kosten in verband met het verrichten van clearingdiensten. | 3.   Clearingleden en cliënten die clearingdiensten verrichten, verstrekken de in lid 1 bedoelde informatie: | a) | wanneer zij met een cliënt een relatie aangaan om voor die cliënt te clearen, en | b) | ten minste eenmaal per kwartaal. | 4.   ESMA stelt in nauw overleg met EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van het soort informatie zoals bedoeld in lid 2. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | Artikel 7 quinquies | Informatie over clearingactiviteiten bij overeenkomstig artikel 25 erkende CTP’s | 1.   Clearingleden en cliënten die contracten clearen via een overeenkomstig artikel 25 erkende CTP, rapporteren die clearingactiviteit als volgt: | a) | indien zij in de Unie zijn gevestigd maar geen deel uitmaken van een groep waarop in de Unie geconsolideerd toezicht wordt uitgeoefend, rapporteren zij aan hun bevoegde autoriteiten; | b) | indien zij deel uitmaken van een groep waarop in de Unie geconsolideerd toezicht wordt uitgeoefend, rapporteert de Uniemoederonderneming van die groep die clearingactiviteit op geconsolideerde basis aan haar bevoegde autoriteit. | De in de eerste alinea bedoelde rapporten bevatten informatie over het toepassingsgebied van de clearingactiviteit bij de erkende CTP op jaarbasis en specificeren: | a) | het type financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten dat wordt gecleard; | b) | de gemiddelde waarden die gedurende een jaar per Unievaluta en per activaklasse zijn gecleard; | c) | het bedrag van de geïnde marges; | d) | de bijdragen aan wanbetalingsfondsen, en | e) | de grootste betalingsverplichting. | De bevoegde autoriteiten geven de in de tweede alinea bedoelde informatie onmiddellijk door aan ESMA en aan het gezamenlijk monitoringmechanisme. | 2.   ESMA stelt, in samenwerking met EBA, Eiopa en het ESRB en na raadpleging van de leden van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter nadere bepaling van de inhoud van de overeenkomstig lid 2 van dit artikel te rapporteren informatie en de mate van gedetailleerdheid van de te verstrekken informatie, rekening houdend met de bestaande rapportagekanalen en de informatie waarover ESMA reeds beschikt uit hoofde van het bestaande rapportagekader, waaronder de rapportageverplichting uit hoofde van artikel 9. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | 3.   ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het format van de informatie die aan de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit moet worden verstrekt, rekening houdend met de bestaande rapportagekanalen. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | Artikel 7 sexies | Informatie over CTP’s uit de Unie | 1.   CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend, rapporteren maandelijks, via de door ESMA op grond van artikel 17 quater opgezette centrale databank (de “centrale databank”), ten minste de volgende informatie aan ESMA: | a) | de geclearde waarden en volumes per valuta en per activaklasse, met inbegrip van de waarde van door clearingdeelnemers aangehouden posities; | b) | de investeringen van de CTP; | c) | het kapitaal van de CTP, met inbegrip van de specifieke eigen middelen die worden gebruikt voor de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling zoals bedoeld in artikel 45, lid 4, van deze verordening en in artikel 9, lid 14, van Verordening (EU) 2021/23; | d) | de marginvereisten, bijdragen aan het wanbetalingsfonds en contractueel toegezegde middelen van de clearingleden in het kader van wanbetalingsbeheer of van de in de in artikel 9 van Verordening (EU) 2021/23 bedoelde herstelplannen; | e) | de toereikendheid van de margin, de bijdragen aan het wanbetalingsfonds en de middelen voor de trapsgewijze dekking van verliezen bij wanbetaling met betrekking tot de artikelen 41, 42 en 45; | f) | de beschikbare liquide middelen van de CTP en de resultaten van de liquiditeitstresstests; | g) | de gedetailleerde gegevens van de clearingleden, cliënten die individueel afzonderlijke rekeningen aanhouden, derden die belangrijke activiteiten in verband met het risicobeheer van de CTP uitvoeren, aan de CTP verwante verschaffers van wezenlijke liquiditeit, alsook interoperabele en gekoppelde CTP’s; | h) | eventuele wijzigingen die de CTP overeenkomstig artikel 15 bis rechtstreeks heeft doorgevoerd. | De leden van het in artikel 18 bedoelde college van de CTP hebben via de centrale databank toegang tot de overeenkomstig dit artikel verstrekte informatie. | 2.   ESMA stelt, in nauwe samenwerking met EBA en het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op waarin de details en inhoud van de krachtens lid 1 te verstrekken informatie nader worden bepaald. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | 3.   ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om de gegevensnormen en -vormen voor de informatie die overeenkomstig lid 1 moet worden gerapporteerd, nader te specificeren. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(8) | Article 9 is amended as follows: | (a) | in paragraph 1, the following subparagraphs are inserted after the first subparagraph: | ‘Financial counterparties, non-financial counterparties and CCPs subject to the reporting obligation shall put in place appropriate procedures and arrangements to ensure the quality of the data they report in accordance with this Article. | Where a non-financial counterparty that is part of a group meets the conditions set out in Article 10(1), second subparagraph, and benefits from the exemption set out in the fifth subparagraph of this paragraph, the Union parent undertaking of that non-financial counterparty shall report the net aggregate positions by class of derivatives of that non-financial counterparty to its competent authority on a weekly basis. For a counterparty established in the Union, the competent authority of the parent undertaking shall share the information with ESMA and with the competent authority of that counterparty.’ | ; | (b) | in paragraph 1a, the fourth subparagraph is amended as follows: | (i) | point (a) is replaced by the following: | ‘(a) | that third-country entity would be qualified as a financial counterparty if it were established in the Union; and’ | ; | (ii) | point (b) is deleted; | (c) | paragraph 1e is replaced by the following: | ‘1e.   Counterparties and CCPs that are required to report the details of derivative contracts shall ensure that such details are reported correctly and without duplication, including where the reporting obligation has been delegated in accordance with paragraph 1f.’ | ; | (d) | the following paragraph is inserted: | ‘4a.   By 25 December 2025 ESMA, in cooperation with EBA and EIOPA, shall draft guidelines in accordance with Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010 to further specify the procedures and arrangements referred to in the paragraph 1, second subparagraph.’ | ;8) | Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: | a) | in lid 1 worden na de eerste alinea de volgende alinea’s ingevoegd: | “Financiële tegenpartijen, niet-financiële tegenpartijen en CTP’s die aan de rapportageverplichting onderworpen zijn, voeren passende procedures en regelingen in om de kwaliteit van de gegevens die zij overeenkomstig dit artikel rapporteren, te waarborgen. | Indien een niet-financiële tegenpartij die deel uitmaakt van een groep voldoet aan de voorwaarden van artikel 10, lid 1, tweede alinea en in aanmerking komt voor de vrijstelling van de vijfde alinea van dit lid, rapporteert de Uniemoederonderneming van die niet-financiële tegenpartij wekelijks de netto geaggregeerde posities per klasse derivaten van die niet-financiële tegenpartij aan haar bevoegde autoriteit. Voor een in de Unie gevestigde tegenpartij deelt de bevoegde autoriteit van de moederonderneming de informatie met ESMA en met de bevoegde autoriteit van die tegenpartij.” | ; | b) | in lid 1 bis wordt de vierde alinea als volgt gewijzigd: | i) | punt a) wordt vervangen door: | “a) | die entiteit uit het derde land als een financiële tegenpartij zou worden beschouwd indien zij in de Unie gevestigd zou zijn, en” | ; | ii) | punt b) wordt geschrapt; | c) | lid 1 sexies wordt vervangen door: | “1 sexies.   Tegenpartijen en CTP’s die verplicht zijn de gegevens betreffende derivatencontracten te rapporteren, zorgen ervoor dat die gegevens juist en niet dubbel worden gerapporteerd, ook wanneer de rapportageverplichting overeenkomstig lid 1 septies is gedelegeerd.” | ; | d) | het volgende lid wordt ingevoegd: | “4 bis.   Uiterlijk op 25 december 2025 stelt ESMA, in samenwerking met EBA en Eiopa, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren op tot nadere bepaling van de in lid 1, tweede alinea, bedoelde procedures en regelingen.”.
(9) | Article 10 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is amended as follows: | (i) | the first subparagraph is replaced by the following: | ‘1.   Every 12 months, a non-financial counterparty taking positions in OTC derivative contracts may calculate its uncleared positions in accordance with paragraph 3.’ | ; | (ii) | in the second subparagraph, the introductory wording is replaced by the following: | ‘Where a non-financial counterparty does not calculate its uncleared positions, or where the result of the calculation of those uncleared positions in respect of one or more classes of OTC derivatives exceeds the clearing thresholds specified pursuant to paragraph 4, first subparagraph, point (b), that non-financial counterparty shall:’ | ; | (b) | paragraphs 2 to 5 are replaced by the following: | ‘2.   A non-financial counterparty that is subject to the clearing obligation referred to in Article 4 or that becomes subject to the clearing obligation in accordance with paragraph 1, second subparagraph, of this Article, shall remain subject to that obligation and shall continue clearing until that non-financial counterparty demonstrates to the relevant competent authority that its uncleared position does not exceed the clearing threshold specified pursuant to paragraph 4, first subparagraph, point (b), of this Article. | The non-financial counterparty shall be able to demonstrate to the relevant competent authority that the calculation of the uncleared position does not lead to a systematic underestimation of that position. | 3.   In calculating the uncleared positions referred to in paragraph 1 of this Article, the non-financial counterparty shall include all OTC derivative contracts that are not cleared through a CCP authorised under Article 14 or recognised under Article 25 entered into by the non-financial counterparty which are not objectively measurable as reducing risks directly relating to the commercial activity or treasury financing activity of the non-financial counterparty or of the group to which that non-financial counterparty belongs. | 4.   ESMA, after having consulted the ESRB and other relevant authorities, shall develop draft regulatory technical standards to specify: | (a) | the criteria for establishing which OTC derivative contracts are objectively measurable as reducing risks directly relating to the commercial activity or treasury financing activity referred to in paragraph 3; | (b) | the values of the clearing thresholds for uncleared positions, which are determined taking into account the calculation methodology set out in paragraph 3 of this Article and Article 4a(3), the systemic relevance of the sum of net positions and exposures per counterparty and per class of OTC derivatives; and | (c) | the mechanisms triggering a review of the values of the clearing thresholds, following significant price fluctuations in the underlying class of OTC derivatives or a significant increase of financial stability risks. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | 4a.   ESMA, in consultation with the ESRB, shall review the clearing thresholds referred to in paragraph 4, first subparagraph, point (b), of this Article and in Article 4a(4), taking into account, in particular, the interconnectedness of financial counterparties and the need to ensure the prudent coverage of financial counterparties under the clearing obligation. That review shall be conducted at least every two years, or earlier where necessary or where required under the mechanisms established under paragraph 4, first subparagraph, point (c). As a result of that review, ESMA may, in the regulatory technical standards adopted pursuant to paragraph 4, propose changes to the thresholds specified in the first subparagraph, point (b), of that paragraph. When reviewing the clearing thresholds, ESMA shall consider whether the classes of OTC derivatives, for which a clearing threshold has been set, are still the relevant classes of OTC derivatives or if new classes should be introduced. | That periodic review shall be accompanied by a report by ESMA on the subject. | 4b.   The relevant competent authorities of the non-financial counterparty and of the other entities within the group shall establish cooperation procedures to ensure the effective calculation of the positions and evaluate and assess the level of exposure in OTC derivative contracts at group level. | 5.   Each Member State shall designate an authority responsible for ensuring that the obligations of non-financial counterparties under this Regulation are met. That authority, in cooperation with the authorities responsible for the other entities of the group, shall report to ESMA at least every two years, and more frequently where an emergency situation is identified under Article 24, on the outcome of the assessment of the level of exposure in OTC derivatives of the non-financial counterparties for which it is responsible. The authority responsible for the Union parent undertaking of the group to which the non-financial counterparty belongs shall report to ESMA, at least every two years, on the outcome of the assessment of the level of exposure in OTC derivatives of the group. | At least every two years from 24 December 2024, ESMA shall present a report to the European Parliament, the Council and the Commission on the activities of Union non-financial counterparties in OTC derivatives, identifying areas where there is a lack of convergence and coherence in the application of this Regulation as well as potential risks to the financial stability of the Union.’ | ;9) | Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt als volgt gewijzigd: | i) | de eerste alinea wordt vervangen door: | “1.   Om de twaalf maanden kan een niet-financiële tegenpartij die posities in otc-derivatencontracten inneemt, haar ongeclearde posities berekenen overeenkomstig lid 3.” | ; | ii) | in de tweede alinea wordt de aanhef vervangen door: | “Indien een niet-financiële tegenpartij haar ongeclearde posities niet berekent of het resultaat van de berekening van die ongeclearde posities met betrekking tot een of meer klassen van otc-derivaten de op grond van lid 4, eerste alinea, punt b), van dit artikel bepaalde clearingdrempels overschrijdt, moet die financiële tegenpartij:” | ; | b) | de leden 2 tot en met 5 worden vervangen door: | “2.   Een niet-financiële tegenpartij die onder de in artikel 4 bedoelde clearingverplichting valt of die overeenkomstig lid 1, tweede alinea, van dit artikel onder die verplichting komt te vallen, blijft onderworpen aan die verplichting en blijft clearing verrichten totdat die niet-financiële tegenpartij aan de betrokken bevoegde autoriteit aantoont dat haar ongeclearde positie de op grond van lid 4, eerste alinea, punt b), van dit artikel bepaalde clearingdrempel niet overschrijdt. | De niet-financiële tegenpartij is in staat aan de betrokken bevoegde autoriteit aan te tonen dat de berekening van de ongeclearde positie niet leidt tot een systematische onderwaardering van die ongeclearde positie. | 3.   Bij de berekening van de in lid 1 van dit artikel bedoelde ongeclearde posities houdt de niet-financiële tegenpartij rekening met alle door de niet-financiële tegenpartij gesloten otc-derivatencontracten die niet zijn gecleard via een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 of een erkenning overeenkomstig artikel 25, en waarvan niet objectief kan worden aangetoond dat ze risico’s verminderen die rechtstreeks verband houden met de commerciële bedrijvigheid of de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen van de niet-financiële tegenpartij of van de groep waartoe die niet-financiële tegenpartij behoort. | 4.   ESMA stelt, na raadpleging van de ESRB en andere relevante autoriteiten, ontwerpen van technische reguleringsnormen op waarin het volgende wordt gespecificeerd: | a) | de criteria om te bepalen van welke otc-derivatencontracten objectief kan worden vastgesteld, dat zij risico’s verminderen die rechtstreeks verband houden met de commerciële activiteiten of de activiteiten betreffende kasbeheer als bedoeld in lid 3; | b) | de waarden van de clearingdrempels voor ongeclearde posities die worden vastgesteld met inachtneming van de in lid 3 van dit artikel en artikel 4 bis, lid 3, bepaalde berekeningsmethode en de systeemrelevantie van de som van de nettoposities en blootstellingen per tegenpartij en per otc-derivatenklasse, en | c) | de mechanismen die aanleiding geven tot een toetsing van de waarden van de clearingdrempels na aanzienlijke prijsschommelingen in de onderliggende otc-derivatenklasse of een aanzienlijke toename van de risico’s voor de financiële stabiliteit. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | 4 bis.   ESMA toetst, in overleg met het ESRB, de in lid 4, eerste alinea, punt b), van dit artikel en in artikel 4 bis, lid 4, bedoelde clearingdrempels en houdt hierbij met name rekening met de verwevenheid van financiële tegenpartijen en de noodzaak om ervoor zorgen dat de clearingverplichting in toereikende mate van toepassing is op financiële tegenpartijen. Die toetsing vindt ten minste om de twee jaar plaats, of eerder indien nodig of indien vereist uit hoofde van het op grond van de lid 4, eerste alinea, punt c), ingestelde mechanisme. Naar aanleiding van die toetsing kan ESMA wijzigingen van de in lid 4, eerste alinea, punt b), gespecificeerde drempels voorstellen door middel van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde technische reguleringsnormen. Bij de toetsing van de clearingdrempels overweegt ESMA of de otc-derivatenklassen waarvoor een clearingdrempel is vastgesteld, nog steeds de relevante otc-derivatenklassen zijn, dan wel of er nieuwe klassen moeten worden ingevoerd. | Die periodieke toetsing gaat vergezeld van een verslag ter zake van ESMA. | 4 ter.   De betrokken bevoegde autoriteiten van de niet-financiële tegenpartij en van de andere entiteiten binnen de groep zetten samenwerkingsprocedures op met het oog op het doeltreffend berekenen van de posities en evaluatie en beoordeling van het niveau van blootstelling in otc-derivatencontracten op groepsniveau. | 5.   Elke lidstaat wijst een autoriteit aan die ervoor moet zorgen dat de verplichtingen van niet-financiële tegenpartijen uit hoofde van deze verordening worden nagekomen. Die autoriteit brengt, in samenwerking met de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de andere entiteiten van de groep, ten minste om de twee jaar, en vaker indien overeenkomstig artikel 24 een noodsituatie wordt geconstateerd, verslag uit aan ESMA over het resultaat van de beoordeling van het niveau van blootstelling in otc-derivaten van de niet-financiële tegenpartijen waarvoor zij verantwoordelijk is. De autoriteit die verantwoordelijk is voor de Uniemoederonderneming van de groep waartoe de niet-financiële tegenpartij behoort, brengt ten minste om de twee jaar verslag uit aan ESMA over het resultaat van de beoordeling van het niveau van blootstelling in otc-derivaten van de groep. | Ten minste om de twee jaar vanaf 24 december 2024 dient ESMA bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de activiteiten van niet-financiële tegenpartijen uit de Unie met betrekking tot otc-derivaten, waarin zij aangeeft op welke gebieden er een gebrek aan convergentie en samenhang is bij de toepassing van deze verordening, alsook welke potentiële risico’s er zijn voor de financiële stabiliteit van de Unie.”.
(10) | Article 11 is amended as follows: | (a) | in paragraph 2, the following subparagraph is added: | ‘A non-financial counterparty that becomes subject to the obligations laid down in the first subparagraph of this paragraph shall establish the necessary arrangements to comply with those obligations within four months of the notification referred to in Article 10(1), second subparagraph, point (a). A non-financial counterparty shall be exempted from those obligations for contracts entered into during the four months following that notification.’ | ; | (b) | in paragraph 3, the following subparagraphs are added: | ‘A non-financial counterparty that becomes subject to the obligations set out in the first subparagraph of this paragraph shall establish the necessary arrangements to comply with those obligations within four months of the notification referred to in Article 10(1), second subparagraph, point (a). A non-financial counterparty shall be exempted from those obligations for contracts entered into during the four months following that notification. | Financial counterparties and non-financial counterparties referred to in Article 10(1) shall apply for authorisation from their competent authorities before using, or adopting a change to, a model for initial margin calculation with regard to the risk-management procedures laid down in the first subparagraph of this paragraph. When applying for authorisation, those counterparties shall provide their competent authorities, via the central database, with all relevant information regarding those risk-management procedures. Those competent authorities shall grant or refuse such authorisation within six months of receipt of the application for a new model or within three months of receipt of the application for a change to an already authorised model. | Where the model referred to in the third subparagraph of this paragraph is based on a pro forma model, the counterparty shall apply to EBA for the validation of that model and shall provide EBA with all relevant information referred to in that subparagraph via the central database. In addition, the counterparty shall provide EBA with the information on the outstanding notional amount referred to in paragraph 12a of this Article via the central database. | Where the model referred to in the third subparagraph of this paragraph is based on a pro forma model, the competent authorities may grant the authorisation only where the pro forma model has been validated by EBA. | EBA, in cooperation with ESMA and EIOPA, may issue guidelines or recommendations with a view to ensuring the uniform application and authorisation process of the risk-management procedures referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with the procedure laid down in Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ; | (c) | the following paragraph is inserted: | ‘3a.   By way of derogation from paragraph 3, single stock options and equity index options not cleared by a CCP shall not be subject to risk-management procedures requiring the timely, accurate and appropriately segregated exchange of collateral. | For the purpose of the first subparagraph of this paragraph, ESMA, in cooperation with EBA and EIOPA, shall monitor: | (a) | regulatory developments in third-country jurisdictions in relation to the treatment of single stock options and equity index options; | (b) | the impact of the derogation laid down in the first subparagraph on the financial stability of the Union or of one or more of its Member States; and | (c) | the development of exposures in single stock options and equity index options not cleared by a CCP. | At least every three years from 24 December 2024, ESMA, in cooperation with EBA and EIOPA, shall report to the Commission the findings resulting from its monitoring referred to in the second subparagraph. | Within one year of the date of receipt of the report referred to in the third subparagraph, the Commission shall assess whether: | (a) | international developments have led to more convergence in the treatment of single stock options and equity index options; and | (b) | the derogation laid down in the first subparagraph endangers the financial stability of the Union or of one or more of its Member States. | The Commission is empowered to adopt a delegated act in accordance with Article 82 to amend this Regulation by revoking the derogation laid down in the first subparagraph following an adaptation period. The adaptation period shall not exceed two years.’ | ; | (d) | the following paragraph is inserted: | ‘12a.   EBA shall set up a central validation function for the elements and general aspects of pro forma models, and changes thereto, used or to be used by financial counterparties and non-financial counterparties referred to in Article 10 for the purpose of complying with the requirements set out in paragraph 3 of this Article. EBA shall collect feedback from ESMA, EIOPA, and the competent authorities responsible for the supervision of counterparties using the pro forma models subject to validation, including on the performance of those pro forma models, and shall coordinate their views with the aim of developing consensus on the elements and general aspects of pro forma models. EBA shall serve as the main point of contact for discussions with market participants and developers of those pro forma models. | In its role as a central validator, EBA shall validate the elements and general aspects of those pro forma models, including their calibration, design and coverage of instruments, asset classes and risk factors. EBA shall grant or refuse such validation within six months of receipt of the application for validation referred to in paragraph 3, fourth subparagraph, for a new pro forma model and within three months of receipt of the application for a change to an already validated model. To facilitate EBA’s validation work, developers of pro forma models shall, upon EBA’s request, submit to EBA all the necessary information and documentation. | EBA shall assist the competent authorities in their authorisation processes regarding the general aspects of the implementation of the models under paragraph 3. To that end, EBA shall prepare a yearly report on the relevant aspects of its validation work, including the verification of the calibration of the models under the second subparagraph of this paragraph and the analysis of the issues reported. Where it deems it necessary, EBA shall issue, in cooperation with ESMA and EIOPA, recommendations in accordance with Article 16 of Regulation (EU) No 1093/2010 addressed to those competent authorities. In order to assist EBA in drafting the reports and recommendations, competent authorities shall provide EBA, upon its request, with the information collected during their initial and ongoing entity-level authorisation process of the models under paragraph 3, or changes thereto. | Competent authorities shall be solely responsible for authorising the use of the models under paragraph 3, or changes thereto, at the supervised entity level. | EBA shall charge an annual fee, per pro forma model, to financial counterparties and non-financial counterparties referred to in Article 10(1) using the pro forma models validated by EBA under the second subparagraph of this paragraph. Competent authorities shall report to EBA the financial counterparties and non-financial counterparties that implement models subject to the validation process under the first subparagraph. The fee shall be proportionate to the monthly average outstanding notional amount of non-centrally cleared OTC derivatives over the last 12 months of the counterparties concerned using the pro forma models validated by EBA and shall be assigned to cover all costs incurred by EBA for the performance of its tasks in accordance with the first subparagraph. | For the purposes of this Article, “pro forma model” means an initial margin model established, published, and revised through market-led initiatives. | The Commission is empowered to adopt a delegated act in accordance with Article 82 to supplement this Regulation by setting out: | (a) | the method for the determination of the amount of the fees; and | (b) | the modalities of the payment of the fees.’ | ; | (e) | paragraph 15 is amended as follows: | (i) | in the first subparagraph, point (aa) is replaced by the following: | ‘(aa) | the supervisory procedures, to ensure initial and ongoing validation of the risk-management procedures referred to in paragraph 3 applied by credit institutions authorised in accordance with Directive 2013/36/EU and investment firms authorised in accordance with Directive 2014/65/EU that have, or belong to a group that has, a monthly average outstanding notional amount of non-centrally cleared OTC derivatives of at least EUR 750 billion, calculated in accordance with the regulatory technical standards to be developed by the ESAs in accordance with this paragraph.’ | ; | (ii) | the fourth subparagraph is replaced by the following: | ‘EBA, in cooperation with ESMA, shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph, point (aa), to the Commission by 25 December 2025.’ | ;10) | Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: | a) | aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd: | “Een niet-financiële tegenpartij die wordt onderworpen aan de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde verplichtingen, treft binnen vier maanden na de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, punt a), bedoelde kennisgeving de nodige regelingen om aan die verplichtingen te voldoen. Een niet-financiële tegenpartij wordt vrijgesteld van die verplichtingen voor contracten die in de vier maanden na deze kennisgeving worden gesloten.” | ; | b) | aan lid 3 worden de volgende alinea’s toegevoegd: | “Een niet-financiële tegenpartij die wordt onderworpen aan de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde verplichtingen, treft binnen vier maanden na de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, punt a), bedoelde kennisgeving de nodige regelingen om aan die verplichtingen te voldoen. Een niet-financiële tegenpartij wordt vrijgesteld van die verplichtingen voor contracten die in de vier maanden na die kennisgeving worden gesloten. | De in artikel 10, lid 1, bedoelde financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen vragen hun bevoegde autoriteiten om goedkeuring alvorens gebruik te maken van of een wijziging aan te brengen in een model voor de berekening van de initiële marge met betrekking tot de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde risicobeheerprocedures. Wanneer zij om goedkeuring vragen, verstrekken die tegenpartijen hun bevoegde autoriteiten via de centrale databank alle relevante informatie over die risicobeheerprocedures. Die bevoegde autoriteiten verlenen of weigeren die goedkeuring binnen zes maanden na ontvangst van het verzoek voor een nieuw model of binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek voor een wijziging van een reeds goedgekeurd model. | Indien het in de derde alinea van dit lid bedoelde model op een pro-formamodel gebaseerd is, verzoekt de tegenpartij EBA om validatie van dat model en verschaft zij EBA via de centrale gegevensbank alle in die alinea bedoelde relevante informatie. Daarnaast verstrekt de tegenpartij EBA via de centrale databank de in lid 12 bis van dit artikel bedoelde informatie over het uitstaande nominale bedrag. | Indien het in de derde alinea van dit lid bedoelde model op een pro-formamodel gebaseerd is, verlenen de bevoegde autoriteiten slechts goedkeuring indien het pro-formamodel door EBA is gevalideerd. | EBA kan, in samenwerking met ESMA en Eiopa, overeenkomstig de in artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 neergelegde procedure, richtsnoeren of aanbevelingen uitgeven om te zorgen voor een uniforme toepassing en een uniforme procedure voor de goedkeuring van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde risicobeheerprocedures.” | ; | c) | het volgende lid wordt ingevoegd: | “3 bis.   In afwijking van lid 3 zijn aandelenopties en aandelenindexopties die niet door een CTP zijn gecleard, niet onderworpen aan risicobeheerprocedures die een tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden voorschrijven. | Voor de toepassing van de eerste alinea van dit lid monitort ESMA, in samenwerking met EBA en Eiopa: | a) | regelgevingsontwikkelingen in jurisdicties van derde landen met betrekking tot de behandeling van aandelenopties en aandelenindexopties; | b) | het effect van de in de eerste alinea vastgestelde vrijstelling op de financiële stabiliteit van de Unie of een of meer van haar lidstaten, en | c) | de ontwikkeling van blootstellingen in aandelenopties en aandelenindexopties die niet door een CTP zijn gecleard. | Ten minste om de drie jaar vanaf 24 december 2024 brengt ESMA, in samenwerking met EBA en Eiopa, aan de Commissie verslag uit over de bevindingen van haar monitoring zoals bedoeld in de tweede alinea. | Binnen een jaar na de datum van ontvangst van het in de derde alinea bedoelde verslag beoordeelt de Commissie of: | a) | internationale ontwikkelingen hebben geleid tot meer convergentie in de behandeling van aandelenopties en aandelenindexopties, en | b) | de in de eerste alinea vastgestelde vrijstelling de financiële stabiliteit van de Unie of van een of meer van haar lidstaten in gevaar brengt. | De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vast te stellen om deze verordening te wijzigen door de in de eerste alinea vastgestelde vrijstelling na een aanpassingsperiode in te trekken. De aanpassingsperiode duurt maximaal twee jaar.” | ; | d) | het volgende lid wordt ingevoegd: | “12 bis.   EBA zet een centrale validatiefunctie op voor de elementen en algemene aspecten van pro-formamodellen en wijzigingen daarvan die door de in artikel 10 bedoelde financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen worden gebruikt of zullen worden gebruikt om aan de vereisten van lid 3 van dit artikel te voldoen. EBA verzamelt feedback van ESMA, Eiopa en de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op tegenpartijen die gebruikmaken van de pro-formamodellen die moeten worden gevalideerd, onder meer over de prestaties van die pro-formamodellen, en coördineert hun standpunten teneinde tot een consensus over de elementen en algemene aspecten van pro-formamodellen te komen. EBA fungeert als voornaamste contactpunt voor besprekingen met marktdeelnemers en ontwikkelaars van die pro-formamodellen. | In haar rol als centrale validator valideert EBA de elementen en algemene aspecten van die pro-formamodellen, waaronder hun kalibratie, ontwerp en dekking van instrumenten, activaklassen en risicofactoren. EBA verleent of weigert een dergelijke validatie binnen zes maanden na ontvangst van de in lid 3, vierde alinea, bedoelde verzoek om validatie voor een nieuw pro-formamodel en binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek voor een wijziging van een reeds gevalideerd model. Om de validatiewerkzaamheden van EBA te vergemakkelijken, verstrekken ontwikkelaars van pro-formamodellen EBA op haar verzoek alle nodige informatie en documentatie. | EBA helpt de bevoegde autoriteiten bij hun goedkeuringsprocedures met betrekking tot de algemene aspecten van de toepassing van de in lid 3 bedoelde modellen. Daartoe stelt EBA jaarlijks een verslag op over de relevante aspecten van haar validatiewerkzaamheden, met inbegrip van de verificatie van de kalibratie van de modellen overeenkomstig de tweede alinea van dit lid en de analyse van de gerapporteerde kwesties. Indien zij dit nodig acht, doet EBA, in samenwerking met ESMA en Eiopa, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 aanbevelingen aan die bevoegde autoriteiten. Om EBA te helpen bij het opstellen van de verslagen en aanbevelingen, verstrekken de bevoegde autoriteiten EBA op haar verzoek de informatie die is verzameld tijdens hun initiële en doorlopende goedkeuringsprocedure op entiteitsniveau voor de modellen uit hoofde van lid 3 of wijzigingen daarvan. | De bevoegde autoriteiten zijn als enige verantwoordelijk voor het verlenen van goedkeuring voor het gebruik van de uit hoofde van lid 3 bedoelde modellen, of wijzigingen daarvan, op het niveau van de onder toezicht staande entiteit. | EBA brengt financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, die de door EBA uit hoofde van de tweede alinea van dit lid gevalideerde pro-formamodellen gebruiken, een jaarlijkse vergoeding per pro-formamodel in rekening. De bevoegde autoriteiten rapporteren aan EBA welke financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen modellen toepassen die onderworpen zijn aan het validatieproces overeenkomstig de eerste alinea. De vergoeding staat in verhouding tot het maandelijkse gemiddelde uitstaande nominale bedrag aan niet-centraal geclearde otc-derivaten over de laatste twaalf maanden van de betrokken tegenpartijen die gebruikmaken van de door EBA gevalideerde pro-formamodellen en wordt toegewezen ter dekking van alle kosten die EBA maakt voor de uitvoering van haar taken overeenkomstig de eerste alinea. | Voor de toepassing van dit artikel wordt onder “pro-formamodel” verstaan: een model voor initiële margins dat door marktgestuurde initiatieven is vastgesteld, gepubliceerd en herzien. | De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 82 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door het volgende vast te stellen: | a) | de methode voor de vaststelling van het bedrag van de vergoedingen, en | b) | de wijze waarop de vergoedingen worden betaald.” | ; | e) | lid 15 wordt als volgt gewijzigd: | i) | in de eerste alinea wordt punt a bis) vervangen door: | “a bis) | de toezichtprocedures met het oog op de initiële en doorlopende validatie van de in lid 3 bedoelde risicobeheerprocedures die worden toegepast door kredietinstellingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU vergunning is verleend en beleggingsondernemingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU vergunning is verleend en die een maandelijks gemiddeld uitstaand nominaal bedrag aan niet centraal geclearde otc-derivaten van ten minste 750 miljard EUR hebben, of behoren tot een groep met een dergelijk bedrag, berekend overeenkomstig de technische reguleringsnormen die de ETA’s overeenkomstig dit lid moeten ontwikkelen.” | ; | ii) | de vierde alinea wordt vervangen door: | “EBA dient de in de eerste alinea, punt a bis), bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen in samenwerking met ESMA uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie.”.
(11) | Article 12 is amended as follows: | (a) | the following paragraph is inserted: | ‘1a.   Without prejudice to paragraph 1 of this Article and to the right of Member States to provide for and impose criminal penalties, the competent authority shall, by decision, impose administrative penalties or periodic penalty payments, or request competent judicial authorities to impose penalties or periodic penalty payments, on the entities subject to the reporting obligation pursuant to Article 9 where the details reported repeatedly contain systematic manifest errors. | The periodic penalty payment referred to in the first subparagraph shall not exceed a maximum of 1 % of the average daily turnover for the preceding business year which, in the case of an ongoing infringement, the entity shall be obliged to pay for every day that the infringement continues, until compliance with the obligation is established or restored. The periodic penalty payment may be imposed for a maximum period of six months from the date set out in the decision of the competent authority requiring the termination of an infringement and imposing the periodic penalty payment.’ | ; | (b) | the following paragraphs are added: | ‘4.   By way of derogation from paragraphs 1 and 1a, where the legal system of a Member State does not provide for administrative penalties, this Article may be applied in such a manner that the penalty is initiated by the competent authority and imposed by judicial authorities, while ensuring that those legal remedies are effective and have an equivalent effect to the administrative penalties imposed by competent authorities. In any event, the penalties imposed shall be effective, proportionate and dissuasive. Those Member States shall notify to the Commission the provisions of their laws which they adopt pursuant to this paragraph by 24 December 2024 and, without delay, any subsequent amending law or amendment affecting them. | 5.   ESMA, in cooperation with EBA, EIOPA and the ESRB, shall develop draft regulatory technical standards to specify what constitutes systematic manifest errors as referred to in the paragraph 1a. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;11) | Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: | a) | het volgende lid wordt ingevoegd: | “1 bis.   Onverminderd lid 1 van dit artikel en het recht van de lidstaten om te voorzien in strafrechtelijke sancties en deze op te leggen, legt de bevoegde autoriteit bij besluit administratieve sancties of dwangsommen op, of verzoekt zij de bevoegde gerechtelijke autoriteiten sancties of dwangsommen op te leggen aan de entiteiten die aan de rapportageverplichting op grond van artikel 9 onderworpen zijn indien de gerapporteerde gegevens herhaaldelijk systematische kennelijke fouten bevatten. | De in de eerste alinea bedoelde dwangsom bedraagt maximaal 1 % van de gemiddelde dagelijkse omzet in het voorafgaande boekjaar, die de entiteit in geval van een voortdurende inbreuk moet betalen per dag dat de inbreuk voortduurt, totdat de verplichting (opnieuw) wordt nagekomen. De dwangsom kan worden opgelegd gedurende een maximumperiode van zes maanden vanaf de datum die is vastgelegd in het besluit van de bevoegde autoriteit waarbij beëindiging van een inbreuk wordt gevorderd en de dwangsom wordt opgelegd.” | ; | b) | de volgende leden worden toegevoegd: | “4.   In afwijking van de leden 1 en 1 bis kan dit artikel, indien het rechtsstelsel van de lidstaat niet voorziet in administratieve sancties, aldus worden toegepast dat de sanctie wordt geïnitieerd door de bevoegde autoriteit en opgelegd door gerechtelijke autoriteiten, waarbij wordt gewaarborgd dat die rechtsmiddelen doeltreffend zijn en dat het effect ervan gelijkwaardig is aan dat van de door bevoegde autoriteiten opgelegde administratieve sancties. De sancties zijn in elk geval doeltreffend, evenredig en afschrikkend. Die lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 24 december 2024 de wetsbepalingen mee die zij op grond van dit lid vaststellen, en melden onverwijld alle latere wijzigingswetgeving of wijzigingen die op de bepalingen van invloed zijn. | 5.   ESMA stelt, in samenwerking met EBA, Eiopa en de ESRB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op om te specificeren wat systematische kennelijke fouten zoals bedoeld in lid 1 bis zijn. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(12) | Article 13 is replaced by the following: | ‘Article 13 | Mechanism to avoid duplicative or conflicting rules with regard to OTC derivative contracts not cleared by a CCP | 1.   The Commission shall be assisted by the ESAs in monitoring the international application of principles laid down in Article 11, in particular with regard to potential duplicative or conflicting requirements on market participants, and recommend possible action. | 2.   The Commission may adopt implementing acts declaring that the legal, supervisory and enforcement arrangements of a third country: | (a) | are equivalent to the requirements laid down in Article 11; | (b) | ensure protection of professional secrecy that is equivalent to that set out in Article 83; and | (c) | are being applied effectively and enforced in an equitable and non-distortive manner so as to ensure effective supervision and enforcement in that third country. | Those implementing acts shall be adopted in accordance with the examination procedure referred to in Article 86(2). | 3.   An implementing act on equivalence as referred to in paragraph 2 shall imply that counterparties entering into an OTC derivative contract not cleared by a CCP subject to this Regulation shall be deemed to have fulfilled the obligations contained in Article 11 where at least one of the counterparties is subject to the requirements which are considered equivalent under that implementing act on equivalence.’ | ;12) | Artikel 13 wordt vervangen door: | “Artikel 13 | Mechanisme ter voorkoming van overlappende of tegenstrijdige regels met betrekking tot niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten | 1.   De Commissie wordt bijgestaan door de ETA’s bij de monitoring van de internationale toepassing van de in artikel 11 vermelde beginselen, in het bijzonder met betrekking tot potentiële gedupliceerde of tegenstrijdige vereisten voor marktdeelnemers, en doet aanbevelingen voor potentiële maatregelen. | 2.   De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarbij zij verklaart dat het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van een derde land: | a) | gelijkwaardig zijn aan de in artikel 11 neergelegde voorschriften; | b) | waarborgen inzake het beroepsgeheim bieden die gelijkwaardig zijn aan de in artikel 83 vervatte waarborgen, en | c) | op een billijke en niet-verstorende wijze worden toegepast en gehandhaafd, zodat effectief toezicht en effectieve handhaving in dat derde land zijn gewaarborgd. | Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 86, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. | 3.   Een uitvoeringshandeling inzake gelijkwaardigheid zoals bedoeld in lid 2 houdt in dat tegenpartijen die een otc-derivatencontract aangaan dat niet wordt gecleard door een CTP waarvoor deze verordening geldt, worden verondersteld te hebben voldaan aan de in artikel 11 vastgestelde verplichtingen indien ten minste één van de tegenpartijen onderworpen is aan de gelijkwaardige vereisten uit hoofde van die uitvoeringshandeling inzake gelijkwaardigheid.”.
(13) | Article 14 is amended as follows: | (a) | paragraph 3 is replaced by the following: | ‘3.   The authorisation referred to in paragraph 1 shall be granted for services and activities linked to clearing and shall specify the services or activities for which the CCP is authorised to provide or perform clearing services, including the classes of derivatives, securities, other financial instruments or non-financial instruments covered by such authorisation. | An entity applying for authorisation as a CCP to clear financial instruments shall include in its application the classes of non-financial instruments suitable for clearing that such CCP intends to clear.’ | ; | (b) | the following paragraphs are added: | ‘6.   ESMA, in close cooperation with the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to specify the list of required documents that are to accompany an application for authorisation as referred to in paragraph 1 and to specify the information that such documents are to contain with a view to demonstrating that the applicant CCP complies with all relevant requirements of this Regulation. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | 7.   ESMA shall develop draft implementing technical standards to specify the electronic format of the application for authorisation referred to in paragraph 1 of this Article to be submitted to the central database. | ESMA shall submit the draft implementing technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is conferred on the Commission to adopt the implementing technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Article 15 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;13) | Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 3 wordt vervangen door: | “3.   De in lid 1 bedoelde vergunning wordt voor met clearing verband houdende diensten en activiteiten verleend en specificeert met betrekking tot welke diensten of activiteiten waarvoor de centrale tegenpartij een vergunning heeft om clearingdiensten te verrichten, met inbegrip van de klassen derivaten, effecten en financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten die onder dergelijke vergunning ressorteren. | Een entiteit die een vergunning aanvraagt om als CTP financiële instrumenten te mogen clearen, vermeldt in haar aanvraag de voor clearing geschikte klassen niet-financiële instrumenten die de CTP voornemens is te clearen.” | ; | b) | de volgende leden worden toegevoegd: | “6.   ESMA stelt, in nauwe samenwerking met het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de lijst van vereiste documenten die een vergunningsaanvraag zoals bedoeld in lid 1 moeten vergezellen en ter specificatie van de informatie die deze documenten moeten bevatten om aan te tonen dat de aanvragende CTP aan alle relevante vereisten van deze verordening voldoet. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | 7.   ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het elektronische format van de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergunningsaanvraag die bij de centrale databank moet worden ingediend. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(14) | Article 15 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   A CCP that intends to extend its business to additional services or activities, including to non-financial instruments suitable to be centrally cleared at an authorised CCP, not covered by the existing authorisation shall submit an application for an extension of that authorisation to additional clearing services or activities in one or more classes of derivatives, securities, other financial instruments or non-financial instruments, to the CCP’s competent authority, unless such an extension of activities or services is exempted from authorisation under Article 15a. | The extension of authorisation shall be made in accordance with either the procedure set out in Article 17 or the procedure set out in Article 17a, as applicable.’ | ; | (b) | paragraph 3 is replaced by the following: | ‘3.   ESMA, in close cooperation with the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to specify the lists of required documents that shall accompany an application for an extension of authorisation pursuant to paragraph 1 and to specify the information that such documents shall contain. The lists of required documents and information shall be relevant and proportionate to the nature of the extension of authorisation procedures referred in paragraph 1, with a view to demonstrating that the CCP meets all relevant requirements of this Regulation. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ; | (c) | the following paragraph is added: | ‘4.   ESMA shall develop draft implementing technical standards to specify the electronic format of the application for an extension of the authorisation referred to in paragraph 1 of this Article to be submitted via the central database. | ESMA shall submit the draft implementing technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is conferred on the Commission to adopt the implementing technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Article 15 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;14) | Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Een CTP die voornemens is haar bedrijvigheid tot niet onder de bestaande vergunning vallende bijkomende diensten of activiteiten uit te breiden, met inbegrip van niet-financiële instrumenten die geschikt zijn om centraal te worden gecleard bij een CTP, dient bij de voor de CTP bevoegde autoriteit een verzoek in tot uitbreiding van die vergunning tot aanvullende clearingdiensten of -activiteiten in een of meer klassen van derivaten, effecten, andere financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten, tenzij een dergelijke uitbreiding van activiteiten of diensten uit hoofde van artikel 15 bis is vrijgesteld van een vergunning. | De uitbreiding van een vergunning vindt plaats in overeenstemming met de procedure van artikel 17 dan wel de procedure van artikel 17 bis, naargelang het geval.” | ; | b) | lid 3 wordt vervangen door: | “3.   ESMA stelt, in nauwe samenwerking met het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de lijsten van vereiste documenten die een aanvraag voor een uitbreiding van een vergunning op grond van lid 1 moeten vergezellen, en ter specificatie van de informatie die dergelijke documenten moeten bevatten. De lijsten van vereiste documenten en informatie zijn relevant en staan in verhouding tot de aard van de in lid 1 bedoelde verlengingsprocedures, om aan te tonen dat de CTP aan alle relevante vereisten van deze verordening voldoet. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.” | ; | c) | het volgende lid wordt toegevoegd: | “4.   ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het elektronische format van de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergunningsaanvraag die via de centrale databank moet worden ingediend. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(15) | the following article is inserted: | ‘Article 15a | Exemption from authorisation of an extension of clearing services or activities | 1.   Notwithstanding Article 15, a CCP that intends to extend its business to include an additional service or activity not covered by its existing authorisation shall not be required to be authorised for such an extension where that additional service or activity would not have a material impact on the CCP’s risk profile. | The CCP shall notify the registered recipients via the central database where it decides to make use of the exemption provided for in the first subparagraph of this paragraph, including the service or activity it intends to provide. | The changes implemented by a CCP in accordance with this Article shall be subject to review and evaluation in accordance with Article 21. | ESMA may review the provision of clearing services and activities and report to the college referred to in Article 18 and to the Commission on the risks arising from CCPs’ provision of services and activities pursuant to this Article and on their appropriateness. | 2.   ESMA, in close cooperation with the members of the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify: | (a) | the type of extension of clearing services or activities that would not have a material impact on a CCP’s risk profile; and | (b) | the frequency with which a CCP shall notify the use of the exemption referred to in paragraph 1, which shall not exceed once every three months. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;15) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: | “Artikel 15 bis | Vrijstelling van vergunningsplicht voor uitbreiding van clearingdiensten of -activiteiten | 1.   Niettegenstaande artikel 15 heeft een CTP die voornemens is haar activiteiten uit te breiden tot een aanvullende dienst of activiteit die niet onder haar bestaande vergunning valt, geen vergunning voor een dergelijke uitbreiding nodig indien die aanvullende dienst of activiteit geen wezenlijke invloed zou hebben op het risicoprofiel van de CTP. | De CTP stelt de geregistreerde ontvangers via de centrale databank in kennis van haar besluit om gebruik te maken van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde vrijstelling en geeft daarbij aan welke dienst of activiteit zij voornemens is te verrichten. | De wijzigingen die een CTP overeenkomstig dit artikel doorvoert, worden getoetst en geëvalueerd overeenkomstig artikel 21. | ESMA kan het verrichten van clearingdiensten en -activiteiten evalueren en aan het in artikel 18 bedoelde college en aan de Commissie verslag uitbrengen over de risico’s die voortvloeien uit het verrichten van diensten en activiteiten door CTP’s op grond van dit artikel en over de passendheid daarvan. | 2.   ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de leden van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van: | a) | het soort uitbreiding van clearingdiensten of -activiteiten die het risicoprofiel van een CTP niet materieel zouden beïnvloeden, en | b) | de frequentie waarmee een CTP kennis moet geven van het gebruik van de in lid 1 bedoelde vrijstelling, die niet meer dan eens in de drie maanden bedraagt. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(16) | Article 17 is amended as follows: | (a) | paragraphs 1 to 4 are replaced by the following: | ‘1.   The applicant CCP shall submit an application for authorisation as referred to in Article 14(1) or an application for an extension of an existing authorisation as referred to in Article 15(1) in an electronic format via the central database. The application shall be immediately shared via that central database with the CCP’s competent authority, ESMA and the college referred to in Article 18. | The applicant CCP shall provide all information necessary to demonstrate that it has established, at the time of the initial authorisation, all the necessary arrangements to meet the requirements laid down in this Regulation. Where a CCP is applying for an extension of an existing authorisation pursuant to Article 15, it shall provide all information necessary to demonstrate that, at the time such an extension is granted, it will have established all additional arrangements to meet any requirements laid down in this Regulation in respect of such an extension. | In accordance with Article 17c, an acknowledgement of receipt of the application shall be sent via the central database within two working days of submission of that application under the first subparagraph of this paragraph. | 2.   The CCP’s competent authority shall, following the acknowledgement of receipt referred to in paragraph 1, third subparagraph, notify the applicant CCP whether the application contains the documents and information required. | The notification shall be sent within: | (a) | 20 working days of the acknowledgment of the receipt, where the applicant CCP has applied for an authorisation pursuant to Article 14(1); or | (b) | 10 working days of the acknowledgment of the receipt, where the applicant CCP has applied for an extension of an existing authorisation pursuant to Article 15(1). | Where, during the applicable period specified under the second subparagraph of this paragraph, the CCP’s competent authority decides that not all documents or information required pursuant to Article 14(6) and (7) or Article 15(3) and (4) have been submitted, it shall request the applicant CCP to submit such additional documents or information, via the central database. The application for authorisation or the application for the extension of authorisation shall be rejected where the CCP’s competent authority decides that the applicant CCP has failed to comply with any such request. The CCP’s competent authority shall inform the CCP thereof via the central database. | 3.   The CCP’s competent authority shall conduct a risk assessment of the CCP’s compliance with the relevant requirements laid down in this Regulation within the period specified under the second subparagraph (the “risk assessment period”). | The risk assessment shall be carried out within: | (a) | 80 working days of the confirmation set out in paragraph 2, second subparagraph, point (a), where an application is made under Article 14(1); or | (b) | 40 working days of the confirmation set out in paragraph 2, second subparagraph, point (b), where an application is made under Article 15(1). | By the end of the risk assessment period, the CCP’s competent authority shall submit its draft decision and report to ESMA and the college referred to in Article 18 via the central database. | Following receipt of the draft decision and report referred to in the third subparagraph of this paragraph, and on the basis of the findings therein, the college referred to in Article 18 shall within 15 working days adopt an opinion pursuant to Article 19 determining whether the applicant CCP complies with the requirements laid down in this Regulation and transmit it to the CCP’s competent authority and ESMA in an electronic format via the central database. | The college referred to in Article 18 may include in its opinion any conditions or recommendations it considers necessary to mitigate any shortcomings in the CCP’s risk management. | Following receipt of the draft decision and report referred to in the third subparagraph of this paragraph, ESMA shall within 15 working days adopt an opinion determining whether the applicant CCP complies with the requirements laid down in this Regulation in accordance with Article 23a(1), point (e), Article 23a(2), and Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), and transmit it to the CCP’s competent authority and the college referred to in Article 18. | ESMA may include in its opinion any conditions or recommendations it considers necessary to mitigate any shortcomings in the CCP’s risk management in relation to identified cross-border risks or risks to the financial stability of the Union. | 3a.   Without prejudice to the opinion referred to in paragraph 3, sixth subparagraph, of this Article, following receipt of the draft decision and report referred to in paragraph 3, third subparagraph, of this Article, ESMA may also provide an opinion in accordance with Article 23a and Article 24a(7) on that draft decision to the competent authority where necessary to promote a consistent and coherent application of a relevant article, within 15 working days of receipt of the draft decision. | Where the draft decision submitted to ESMA in accordance with paragraph 3 of this Article shows a lack of convergence or coherence in the application of this Regulation, ESMA shall issue guidelines or recommendations to promote the necessary consistency or coherence in the application of this Regulation pursuant to Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010. | The adopted opinions of ESMA and the college referred to in Article 18 shall be submitted in an electronic format via the central database, to the respective recipients. | 3b.   During the risk assessment period, the CCP’s competent authority, through the central database: | (a) | may submit questions to, and request complementary information from, the applicant CCP; | (b) | shall coordinate and submit questions from ESMA or any member of the college referred to in Article 18 to the applicant CCP; and | (c) | shall share with ESMA and the members of the college referred to in Article 18 all answers provided by the applicant CCP. | Where the CCP’s competent authority has not provided the requested information to ESMA or any member of the college referred to in Article 18 within 10 working days of submission of the request, ESMA or any member of that college referred to in Article 18 may submit its request directly to the CCP via the central database. | Where the applicant CCP has not responded to the questions referred to in the first subparagraph within the deadline set by the authority requesting the information, the CCP’s competent authority, after consulting the requesting authority, may decide to extend once the relevant risk assessment period by a maximum of 10 working days in total if, in its view or in the view of the requesting authority, any of the questions is material for the assessment. The competent authority shall inform the applicant CCP, via the central database, of the extension provided. The competent authority may take a decision on the application in the absence of the CCP’s response. | 3c.   Within 10 working days of receipt of the opinions of ESMA and of the college referred to in Article 18, adopted under paragraph 3, fourth and sixth subparagraphs, respectively, of this Article, and, where issued, the opinion of ESMA adopted under paragraph 3a, first subparagraph, of this Article, the CCP’s competent authority shall adopt its decision and transmit it to ESMA and the college referred to in Article 18 via the central database. | Where the decision of the CCP’s competent authority does not reflect the opinion of the college referred to in Article 18, including any conditions or recommendations contained therein, it shall contain a fully reasoned explanation of any significant deviation from that opinion or conditions or recommendations. | Where the CCP’s competent authority does not comply or does not intend to comply with an opinion of ESMA or with any conditions or recommendations included therein, ESMA shall inform the Board of Supervisors in accordance with Article 24a. The information shall also include the reasoning from the CCP’s competent authority for non-compliance or for its intention not to comply. | 4.   The CCP’s competent authority shall, after duly considering the opinions of ESMA and of the college provided for in paragraphs 3 and 3a of this Article, including any conditions or recommendations contained therein, decide to grant authorisation as referred to in Article 14 and Article 15(1), second subparagraph, only where it is fully satisfied that the applicant CCP: | (a) | complies with the requirements laid down in this Regulation, including, where applicable, for the provision of clearing services or activities for non-financial instruments; and | (b) | is notified as a system pursuant to Directive 98/26/EC. | Where a CCP applies for an extension of an existing authorisation pursuant to Article 15, ESMA, the college referred to in Article 18 and the CCP’s competent authority may rely on part of the assessment previously made pursuant to this Article to the extent that the application for extension will not result in a change or otherwise affect the previous assessment for that part. The CCP shall confirm to the CCP’s competent authority that there is no change to the underlying facts of that part of the assessment. | The applicant CCP shall not be authorised where: | (a) | the CCP’s competent authority has decided not to grant the authorisation; or | (b) | all members of the college referred to in Article 18, excluding the authorities of the Member State where the applicant CCP is established, reach a joint opinion by mutual agreement, pursuant to Article 19(1), that the applicant CCP is not to be authorised. | The joint opinion referred to in the third subparagraph, point (b), of this paragraph, shall state in writing the full and detailed reasons why the college referred to in Article 18 considers that the requirements laid down in this Regulation or in other Union law are not met. | Where such a joint opinion has not been reached by mutual agreement and a majority of two-thirds of the members of the college referred to in Article 18 have expressed a negative opinion, any of the competent authorities concerned, based on that majority, may, within 30 calendar days of the adoption of that negative opinion, refer the matter to ESMA in accordance with Article 19 of Regulation (EU) No 1095/2010. | The decision to refer the matter to ESMA shall state in writing the full and detailed reasons for which the relevant members of the college referred to in Article 18 consider that the requirements laid down in this Regulation or other Union law are not met. In that case, the CCP’s competent authority shall defer its decision on authorisation and await any decision on authorisation that ESMA may take in accordance with Article 19(3) of Regulation (EU) No 1095/2010. The CCP’s competent authority shall take its decision in conformity with ESMA’s decision. The matter shall not be referred to ESMA after the end of the 30-day period referred to in the fifth subparagraph of this paragraph. | Where all members of the college referred to in Article 18, excluding the authorities of the Member State where the applicant CCP is established, reach a joint opinion by mutual agreement, pursuant to Article 19(1), that the applicant CCP is not to be authorised, the CCP’s competent authority may refer the matter to ESMA in accordance with Article 19 of Regulation (EU) No 1095/2010. | The competent authority of the Member State where the CCP is established shall transmit the decision to the other competent authorities concerned. | The competent authority shall, without undue delay after taking a decision whether to grant or refuse authorisation under paragraph 3c, inform the applicant CCP in writing of its decision via the central database, together with a fully reasoned explanation.’ | ; | (b) | paragraph 7 is deleted;16) | Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd: | a) | de leden 1 tot en met 4 worden vervangen door: | “1.   De aanvragende CTP dient een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1, of een aanvraag voor een uitbreiding van een bestaande vergunning als bedoeld in artikel 15, lid 1, in een elektronisch format in via de centrale databank. De aanvraag wordt onmiddellijk via die centrale databank gedeeld met de voor de CTP bevoegde autoriteit, ESMA en het in artikel 18 bedoelde college. | De aanvragende CTP verstrekt alle informatie die noodzakelijk is om aan te tonen dat deze op het moment van de initiële vergunning alle regelingen heeft getroffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de in deze verordening vastgestelde vereisten. Wanneer een CTP verzoekt om uitbreiding van een bestaande vergunning op grond van artikel 15, verstrekt zij alle informatie die noodzakelijk is om aan te tonen dat zij, op het moment dat een dergelijke uitbreiding wordt goedgekeurd, alle aanvullende regelingen zal hebben getroffen om te voldoen aan de vereisten die in deze verordening aan een dergelijke uitbreiding worden gesteld. | Overeenkomstig artikel 17 quater wordt binnen twee werkdagen na de indiening van de aanvraag overeenkomstig de eerste alinea van dit lid via de centrale databank een ontvangstbevestiging van de aanvraag toegezonden. | 2.   De voor de CTP bevoegde autoriteit deelt de aanvragende CTP na de in lid 1, derde alinea, bedoelde ontvangstbevestiging mee of de aanvraag de vereiste documenten en informatie bevat. | De mededeling wordt gedaan binnen: | a) | 20 werkdagen na de ontvangstbevestiging, indien de aanvragende CTP op grond van artikel 14, lid 1, een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend, of | b) | 10 werkdagen na de ontvangstbevestiging, indien de aanvragende CTP op grond vanartikel 15, lid 1, een aanvraag tot verlenging van een bestaande vergunning heeft ingediend. | Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit tijdens de in de tweede alinea van dit lid gespecificeerde toepasselijke periode besluit dat niet alle op grond vanartikel 14, leden 6 en 7, of artikel 15, leden 3 en 4, vereiste documenten of informatie zijn ingediend, verzoekt zij de aanvragende CTP om dergelijke aanvullende documenten of informatie via de centrale databank in te dienen. De vergunningsaanvraag of de aanvraag tot uitbreiding van de vergunning wordt afgewezen indien de voor de CTP bevoegde autoriteit besluit dat de aanvragende CTP niet aan een dergelijk verzoek heeft voldaan. De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt de aanvragende CTP via de centrale databank in kennis van haar besluit. | 3.   Binnen de in de tweede alinea bepaalde periode (de “risicobeoordelingsperiode”) verricht de voor de CTP bevoegde autoriteit een risicobeoordeling om te bepalen of de CTP aan de in deze verordening vastgestelde relevante vereisten voldoet. | De risicobeoordeling wordt verricht binnen: | a) | 80 werkdagen na de in lid 2, tweede alinea, punt a), bedoelde bevestiging indien een verzoek uit hoofde van artikel 14, lid 1, wordt ingediend, of | b) | 40 werkdagen na de in lid 2, tweede alinea, punt b), bedoelde bevestiging indien een verzoek uit hoofde van artikel 15, lid 1, wordt ingediend. | Aan het einde van de risicobeoordelingsperiode dient de voor de CTP bevoegde autoriteit haar ontwerpbesluit en verslag bij ESMA en het in artikel 18 bedoelde college in via de centrale databank. | Na ontvangst van het ontwerpbesluit en verslag zoals bedoeld in de derde alinea van dit lid, en op basis van de bevindingen daarin, stelt het in artikel 18 bedoelde college binnen 15 werkdagen een advies vast op grond van artikel 19, waarin wordt bepaald of de aanvragende CTP voldoet aan de in deze verordening vastgestelde vereisten en zendt het dit in elektronische vorm via de centrale databank door aan de voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA. | Het in artikel 18 bedoelde college kan in zijn advies voorwaarden of aanbevelingen opnemen die het nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP. | Na ontvangst van het ontwerpbesluit en verslag zoals bedoeld in de derde alinea van dit lid, stelt ESMA binnen 15 werkdagen een advies vast waarin wordt bepaald of de aanvragende CTP voldoet aan de in deze verordening vastgestelde vereisten overeenkomstig artikel 23 bis, lid 1, punt e), artikel 23 bis, lid 2, en artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), en zendt het toe aan de voor de CTP bevoegde autoriteit en het in artikel 18 bedoelde college. | ESMA kan in haar advies voorwaarden of aanbevelingen opnemen die zij nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP, met name in verband met vastgestelde grensoverschrijdende risico’s of risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie. | 3 bis.   Onverminderd het in lid 3, zesde alinea, van dit artikel bedoelde advies kan ESMA, na ontvangst van het ontwerpbesluit en verslag zoals bedoeld in lid 3, derde alinea, van dit artikel binnen 15 werkdagen na ontvangst van het ontwerpbesluit overeenkomstig artikel 23 bis en artikel 24 bis, lid 7, een advies over dat ontwerpbesluit aan de bevoegde autoriteit verstrekken wanneer dat nodig is om een consistente en coherente toepassing van een relevant artikel te bevorderen. | Indien het bij ESMA overeenkomstig lid 3 van dit artikel ingediende ontwerpbesluit een gebrek aan convergentie of coherentie bij de toepassing van deze verordening vertoont, brengt ESMA op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren of aanbevelingen uit om de nodige consistentie of coherentie bij de toepassing van deze verordening te bevorderen. | De vastgestelde adviezen van ESMA en het in artikel 18 bedoelde college worden via de centrale databank in elektronische vorm aan de respectieve ontvangers doorgegeven. | 3 ter.   Tijdens de risicobeoordelingsperiode: | a) | kan de voor de CTP bevoegde autoriteit via de centrale databank vragen stellen aan en aanvullende informatie vragen van de aanvragende CTP; | b) | coördineert en legt de voor de CTP bevoegde autoriteit vragen van ESMA of een lid van het in artikel 18 bedoelde college voor aan de aanvragende CTP, via de centrale databank, en | c) | deelt de voor de CTP bevoegde autoriteit via de centrale databank alle antwoorden van de aanvragende CTP met ESMA en met de leden van het college zoals bedoeld in artikel 18. | Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit de gevraagde informatie niet binnen 10 werkdagen na indiening van het verzoek aan ESMA of aan een lid van het in artikel 18 bedoelde college heeft verstrekt, kan ESMA of een lid van dat in artikel 18 bedoelde college zijn verzoek rechtstreeks bij de CTP indienen via de centrale databank. | Indien de aanvragende CTP de in de eerste alinea bedoelde vragen niet heeft beantwoord binnen de termijn die is vastgesteld door de autoriteit die om de informatie verzoekt, kan de voor de CTP bevoegde autoriteit, na raadpleging van de verzoekende autoriteit, besluiten om de desbetreffende risicobeoordelingstermijn eenmaal met in totaal maximaal 10 werkdagen te verlengen indien een van de vragen volgens haar of volgens de verzoekende autoriteit van wezenlijk belang is voor de beoordeling. De bevoegde autoriteit stelt de aanvragende CTP via de centrale databank in kennis van de verstrekte uitbreiding. De bevoegde autoriteit kan een besluit nemen over de aanvraag bij gebreke van een antwoord van de CTP. | 3 quater.   Binnen 10 werkdagen na ontvangst van de respectievelijk uit hoofde van lid 3, vierde en zesde alinea, van dit artikel vastgestelde adviezen van ESMA en het in artikel 18 bedoelde college en, indien uitgebracht, van het op grond van lid 3 bis, eerste alinea, van dit artikel vastgestelde advies van ESMA, stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit haar besluit vast en zendt dit via de centrale databank aan ESMA en het in artikel 18 bedoelde college. | Indien het besluit van de voor de CTP bevoegde autoriteit een advies van ESMA of het in artikel 18 bedoelde college, met inbegrip van daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, niet volgt, bevat haar besluit een volledig met redenen omklede toelichting op elke aanzienlijke afwijking van dat advies of die voorwaarden of aanbevelingen. | Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit een advies van ESMA of de daarin opgenomen voorwaarden of aanbevelingen niet naleeft of niet voornemens is dit te doen, stelt ESMA de raad van toezichthouders daarvan in kennis overeenkomstig artikel 24 bis. De informatie omvat ook de motivering van de voor de CTP bevoegde autoriteit voor niet-naleving of voor haar voornemen om niet te voldoen. | 4.   De voor de CTP bevoegde autoriteit verleent, na afweging van de adviezen van ESMA en het in lid 3 en 3 bis van dit artikel bedoelde college, met inbegrip van de daarin vervatte voorwaarden en aanbevelingen, uitsluitend een vergunning zoals bedoeld in artikel 14 en artikel 15, lid 1, tweede alinea, indien zij er ten volle van overtuigd is dat de aanvragende CTP: | a) | voldoet aan de vereisten van deze verordening, ook, in voorkomend geval, voor het verrichten van clearingdiensten of -activiteiten met betrekking tot niet-financiële instrumenten, en | b) | op grond van Richtlijn 98/26/EG als systeem is aangemeld. | Indien een CTP op grond van artikel 15 een uitbreiding van een bestaande vergunning aanvraagt, kunnen ESMA, het in artikel 18 bedoelde college en de voor de CTP bevoegde autoriteit zich baseren op een deel van de eerder op grond van dit artikel verrichte beoordeling, voor zover de aanvraag tot verlenging niet zal leiden tot een wijziging of anderszins van invloed zal zijn op de eerdere beoordeling voor dat deel. De CTP bevestigt aan de voor de CTP bevoegde autoriteit dat er geen verandering is in de onderliggende feiten van dat deel van de beoordeling. | De aanvragende CTP wordt geen vergunning verleend wanneer: | a) | de voor de CTP bevoegde autoriteit heeft besloten de vergunning niet te verlenen, of | b) | alle leden van het in artikel 18 bedoelde college, met uitzondering van de autoriteiten van de lidstaat waar de aanvragende CTP is gevestigd, op grond van artikel 19, lid 1, in onderlinge overeenstemming tot een gezamenlijk advies zijn gekomen dat aan de aanvragende CTP geen vergunning verleend wordt. | In het in de derde alinea, punt b), van dit lid bedoelde gezamenlijk advies worden uitdrukkelijk de volledige en gedetailleerde redenen opgegeven waarom het in artikel 18 bedoelde college van oordeel is dat de vereisten van deze verordening of van andere delen van het Unierecht niet zijn vervuld. | Daar waar niet in onderlinge overeenstemming een dergelijk gezamenlijk advies is geformuleerd en een twee derde meerderheid van de leden van het in het in artikel 18 bedoelde college een negatief advies heeft uitgebracht, kan elke van de betrokken bevoegde autoriteiten binnen 30 kalenderdagen na de aanneming van dat negatieve advies op basis van die meerderheid de aangelegenheid overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 naar ESMA doorverwijzen. | In het besluit om de aangelegenheid naar ESMA door te verwijzen worden uitdrukkelijk de volledige en gedetailleerde redenen opgegeven waarom de betrokken leden van het in artikel 18 bedoelde college van oordeel zijn dat de vereisten van deze verordening of van andere delen van het Unierecht niet zijn vervuld. In dat geval stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit haar vergunningsbesluit uit in afwachting van een besluit dat ESMA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 kan nemen. De voor de CTP bevoegde autoriteit neemt haar besluit in overeenstemming met het besluit van ESMA. Na het verstrijken van de in de vijfde alinea van dit lid bedoelde periode van 30 dagen wordt de aangelegenheid niet meer naar ESMA doorverwezen. | Indien alle leden van het in artikel 18 bedoelde college, met uitzondering van de autoriteiten van het land waarin de aanvragende CTP gevestigd is, in onderlinge overeenstemming tot een gezamenlijk advies komen op grond van artikel 19, lid 1, dat de aanvragende CTP geen vergunning moet krijgen, kan de voor de CTP bevoegde autoriteit de aangelegenheid overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 naar ESMA doorverwijzen. | De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de CTP is gevestigd, zendt het besluit toe aan de andere betrokken bevoegde autoriteiten. | De bevoegde autoriteit stelt, onverwijld nadat zij een besluit heeft genomen over het verlenen of weigeren van een vergunning uit hoofde van lid 3 quater, de aanvragende CTP via de centrale databank schriftelijk in kennis van haar besluit, samen met een volledig gemotiveerde toelichting.” | ; | b) | lid 7 wordt geschrapt.
(17) | the following articles are inserted: | ‘Article 17a | Accelerated procedure for authorisation of an extension of authorisation | 1.   An accelerated procedure for authorisation of an extension of authorisation shall apply where a CCP intends to extend its business to additional services or activities as referred to in Article 15 and where such extension fulfils all of the following conditions: | (a) | it does not result in the CCP needing to adapt significantly its operational structure at any point in the contract cycle; | (b) | it does not include offering the clearing of contracts that cannot be liquidated in the same manner as or together with contracts already cleared by the CCP; | (c) | it does not result in the CCP needing to take into account material new contract specifications; | (d) | it does not result in the introduction of material new risks or significantly increase the CCP’s risk profile; | (e) | it does not include offering a new settlement or delivery mechanism or service which involves establishing links with a different securities settlement system, central securities depository or payment system which the CCP did not previously use. | 2.   A CCP that submits an application for an extension of its existing authorisation to additional clearing services or activities pursuant to the accelerated procedure set out in this Article, shall demonstrate that the proposed extension of its business to additional clearing services or activities qualifies to be assessed under such procedure. | The CCP shall submit its application for an extension in an electronic format via the central database and shall provide all information, pursuant to Article 15(3) and (4), necessary to demonstrate that it has established, at the time of authorisation, all necessary arrangements to meet the relevant requirements laid down in this Regulation. In accordance with Article 17c, an acknowledgement of receipt of the application shall be sent via the central database, within two working days of submission of that application. | 3.   Within 15 working days of acknowledgment of receipt of an application pursuant to paragraph 2 of this Article, the CCP’s competent authority shall, after considering the input from ESMA and the college referred to in Article 18, decide: | (a) | whether the application qualifies to be assessed under the accelerated procedure set out in this Article; and | (b) | where the application qualifies to be assessed under the accelerated procedure set out in this Article, whether to: | (i) | grant the extension of the authorisation where the CCP complies with this Regulation; or | (ii) | refuse the extension of the authorisation where the CCP does not comply with this Regulation. | Where a CCP applies for an extension of authorisation pursuant to Article 15, the CCP’s competent authority may rely on part of the assessment previously made pursuant to this Article to the extent that the application for extension will not result in a change or otherwise affect the previous assessment for that part. The CCP shall confirm to the CCP’s competent authority that there is no change to the underlying facts of that part of the assessment. | Where the competent authority has decided that the extension of authorisation does not qualify to be assessed under the accelerated procedure, the CCP’s application shall be rejected. | Where the competent authority has decided not to grant the extension of authorisation, the extension of the authorisation shall be refused. | 4.   The CCP’s competent authority shall notify the applicant CCP in writing, via the central database, within the timeframe stated in paragraph 3, of its decision under that paragraph. | 5.   ESMA, in close cooperation with the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify the conditions referred to in paragraph 1, points (a) to (e) of this Article, and to specify the procedure for consulting ESMA and the college referred to in Article 18 in accordance with paragraph 3 of this Article on whether or not those conditions are fulfilled. | In further specifying the conditions pursuant to the first subparagraph, ESMA shall set the methodology to use and the parameters to apply for deciding when a condition is considered to have been fulfilled. ESMA shall also list and specify whether there are typical extensions of services and activities that could be considered in principle to fall under the accelerated procedure set out in this Article. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010. | Article 17b | Procedure for adopting decisions, reports or other measures | 1.   A CCP’s competent authority shall submit in electronic format via the central database a request for an opinion: | (a) | by ESMA, pursuant to Article 23a(2), where the CCP’s competent authority intends to adopt a decision, report or other measure in relation to Articles 7, 8, 20, 21, 29 to 33, 35, 36, 37, 41 and 54; | (b) | by the college referred to in Article 18, pursuant to Article 19, where the CCP’s competent authority intends to adopt a decision, report or other measure in relation to Articles 20, 21, 30, 31, 32, 35, 37, 41, 49, 51 and 54. | The request for an opinion referred to in the first subparagraph of this paragraph, together with all relevant documents, shall be shared immediately with ESMA and with the college referred to in Article 18. | 2.   Unless otherwise specified under a relevant article, the CCP’s competent authority shall, within 30 working days of submitting the request referred to in paragraph 1, assess the CCP’s compliance with the respective requirements. By the end of that assessment period, the CCP’s competent authority shall transmit its respective draft decision, report or other measure to ESMA and the college referred to in Article 18. | 3.   Unless otherwise specified under a relevant article, following the receipt of both the request for an opinion referred to in paragraph 1 and the draft decisions, reports or other measures referred to in paragraph 2: | (a) | ESMA shall, with respect to Article 20, adopt an opinion assessing the CCP’s compliance with the respective requirements in accordance with Article 23a(1), point (e), Article 23a(2) and Article 24a(7), first subparagraph, point (bc); ESMA shall transmit its opinion to the CCP’s competent authority and the college referred to in Article 18; ESMA may include in its opinion any conditions or recommendations it considers necessary to mitigate any shortcomings in the CCP’s risk management, in relation to identified cross-border risks or risks to the financial stability of the Union; ESMA shall also, with respect to Articles 21 and 37, adopt an opinion in accordance with those Articles and in accordance with Article 23a(2) and Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), and ESMA may include in its opinion any conditions or recommendations it considers necessary; | (b) | ESMA may, with respect to Articles 7, 8, 29 to 33, 35, 36, 41, and 54, adopt an opinion in accordance with Article 23a and Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), on that draft decision, report or other measure where necessary to promote a consistent and coherent application of a relevant article; and | (c) | the college referred to in Article 18 shall adopt an opinion pursuant to Article 19 assessing the CCP’s compliance with the respective requirements and transmit it to the CCP’s competent authority and ESMA; the opinion of that college may include conditions or recommendations that it considers necessary to mitigate any shortcomings in the CCP’s risk management. | For the purpose of the first subparagraph, point (b), of this paragraph, where the draft decision, report or other measure submitted to ESMA in accordance with that point shows a lack of convergence or coherence in the application of this Regulation, ESMA shall issue guidelines or recommendations to promote the necessary consistency or coherence in the application of this Regulation pursuant to Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010. Where ESMA adopts an opinion in accordance with point (b), the competent authority shall give it due consideration and shall inform ESMA of any subsequent action or inaction thereto. | ESMA and the college referred to in Article 18 shall each adopt their opinions within the deadline provided by the CCP’s competent authority, which shall be at least 15 working days following the receipt of the relevant documents under paragraph 2 of this Article. | 4.   Within 10 working days of receipt of the opinions of ESMA and of the college referred to in Article 18 and, where issued, the opinion of ESMA adopted under paragraph 3, first subparagraph, point (b), of this Article, or within the relevant period where otherwise specified in this Regulation, the CCP’s competent authority shall, after duly considering the opinions of ESMA and of the college, including any conditions or recommendations contained therein, adopt its decision, report or other measure as required under a relevant article and transmit it to ESMA and the college. | Where the decision, report or other measure does not reflect an opinion of ESMA or of the college referred to in Article 18, including any conditions or recommendations contained therein, it shall contain full reasons and an explanation of any significant deviation from that opinion or those conditions or recommendations. | For the purpose of paragraph 3, first subparagraph, points (a) and (b), of this Article, where the CCP’s competent authority does not comply or does not intend to comply with the opinion of ESMA or with any conditions or recommendations included therein, ESMA shall inform its Board of Supervisors in accordance with Article 24a. The information shall also include the reasoning from the CCP’s competent authority for non-compliance or for its intention not to comply. | The CCP’s competent authority shall adopt its decisions, reports or other measures in accordance with the relevant Articles set out in paragraph 1 of this Article. | Article 17c | Central database | 1.   ESMA shall establish and maintain a central database providing access to the CCP’s competent authority and ESMA (“registered recipients”), as well as to the members of the college referred to in Article 18 for the relevant CCP where required under a relevant article, to all documents registered within the database for the CCP, and to the other recipients identified under this Regulation. ESMA shall ensure that the central database performs the functions under this Article. | ESMA shall announce the establishment of the central database on its website. | 2.   A CCP shall submit the applications referred to in Article 14, Article 15(1), second subparagraph, Article 49 and Article 49a via the central database. An acknowledgement of receipt shall be sent via the central database within two working days of submission of the application. | A CCP shall upload to the central database promptly all documents it is required to provide under the authorisation processes referred to in Articles 14 and 15 or validation processes referred to in Articles 49 and 49a, as applicable. The registered recipients shall upload promptly all documents they receive from the CCP in relation to an application referred to in the first subparagraph of this paragraph unless the CCP has already uploaded such documents. | A CCP shall have access to the central database as regards the documents it submitted to that central database or the documents transmitted to the CCP through that central database by any of the registered recipients or the college referred to in Article 18. | 3.   The competent authority shall submit its request for an opinion as referred to in Article 17b via the central database. | 4.   Questions submitted to, or information requested from, a CCP by ESMA, the CCP’s competent authority or the members of the college referred to in Article 18 during periods for assessment under Articles 17, 17a, 17b, 49 and 49a shall be submitted and answered by the CCP via the central database. | 5.   The CCP’s competent authority shall notify the CCP concerned via the central database where a decision, report or other measure has been taken, as applicable, pursuant to Articles 14, 15, 15a, 17, 17a, 17b, 20, 21, 30 to 33, 35, 37, 41, 49, 49a, 51 and 54 and of any decisions that the CCP’s competent authority voluntarily decides to share with the CCP via the central database. | 6.   The central database shall be designed to automatically inform the registered recipients when changes have been made to its content, including the uploading, deletion or replacement of documents, submission of questions and requests for information. | 7.   Members of the CCP Supervisory Committee shall have access to the central database for the performance of their tasks pursuant to Article 24a(7). The Chair of the CCP Supervisory Committee may limit access to some of the documents for the members of the CCP Supervisory Committee referred to in Article 24a(2), point (c) and point (d)(ii), where justified based on confidentiality concerns.’ | ;17) | De volgende artikelen worden ingevoegd: | “Artikel 17 bis | Versnelde procedure voor de goedkeuring van een uitbreiding van vergunning | 1.   Een versnelde procedure voor de goedkeuring van een uitbreiding van een vergunning wordt toegepast wanneer een CTP voornemens is haar bedrijfsactiviteiten met aanvullende diensten of activiteiten als bedoeld in artikel 15 uit te breiden en indien een dergelijke uitbreiding aan elk van de volgende voorwaarden voldoet: | a) | het leidt er niet toe dat de CTP haar operationele structuur op enig punt van de contractcyclus aanzienlijk moet aanpassen; | b) | het omvat niet het aanbieden van clearing van contracten die niet op dezelfde manier kunnen worden geliquideerd, zoals via een direct bod of een veiling, of samen met contracten die reeds door de CTP zijn gecleard; | c) | het leidt er niet toe dat de CTP rekening moet houden met belangrijke nieuwe contractspecificaties; | d) | het leidt niet tot de invoering van wezenlijke nieuwe risico’s of tot een aanzienlijke verhoging van het risicoprofiel van de CTP; | e) | het omvat niet het aanbieden van een nieuw afwikkelings- of leveringsmechanisme of een nieuwe afwikkelings- of leveringsdienst waarbij koppelingen tot stand worden gebracht met een ander afwikkelingssysteem, een centrale effectenbewaarinstelling of een betalingssysteem waarvan de CTP voorheen geen gebruikmaakte. | 2.   Een CTP die een aanvraag indient voor een uitbreiding van haar bestaande vergunning tot aanvullende clearingdiensten of -activiteiten volgens de versnelde procedure van dit artikel, toont aan dat de voorgestelde uitbreiding van haar activiteiten tot aanvullende clearingdiensten of -activiteiten in aanmerking komt om in het kader van een dergelijke procedure te worden beoordeeld. | De CTP dient haar aanvraag voor een uitbreiding in een elektronisch formaat in via de centrale databank en verstrekt alle informatie op grond van artikel 15, leden 3 en 4, die noodzakelijk is om aan te tonen dat zij op het moment van de vergunning alle regelingen heeft getroffen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de relevante vereisten die zijn vastgesteld in deze verordening. Overeenkomstig artikel 17 quater wordt binnen twee werkdagen na de indiening van die aanvraag via de centrale databank een ontvangstbevestiging van de aanvraag toegezonden. | 3.   Binnen 15 werkdagen na ontvangstbevestiging van een aanvraag op grond van lid 2 van dit artikel besluit de voor de CTP bevoegde autoriteit, na bestudering van de input van ESMA en het in artikel 18 bedoelde college: | a) | of de aanvraag in aanmerking komt om te worden beoordeeld volgens de in dit artikel bepaalde procedure, en | b) | indien de aanvraag ervoor in aanmerking komt om uit hoofde van de in dit artikel bepaalde versnelde procedure te worden beoordeeld, om: | i) | de uitbreiding van de vergunning toe te staan indien de CTP aan deze verordening voldoet, of | ii) | de uitbreiding van de vergunning te weigeren indien de CTP niet aan deze verordening voldoet. | Indien een CTP op grond van artikel 15 een uitbreiding van een vergunning aanvraagt, kan de voor de CTP bevoegde autoriteit zich baseren op een deel van de eerder op grond van dit artikel verrichte beoordeling, voor zover de aanvraag tot uitbreiding niet zal leiden tot een wijziging of anderszins van invloed zal zijn op de eerdere beoordeling voor dat deel. De CTP bevestigt aan de voor de CTP bevoegde autoriteit dat er geen verandering is in de onderliggende feiten van dat deel van de beoordeling. | Indien de bevoegde autoriteit heeft besloten dat de uitbreiding van de vergunning niet in aanmerking komt voor een beoordeling volgens de versnelde procedure, wordt de aanvraag van de CTP afgewezen. | Indien de bevoegde autoriteit heeft besloten de uitbreiding van de vergunning niet toe te staan, wordt de uitbreiding van de vergunning geweigerd. | 4.   De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt de aanvragende CTP via de centrale databank binnen de in lid 3 genoemde termijn schriftelijk in kennis van haar besluit uit hoofde van dat lid. | 5.   ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de in lid 1, punten a) tot en met e), van dit artikel bedoelde voorwaarden en tot nadere bepaling van de procedure voor raadpleging van ESMA en het in artikel 18 bedoelde college overeenkomstig lid 3 van dit artikel, met betrekking tot de vraag of aan die voorwaarden is voldaan. | Bij de nadere bepaling van de voorwaarden op grond van de eerste alinea stelt ESMA de te gebruiken methode en de parameters vast die moeten worden toegepast om te besluiten wanneer een voorwaarde vervuld wordt geacht. ESMA vermeldt en specificeert ook of er typische uitbreidingen van diensten en activiteiten zijn die in beginsel geacht zouden kunnen worden onder de versnelde procedure van dit artikel te vallen. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | Artikel 17 ter | Procedure voor de vaststelling van besluiten, verslagen of andere maatregelen | 1.   Een voor een CTP bevoegde autoriteit dient via de centrale databank een aanvraag in elektronisch format in voor een advies van: | a) | ESMA op grond van artikel 23 bis, lid 2, wanneer de voor een CTP bevoegde autoriteit voornemens is een besluit, verslag of andere maatregel vast te stellen met betrekking tot de artikelen 7, 8, 20, 21, 29 tot en met 33, 35, 36, 37, 41 en 54; | b) | het in artikel 18 bedoelde college op grond van artikel 19, wanneer de voor een CTP bevoegde autoriteit voornemens is een besluit, verslag of andere maatregel vast te stellen met betrekking tot de artikelen 20, 21, 30, 31, 32, 35, 37, 41, 49, 51 en 54. | De in de eerste alinea van dit lid bedoelde adviesaanvraag wordt, samen met alle relevante documenten, onmiddellijk gedeeld met ESMA en met het in artikel 18 bedoelde college. | 2.   Tenzij in een relevant artikel anderszins is aangegeven, beoordeelt de voor een CTP bevoegde autoriteit binnen dertig werkdagen na de indiening van de in lid 1 bedoelde aanvraag (“de beoordelingsperiode”) of de CTP aan de respectieve vereisten voldoet. Tegen het einde van die beoordelingsperiode zendt de voor de CTP bevoegde autoriteit haar ontwerpbesluit en verslag of andere maatregel toe aan ESMA en het in artikel 18 bedoelde college. | 3.   Tenzij in een relevant artikel anderszins is aangegeven, na ontvangst van zowel de in lid 1 bedoelde adviesaanvraag als de in lid 2 bedoelde ontwerpbesluiten, verslagen of andere maatregelen: | a) | stelt ESMA met betrekking tot artikel 20 een advies vast waarin wordt beoordeeld of de CTP voldoet aan de respectieve vereisten overeenkomstig artikel 23 bis, lid 1, punt e), artikel 23 bis, lid 2, en artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater); ESMA zendt haar advies toe aan de voor de CTP bevoegde autoriteit en het in artikel 18 bedoelde college; ESMA kan in haar advies voorwaarden of aanbevelingen opnemen die zij nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP, met name in verband met vastgestelde grensoverschrijdende risico’s of risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie; tevens stelt ESMA met betrekking tot de artikelen 21 en 37 een advies vast overeenkomstig die artikelen en overeenkomstig artikel 23 bis, lid 2, en artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater); ESMA kan in haar advies alle voorwaarden of aanbevelingen opnemen die zij noodzakelijk acht; | b) | kan ESMA, met betrekking tot de artikelen 7, 8, 29 tot en met 33, 35, 36, 41 en 54, overeenkomstig artikel 23 bis en artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), een advies uitbrengen over dat ontwerpbesluit, verslag of andere maatregel indien dat nodig is om een consistente en coherente toepassing van een relevant artikel te bevorderen, en | c) | stelt het in artikel 18 bedoelde college een advies vast op grond van artikel 19 met een beoordeling van de naleving door de CTP van de respectieve vereisten en zendt het dit door aan de voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA; het advies van dat college kan voorwaarden of aanbevelingen bevatten die het college nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP. | Voor de toepassing van de eerste alinea, punt b), van dit lid brengt ESMA, indien een bij ESMA overeenkomstig dat punt ingediend ontwerpbesluit, verslag of andere maatregel een gebrek aan convergentie of coherentie bij de toepassing van deze verordening vertoont, op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren of aanbevelingen uit om de nodige consistentie of coherentie bij de toepassing van deze verordening te bevorderen. Indien ESMA overeenkomstig punt b) een advies uitbrengt, houdt de bevoegde autoriteit daar terdege rekening mee en stelt zij ESMA ervan in kennis of zij op grond daarvan actie heeft ondernomen of daarvan heeft afgezien. | ESMA en het in artikel 18 bedoelde college stellen elk hun adviezen vast binnen de door de voor de CTP bevoegde autoriteit gestelde termijn, die neerkomt op ten minste 15 werkdagen na ontvangst van de relevante documenten uit hoofde van lid 2 van dit artikel. | 4.   Binnen 10 werkdagen na ontvangst van de adviezen van ESMA en het in artikel 18 bedoelde college en, indien uitgebracht, van het op grond van lid 3, eerste alinea, punt b), van dit artikel vastgestelde advies van ESMA, of binnen de in deze verordening anders bepaalde termijn, stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit, na de adviezen van ESMA en van het college, met inbegrip van daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, naar behoren in overweging te hebben genomen, haar besluit, verslag of andere maatregel als vereist uit hoofde van een relevant artikel vast en zendt zij dit door aan ESMA en het college. | Indien het besluit, verslag of de andere maatregel geen weerspiegeling vormt van een advies van ESMA of van het in artikel 18 bedoelde college, met inbegrip van daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, bevat het een volledig met redenen omklede toelichting op elke aanzienlijke afwijking van dat advies of die voorwaarden of aanbevelingen. | Voor de toepassing van lid 3, eerste alinea, punten a) en b), van dit artikel stelt ESMA, indien de voor de CTP bevoegde autoriteit het advies van ESMA of de daarin opgenomen voorwaarden of aanbevelingen niet naleeft of niet voornemens is dit te doen, de raad van toezichthouders daarvan in kennis overeenkomstig artikel 24 bis. De informatie omvat ook de motivering van de voor de CTP bevoegde autoriteit voor niet-naleving of voor haar voornemen om niet te voldoen. | De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt haar besluiten, verslagen of andere maatregelen vast overeenkomstig de in lid 1 van dit artikel bepaalde relevante artikelen. | Artikel 17 quater | Centrale databank | 1.   ESMA creëert en onderhoudt een centrale databank die de voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA (de “geregistreerde ontvangers”) alsook de leden van het in artikel 18 bedoelde college voor de desbetreffende CTP, indien vereist uit hoofde van een relevant artikel, en andere uit hoofde van deze verordening vastgestelde ontvangers, toegang biedt tot alle documenten die in de databank voor die CTP zijn geregistreerd. ESMA zorgt ervoor dat de centrale databank de taken uit hoofde van dit artikel vervult. | ESMA maakt de oprichting van de centrale databank op haar website bekend. | 2.   De CTP dient de in artikel 14, artikel 15, lid 1, tweede alinea, artikel 49 en artikel 49 bis bedoelde aanvragen in via de centrale databank. Binnen twee werkdagen na de indiening van de aanvraag wordt via de centrale databank een ontvangstbevestiging van die aanvraag toegezonden. | Een CTP uploadt zo snel mogelijk alle documenten die zij moet verstrekken in het kader van de in de artikelen 14 en 15 bedoelde vergunningsprocedures of de in de artikelen 49 en 49 bis bedoelde validatieprocessen, naargelang het geval, in de centrale databank. De geregistreerde ontvangers uploaden zo snel mogelijk alle documenten die zij van de CTP ontvangen in verband met een in de eerste alinea van dit lid bedoelde aanvraag, tenzij de CTP dergelijke documenten reeds heeft geüpload. | Een CTP heeft toegang tot de centrale databank met betrekking tot de documenten die zij bij die centrale databank heeft ingediend of de documenten die via die centrale databank door een van de geregistreerde ontvangers of het in artikel 18 bedoelde college aan de CTP zijn toegezonden. | 3.   De bevoegde autoriteit dient haar adviesaanvraag als bedoeld in artikel17 ter in via de centrale databank. | 4.   Vragen die aan een CTP worden voorgelegd of informatie die van een CTP wordt gevraagd door ESMA, de voor de CTP bevoegde autoriteit of de leden van het in artikel 18 bedoelde college tijdens perioden voor beoordeling overeenkomstig de artikelen 17, 17 bis, 17 ter, 49 en 49 bis, worden door de CTP ingediend respectievelijk beantwoord via de centrale databank. | 5.   De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt de desbetreffende CTP via de centrale databank in kennis van het feit dat op grond van de artikelen 14, 15, 15 bis, 17, 17 bis, 17 ter, 20, 21, 30 tot en met 33, 35, 37, 41, 49, 49 bis, 51 en 54 een besluit, een verslag of een andere maatregel is vastgesteld, naargelang het geval, en van alle besluiten die de voor de CTP bevoegde autoriteit besluit met de CTP te delen via de centrale databank. | 6.   De centrale databank wordt zodanig opgezet dat de geregistreerde ontvangers automatisch worden geïnformeerd wanneer de inhoud ervan is gewijzigd, met inbegrip van het uploaden, wissen of vervangen van documenten, het indienen van vragen en verzoeken om informatie. | 7.   De leden van het comité voor toezicht op CTP’s hebben voor de uitvoering van hun taken op grond van artikel 24 bis, lid 7, eveneens toegang tot de centrale databank. De voorzitter van het comité voor toezicht op CTP’s kan de toegang tot sommige documenten voor de leden van het comité voor toezicht op CTP’s als bedoeld in artikel 24 bis, lid 2, punt c) en punt d), ii), beperken wanneer dit om redenen van vertrouwelijkheid gerechtvaardigd is.”.
(18) | Article 18 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   Within 30 calendar days of the submission of the notification referred to in Article 17(2), second subparagraph, point (a), the CCP’s competent authority shall establish a college to facilitate the exercise of the tasks referred to in Articles 15, 17, 17a, 20, 21, 30, 31, 32, 35, 37, 41, 49, 51 and 54. That college shall be co-chaired and managed by the competent authority and any of the independent members of the CCP Supervisory Committee referred to in Article 24a(2), point (b) (the “co-chairs”).’ | ; | (b) | in paragraph 4, the second subparagraph is replaced by the following: | ‘The co-chairs shall decide the dates of the college meetings and establish the agenda of such meetings. | In order to facilitate the performance of the tasks assigned to colleges pursuant to the first subparagraph of this paragraph, members of the college referred to in paragraph 2 shall be entitled to contribute to the setting of the agenda of the college meetings, in particular by adding points to the agenda of a meeting taking into consideration the outcome of the work carried out by the Joint Monitoring Mechanism.’ | ; | (c) | in paragraph 5, the third subparagraph is replaced by the following: | ‘The agreement may also determine tasks to be entrusted to the CCP’s competent authority, ESMA or another member of the college. In the event of a disagreement between the co-chairs, the final decision shall be taken by the competent authority, who shall provide ESMA with a reasoned explanation of its decision.’ | ;18) | Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Uiterlijk 30 kalenderdagen na de indiening van de in artikel 17, lid 2, tweede alinea, punt a) bedoelde kennisgeving, richt de voor de CTP bevoegde autoriteit een college op teneinde de uitvoering van de in de artikelen 15, 17, 17 bis, 20, 21, 30, 31, 32, 35, 37, 41, 49, 51 en 54 bedoelde taken te faciliteren. Dat college wordt gezamenlijk voorgezeten en beheerd door de bevoegde autoriteit en de onafhankelijke leden van het comité voor toezicht op CTP’s als bedoeld in artikel 24 bis, lid 2, punt b), (de “medevoorzitters”).” | ; | b) | in lid 4 wordt de tweede alinea vervangen door: | “De medevoorzitters stellen de data van de vergaderingen van het college en de agenda van dergelijke vergaderingen vast. | Teneinde de uitoefening van de op grond van de eerste alinea van dit lid aan colleges toegewezen taken te faciliteren, krijgen de in lid 2 bedoelde leden van het college het recht om bij te dragen aan de opstelling van de agenda van de vergaderingen van het college, met name door punten aan de agenda van een vergadering toe te voegen, rekening houdend met de resultaten van de werkzaamheden van het gezamenlijk monitoringmechanisme.” | ; | c) | in lid 5 wordt de derde alinea vervangen door: | “De overeenkomst kan tevens bepalen dat sommige taken aan de voor de CTP bevoegde autoriteit, ESMA of een ander lid van het college worden toevertrouwd. In geval van onenigheid tussen de medevoorzitters wordt het definitieve besluit genomen door de bevoegde autoriteit, die ESMA een met redenen omklede toelichting bij haar besluit verstrekt.”.
(19) | Article 19 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   Where the college referred to in Article 18 is required to give an opinion pursuant to this Regulation, it shall reach a joint opinion determining whether the CCP complies with the requirements laid down in this Regulation. | Without prejudice to Article 17(4), third subparagraph, point (b), if no joint opinion is reached in accordance with the first subparagraph of this paragraph, the college referred to in Article 18 shall adopt a majority opinion within the same period.’ | ; | (b) | paragraph 4 is deleted;19) | Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Wanneer het in artikel 18 bedoelde college op grond van deze verordening een advies moet uitbrengen, komt het tot een gezamenlijk advies waarin wordt bepaald of de CTP voldoet aan de in deze verordening vastgestelde vereisten. | Onverminderd artikel 17, lid 4, derde alinea, punt b), indien geen gezamenlijk advies wordt bereikt overeenkomstig de eerste alinea, stelt het in artikel 18 bedoelde college, binnen dezelfde termijn een meerderheidsadvies vast.” | ; | b) | lid 4 wordt geschrapt.
(20) | Article 20 is replaced by the following: | ‘Article 20 | Withdrawal of authorisation | 1.   Without prejudice to Article 22(3), a CCP’s competent authority shall withdraw authorisation, in full or in part, where the CCP: | (a) | has not made use of the authorisation within 12 months; | (b) | has not made use of an authorisation for a clearing service or activity in a class of derivatives, securities, other financial instruments or non-financial instruments, within 12 months of the date when the authorisation was granted or of the date when the CCP last offered such clearing service or activity; | (c) | expressly renounces the authorisation; | (d) | has provided no services or performed no activity for the preceding 12 months in a class of derivatives, securities, other financial instruments or non-financial instruments covered by an authorisation; | (e) | has obtained authorisation by making false statements or by any other irregular means; | (f) | is no longer in compliance with the conditions under which authorisation was granted and has not taken the remedial action within the set timeframe; or | (g) | has seriously and systematically infringed any of the requirements laid down in this Regulation. | 2.   Where the CCP’s competent authority withdraws the authorisation of the CCP pursuant to paragraph 1, it may limit such withdrawal of authorisation to a particular clearing service or activity in one or more classes of derivatives, securities, other financial instruments or non-financial instruments. | 3.   Before the CCP’s competent authority takes a decision to withdraw the authorisation of the CCP in full or in part, including for one or more clearing services or activities in one or more classes of derivatives, securities, other financial instruments or non-financial instruments under paragraph 1, it shall, in accordance with Article 17b, request the opinion of ESMA and the college referred to in Article 18 on the necessity of withdrawing the authorisation, in full or in part, of the CCP, except where a decision is required urgently. | 4.   ESMA or any member of the college referred to in Article 18 may, at any time, request that the CCP’s competent authority examine whether the CCP remains in compliance with the conditions under which the authorisation was granted. | 5.   Where the CCP’s competent authority takes a decision to withdraw the authorisation of the CCP in full or in part, including for one or more clearing services or activities in one or more classes of derivatives, securities, other financial instruments or non-financial instruments, that decision shall take effect throughout the Union and the CCP’s competent authority shall inform the CCP, via the central database, without undue delay.’ | ;20) | Artikel 20 wordt vervangen door: | “Artikel 20 | Intrekking van de vergunning | 1.   Onverminderd artikel 22, lid 3, trekt een voor de CTP bevoegde autoriteit de vergunning geheel of gedeeltelijk in indien de CTP: | a) | binnen 12 maanden geen gebruik heeft gemaakt van de vergunning; | b) | geen gebruik heeft gemaakt van een vergunning voor een clearingdienst of -activiteit in een klasse van derivaten, effecten, andere financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten, binnen 12 maanden na de datum waarop de vergunning is verleend of vanaf de datum waarop de CTP dergelijke clearingdienst of -activiteit voor het laatst heeft aangeboden; | c) | uitdrukkelijk afstand doet van de vergunning; | d) | gedurende de voorafgaande 12 maanden geen diensten of activiteiten heeft verricht in een klasse van derivaten, effecten, andere financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten die onder een vergunning vallen; | e) | de vergunning heeft verworven door middel van valse verklaringen of op enige andere onregelmatige wijze; | f) | niet meer voldoet aan de voorwaarden waarop de vergunning is verleend en niet binnen een gestelde termijn corrigerende maatregelen heeft getroffen, of | g) | ernstig en systematisch één of meer van de in deze verordening vastgestelde vereisten heeft geschonden. | 2.   Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit de vergunning van de CTP intrekt op grond van lid 1, kan zij een dergelijke intrekking van de vergunning beperken tot een bepaalde clearingdienst of -activiteit in een of meer klassen van derivaten, effecten, andere financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten. | 3.   Voordat de voor de CTP bevoegde autoriteit een besluit neemt om de vergunning van de CTP geheel of gedeeltelijk in te trekken, met inbegrip van een of meer clearingdiensten of -activiteiten in een of meer klassen van derivaten, effecten, andere financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten uit hoofde van lid 1, vraagt zij ESMA en het in artikel 18 bedoelde college overeenkomstig artikel 17 ter om advies over de noodzaak om de vergunning van de CTP geheel of gedeeltelijk in te trekken, tenzij dat besluit dringend vereist is. | 4.   ESMA en elk lid van het in artikel 18 bedoelde college kan te allen tijde verzoeken dat de voor de CTP bevoegde autoriteit nagaat of de CTP blijft voldoen aan de voorwaarden waarop de vergunning is verleend. | 5.   Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit een besluit neemt om de vergunning van de CTP geheel of gedeeltelijk in te trekken, ook voor een of meer clearingdiensten of -activiteiten in een of meer klassen van derivaten, effecten, andere financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten, wordt dat besluit in de hele Unie van kracht en stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit de CTP daarvan onverwijld in kennis via de centrale databank.”.
(21) | in Article 21, paragraphs 1 to 4 are replaced by the following: | ‘1.   The competent authorities referred to in Article 22 shall do at least all of the following in relation to a CCP: | (a) | review the arrangements, strategies, processes and mechanisms implemented by the CCP to comply with this Regulation; | (b) | review the services or activities provided by the CCP, in particular services or activities provided following the application of an accelerated procedure pursuant to Article 17a or 49a; | (c) | evaluate the risks, including financial and operational risks, to which the CCP is, or might be, exposed; | (d) | review the changes implemented by the CCP in accordance with Article 15a. | 2.   The review and evaluation referred to in paragraph 1 shall cover all requirements on CCPs laid down in this Regulation. The CCP’s competent authority may request ESMA’s assistance in any of its supervisory activities including those listed in paragraph 1. | 3.   The competent authorities shall, after having considered the input of ESMA and the college referred to in Article 18, establish the frequency and depth of the review and evaluation referred to in paragraph 1 of this Article, having particular regard to the size, systemic importance, nature, scale, complexity of the activities and interconnectedness with other financial market infrastructures of the CCPs concerned and to the supervisory priorities established by ESMA in accordance with Article 24a(7), first subparagraph, point (ba). The competent authorities shall update the review and evaluation at least on an annual basis. | CCPs shall be subject to on-site inspections by the CCP’s competent authority at least annually. The CCP’s competent authority shall inform ESMA of any planned on-site inspection one month before such inspection is due to take place, unless the decision to conduct an on-site inspection is taken in an emergency, in which case the CCP’s competent authority shall inform ESMA as soon as that decision is taken. ESMA may request to be invited to on-site inspections. | Where, following a request by ESMA pursuant to the second subparagraph, the CCP’s competent authority refuses to invite ESMA to an on-site inspection, it shall provide a reasoned explanation for such refusal. | Without prejudice to the second and third subparagraphs, the CCP’s competent authority shall forward to ESMA and the members of the college referred to in Article 18 any relevant information received from the CCP in relation to all on-site inspections it carries out. | 4.   The CCP’s competent authority shall regularly, and at least annually, submit a report to ESMA and the college referred to in Article 18 on the assessment and the results of the review and evaluation referred to in paragraph 1, including whether the CCP’s competent authority has requested any remedial action or imposed penalties. | The report shall cover a calendar year and shall be submitted to ESMA and the college referred to in Article 18 by 30 March of the following calendar year. That report shall be subject to an opinion of the college referred to in Article 18 pursuant to Article 19 and an opinion of ESMA pursuant to Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), issued in accordance with the procedure set out in Article 17b. | ESMA may request to hold an ad hoc meeting with the CCP and its competent authority. ESMA may request such a meeting in any of the following cases: | (a) | where there is an emergency situation under Article 24; | (b) | where ESMA has identified material concerns regarding the CCP’s compliance with the requirements of this Regulation; | (c) | where ESMA considers that the activity of the CCP could have an adverse cross-border impact on its clearing members or on their clients. | The college referred to in Article 18 shall be informed that a meeting will be held and shall receive a summary of the main outcomes of that meeting. | 4a.   ESMA may require competent authorities to provide it with the necessary information to carry out its tasks pursuant to this Article in accordance with the procedure set out in Article 35 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;21) | In artikel 21 worden de leden 1 tot en met 4 vervangen door: | “1.   De in artikel 22 bedoelde bevoegde autoriteiten verrichten ten minste alle volgende taken met betrekking tot een CTP: | a) | zij toetsen of de door de CTP ingevoerde regelingen, strategieën, processen en mechanismen aan deze verordening voldoen; | b) | zij toetsen de door de CTP verrichte diensten of activiteiten, met name de diensten of activiteiten die worden verricht na de toepassing van een versnelde procedure op grond van artikel 17 bis of 49 bis; | c) | zij evalueren de risico’s, waaronder financiële en operationele risico’s, waaraan de CTP is of zou kunnen worden blootgesteld; | d) | zij toetsen de door de CTP overeenkomstig artikel 15 bis doorgevoerde wijzigingen. | 2.   De in lid 1 bedoelde toetsing en evaluatie bestrijkt alle voorschriften betreffende CTP’s zoals neergelegd in deze verordening. De voor de CTP bevoegde autoriteit kan ESMA om bijstand verzoeken bij al haar toezichtactiviteiten, met inbegrip van de in lid 1 vermelde activiteiten. | 3.   De bevoegde autoriteiten stellen, na de input van ESMA en het in artikel 18 bedoelde college in overweging te hebben genomen, de frequentie en grondigheid van de in lid 1 van dit artikel bedoelde toetsing en evaluatie vast, met bijzondere aandacht voor de omvang, het systeembelang, de aard, de schaal, de complexiteit van de activiteiten en de verwevenheid met andere financiëlemarktinfrastructuren van de betrokken CTP’s en voor de door ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b bis), vastgestelde toezichtprioriteiten. De bevoegde autoriteiten werken de toetsing en evaluatie ten minste jaarlijks bij. | CTP’s worden ten minste eenmaal per jaar onderworpen aan inspecties ter plaatse door de voor de CTP bevoegde autoriteit. De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt ESMA één maand voordat een dergelijke inspectie zal plaatsvinden in kennis van elke geplande inspectie ter plaatse, tenzij het besluit om een inspectie ter plaatse uit te voeren in een noodsituatie wordt genomen, in welk geval de voor de CTP bevoegde autoriteit ESMA daarvan in kennis stelt zodra dat besluit is genomen. ESMA kan verzoeken uitgenodigd te worden om inspecties ter plaatse bij te wonen. | Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit een verzoek van ESMA op grond van de tweede alinea om een inspectie ter plaatse bij te wonen weigert, verstrekt zij een gemotiveerde motivering voor die weigering. | Onverminderd de tweede en derde alinea zendt de voor de CTP bevoegde autoriteit aan ESMA en de in artikel 18 bedoelde leden van het college alle relevante informatie toe die zij van de CTP heeft ontvangen met betrekking tot alle inspecties ter plaatse die zij uitvoert. | 4.   De voor de CTP bevoegde autoriteit brengt regelmatig en ten minste eenmaal per jaar verslag uit aan ESMA en het in artikel 18 bedoelde college over de beoordeling en de resultaten van de in lid 1 bedoelde toetsing en evaluatie, waaronder of de voor de CTP’s bevoegde autoriteiten om corrigerende maatregelen hebben verzocht of sancties hebben opgelegd. | Het verslag heeft betrekking op een kalenderjaar en wordt uiterlijk op 30 maart van het volgende kalenderjaar ingediend bij ESMA en het in artikel 18 bedoelde college. Dat verslag wordt onderworpen aan een advies van het in artikel 18 bedoelde college op grond van artikel 19 en een advies van ESMA op grond van artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), waarbij die adviezen worden uitgebracht volgens de in artikel 17 ter bepaalde procedure. | ESMA kan verzoeken om een ad-hocvergadering met de CTP en haar bevoegde autoriteit. ESMA kan in elk van de volgende gevallen om een dergelijke vergadering verzoeken: | a) | indien er sprake is van een noodsituatie in de zin van artikel 24; | b) | indien ESMA materiële bezwaren heeft vastgesteld met betrekking tot de naleving door de CTP van de vereisten van deze verordening; | c) | indien ESMA van oordeel is dat de activiteiten van de CTP negatieve grensoverschrijdende gevolgen kunnen hebben voor haar clearingleden of hun cliënten. | Het in artikel 18 bedoelde college wordt ervan in kennis gesteld dat een vergadering zal worden gehouden en ontvangt een samenvatting van de belangrijkste resultaten van die vergadering. | 4 bis.   ESMA kan de bevoegde autoriteiten verzoeken haar overeenkomstig de in artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bepaalde procedure de nodige informatie te verstrekken om haar taken op grond van dit artikel uit te voeren.”.
(22) | Article 23a is replaced by the following: | ‘Article 23a | Supervisory cooperation between competent authorities and ESMA with regards to authorised CCPs | 1.   ESMA shall fulfil a coordination role between competent authorities and across colleges to: | (a) | build a common supervisory culture and consistent supervisory practices; | (b) | ensure uniform procedures and consistent approaches; | (c) | strengthen consistency in supervisory outcomes, in particular with regard to supervisory areas which have a cross-border dimension or a possible cross-border impact; | (d) | strengthen coordination in emergency situations in accordance with Article 24; | (e) | assess risks when providing opinions to competent authorities pursuant to paragraph 2 on CCPs’ compliance with the requirements of this Regulation in relation to identified cross-border risks or risks to the financial stability of the Union, and providing recommendations as to how a CCP shall mitigate such risks. | 2.   Competent authorities shall submit their draft decisions, reports or other measures to ESMA for its opinion before adopting any act or measure pursuant to Articles 7, 8 and 14, Article 15(1), second subparagraph, Article 21, Articles 29 to 33, and Articles 35, 36, 37, 41, 54 and, except where a decision is required urgently, Article 20. | Competent authorities may also submit draft decisions to ESMA for its opinion before adopting any other act or measure in accordance with their duties under Article 22(1).’ | ;22) | Artikel 23 bis wordt vervangen door: | “Artikel 23 bis | Samenwerking op toezichtsgebied tussen de bevoegde autoriteiten en ESMA met betrekking tot vergunninghoudende CTP’s | 1.   ESMA vervult een coördinerende rol tussen de bevoegde autoriteiten en onder de colleges met het oog op: | a) | de totstandbrenging van een gemeenschappelijke toezichtcultuur en van consistente toezichtpraktijken; | b) | uniforme procedures en consistente strategieën; | c) | versterking van de consistentie in de toezichtresultaten, met name in verband met toezichtgebieden met een grensoverschrijdende dimensie of een mogelijk grensoverschrijdend effect; | d) | versterking van de coördinatie in noodsituaties overeenkomstig artikel 24; | e) | de beoordeling van risico’s wanneer zij op grond van lid 2 de bevoegde autoriteiten adviezen verstrekken over de naleving door de CTP’s van de vereisten van deze verordening in verband met geïdentificeerde grensoverschrijdende risico’s of risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie, en aanbevelingen doen over de wijze waarop een CTP dergelijke risico’s moet beperken. | 2.   De bevoegde autoriteiten dienen hun ontwerpbesluiten, verslagen of andere maatregelen bij ESMA in voordat zij optreden of maatregelen treffen op grond van de artikelen 7, 8 en 14, artikel 15, lid 1, tweede alinea, artikel 21, 29 tot en met 33, 35, 36, 37, 41, 54 en, behalve wanneer er dringend een besluit vereist is, artikel 20. | De bevoegde autoriteiten kunnen ook ontwerpbesluiten voor advies bij ESMA indienen voordat zij anderszins optreden of maatregelen treffen overeenkomstig hun taken uit hoofde van artikel 22, lid 1.”.
(23) | the following article is inserted: | ‘Article 23b | Joint Monitoring Mechanism | 1.   ESMA shall establish a Joint Monitoring Mechanism for the exercise of the tasks referred to in paragraph 2. | The Joint Monitoring Mechanism shall be composed of: | (a) | representatives of ESMA; | (b) | representatives of EBA and EIOPA; | (c) | representatives of the ESRB, the ECB and the ECB in the framework of the tasks concerning the prudential supervision of credit institutions within the single supervisory mechanism conferred upon it in accordance with Regulation (EU) No 1024/2013; and | (d) | representatives of the central banks of issue of currencies, other than the euro, in which the derivative contracts referred to in Article 7a(6) are denominated. | In addition to the entities referred to in the second subparagraph of this paragraph, the central banks of issue of the currencies of denomination of the derivative contracts referred to in Article 7a(6), other than those listed in point (d) of that second subparagraph, the national competent authorities supervising the obligation under Article 7a, limited to one per Member State, and the Commission may also participate in the Joint Monitoring Mechanism as observers. | ESMA shall manage and chair the meetings of the Joint Monitoring Mechanism. The Chair of the Joint Monitoring Mechanism may, upon the request of the other members of the Joint Monitoring Mechanism or on the Chair’s own initiative, invite other authorities to participate in the meetings when relevant to the topics to be discussed. | 2.   The Joint Monitoring Mechanism shall: | (a) | monitor the implementation at aggregate Union level of the requirements set out in Articles 7a and 7c, including all of the following: | (i) | the overall exposures and reduction of exposures to substantially systemically important clearing services identified pursuant to Article 25(2c); | (ii) | developments related to clearing in CCPs authorised under Article 14 and access to clearing by clients to such CCPs, including fees charged by such CCPs for establishing accounts pursuant to Article 7a and any fees charged by clearing members to their clients for establishing accounts and undertaking clearing pursuant to Article 7a; | (iii) | other significant developments in clearing practices having an impact on the level of clearing at CCPs authorised under Article 14; | (b) | monitor the cross-border implications of client clearing relationships, including portability and clearing members’ and clients’ interdependencies and interactions with other financial market infrastructures; | (c) | contribute to the development of Union-wide assessments of the resilience of CCPs focussing on liquidity, credit and operational risks concerning CCPs, clearing members and clients; | (d) | identify concentration risks, in particular in client clearing, due to the integration of Union financial markets, including where several CCPs, clearing members or clients use the same service providers; | (e) | monitor the effectiveness of the measures aimed at improving the attractiveness of Union CCPs, encouraging clearing at Union CCPs and enhancing the monitoring of cross-border risks. | The bodies participating in the Joint Monitoring Mechanism, the college referred to in Article 18 and national competent authorities shall cooperate and share the information necessary to carry out the tasks referred to in the first subparagraph of this paragraph. | Where that information is not available to the Joint Monitoring Mechanism, including the information referred to in Article 7a(9), the relevant competent authority of authorised CCPs, their clearing members and their clients shall provide the necessary information enabling ESMA and the other bodies participating in the Joint Monitoring Mechanism to perform the tasks referred to in the first subparagraph of this paragraph. | 3.   Where a relevant competent authority does not have the requested information, it shall require authorised CCPs, their clearing members or their clients to provide that information. The relevant competent authority shall forward such information to ESMA without undue delay. | 4.   Subject to the agreement of the relevant competent authority, ESMA may also request the information directly from the relevant entity. ESMA shall forward all information received from that entity to the relevant competent authority without undue delay. | 5.   Information requests to CCPs shall be exchanged via the central database. | 6.   ESMA shall, in cooperation with the other bodies participating in the Joint Monitoring Mechanism, submit an annual report to the European Parliament, the Council and the Commission on the results of its activities under paragraph 2. | The report referred to in the first subparagraph may include recommendations for potential Union-level actions to address identified horizontal risks. | 7.   ESMA shall act in accordance with Article 17 of Regulation (EU) No 1095/2010 in the event that, on the basis of the information received as part of the Joint Monitoring Mechanism and following the discussions held therein, ESMA: | (a) | considers that competent authorities fail to ensure clearing members’ and clients’ compliance with the requirements set out in Article 7a; or | (b) | identifies a risk to the financial stability of the Union due to an alleged breach or non-application of Union law. | Before acting in accordance with the first subparagraph of this paragraph, ESMA may issue guidelines or recommendations pursuant to Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010. | 8.   Where ESMA, on the basis of the information received as part of the Joint Monitoring Mechanism and following the discussions held therein, considers that compliance with the requirements set out in Article 7a does not effectively ensure the reduction of Union clearing members’ and clients’ excessive exposure to Tier 2 CCPs, it shall review the regulatory technical standards referred to in Article 7a(8) and, where necessary, set an appropriate adaptation period not exceeding 12 months.’ | ;23) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: | “Artikel 23 ter | Gezamenlijk monitoringmechanisme | 1.   ESMA stelt een gezamenlijk monitoringmechanisme in voor de uitoefening van de in lid 2 bedoelde taken. | Het gezamenlijk monitoringmechanisme bestaat uit: | a) | vertegenwoordigers van ESMA; | b) | vertegenwoordigers van EBA en Eiopa; | c) | vertegenwoordigers van het ESRB en de ECB, alsook van de ECB in het kader van de taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen binnen het gemeenschappelijke toezichtsmechanisme dat haar overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad is toevertrouwd, en | d) | vertegenwoordigers van de centrale banken van uitgifte van valuta’s anders dan de euro waarin de in artikel 7 bis, lid 6, bedoelde derivatencontracten luiden. | Naast de in de tweede alinea van dit lid bedoelde entiteiten kunnen de centrale banken van uitgifte van de valuta’s waarin de derivatencontracten als bedoeld in artikel 7 bis, lid 6, luiden, andere dan de in punt d) van die tweede alinea genoemde, de nationale bevoegde autoriteiten die toezicht houden op de verplichting uit hoofde van artikel 7 bis, met maximaal één per lidstaat, alsmede de Commissie ook als waarnemer aan het gezamenlijk monitoringmechanisme deelnemen. | ESMA beheert de vergaderingen van het gezamenlijk monitoringmechanisme en zit deze voor. De voorzitter van het gezamenlijk monitoringmechanisme kan, op verzoek van de andere leden van het gezamenlijk monitoringmechanisme of op eigen initiatief, andere autoriteiten uitnodigen om aan de vergaderingen deel te nemen wanneer dit relevant is voor de te bespreken onderwerpen. | 2.   Het gezamenlijk monitoringmechanisme: | a) | ziet toe op de uitvoering op geaggregeerd niveau van de Unie van de in de artikelen 7 bis en 7 ter vastgelegde vereisten, waaronder alle volgende: | i) | de totale blootstellingen en de vermindering van de blootstellingen aan op grond van artikel 25, lid 2 quater, geïdentificeerde clearingdiensten van substantieel systeemrelevant belang; | ii) | de ontwikkelingen in verband met de clearing bij CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend en de toegang tot clearing voor cliënten tot die CTP’s, met inbegrip van vergoedingen die door die CTP’s in rekening worden gebracht voor het openen van rekeningen op grond van artikel 7 bis en vergoedingen die door clearingleden aan hun cliënten in rekening worden gebracht voor het openen van rekeningen en het verrichten van clearing op grond van artikel 7 bis; | iii) | andere belangrijke ontwikkelingen in de clearingpraktijken die van invloed zijn op het niveau van clearing bij CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend; | b) | ziet toe op de grensoverschrijdende gevolgen van de clearingrelaties van cliënten, waaronder de overdraagbaarheid en de onderlinge afhankelijkheden en interacties van clearingleden en cliënten met andere financiëlemarktinfrastructuren; | c) | draagt bij tot de ontwikkeling van Uniebrede beoordelingen van de veerkracht van CTP’s, waarbij de nadruk ligt op liquiditeits-, krediet- en operationele risico’s betreffende CTP’s, clearingleden en cliënten; | d) | stelt concentratierisico’s vast, met name bij clearing van cliënten, als gevolg van de integratie van de financiële markten van de Unie, waaronder in geval verschillende CTP’s, clearingleden of cliënten gebruikmaken van dezelfde dienstverleners; | e) | ziet toe op de effectiviteit van de maatregelen die erop gericht zijn de aantrekkelijkheid van CTP’s uit de Unie te vergroten, clearing bij CTP’s uit de Unie aan te moedigen en het toezicht op grensoverschrijdende risico’s te verbeteren. | De organen die deelnemen aan het gezamenlijk monitoringmechanisme, het in artikel 18 bedoelde college en de nationale bevoegde autoriteiten werken samen en delen de informatie die nodig is voor uitvoering van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde taken. | Indien die informatie, waaronder de in artikel 7 bis, lid 9, bedoelde informatie, niet beschikbaar wordt gesteld aan het gezamenlijk monitoringmechanisme, verstrekken de betrokken bevoegde autoriteit van de vergunninghoudende CTP’s, hun clearingleden en hun cliënten de nodige informatie om de ESMA en de andere aan het gezamenlijk monitoringmechanisme deelnemende organen in staat te stellen de in de eerste alinea van dit lid bedoelde taken uit te voeren. | 3.   Indien een betrokken bevoegde autoriteit niet over de gevraagde informatie beschikt, verlangt zij van vergunninghoudende CTP’s, hun clearingleden of hun cliënten dat zij die informatie verstrekken. De betrokken bevoegde autoriteit zendt dergelijke informatie onverwijld door aan ESMA. | 4.   Mits de betrokken bevoegde autoriteit daarmee instemt, kan ESMA de informatie ook rechtstreeks bij de betrokken entiteit opvragen. ESMA zendt alle van die entiteit ontvangen informatie onverwijld door aan de betrokken bevoegde autoriteit. | 5.   Informatieverzoeken aan CTP’s worden uitgewisseld via de centrale databank. | 6.   ESMA brengt, in samenwerking met de andere organen die aan het gezamenlijk monitoringmechanisme deelnemen, jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de resultaten van de activiteiten uit hoofde van lid 2. | Het in de eerste alinea bedoelde verslag kan aanbevelingen bevatten voor potentiële maatregelen op Unieniveau om de vastgestelde horizontale risico’s aan te pakken. | 7.   ESMA handelt overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 wanneer zij, op basis van de in het kader van het gezamenlijk monitoringmechanisme ontvangen informatie en na de daarin gevoerde besprekingen: | a) | van oordeel is dat de bevoegde autoriteiten er niet voor zorgen dat clearingleden en cliënten de in artikel 7 bis vastgelegde vereisten naleven, of | b) | een risico voor de financiële stabiliteit van de Unie constateert als gevolg van een vermeende inbreuk op of niet-toepassing van het Unierecht. | Alvorens overeenkomstig de eerste alinea van dit lid te handelen, kan ESMA richtsnoeren of aanbevelingen uitvaardigen op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. | 8.   Wanneer ESMA, op basis van de in het kader van het gezamenlijk monitoringmechanisme ontvangen informatie en na de daarin gevoerde besprekingen, van oordeel is dat naleving van het in artikel 7 bis neergelegde vereiste niet effectief waarborgt dat de buitensporige blootstelling van clearingleden en cliënten uit de Unie aan tier 2-CTP’s wordt verminderd, herziet zij de in artikel 7 bis, lid 8, bedoelde technische reguleringsnormen en stelt zij, indien nodig, een passende aanpassingsperiode vast die niet langer dan 12 maanden duurt.”.
(24) | Article 24 is replaced by the following: | ‘Article 24 | Emergency situations | 1.   The CCP’s competent authority or any other relevant authority shall inform ESMA, the college referred to in Article 18, the relevant members of the ESCB, the Commission and other relevant authorities without undue delay of any emergency situation relating to a CCP, including: | (a) | situations or events which impact, or are likely to impact, the prudential or financial soundness or the resilience of CCPs authorised in accordance with Article 14, their clearing members or their clients; | (b) | where a CCP intends to activate its recovery plan pursuant to Article 9 of Regulation (EU) 2021/23, a competent authority has taken an early intervention measure pursuant to Article 18 of that Regulation or a competent authority has required a total or partial removal of the senior management or board of the CCP pursuant to Article 19 of that Regulation; | (c) | where there are developments in financial markets, or other markets where the CCP provides clearing services, which may have an adverse effect on market liquidity, the transmission of monetary policy, the smooth operation of payment systems or the stability of the financial system in any of the Member States where the CCP or one of its clearing members are established. | 2.   In an emergency situation, information shall be provided and updated without undue delay to enable the members of the college referred to in Article 18 to analyse the impact of that emergency situation in particular on their clearing members and their clients. The members of the college referred to in Article 18 may forward the information to the public bodies responsible for the financial stability of their markets, subject to the obligation of professional secrecy set out in Article 83. The obligation of professional secrecy in accordance with Article 83 shall apply to those bodies receiving that information. | 3.   In the event of an emergency situation at one or more CCPs that has or is likely to have destabilising effects on cross-border markets, ESMA shall coordinate competent authorities, the resolution authorities designated pursuant to Article 3(1) of Regulation (EU) 2021/23 and the colleges referred to in Article 18 of this Regulation to build a coordinated response to emergency situations relating to a CCP and ensure effective information sharing among competent authorities, the colleges referred to in Article 18 of this Regulation and resolution authorities. | 4.   In an emergency situation, except where a resolution authority is taking or has taken a resolution action in relation to a CCP pursuant to Article 21 of Regulation (EU) 2021/23, ad hoc meetings of the CCP Supervisory Committee, to coordinate the responses of competent authorities: | (a) | may be convened by the Chair of the CCP Supervisory Committee; | (b) | shall be convened by the Chair of the CCP Supervisory Committee, upon the request of two members of the CCP Supervisory Committee. | 5.   Any of the following authorities shall also be invited to the ad hoc meeting referred to in paragraph 4, where relevant, having regard to the issues to be discussed at that meeting: | (a) | the relevant central banks of issue; | (b) | the relevant competent authorities for the supervision of clearing members, including, where relevant, the ECB in the framework of the tasks concerning the prudential supervision of credit institutions within the single supervisory mechanism conferred upon it in accordance with Regulation (EU) No 1024/2013; | (c) | the relevant competent authorities for the supervision of trading venues; | (d) | the relevant competent authorities for the supervision of clients where they are known; | (e) | the relevant resolution authorities designated pursuant to Article 3(1) of Regulation (EU) 2021/23; | (f) | any member of the college referred to in Article 18, that is not already covered by points (a) to (d) of this paragraph. | 6.   Where an ad hoc meeting of the CCP Supervisory Committee is convened pursuant to paragraph 4, the Chair of that Committee shall inform EBA, EIOPA, the ESRB, the Single Resolution Board established under Regulation (EU) No 806/2014 of the European Parliament and of the Council (*4) and the Commission thereof who shall also be invited to participate in that meeting upon their request. | Where a meeting is held following an emergency situation as specified in paragraph 1, point (c), the Chair of the CCP Supervisory Committee shall invite the relevant central banks of issue to participate in that meeting. | 7.   ESMA may require all relevant competent authorities to provide it with the necessary information to carry out its coordination function provided for in this Article. | Where a relevant competent authority has the requested information, it shall forward it to ESMA without undue delay. | Where a relevant competent authority does not have the requested information, it shall require the CCPs authorised in accordance with Article 14, their clearing members or their clients, connected financial market infrastructures or related third parties to whom those CCPs have outsourced operational functions or activities, as relevant and applicable, to provide it with that information, and shall inform ESMA thereof. Once the relevant competent authority receives the requested information, it shall forward it to ESMA without undue delay. | Instead of requiring the information referred to in the third subparagraph, the relevant competent authority may allow ESMA to require that information directly from the relevant entity. ESMA shall forward all information received from that entity to the relevant competent authority without undue delay. | Where ESMA has not received the information it required in accordance with the first subparagraph within 48 hours, it may, by simple request, require authorised CCPs, their clearing members and their clients, connected financial market infrastructures and related third parties to whom those CCPs have outsourced operational functions or activities to provide it with that information without undue delay. ESMA shall forward all information received from such entities to the relevant competent authority without undue delay. | 8.   ESMA may, upon the proposal of the CCP Supervisory Committee, issue recommendations pursuant to Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010 addressed to one or more competent authorities recommending them to adopt temporary or permanent supervisory decisions in line with the requirements set out in Article 16 and in Titles IV and V of this Regulation to avoid or mitigate significant adverse effects on the financial stability of the Union. ESMA may issue such recommendations only where more than one CCP authorised in accordance with Article 14 is affected or where Union-wide events are destabilising cross-border cleared markets. | (*4)  Regulation (EU) No 806/2014 of the European Parliament and of the Council of 15 July 2014 establishing uniform rules and a uniform procedure for the resolution of credit institutions and certain investment firms in the framework of a Single Resolution Mechanism and a Single Resolution Fund and amending Regulation (EU) No 1093/2010 (OJ L 225, 30.7.2014, p. 1).’;"24) | Artikel 24 wordt vervangen door: | “Artikel 24 | Noodsituaties | 1.   De voor de CTP bevoegde autoriteit of een andere betrokken autoriteit stelt ESMA, het in artikel 18 bedoelde college, de betrokken leden van het ESCB, de Commissie en andere betrokken autoriteiten onverwijld in kennis van elke noodsituatie met betrekking tot een CTP, met inbegrip van: | a) | situaties of gebeurtenissen die gevolgen hebben of waarschijnlijk zullen hebben voor de prudentiële of financiële soliditeit of de veerkracht van CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend, hun clearingleden of cliënten; | b) | wanneer een CTP voornemens is haar herstelplan op grond van artikel 9 van Verordening (EU) 2021/23 te activeren, een bevoegde autoriteit een vroegtijdige interventiemaatregel op grond van artikel 18 van die verordening heeft genomen of een bevoegde autoriteit een volledige of gedeeltelijke verwijdering van de directie of de raad van de CTP heeft geëist op grond van artikel 19 van die verordening; | c) | wanneer er ontwikkelingen zijn op de financiële markten of andere markten waarvoor de CTP clearingdiensten verleent, die een negatief effect kunnen hebben op de marktliquiditeit, de transmissie van monetair beleid, de soepele werking van betalingssystemen of de stabiliteit van het financiële stelsel in een van de lidstaten waar de CTP of een van haar clearingleden is gevestigd. | 2.   In een noodsituatie wordt onverwijld informatie verstrekt en geactualiseerd om de leden van het in artikel 18 bedoelde college in staat te stellen de gevolgen van die noodsituatie, met name voor hun clearingleden en hun cliënten, te analyseren. De leden van het in artikel 18 bedoelde college kunnen de informatie doorgeven aan de overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de financiële stabiliteit van hun markten, met inachtneming van de in artikel 83 bepaalde geheimhoudingsplicht. De geheimhoudingsplicht overeenkomstig artikel 83 is van toepassing op bedoelde instanties die deze informatie ontvangen. | 3.   In het geval van een noodsituatie bij een of meer CTP’s die destabiliserende effecten op grensoverschrijdende markten heeft of waarschijnlijk zal hebben, coördineert ESMA de bevoegde autoriteiten, de op grond van artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2021/23 aangewezen afwikkelingsautoriteiten en de in artikel 18 van deze verordening bedoelde colleges om een gecoördineerde reactie op noodsituaties met betrekking tot een CTP op te bouwen en te zorgen voor effectieve informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten, de in artikel 18 van deze verordening bedoelde colleges en afwikkelingsautoriteiten. | 4.   In geval van een noodsituatie, behalve wanneer een afwikkelingsautoriteit op grond van artikel 21 van Verordening (EU) 2021/23 een afwikkelingsmaatregel met betrekking tot een CTP neemt of heeft genomen, ad-hocvergaderingen van het comité voor toezicht op CTP’s, om de reacties van de bevoegde autoriteiten te coördineren: | a) | kan een vergadering van het comité voor toezicht op CTP’s door de voorzitter van het comité worden bijeengeroepen; | b) | wordt een vergadering van het comité voor toezicht op CTP’s door de voorzitter van het comité bijeengeroepen indien twee leden van het comité zulks verzoeken. | 5.   De volgende autoriteiten worden, in voorkomend geval, uitgenodigd voor de in lid 4 bedoelde ad-hocvergadering, gelet op de tijdens die vergadering te bespreken onderwerpen: | a) | de betrokken centrale banken van uitgifte; | b) | de betrokken met het toezicht op clearingleden belaste bevoegde autoriteiten, met inbegrip van, waar passend, de ECB in het kader van de taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen binnen het gemeenschappelijke toezichtsmechanisme dat haar overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 is toevertrouwd; | c) | de betrokken met het toezicht op handelsplatforms belaste bevoegde autoriteiten; | d) | de betrokken met het toezicht op cliënten belaste bevoegde autoriteiten, wanneer deze bekend zijn; | e) | de betrokken afwikkelingsautoriteiten die zijn aangewezen op grond van artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2021/23; | f) | een lid van het in artikel 18 bedoelde college dat niet reeds onder de punten a) tot en met d) van dit lid valt. | 6.   Wanneer op grond van lid 4 een ad-hocvergadering van het comité voor toezicht op CTP’s wordt gehouden, stelt de voorzitter van dat comité EBA, Eiopa, het ESRB, de bij Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad (*4) ingestelde gemeenschappelijke afwikkelingsraad en de Commissie daarvan in kennis, waarbij zij worden uitgenodigd om op verzoek aan die vergadering deel te nemen. | Indien een vergadering wordt gehouden naar aanleiding van een noodsituatie zoals gespecificeerd in lid 1, punt c), nodigt de voorzitter van het comité voor toezicht op CTP’s de relevante centrale banken van uitgifte uit om deel te nemen aan die vergadering. | 7.   ESMA kan van alle betrokken bevoegde autoriteiten verlangen dat zij haar de nodige informatie verstrekken om haar in staat te stellen de in dit artikel bedoelde coördinatiefunctie uit te voeren. | Indien een betrokken bevoegde autoriteit over de gevraagde informatie beschikt, zendt zij deze onverwijld door aan ESMA. | Indien een betrokken bevoegde autoriteit niet over de gevraagde informatie beschikt, verlangt zij van de CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 vergunning is verleend, hun clearingleden of hun cliënten, verbonden financiëlemarktinfrastructuren of gelieerde derden waaraan die CTP’s operationele functies of activiteiten hebben uitbesteed, naargelang het geval en van toepassing, om haar die informatie te verstrekken, en stelt zij ESMA daarvan in kennis. Zodra de betrokken bevoegde autoriteit de gevraagde informatie ontvangt, zendt zij deze onverwijld door aan ESMA. | In plaats van de in de derde alinea bedoelde informatie op te vragen, kan de betrokken bevoegde autoriteit ESMA toestaan die informatie rechtstreeks van de betrokken entiteit te verlangen. ESMA zendt alle van die entiteit ontvangen informatie onverwijld door aan de betrokken bevoegde autoriteit. | Indien ESMA de overeenkomstig de eerste alinea verlangde informatie niet binnen 48 uur heeft ontvangen, kan zij bij eenvoudig verzoek van vergunninghoudende CTP’s, hun clearingleden en hun cliënten, verbonden financiëlemarktinfrastructuren en gelieerde derden waaraan die CTP’s operationele functies of activiteiten hebben uitbesteed, verlangen dat zij die informatie onverwijld verstrekken. ESMA zendt alle van die entiteiten ontvangen informatie onverwijld door aan de betrokken bevoegde autoriteit. | 8.   ESMA kan, op voorstel van het comité voor toezicht op CTP’s, op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 aanbevelingen aan een of meer bevoegde autoriteiten doen waarin hen wordt aanbevolen tijdelijke of permanente toezichtbesluiten te nemen in overeenstemming met de vereisten van artikel 16 en de titels IV en V van deze verordening om aanzienlijke nadelige gevolgen voor de financiële stabiliteit van de Unie te voorkomen of te beperken. ESMA kan alleen dergelijke aanbevelingen doen wanneer er meer dan één CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend is getroffen of wanneer gebeurtenissen in de gehele Unie grensoverschrijdende geclearde markten destabiliseren. | (*4)  Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1).”."
(25) | Article 24a is amended as follows: | (a) | in paragraph 2, point (d)(ii) is replaced by the following: | ‘(ii) | where the CCP Supervisory Committee convenes in relation to CCPs authorised in accordance with Article 14, in the context of discussions pertaining to paragraph 7 of this Article, the central banks of issue of the Union currencies of the financial instruments cleared by authorised CCPs that have requested membership of the CCP Supervisory Committee, who shall be non-voting.’ | ; | (b) | paragraph 3 is replaced by the following; | ‘3.   The Chair may invite as observers to the meetings of the CCP Supervisory Committee, where appropriate, members of the colleges referred to in Article 18, representatives from the relevant authorities of clients, where known, and representatives from the relevant Union institutions and bodies.’ | ; | (c) | paragraph 7 is amended as follows: | (i) | the introductory wording is replaced by the following: | ‘In relation to CCPs authorised or applying for authorisation in accordance with Article 14, the CCP Supervisory Committee shall, for the purpose of Article 23a, prepare decisions and carry out the tasks entrusted to ESMA in Article 23a and in the following points:’ | ; | (ii) | the following points are inserted: | ‘(ba) | at least annually, discuss and identify supervisory priorities for CCPs authorised in accordance with Article 14 of this Regulation in order to feed into the preparation of Union-wide strategic supervisory priorities by ESMA in accordance with Article 29a of Regulation (EU) No 1095/2010; | (bb) | consider, in cooperation with EBA, EIOPA, and the ECB in carrying out its tasks within a single supervisory mechanism under Regulation (EU) No 1024/2013, any cross-border risks arising from CCPs’ activities, including due to CCPs’ interconnectedness, interlinkages and concentration risks due to such cross-border connections; | (bc) | prepare draft opinions for adoption by the Board of Supervisors in accordance with Articles 17 and 17b, draft validations for adoption by the Board of Supervisors in accordance with Article 49 and draft decisions for adoption by the Board of Supervisors in accordance with Article 49a; | (bd) | provide input to the competent authorities pursuant to Article 17a; | (be) | inform the Board of Supervisors where a competent authority does not comply or does not intend to comply with ESMA’s opinions or with any conditions or recommendations contained therein, including the reasoning from the competent authority, in accordance with Article 17(3c) and Article 17b(4).’ | ; | (iii) | the following subparagraph is added: | ‘ESMA shall on a yearly basis report to the Commission on the cross-border risks arising from CCPs’ activities referred to in the first subparagraph, point (bb).’ | ;25) | Artikel 24 bis wordt als volgt gewijzigd: | a) | in lid 2, wordt punt d), ii), vervangen door: | “ii) | indien het comité voor toezicht op CTP’s bijeenkomt in verband met CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend, in het kader van besprekingen met betrekking tot lid 7 van dit artikel de centrale banken van uitgifte van de EU-valuta’s van de door vergunninghoudende CTP’s geclearde financiële instrumenten, die hebben verzocht om lidmaatschap van het comité voor toezicht op CTP’s, die niet-stemgerechtigd zijn.” | ; | b) | lid 3 wordt vervangen door: | “3.   De voorzitter kan, indien dit passend is, leden van de in artikel 18 bedoelde colleges, vertegenwoordigers van de betrokken, voor cliënten bevoegde autoriteiten, indien deze bekend zijn, en vertegenwoordigers van de betrokken instellingen en organen van de Unie als waarnemers voor de vergaderingen van het comité voor toezicht op CTP’s uitnodigen.” | ; | c) | lid 7 wordt als volgt gewijzigd: | i) | de aanhef wordt vervangen door: | “In verband met CTP’s waaraan een vergunning is verleend of die een vergunning aanvragen overeenkomstig artikel 14 stelt het comité voor toezicht op CTP’s, voor de toepassing van artikel 23 bis besluiten op en oefent het de taken uit die aan ESMA worden toevertrouwd in artikel 23 bis en in de volgende punten:” | ; | ii) | de volgende punten worden ingevoegd: | “b bis) | minstens eenmaal per jaar de prioriteiten voor het toezicht op CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 van deze verordening een vergunning is verstrekt, bespreken en vaststellen, als input voor de voorbereiding van de strategische toezichtprioriteiten van de Unie door ESMA overeenkomstig artikel 29 bis van Verordening (EU) nr. 1095/2010; | b ter) | in samenwerking met EBA, Eiopa, alsook de ECB bij de uitoefening van haar taken in het kader van een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013, alle grensoverschrijdende risico’s overwegen die voortvloeien uit de activiteiten van CTP’s, onder meer als gevolg van de verwevenheid, onderlinge verbanden en concentratierisico’s van CTP’s als gevolg van dergelijke grensoverschrijdende verbindingen; | b quater) | ontwerpadviezen voor vaststelling door de raad van toezichthouders overeenkomstig de artikelen 17 en 17 ter, ontwerpvalidaties voor vaststelling door de raad van toezichthouders overeenkomstig artikel 49 en ontwerpbesluiten voor vaststelling door de raad van toezichthouders overeenkomstig artikel 49 bis opstellen; | b quinquies) | input leveren aan de bevoegde autoriteiten op grond van artikel 17 bis; | b sexies) | de raad van toezichthouders ervan in kennis stellen wanneer een bevoegde autoriteit de adviezen van ESMA of de daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, met inbegrip van de motivering van de bevoegde autoriteit, niet naleeft of niet voornemens is op te volgen, overeenkomstig artikel 17, lid 3 quater, en artikel 17 ter, lid 4.” | ; | iii) | de volgende alinea wordt toegevoegd: | “ESMA brengt jaarlijks verslag uit aan de Commissie over de grensoverschrijdende risico’s die voortvloeien uit activiteiten van CTP’s als bedoeld in punt b ter), eerste alinea.”.
(26) | in Article 24b, paragraphs 1 and 2 are replaced by the following: | ‘1.   With regard to supervisory assessments conducted in relation to, and decisions to be taken pursuant to, Articles 41, 44, 46, 50 and 54 in relation to Tier 2 CCPs, the CCP Supervisory Committee shall consult the central banks of issue referred to in Article 25(3), point (f). Each central bank of issue may respond. Where the central bank of issue decides to respond, it shall do so within 10 working days of receipt of the draft decision. In emergency situations, that period shall not exceed 24 hours. Where a central bank of issue proposes amendments or objects to assessments related to, or draft decisions pursuant to Articles 41, 44, 46, 50 and 54, it shall provide full and detailed reasons, in writing. Upon conclusion of the period for consultation, the CCP Supervisory Committee shall duly consider the response and any amendments proposed by the central banks of issue and provide its assessment to the central bank of issue. | 2.   Where the CCP Supervisory Committee does not reflect in its draft decision the amendments proposed by a central bank of issue, the CCP Supervisory Committee shall inform that central bank of issue in writing stating its full reasons for not taking into account the amendments proposed by that central bank of issue, providing an explanation for any deviations from those amendments. The CCP Supervisory Committee shall submit to the Board of Supervisors the responses received and the amendments proposed by central banks of issue and its explanations for not taking them into account together with its draft decision.’ | ;26) | In artikel 24 ter worden de leden 1 en 2 vervangen door: | “1.   In verband met de toezichtbeoordelingen die worden verricht in verband met en de besluiten die moeten worden genomen op grond van de artikelen 41, 44, 46, 50 en 54 inzake tier 2-CTP’s raadpleegt het comité voor toezicht op CTP’s de in artikel 25, lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte. Elke centrale bank van uitgifte kan hierop reageren. Indien de centrale bank van uitgifte besluit te reageren, doet zij dit binnen 10 werkdagen na ontvangst van het ontwerpbesluit. In noodsituaties is die termijn niet langer dan 24 uur. Indien een centrale bank van uitgifte wijzigingen voorstelt of bezwaar aantekent tegen de ontwerpbesluiten van het comité voor toezicht op CTP’s op grond van de artikelen 41, 44, 46, 50 en 54, of ontwerpbeoordelingen van het comité met betrekking tot deze artikelen, verstrekt het daarvoor een volledige en gedetailleerde schriftelijke motivering. Na afloop van de raadplegingstermijn neemt het comité voor toezicht op CTP’s de reactie en eventuele wijzigingen die door de centrale banken van uitgifte worden voorgesteld, terdege in beraad en legt zijn beoordeling voor aan de centrale bank van uitgifte. | 2.   Indien het comité voor toezicht op CTP’s in zijn ontwerpbesluit geen rekening houdt met de door een centrale bank van uitgifte voorgestelde wijzigingen, stelt het comité voor toezicht op CTP’s die centrale bank van uitgifte daarvan schriftelijk in kennis met een volledige motivering van het niet in aanmerking nemen van de door die centrale bank van uitgifte voorgestelde wijzigingen, en een uitleg voor eventuele afwijkingen van die wijzigingen. Het comité voor toezicht op CTP’s legt de ontvangen reacties en de wijzigingen die door de centrale banken van uitgifte zijn voorgesteld en zijn motivering van het niet in aanmerking nemen ervan samen met zijn ontwerpbesluit aan de raad van toezichthouders voor.”.
(27) | Article 25 is amended as follows: | (a) | in paragraph 4, the third subparagraph is replaced by the following; | ‘The recognition decision shall be based on the conditions set out in paragraph 2 for Tier 1 CCPs and in paragraph 2, points (a) to (d), and paragraph 2b for Tier 2 CCPs. Within 180 working days of the determination that an application is complete in accordance with the second subparagraph, ESMA shall inform the applicant CCP in writing, with a fully reasoned explanation, whether the recognition has been granted or refused.’ | ; | (b) | in paragraph 5, the following subparagraph is inserted after the second subparagraph: | ‘Where the review is undertaken in accordance with point (b) of the first subparagraph of this paragraph, the CCP shall not be required to submit a new application for recognition but shall provide ESMA with all information necessary for ESMA to review its recognition. Where ESMA undertakes a review of the recognition of a CCP established in a third country in accordance with point (b) of the first subparagraph of this paragraph, ESMA shall not treat such review as an application for recognition for the relevant recognised CCP.’ | ; | (c) | in paragraph 6, the following subparagraph is added: | ‘Where it is in the interests of the Union and considering the potential risks to the financial stability of the Union due to the expected participation of clearing members and trading venues established in the Union in CCPs established in a third country, the Commission may adopt the implementing act referred to in the first subparagraph irrespective of whether point (c) of that subparagraph is fulfilled.’ | ; | (d) | paragraph 7 is replaced by the following: | ‘7.   ESMA shall establish effective cooperation arrangements with the relevant competent authorities of third countries whose legal and supervisory frameworks have been recognised as equivalent to this Regulation in accordance with paragraph 6. | 7a.   Where ESMA has not yet determined the tiering of a CCP or where ESMA has determined that all or some CCPs in a relevant third country are Tier 1 CCPs, the cooperation arrangements referred to in paragraph 7 shall take into account the risk that the provision of clearing services by those CCPs entails and shall specify: | (a) | the mechanism for the exchange of information on an annual basis between ESMA, the central banks of issue referred to in paragraph 3, point (f), and the competent authorities of the third countries concerned, so that ESMA is able to: | (i) | ensure that the CCP complies with the conditions for recognition under paragraph 2; | (ii) | identify any potential material impact on market liquidity or on the financial stability of the Union or of one or more of its Member States; and | (iii) | monitor clearing activities in one, or more, of the CCPs established in such third country by clearing members established in the Union, or that are part of a group subject to consolidated supervision in the Union; | (b) | exceptionally, the mechanism for the exchange of information on a quarterly basis requiring detailed information covering the aspects referred to in paragraph 2a, and in particular information on significant changes to risk models and parameters, the extension of CCP activities and services and changes in the client account structure, with the aim of detecting whether a CCP is potentially close to becoming or is potentially likely to become systemically important for the financial stability of the Union or of one or more of its Member States as well as the mechanism for the exchange of information on market developments that could have consequences for the financial stability of the Union; | (c) | the mechanism for prompt notification to ESMA where a third-country competent authority deems a CCP it is supervising to be in breach of the conditions of its authorisation or of other law to which it is subject; | (d) | the mechanism for prompt notification to ESMA by the third-country competent authority where a third-country CCP which is supervised by that competent authority intends to extend or reduce its clearing services or activities; | (e) | the procedures necessary for the effective monitoring of regulatory and supervisory developments in a third country; | (f) | the procedures for third-country authorities to inform ESMA, the third-country CCP college referred to in Article 25c, and the central banks of issue referred to in paragraph 3, point (f), without undue delay of any emergency situations relating to the recognised CCP, including developments in financial markets, which may have an adverse effect on market liquidity and the stability of the financial system in the Union or one of its Member States and the procedures and contingency plans to address such situations; | (g) | the procedures for third-country authorities to assure the effective enforcement of decisions adopted by ESMA in accordance with Articles 25f, 25j, Article 25k(1), point (b), and Articles 25l, 25m and 25p; | (h) | the consent of third-country authorities to the onward sharing of any information they have provided to ESMA under the cooperation arrangements with the authorities referred to in paragraph 3 and the members of the third-country CCP college, subject to the professional secrecy requirements set out in Article 83. | 7b.   Where ESMA has determined that at least one CCP in a relevant third country is a Tier 2 CCP, the cooperation arrangements referred to in paragraph 7 shall specify in relation to those Tier 2 CCPs at least the following: | (a) | the elements referred to in paragraph 7a, points (a), (c), (e), (f) and (h), where cooperation arrangements are not already established with the relevant third country pursuant to that paragraph; | (b) | the mechanism for the exchange of information at least on a monthly basis, as appropriate, between ESMA, the central banks of issue referred to in paragraph 3, point (f), and the competent authorities of the third countries concerned, including access to all information requested by ESMA to ensure the CCP’s compliance with the requirements referred to in paragraph 2b; | (c) | the procedures concerning the coordination of supervisory activities, including the agreement of third-country authorities to allow investigations and on-site inspections in accordance with Articles 25g and 25h respectively; | (d) | the procedures for third-country authorities to assure the effective enforcement of decisions adopted by ESMA in accordance with Articles 25b, 25f to 25m, 25p and 25q; | (e) | the procedures for third-country authorities to: | (i) | consult ESMA on the preparation and assessment of recovery plans and on the preparation of resolution plans in relation to aspects relevant for the Union or one or more of its Member States; | (ii) | inform ESMA without undue delay of the establishment of recovery plans and resolution plans and any subsequent material changes to those plans in relation to aspects relevant for the Union or one or more of its Member States; | (iii) | inform ESMA without undue delay if a Tier 2 CCP intends to activate its recovery plan or where the third-country authorities have determined that there are indications of an emerging crisis situation that could affect the operations of that Tier 2 CCP, in particular, its ability to provide clearing services or where the third-country authorities envisage taking a resolution action in the near future. | 7c.   Where ESMA considers that a third-country competent authority fails to apply any of the provisions laid down in a cooperation arrangement established in accordance with paragraphs 7, 7a and 7b, it shall inform the Commission thereof confidentially and without delay. In such a case, the Commission may decide to review the implementing act adopted in accordance with paragraph 6.’ | ;27) | Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd: | a) | in lid 4 wordt de derde alinea vervangen door; | “Het erkenningsbesluit wordt gebaseerd op de voorwaarden van lid 2 voor tier 1-CTP’s en de voorwaarden van lid 2, punten a) tot en met d), en lid 2 ter voor tier 2-CTP’s. Binnen 180 werkdagen na de vaststelling dat een aanvraag volledig is overeenkomstig de tweede alinea, informeert ESMA de aanvragende CTP schriftelijk met een volledig met redenen omklede toelichting of de erkenning is verleend dan wel geweigerd.” | ; | b) | in lid 5 wordt na de tweede alinea de volgende alinea ingevoegd: | “Wanneer de toetsing overeenkomstig punt b) van de eerste alinea van dit lid wordt uitgevoerd, hoeft de CTP geen nieuwe erkenningsaanvraag in te dienen, maar verstrekt zij ESMA alle informatie die ESMA nodig heeft voor de toetsing van haar erkenning. Indien ESMA de erkenning van een in een derde land gevestigde CTP overeenkomstig punt b) van de eerste alinea van dit lid toetst, behandelt ESMA een dergelijke toetsing niet als een erkenningsaanvraag voor de betrokken erkende CTP.” | ; | c) | aan lid 6 wordt de volgende alinea toegevoegd: | “Indien dit in het belang van de Unie is en rekening houdend met de potentiële risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie als gevolg van de verwachte deelname van in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms aan in een derde land gevestigde CTP’s, kan de Commissie de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandeling vaststellen, ongeacht of aan punt c) van die alinea is voldaan.” | ; | d) | lid 7 wordt vervangen door: | “7.   ESMA brengt doeltreffende samenwerkingsregelingen tot stand met de betrokken bevoegde autoriteiten van derde landen waarvan het rechts- en het toezichtskader overeenkomstig lid 6 gelijkwaardig is bevonden aan deze verordening. | 7 bis.   Indien ESMA de tier van een CTP nog niet heeft vastgesteld of ESMA heeft vastgesteld dat alle of sommige CTP’s in een betrokken derde land tier 1-CTP’s zijn, wordt in de in lid 7 bedoelde samenwerkingsregelingen rekening gehouden met het risico dat het verrichten van clearingdiensten door die CTP’s met zich meebrengt en wordt hierin het volgende gespecificeerd: | a) | het mechanisme voor de jaarlijkse uitwisseling van informatie tussen ESMA, de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte en de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen, dat ESMA in staat stelt: | i) | erop toe te zien dat de CTP voldoet aan de voorwaarden voor erkenning op grond van lid 2; | ii) | potentiële materiële effecten op de marktliquiditeit of de financiële stabiliteit van de Unie of van een of meer van haar lidstaten vast te stellen, en | iii) | toezicht te houden op clearingactiviteiten bij een of meer CTP’s die door in de Unie gevestigde clearingleden in een dergelijk derde land zijn gevestigd, of die deel uitmaken van een groep waarop in de Unie toezicht op geconsolideerde basis wordt uitgeoefend; | b) | bij wijze van uitzondering, het mechanisme voor de driemaandelijkse uitwisseling van informatie waarbij gedetailleerde informatie wordt verlangd over de in lid 2 bis bedoelde aspecten en met name informatie over aanzienlijke wijzigingen in risicomodellen en parameters, de uitbreiding van de activiteiten en diensten van de CTP en wijzigingen in de structuur van de cliëntenrekeningen, teneinde na te gaan of een CTP mogelijk van substantieel systeemrelevant belang is of kan worden voor de financiële stabiliteit van de Unie of van een of meer van haar lidstaten, alsook het mechanisme voor de uitwisseling van informatie inzake marktontwikkelingen die gevolgen zouden kunnen hebben voor de financiële stabiliteit van de Unie; | c) | het mechanisme voor snelle kennisgeving aan ESMA wanneer de bevoegde autoriteit van een derde land van oordeel is dat een CTP waarop zij toezicht uitoefent, de voorwaarden van haar vergunning of andere wetgeving waaraan zij is onderworpen, schendt; | d) | het mechanisme voor snelle kennisgeving aan ESMA door de bevoegde autoriteit van het derde land, indien een CTP uit een derde land die onder toezicht staat van die bevoegde autoriteit voornemens is haar activiteiten en diensten uit te breiden of te verminderen; | e) | de procedures die nodig zijn voor de doeltreffende monitoring van ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en toezicht in een derde land; | f) | de procedures voor autoriteiten van derde landen om ESMA, het in artikel 25 quater bedoelde college voor CTP’s uit derde landen en de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte onverwijld in kennis te stellen van eventuele noodsituaties in verband met de erkende CTP, waaronder ontwikkelingen op financiële markten die een negatief effect kunnen hebben op de marktliquiditeit en de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of in een van haar lidstaten, en de procedures en noodplannen om die situaties op te vangen; | g) | de procedures voor autoriteiten van derde landen om ervoor te zorgen dat de besluiten die overeenkomstig de artikelen 25 septies, 25 undecies, artikel 25 duodecies, lid 1, punt b), en de artikelen 25 terdecies, 25 quaterdecies en 25 septdecies door de ESMA zijn vastgesteld, doeltreffend worden gehandhaafd; | h) | de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten van derde landen voor het verder delen van de aan ESMA verstrekte informatie op grond van de samenwerkingsregelingen met de in lid 3 bedoelde autoriteiten en de leden van het college voor CTP’s uit derde landen, met inachtneming van de in artikel 83 neergelegde vereisten met betrekking tot geheimhouding. | 7 ter.   Indien ESMA heeft bepaald dat ten minste één CTP in een betrokken derde land een tier 2-CTP is, wordt in de in lid 7 bedoelde samenwerkingsregelingen met betrekking tot die tier 2-CTP’s ten minste het volgende gespecificeerd: | a) | de in lid 7 bis, punten a), c), e), f) en h), bedoelde elementen, wanneer er nog geen samenwerkingsregelingen met het betrokken derde land zijn getroffen op grond van die alinea; | b) | het mechanisme voor de ten minste maandelijkse uitwisseling, naargelang het geval, van informatie tussen ESMA, de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte en de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen, met inbegrip van de toegang tot alle door ESMA gevraagde informatie om te kunnen controleren of de CTP’s voldoen aan de in lid 2 ter bedoelde vereisten; | c) | de procedures voor de coördinatie van toezichtsactiviteiten, met inbegrip van de toestemming van autoriteiten van derde landen voor het verrichten van onderzoeken en inspecties ter plaatse overeenkomstig artikel 25 octies respectievelijk artikel 25 nonies; | d) | de procedures voor autoriteiten van derde landen om ervoor te zorgen dat de besluiten die overeenkomstig de artikelen 25 ter, 25 septies tot en met 25 quaterdecies, 25 septdecies en 25 octodecies door ESMA zijn vastgesteld, doeltreffend worden gehandhaafd; | e) | de procedures voor autoriteiten van derde landen om: | i) | ESMA te raadplegen over de opstelling en beoordeling van herstelplannen en over de ontwikkeling van afwikkelingsplannen in verband met aspecten die relevant zijn voor de Unie of een of meer van haar lidstaten; | ii) | ESMA onverwijld in kennis te stellen van de opstelling van herstel- en afwikkelingsplannen en eventuele latere materiële wijzigingen in die plannen in verband met aspecten die relevant zijn voor de Unie of een of meer van haar lidstaten; | iii) | ESMA onverwijld in kennis te stellen van het voornemen van een tier 2-CTP om haar herstelplan te activeren of de vaststelling door de autoriteiten van het derde land dat er aanwijzingen zijn voor een opkomende crisissituatie die de activiteiten van die tier 2-CTP kan beïnvloeden, met name haar vermogen om clearingdiensten te verrichten, of overweging van de autoriteiten van het derde land om in de nabije toekomst een afwikkelingsmaatregel te nemen. | 7 quater.   Indien ESMA van oordeel is dat een bevoegde autoriteit van een derde land de bepalingen die zijn vastgesteld in een op grond van de leden 7, 7 bis en 7 ter gesloten samenwerkingsregeling, niet toepast, stelt zij de Commissie daarvan onverwijld vertrouwelijk in kennis. In een dergelijk geval kan de Commissie besluiten de overeenkomstig lid 6 vastgestelde uitvoeringshandeling te herzien.”.
(28) | in Article 25a, paragraph 2 is replaced by the following: | ‘2.   The request referred to in paragraph 1 of this Article shall provide the factual basis for a finding of comparability and the reasons why compliance with the requirements applicable in the third country satisfies the requirements set out in Article 16 and Titles IV and V. The Tier 2 CCP shall submit its reasoned request referred to in paragraph 1 in an electronic format via the central database. | ESMA shall grant comparable compliance, in part or in full, where it decides, based on the reasoned request referred to in paragraph 1 of this Article, that the Tier 2 CCP in its compliance with relevant requirements applicable in the third country is deemed compliant with the requirements set out in Article 16 and Titles IV and V and thereby satisfies the requirement for recognition under Article 25(2b), point (a). | ESMA shall withdraw, in full or in relation to a particular requirement, comparable compliance, where the Tier 2 CCP no longer complies with the conditions for comparable compliance and where such a CCP has not taken the remedial action requested by ESMA within the set timeframe. When determining the date of effect of the decision to withdraw comparable compliance, ESMA shall endeavour to provide for an appropriate adaptation period not exceeding six months. | Where ESMA grants comparable compliance, it shall continue to be responsible for carrying out its duties and performing its tasks under this Regulation, in particular under Articles 25 and 25b, and shall continue to exercise its powers referred to in Articles 25c, 25d, 25f to 25m, 25p and 25q. | Without prejudice to ESMA’s ability to perform its tasks under this Regulation, where ESMA grants comparable compliance, it shall agree administrative arrangements with the third-country authority in order to ensure the appropriate exchange of information and cooperation for ESMA to monitor that the requirements for comparable compliance are complied with on an ongoing basis.’ | ;28) | In artikel 25 bis wordt lid 2 vervangen door: | “2.   Het in lid 1 van dit artikel bedoelde verzoek verstrekt de feitelijke gegevens om de vergelijkbaarheid vast te stellen en de redenen waarom de naleving van de in het derde land toepasselijke vereisten voldoet aan de in artikel 16 en de titels IV en V vastgestelde vereisten. De tier 2-CTP dient het in lid 1 bedoelde met redenen omklede verzoek in een elektronisch formaat in via de centrale databank. | ESMA verleent geheel of gedeeltelijk de status van vergelijkbare conformiteit indien zij op basis van in lid 1 van dit artikel bedoelde met redenen omklede verzoek besluit dat de tier 2-CTP bij de naleving van de relevante in het derde land toepasselijke vereisten wordt geacht te voldoen aan de in artikel 16 en de titels IV en V vastgestelde vereisten en aldus voldoet aan het erkenningsvereiste uit hoofde van artikel 25, lid 2 ter, punt a). | ESMA trekt de status van vergelijkbare conformiteit geheel of met betrekking tot een bepaald vereiste in indien de tier 2-CTP niet langer voldoet aan de voorwaarden voor de status van vergelijkbare conformiteit en indien een dergelijke CTP de door ESMA gevraagde corrigerende maatregelen niet binnen de vastgestelde termijn heeft genomen. Bij de vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het besluit tot intrekking van de status van vergelijkbare conformiteit tracht ESMA een passende aanpassingsperiode te bepalen van maximaal zes maanden. | Indien ESMA de status van vergelijkbare conformiteit verleent, blijft ESMA verantwoordelijk voor de uitvoering van haar taken uit hoofde van deze verordening, met name uit hoofde van de artikelen 25 en 25 ter, en blijft zij de bevoegdheden uitoefenen zoals bedoeld in de artikelen 25 quater, 25 quinquies, 25 septies tot en met 25 quaterdecies, 25 septdecies en 25 octodecies. | Onverminderd het vermogen van ESMA om haar taken uit hoofde van deze verordening uit te voeren, sluit ESMA, indien zij de status van vergelijkbare conformiteit heeft verleend, administratieve regelingen met de autoriteit van het derde land om te zorgen voor passende informatie-uitwisseling en samenwerking, zodat ESMA de doorlopende naleving van de vereisten voor vergelijkbare conformiteit kan monitoren.”.
(29) | in Article 25b(1), the second subparagraph is replaced by the following: | ‘ESMA shall require from each Tier 2 CCP all of the following: | (a) | a confirmation, at least on a yearly basis, that the requirements referred to in Article 25(2b) points (a), (c) and (d), continue to be fulfilled; | (b) | information and data on a regular basis to ensure that ESMA is able to supervise the CCP’s compliance with the requirements referred to in Article 25(2b), point (a).’ | ;29) | In artikel 25 ter, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door: | “ESMA verlangt van elke tier 2-CTP al het volgende: | a) | minstens eenmaal per jaar een bevestiging dat de in artikel 25, lid 2 ter, punten a), c) en d), bedoelde vereisten nog altijd vervuld zijn; | b) | op regelmatige basis informatie en gegevens zodat ESMA in staat is toezicht te houden op de naleving door de CTP’s van de in artikel 25, lid 2 ter, punt a), bedoelde vereisten.”.
(30) | in Article 25f, paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   ESMA may by simple request or by decision require recognised CCPs and related third parties to whom those CCPs have outsourced operational functions or activities to provide all necessary information to enable ESMA to monitor those CCPs’ provision of clearing services and activities in the Union and to carry out its duties under this Regulation. | The information referred to in the first subparagraph and requested by simple request may be of a periodic or one-off nature.’ | ;30) | In artikel 25 septies, wordt lid 1 vervangen door: | “1.   ESMA kan, bij eenvoudig verzoek of bij besluit, bij erkende CTP’s en gelieerde derden waaraan die CTP’s operationele functies of activiteiten hebben uitbesteed, alle informatie opvragen die zij nodig heeft om de verlening van clearingdiensten door CTP’s en hun activiteiten op dit gebied in de Unie te monitoren en de haar uit hoofde van deze verordening opgelegde taken te vervullen. | De in de eerste alinea bedoelde informatie die is opgevraagd bij eenvoudig verzoek kan periodiek of eenmalig van aard zijn.”.
(31) | Article 25o is replaced by the following: | ‘Article 25o | Amendments to Annexes III and IV | In order to take account of amendments to Article 16 and Titles IV and V, the Commission is empowered to adopt delegated acts in accordance with Article 82 to ensure that the infringements under Annex III correspond to the requirements under Article 16 and Titles IV and V. | In order to take account of developments on financial markets the Commission is empowered to adopt delegated acts in accordance with Article 82 concerning measures to amend Annex IV.’ | ;31) | Artikel 25 sexdecies wordt vervangen door: | “Artikel 25 sexdecies | Wijziging van de bijlagen III en IV | Teneinde rekening te houden met wijzigingen in artikel 16 en de titels IV en V, is de Commissie de bevoegdheid toegekend om overeenkomstig artikel 82 gedelegeerde handelingen vast te stellen om ervoor te zorgen dat de in bijlage III genoemde inbreuken voldoen aan de vereisten uit hoofde van artikel 16 en de titels IV en V. | Teneinde rekening te houden met ontwikkelingen op de financiële markten, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 82 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot maatregelen tot wijziging van bijlage IV.”.
(32) | Article 25p is amended as follows: | (a) | in paragraph 1, point (c) is replaced by the following: | ‘(c) | the CCP concerned has seriously and systematically infringed any of the applicable requirements laid down in this Regulation or no longer complies with any of the conditions for recognition laid down in Article 25, and has not taken the remedial action requested by ESMA within an appropriately set timeframe of up to a maximum of one year.’ | ; | (b) | paragraph 2 is replaced by the following: | ‘2.   Before withdrawing the recognition in accordance with paragraph 1, point (c), ESMA shall take into account the possibility of applying measures under Article 25q(1), points (a), (b) and (c). | If ESMA determines that remedial action has not been taken within the timeframe set in accordance with paragraph 1, point (c), of this Article or that the action taken is not appropriate, and after consulting the authorities referred to in Article 25(3), ESMA shall withdraw the recognition decision.’ | ;32) | Artikel 25 septdecies wordt als volgt gewijzigd: | a) | in lid 1 wordt punt c) vervangen door: | “c) | de betrokken CTP de toepasselijke in deze verordening vastgestelde vereisten ernstig en stelselmatig heeft geschonden of niet langer voldoet aan de in artikel 25 vastgestelde voorwaarden voor erkenning, en niet de door ESMA vereiste corrigerende maatregelen heeft genomen binnen een op passende wijze vastgestelde termijn van maximaal één jaar;” | ; | b) | lid 2 wordt vervangen door: | “2.   Alvorens de erkenning overeenkomstig lid 1, punt c), van dit artikel in te trekken, neemt ESMA de mogelijkheid in overweging om maatregelen uit hoofde van artikel 25 octodecies, lid 1, punten a), b) en c), toe te passen. | Indien ESMA vaststelt dat binnen de overeenkomstig lid 1, punt c), van dit artikel vastgestelde termijn geen corrigerende maatregelen zijn genomen of dat de genomen maatregelen niet adequaat zijn, trekt zij, na raadpleging van de in artikel 25, lid 3, bedoelde autoriteiten, het erkenningsbesluit in.”.
(33) | Article 26 is amended as follows: | (a) | in paragraph 1, the following subparagraph is added: | ‘Without prejudice to interoperability arrangements under Title V or the conduct of its investment policy in accordance with Article 47, a CCP shall not be or become a clearing member, a client, or establish indirect clearing arrangements with a clearing member with the aim of undertaking clearing activities at a CCP.’ | ; | (b) | paragraph 8 is replaced by the following: | ‘8.   The CCP shall be subject to frequent and independent audits. The results of those audits shall be communicated to the board of the CCP and shall be made available to ESMA and to the CCP’s competent authority.’ | ;33) | Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd: | a) | aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd: | “Onverminderd de interoperabiliteitsregelingen uit hoofde van titel V of beleggingsactiviteiten overeenkomstig artikel 47 is of wordt een CTP geen clearinglid of cliënt en treft een CTP geen indirecte clearingregelingen met een clearinglid met als doel clearingactiviteiten bij een CTP uit te voeren.” | ; | b) | lid 8 wordt vervangen door: | “8.   Er worden regelmatig onafhankelijke audits van de CTP uitgevoerd. De resultaten van die audits worden meegedeeld aan de raad van bestuur van de CTP en worden ter beschikking gesteld van ESMA en de voor de CTP bevoegde autoriteit.”.
(34) | in Article 27, the following paragraph is inserted: | ‘2a.   The composition of the CCP’s board shall duly take into account the principle of gender balance.’ | ;34) | In artikel 27 wordt het volgende lid ingevoegd: | “2 bis.   Bij de samenstelling van de raad van bestuur van de CTP wordt naar behoren rekening gehouden met het beginsel van genderevenwicht.”.
(35) | Article 28 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   A CCP shall establish a risk committee, which shall be composed of representatives of its clearing members, independent members of the board and representatives of its clients. The risk committee may invite employees of the CCP and external independent experts to attend risk-committee meetings in a non-voting capacity. ESMA and competent authorities may request to attend risk-committee meetings in a non-voting capacity and to be duly informed of the activities and decisions of the risk committee. The advice of the risk committee shall be independent of any direct influence by the management of the CCP. None of the groups of representatives shall have a majority in the risk committee.’ | ; | (b) | paragraphs 4 and 5 are replaced by the following: | ‘4.   Without prejudice to the right of ESMA and of the competent authorities to be duly informed, the members of the risk committee shall be bound by confidentiality. Where the chairman of the risk committee determines that a member has an actual or potential conflict of interest on a particular matter, that member shall not be allowed to vote on that matter. | 5.   A CCP shall promptly inform ESMA, the competent authority and the risk committee of any decision in which the board decides not to follow the advice of the risk committee and explain such decision. The risk committee or any member of the risk committee may inform the competent authority of any areas in which it considers that the advice of the risk committee has not been followed.’ | ;35) | Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Een CTP richt een risicocomité op dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van haar clearingleden, onafhankelijke leden van de raad van bestuur en vertegenwoordigers van haar cliënten. Het risicocomité kan werknemers van de CTP en onafhankelijke externe deskundigen uitnodigen om vergaderingen van het risicocomité bij te wonen, zij het zonder stemrecht. ESMA en de bevoegde autoriteiten kunnen verzoeken om zonder stemrecht vergaderingen van het risicocomité bij te wonen en om naar behoren te worden geïnformeerd over de werkzaamheden en besluiten van het risicocomité. De bedrijfsleiding van de CTP mag geen enkele directe invloed uitoefenen op het advies van het risicocomité. Geen van de groepen vertegenwoordigers mag over een meerderheid in het risicocomité beschikken.” | ; | b) | de leden 4 en 5 worden vervangen door: | “4.   Onverminderd het recht van ESMA en van de bevoegde autoriteiten om naar behoren te worden geïnformeerd, zijn de leden van het risicocomité gehouden tot vertrouwelijkheid. Indien de voorzitter van het risicocomité vaststelt dat een lid een reëel of potentieel belangenconflict heeft met betrekking tot een bepaalde kwestie, mag dat lid niet stemmen over die kwestie. | 5.   Een CTP stelt ESMA, de bevoegde autoriteit en het risicocomité onmiddellijk in kennis van een besluit van de raad om het advies van het risicocomité niet te volgen en motiveert een dergelijk besluit. Indien het risicocomité of een lid van het risicocomité van oordeel is dat het advies van het risicocomité op een bepaald gebied niet is gevolgd, kan het de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen.”.
(36) | Article 30 is replaced by the following: | ‘Article 30 | Shareholders and members with qualifying holdings | 1.   The competent authority shall not authorise a CCP unless it has been informed of the identities of the shareholders or members, whether direct or indirect, natural or legal persons, that have qualifying holdings and of the amounts of those holdings. | 2.   The competent authority shall not authorise a CCP where it is not satisfied as to the suitability of the shareholders or members that have qualifying holdings in the CCP, taking into account the need to ensure the sound and prudent management of a CCP. Where a college referred to in Article 18 has been established, that college shall issue an opinion as to the suitability of the shareholders or members that have qualifying holdings in the CCP, pursuant to Article 19 and in accordance with the procedure under Article 17b. | 3.   Where close links exist between the CCP and other natural or legal persons, the competent authority shall grant authorisation only where those links do not prevent the effective exercise of the supervisory functions. | 4.   Where the persons referred to in paragraph 1 exercise an influence which is likely to be prejudicial to the sound and prudent management of the CCP, the competent authority shall take appropriate measures to terminate that situation, which may include the withdrawal of the authorisation of the CCP. The college referred to in Article 18 shall issue an opinion on whether the influence is likely to be prejudicial to the sound and prudent management of the CCP and on the measures envisaged to terminate that situation, pursuant to Article 19 and in accordance with the procedure under Article 17b. | 5.   The competent authority shall not authorise the CCP where the laws, regulations or administrative provisions of a third country governing one or more natural or legal persons with which that CCP has close links, or difficulties involved in their enforcement, prevent the effective exercise of the supervisory functions.’ | ;36) | Artikel 30 wordt vervangen door: | “Artikel 30 | Aandeelhouders en leden met een gekwalificeerde deelneming | 1.   De bevoegde autoriteit verleent een CTP geen vergunning tenzij zij in kennis is gesteld van de identiteit van de rechtstreekse of onrechtstreekse aandeelhouders of leden, natuurlijke of rechtspersonen, die een gekwalificeerde deelneming in die CTP bezitten, alsook van het bedrag van die deelneming. | 2.   Om de gezonde en prudente bedrijfsvoering van de CTP te garanderen, weigert de bevoegde autoriteit een CTP een vergunning te verlenen indien ze niet overtuigd is van de geschiktheid van de aandeelhouders of leden die een gekwalificeerde deelneming in die CTP bezitten. Indien een in artikel 18 bedoeld college is opgericht, brengt dat college op grond van artikel 19 en volgens de procedure van artikel 17 ter een advies uit over de geschiktheid van de aandeelhouders of leden die een gekwalificeerde deelneming in de CTP hebben. | 3.   Wanneer er nauwe banden bestaan tussen de CTP en andere natuurlijke of rechtspersonen, verleent de bevoegde autoriteit de vergunning slechts indien deze banden de effectieve uitoefening van de toezichthoudende taken niet belemmeren. | 4.   Wanneer de in lid 1 bedoelde personen een invloed uitoefenen die waarschijnlijk nadelig is voor de gezonde en prudente bedrijfsvoering van de CTP, neemt de bevoegde autoriteit passende maatregelen om een einde te maken aan die situatie, eventueel door middel van intrekking van de vergunning van de CTP. Het in artikel 18 bedoelde college brengt op grond van artikel 19 en volgens de procedure van artikel 17 ter advies uit over de vraag of de invloed waarschijnlijk schadelijk is voor de gezonde en prudente bedrijfsvoering van de CTP en over de voorgenomen maatregelen om die situatie te beëindigen. | 5.   De bevoegde autoriteit weigert de CTP een vergunning indien de wetten of bestuursrechtelijke bepalingen van een derde land die van toepassing zijn op één of meer natuurlijke of rechtspersonen met wie die CTP nauwe banden heeft, of moeilijkheden in verband met de handhaving van die bepalingen, een belemmering vormen voor de effectieve uitoefening van de toezichthoudende taken.”.
(37) | Article 31 is amended as follows: | (a) | in paragraph 2, the third and fourth subparagraphs are replaced by the following: | ‘The competent authority shall, promptly and in any event within two working days of receipt of the notification referred to in this paragraph and of the information referred to in paragraph 3 of this Article, acknowledge receipt in writing thereof to the proposed acquirer or vendor and share the information with ESMA and the college referred to in Article 18. | Within 60 working days of the date of the written acknowledgement of receipt of the notification and all documents required to be attached to the notification on the basis of the list referred to in Article 32(4) and unless extended in accordance with this Article, (“the assessment period”), the competent authority shall carry out the assessment provided for in Article 32(1) (“the assessment”). The college referred to in Article 18 shall issue an opinion pursuant to Article 19 and ESMA shall issue an opinion pursuant to Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), and in accordance with the procedure under Article 17b during the assessment period.’ | ; | (b) | in paragraph 3 the first subparagraph is replaced by the following: | ‘The competent authority shall, on its own behalf and where requested by ESMA or the college referred to in Article 18, without undue delay during the assessment period, where necessary, but no later than on the 50th working day of the assessment period, request such further information that is necessary to complete the assessment. Such request shall be made in writing and shall specify the additional information needed.’ | ;37) | Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd: | a) | in lid 2 worden de derde en de vierde alinea vervangen door: | “De bevoegde autoriteit zendt de kandidaat-verwerver of -verkoper onverwijld en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de in dit lid bedoelde kennisgeving, en van de in lid 3 van dit artikel bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging, en deelt de informatie met ESMA en het in artikel 18 bedoelde college. | Binnen 60 werkdagen vanaf de datum van de schriftelijke bevestiging van de ontvangst van de kennisgeving en alle documenten die bij de kennisgeving moet worden gevoegd op basis van de in artikel 32, lid 4, bedoelde lijst en tenzij deze periode wordt verlengd overeenkomstig dit artikel (“de beoordelingsperiode”), voert de bevoegde autoriteit de in artikel 32, lid 1, bedoelde beoordeling (“de beoordeling”) uit. Tijdens de beoordelingsperiode en overeenkomstig de procedure van artikel 17 ter brengt het in artikel 18 bedoelde college een advies uit op grond van artikel 19 en brengt ESMA een advies uit op grond van artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater).” | ; | b) | in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door: | “De bevoegde autoriteit vraagt, namens zichzelf dan wel op verzoek van ESMA of het in artikel 18 bedoelde college, indien nodig, tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag van de beoordelingsperiode, onverwijld dergelijke aanvullende informatie op die noodzakelijk is om de beoordeling te voltooien. Een dergelijk verzoek wordt schriftelijk gedaan en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.”.
(38) | in Article 32(1), the fourth subparagraph is replaced by the following: | ‘The assessment of the competent authority concerning the notification provided for in Article 31(2) and the information referred to in Article 31(3), shall be subject to an opinion of the college referred to in Article 18 pursuant to Article 19 and an opinion of ESMA pursuant to Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), issued in accordance with the procedure set out in Article 17b.’ | ;38) | In artikel 32, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door: | “De beoordeling van de bevoegde autoriteit met betrekking tot de in artikel 31, lid 2, bedoelde kennisgeving en de in artikel 31, lid 3, bedoelde informatie, wordt onderworpen aan een advies van het in artikel 18 bedoelde college op grond van artikel 19 en een advies van ESMA op grond van artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), welke adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.”.
(39) | Article 35 is amended as follows: | (a) | in paragraph 1, the second subparagraph is replaced by the following: | ‘A CCP shall not outsource major activities linked to risk management unless such outsourcing is approved by the competent authority. The decision of the competent authority shall be subject to an opinion of the college referred to in Article 18 pursuant to Article 19 and an opinion of ESMA pursuant to Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), issued in accordance with the procedure set out in Article 17b.’ | ; | (b) | paragraph 3 is replaced by the following: | ‘3.   A CCP shall make all information necessary available on request, to enable the competent authority, ESMA and the college referred to in Article 18 to assess the compliance of the performance of the outsourced activities with this Regulation.’ | ;39) | Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd: | a) | in lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door: | “Een CTP besteedt belangrijke activiteiten in verband met risicobeheer niet uit, tenzij de bevoegde autoriteit haar goedkeuring aan een dergelijke uitbesteding heeft verleend. Het besluit van de bevoegde autoriteit wordt onderworpen aan een advies van het in artikel 18 bedoelde college op grond van artikel 19 en een advies van ESMA op grond van artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), waarbij die adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.” | ; | b) | lid 3 wordt vervangen door: | “3.   Een CTP moet op verzoek alle informatie beschikbaar stellen die nodig is om de bevoegde autoriteit, ESMA en het in artikel 18 bedoelde college in staat te stellen na te gaan of de uitvoering van de uitbestede activiteiten voldoet aan deze verordening.”.
(40) | Article 37 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   A CCP shall establish, where relevant per type of product cleared, the categories of admissible clearing members and the admission criteria, upon the advice of the risk committee pursuant to Article 28(3). Such criteria shall be non-discriminatory, transparent and objective so as to ensure fair and open access to the CCP and shall ensure that clearing members have sufficient financial resources and operational capacity to meet the obligations arising from participation in a CCP. Criteria that restrict access shall be permitted only to the extent that their objective is to control the risk for the CCP. Without prejudice to interoperability arrangements under Title V or the conduct of the CCP’s investment policy in accordance with Article 47, the criteria shall ensure that CCPs or clearing houses cannot be clearing members, directly or indirectly, of the CCP. | 1a.   A CCP shall accept non-financial counterparties as clearing members only if those non-financial counterparties are able to demonstrate how they intend to fulfil the margin requirements and default fund contributions, including in stressed market conditions. | The competent authority of a CCP that accepts non-financial counterparties as clearing members shall regularly review the arrangements established by the CCP to monitor that the condition under the first subparagraph is met. The CCP’s competent authority shall report on an annual basis to the college referred to in Article 18 on the products cleared by those non-financial counterparties, their overall exposure and any identified risks. | A non-financial counterparty acting as a clearing member of a CCP may provide client clearing services only to non-financial counterparties belonging to the same group as that non-financial counterparty and may keep accounts at the CCP only for assets and positions held for its own account or the account of those non-financial counterparties. | ESMA may issue an opinion or a recommendation on the appropriateness of such arrangements following an ad hoc peer review.’ | ; | (b) | the following paragraph is added: | ‘7.   ESMA, after consulting EBA and the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify the elements to be considered when a CCP: | (a) | establishes its admission criteria referred to in paragraph 1; | (b) | assesses the ability of non-financial counterparties acting as clearing members to meet margin requirements and default fund contributions referred to in paragraph 1a. | When developing those draft regulatory technical standards, ESMA shall take into account: | (a) | the modalities and specificities through which non-financial counterparties might, or already do, access clearing services, including as direct clearing members in sponsored models; | (b) | the need to facilitate prudentially sound direct access of non-financial counterparties to CCP clearing services and activities; | (c) | the need to ensure proportionality; | (d) | the need to ensure an effective management of risks. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;40) | Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Op basis van het op grond van artikel 28, lid 3, uitgebrachte advies van het risicocomité stelt een CTP, waar relevant per soort gecleard product, de categorieën van toegelaten clearingleden en de toelatingscriteria vast. Dergelijke criteria moeten niet-discriminerend, transparant en objectief zijn, zodat ze eerlijke en open toegang tot de CTP garanderen en ervoor zorgen dat clearingleden over voldoende financiële middelen en operationele capaciteit beschikken om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de deelname aan de CTP. Criteria die de toegang beperken, zijn alleen toegestaan als ze tot doel hebben het risico voor de CTP te beheersen. Onverminderd interoperabiliteitsregelingen krachtens titel V of het voeren van het beleid van CTP’s inzake beleggingen overeenkomstig artikel 47, waarborgen de criteria dat CTP’s of clearinginstellingen geen directe of indirecte clearingleden van de CTP kunnen zijn. | 1 bis.   Een CTP aanvaardt niet-financiële tegenpartijen alleen als clearinglid indien die niet-financiële tegenpartijen kunnen aantonen hoe zij voornemens zijn aan de marginvereisten en de bijdragen aan het wanbetalingsfonds te voldoen, ook in moeilijke marktomstandigheden. | De voor een CTP bevoegde autoriteit die niet-financiële tegenpartijen als clearingleden accepteert, toetst regelmatig de door de CTP vastgestelde regelingen om te monitoren dat aan de voorwaarde van de eerste alinea is voldaan. De voor de CTP bevoegde autoriteit brengt jaarlijks verslag uit aan het in artikel 18 bedoelde college over de door die niet-financiële tegenpartijen geclearde producten, hun totale blootstelling en eventuele vastgestelde risico’s. | Een niet-financiële tegenpartij die als clearinglid van een CTP optreedt, mag alleen clearingdiensten voor cliënten verlenen aan niet-financiële tegenpartijen die tot dezelfde groep behoren als die niet-financiële tegenpartij en mag bij de CTP alleen rekeningen aanhouden voor activa en posities die voor eigen rekening of voor rekening van die niet-financiële tegenpartijen worden aangehouden. | ESMA kan na een ad hoc collegiale toetsing een advies of een aanbeveling uitbrengen over de wenselijkheid van dergelijke regelingen.” | ; | b) | het volgende lid wordt toegevoegd: | “7.   ESMA stelt, na overleg met EBA en het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter nadere specificatie van de elementen die in aanmerking moeten worden genomen wanneer een CTP: | a) | zijn toelatingscriteria zoals bedoeld in lid 1 vaststelt; | b) | beoordeelt of niet-financiële tegenpartijen die als clearinglid optreden, in staat zijn te voldoen aan de marginvereisten en de bijdragen aan het wanbetalingsfonds zoals bedoeld in lid 1 bis. | Bij het opstellen van die ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt ESMA rekening met: | a) | de modaliteiten en specifieke kenmerken waarmee niet-financiële tegenpartijen toegang zouden kunnen krijgen of reeds toegang hebben tot clearingdiensten, ook als directe clearingleden in gesponsorde modellen; | b) | de noodzaak om een veilige rechtstreekse toegang van niet-financiële tegenpartijen tot clearingdiensten en -activiteiten van CTP’s te faciliteren; | c) | de noodzaak om evenredigheid te waarborgen; | d) | de noodzaak om te zorgen voor een doeltreffend risicobeheer. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(41) | Article 38 is replaced by the following: | ‘Article 38 | Transparency | 1.   A CCP and its clearing members shall publicly disclose the prices and fees associated with the services provided. They shall disclose the prices and fees of each service provided separately, including discounts and rebates and the conditions to benefit from those reductions. A CCP shall allow its clearing members and, where relevant, their clients separate access to the specific services provided. | A CCP shall account separately for costs and revenues of the services provided and shall disclose that information to ESMA and the competent authority. | 2.   A CCP shall disclose to clearing members and clients the risks associated with the services provided. | 3.   A CCP shall disclose to ESMA, its clearing members and to its competent authority the price information used to calculate its end-of-day exposures to its clearing members. | A CCP shall publicly disclose the volumes of the cleared transactions for each class of instruments cleared by the CCP on an aggregated basis. | 4.   A CCP shall publicly disclose the operational and technical requirements relating to the communication protocols covering content and message formats it uses to interact with third parties, including the operational and technical requirements referred to in Article 7. | 5.   A CCP shall publicly disclose any breaches by clearing members of the criteria referred to in Article 37(1) and the requirements laid down in paragraph 1 of this Article, except where the competent authority, considers that such disclosure would constitute a threat to financial stability or to market confidence or would seriously jeopardise the financial markets or cause disproportionate damage to the parties involved. | 6.   A CCP shall provide its clearing members with a simulation tool allowing them to determine the amount of additional initial margin at portfolio level that the CCP might require upon the clearing of a new transaction, including a simulation of the margin requirements that they might be subject to under different scenarios. That tool shall only be accessible on a secured access basis, and the results of the simulation shall not be binding. | 7.   A CCP shall provide its clearing members with information on the initial margin models it uses, including methodologies for any add-ons, in a clear and transparent manner. That information shall: | (a) | clearly explain the design of the initial margin model and how it operates, including in stressed market conditions; | (b) | clearly describe the key assumptions and limitations of the initial margin model and the circumstances under which those assumptions are no longer valid; | (c) | be documented. | 8.   Clearing members providing clearing services and clients providing clearing services shall provide their clients with at least the following: | (a) | information on the way that the margin models of the CCP work; | (b) | information on the situations and conditions that might trigger margin calls; | (c) | information on the procedures used to establish the amount to be posted by the clients; and | (d) | a simulation of the margin requirements to which clients might be subject under different scenarios. | For the purposes of point (d), the simulation of the margin requirements shall include both the margins required by the CCP and any additional margins required by the clearing members and the clients providing clearing services. The results of such simulation shall not be binding. | Upon the request of a clearing member, a CCP shall, without undue delay, provide that clearing member with the information requested to allow that clearing member to comply with the first subparagraph of this paragraph, unless such information is already provided pursuant to paragraphs 1 to 7. Where the clearing member or a client provides clearing services, and where appropriate, they shall transmit that information to their clients. | 9.   The clearing members of the CCP and clients providing clearing services, shall clearly inform their existing and potential clients of the potential losses or other costs that they may bear as a result of the application of default management procedures and loss and position allocation arrangements under the CCP’s operating rules, including the type of compensation they may receive, taking into account Article 48(7). Clients shall be provided with sufficiently detailed information to ensure that they understand the worst-case losses or other costs they could face should the CCP undertake recovery measures. | 10.   ESMA, in consultation with EBA and the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify: | (a) | the requirements that the simulation tool is to comply with and the type of output to be provided pursuant to paragraph 6; | (b) | the information to be provided by CCPs to clearing members regarding transparency of margin models pursuant to paragraph 7; | (c) | the information to be provided by clearing members and clients providing clearing services to their clients under paragraphs 7 and 8; and | (d) | the requirements of the simulation of margins to be provided to clients and the type of output to be provided pursuant to paragraph 8. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;41) | Artikel 38 wordt vervangen door: | “Artikel 38 | Transparantie | 1.   Een CTP en haar clearingleden maken de prijzen en vergoedingen voor de verleende diensten openbaar. Zij maken de prijzen en vergoedingen voor elke afzonderlijke dienst bekend, inclusief kortingen en reducties en de voorwaarden om daarvoor in aanmerking te komen. Een CTP biedt haar clearingleden en, voor zover relevant, hun cliënten, afzonderlijke toegang tot de specifieke diensten die zij verleent. | Een CTP voert een gescheiden boekhouding over kosten en inkomsten met betrekking tot de verleende diensten, en verstrekt die informatie aan ESMA en de bevoegde autoriteit. | 2.   Een CTP stelt de clearingleden en cliënten in kennis van de risico’s die gepaard gaan met de verleende diensten. | 3.   Een CTP maakt aan ESMA, aan haar clearingleden en aan haar bevoegde autoriteit de prijsinformatie bekend, die wordt gebruikt om de risicoposities op haar clearingleden aan het einde van elke dag te berekenen. | Een CTP maakt op een geaggregeerde basis de volumes openbaar van de geclearde transacties voor elke klasse van de door de CTP geclearde instrumenten. | 4.   Een CTP maakt de operationele en technische vereisten openbaar die verband houden met de communicatieprotocollen voor de inhouds- en berichtgevingsvormen die zij gebruikt om met derden te communiceren, met inbegrip van de in artikel 7 bedoelde operationele en technische vereisten. | 5.   Een CTP maakt eventuele inbreuken door clearingleden op de criteria van artikel 37, lid 1, en op de in lid 1 van dit artikel vastgestelde vereisten openbaar, behalve indien de bevoegde autoriteit van mening is dat een dergelijk openbaarmaking de financiële stabiliteit of het vertrouwen in de markt in gevaar zou brengen of de financiële markten ernstig in gevaar zou brengen of onevenredige schade zou toebrengen aan de betrokken partijen. | 6.   Een CTP verschaft haar clearingleden een simulatie-instrument waarmee zij het bedrag van de aanvullende initiële margin op portefeuilleniveau kunnen bepalen die de CTP na het clearen van een nieuwe transactie zou kunnen verlangen, met inbegrip van een simulatie van de marginvereisten waaraan zij in verschillende scenario’s zouden kunnen worden onderworpen. Dat instrument is enkel toegankelijk via een beveiligde toegang en de resultaten van de simulatie zijn niet bindend. | 7.   Een CTP verschaft haar clearingleden op duidelijke en transparante wijze informatie over de initiële-marginmodellen die zij gebruikt, met inbegrip van methodologieën voor eventuele opslagfactoren. Die informatie: | a) | legt duidelijk het ontwerp uit van het model voor initiële margins en de werking ervan, ook in moeilijke marktomstandigheden,; | b) | beschrijft duidelijk de belangrijkste aannamen en beperkingen van het model voor initiële margins en de omstandigheden waaronder die aannamen niet meer gelden; | c) | is gedocumenteerd. | 8.   Clearingleden die clearingdiensten aanbieden en cliënten die clearingdiensten aanbieden, verstrekken hun cliënten ten minste het volgende: | a) | informatie over de manier waarop de margemodellen van de CTP werken; | b) | informatie over de situaties en omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven tot margeopvragingen; | c) | informatie over de procedures die worden gebruikt de vaststelling van het door de cliënten ter beschikking te stellen bedrag, en | d) | een simulatie van de marginvereisten waaraan cliënten in verschillende scenario’s zouden kunnen worden onderworpen. | Voor de toepassing van punt d) omvat de simulatie van de marginvereisten zowel de door de CTP vereiste margins als eventuele aanvullende margins die vereist worden door de clearingleden en de cliënten die clearingdiensten verlenen. Het resultaat van een dergelijke simulatie is niet bindend. | Op verzoek van een clearinglid verstrekt een CTP dat clearinglid onverwijld de informatie waarom is verzocht om dat clearinglid in staat te stellen aan de eerste alinea van dit lid te voldoen, tenzij dergelijke informatie reeds op grond van de leden 1 tot en met 7 is verstrekt. Wanneer het clearinglid of een cliënt clearingdiensten aanbiedt en wanneer passend, geven zij die informatie door aan hun cliënten. | 9.   De clearingleden van de CTP en cliënten die clearingdiensten aanbieden informeren hun bestaande en potentiële cliënten duidelijk over de mogelijke verliezen of andere kosten die zij zouden kunnen dragen ten gevolge van de toepassing van de procedures voor wanbetalingsbeheer en de regelingen voor verlies- en positietoewijzing op grond van de werkingsregels van de CTP, waaronder het type vergoeding dat zij kunnen ontvangen, rekening houdend met artikel 48, lid 7. Cliënten krijgen voldoende gedetailleerde informatie zodat zij begrijpen met welke maximale verliezen of andere kosten zij kunnen worden geconfronteerd indien de CTP herstelmaatregelen neemt. | 10.   ESMA ontwikkelt, in overleg met EBA en de ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van: | a) | de eisen waaraan de simulatietool moet voldoen en het soort output dat op grond van lid 6 moet worden geleverd; | b) | de informatie die CTP’s op grond van lid 7 aan clearingleden moeten verstrekken met betrekking tot de transparantie van margemodellen; | c) | de informatie die clearingleden en cliënten die clearingdiensten aan hun cliënten aanbieden moeten verstrekken op grond van de leden 7 en 8, en | d) | de eisen waaraan de simulatie van de margins die aan de cliënten moet worden geleverd moet voldoen en het soort output dat op grond van lid 8 moet worden geleverd. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(42) | in Article 40, the following paragraph is added: | ‘Without prejudice to Article 1(4) and (5), and with the objective of facilitating central clearing by public sector entities, ESMA shall, by 25 June 2026, issue guidelines in accordance with Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010 specifying the method to be used by CCPs authorised under Article 14 of this Regulation for the calculation of exposures and of the contributions, if any, to the financial resources of CCPs by public sector entities participating in such CCPs, duly taking account of the mandate of public sector entities.’ | ;42) | Aan artikel 40 wordt het volgende lid toegevoegd: | “Onverminderd artikel 1, leden 4 en 5, en met het doel centrale clearing door publiekrechtelijke entiteiten te faciliteren, verstrekt ESMA uiterlijk op 25 juni 2026 richtsnoeren overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 waarin de methode wordt gespecificeerd die CTP’s waaraan uit hoofde van artikel 14 van deze verordening een vergunning is verleend, moeten gebruiken voor de berekening van de blootstellingen en de eventuele bijdragen aan de financiële middelen van CTP’s door publiekrechtelijke entiteiten die aan deze CTP’s deelnemen, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met het mandaat van publiekrechtelijke entiteiten.”.
(43) | in Article 41, paragraphs 1, 2 and 3 are replaced by the following: | ‘1.   A CCP shall impose, call and collect margins to limit its credit exposures from its clearing members and, where relevant, from CCPs with which it has interoperability arrangements. Such margins shall be sufficient to cover potential exposures that the CCP considers will arise until the liquidation of the relevant positions. They shall also be sufficient to cover losses that result from at least 99 % of the exposures movements over an appropriate time horizon and they shall ensure that a CCP fully collateralises its exposures with all its clearing members, and, where relevant, with CCPs with which it has interoperability arrangements, at least on a daily basis. A CCP shall continuously monitor and revise the level of its margins to reflect current market conditions taking into account any potentially procyclical effects of such revisions. | 2.   A CCP shall adopt models and parameters in setting its margin requirements that capture the risk characteristics of the products cleared and take into account the interval between margin collections, market liquidity and the possibility of changes over the duration of the transaction. The models and parameters shall be validated by the competent authority and subject to an opinion by the college referred to in Article 18 in accordance with Article 19 and an opinion of ESMA in accordance with Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), issued in accordance with the procedure set out in Article 17b. | 3.   A CCP shall call and collect margins on an intraday basis, at least when predefined thresholds are exceeded. In doing so a CCP shall consider, to the extent possible, the potential impact of its intraday margin collections and payments on the liquidity position of its participants and on the resilience of the CCP. A CCP shall not, to the extent possible, hold intraday variation margin payments after it has collected all such payments due.’ | ;43) | In artikel 41 worden de leden 1, 2 en 3 vervangen door: | “1.   Een CTP kan margins opleggen, verzoeken margins bij te storten of margins innen om haar kredietposities op haar clearingleden en, voor zover relevant, op CTP’s waarmee zij een interoperabiliteitsregeling heeft gesloten, te beperken. Dergelijke margins moeten volstaan om potentiële risicoposities te dekken die zich naar de inschatting van de CTP tot aan de liquidatie van de relevante posities kunnen voordoen. Zij moeten ook volstaan om de verliezen te dekken die voortvloeien uit minstens 99 % van alle risicobewegingen over een passende tijdshorizon en moeten zeker stellen dat een CTP haar risicoposities op al haar clearingleden, en daar waar relevant, op alle CTP’s waarmee zij een interoperabiliteitsregeling heeft gesloten, ten minste op dagelijkse basis volledig zeker kan stellen. Een CTP monitort voortdurend het peil van haar margins en herziet haar marginniveau om de actuele marktomstandigheden te weerspiegelen, daarbij rekening houdend met elke mogelijke procyclische effecten van dergelijke herzieningen. | 2.   Bij het bepalen van haar marginvereisten stelt een CTP modellen en parameters vast die de risicokenmerken van de geclearde producten weergeven en rekening houden met het interval tussen inningen van margins, de marktliquiditeit en de mogelijkheid van veranderingen tijdens de duur van de transactie. De modellen en parameters worden gevalideerd door de bevoegde autoriteit en worden onderworpen aan een advies van het in artikel 18 bedoelde college overeenkomstig artikel 19 en een advies van ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), welke adviezen worden uitgebracht volgens de in artikel 17 ter bepaalde procedure. | 3.   Een CTP verzoekt margins bij te storten en int margins op dagelijkse basis, tenminste wanneer vooraf vastgestelde drempels worden overschreden. Hierbij houdt een CTP zoveel mogelijk rekening met de potentiële impact van haar inningen en betalingen van intradaymargins op de liquiditeitspositie van haar deelnemers en de veerkracht van de CTP. Een CTP doet, voor zover mogelijk, geen intraday-variatiemargebetalingen nadat zij al dergelijke verschuldigde betalingen heeft geïnd.”.
(44) | in Article 44(1), the second subparagraph is replaced by the following: | ‘A CCP shall measure, on a daily basis, its potential liquidity needs. It shall take into account the liquidity risk generated by the default of at least the two entities to which it has the largest exposures and which are clearing members or liquidity providers, excluding central banks.’ | ;44) | In artikel 44, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door: | “Een CTP meet op dagelijkse basis haar potentiële liquiditeitsbehoefte. Zij houdt rekening met het liquiditeitsrisico ten gevolge van wanbetaling van ten minste de twee entiteiten ten overstaan waarvan haar blootstellingen het grootst zijn en die clearingleden of liquiditeitsverschaffers zijn, maar geen centrale banken.”.
(45) | Article 46 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   A CCP shall accept highly liquid collateral with minimal credit and market risk to cover its initial and ongoing exposure to its clearing members. | A CCP may, subject to the relevant conditions being met, accept public guarantees, public bank guarantees or commercial bank guarantees, provided that they are unconditionally available upon request within the liquidation period referred to in Article 41. | A CCP shall set in its operating rules the minimum acceptable level of collateralisation for the guarantees it accepts and may specify that it can accept fully uncollateralised public bank guarantees or commercial bank guarantees. A CCP may accept public guarantees, public bank guarantees or commercial bank guarantees only to cover its initial and ongoing exposure to its clearing members that are non-financial counterparties or to clients of clearing members, provided that those clients are non-financial counterparties. | Where assets, public guarantees, public bank guarantees or commercial bank guarantees are provided to a CCP, that CCP shall: | (a) | take into account the public bank guarantees or commercial bank guarantees when calculating its exposure to the bank, that is also a clearing member, issuing them; | (b) | subject uncollateralised public bank guarantees or commercial bank guarantees to concentration limits; | (c) | apply adequate haircuts to the value of assets, public guarantees, public bank guarantees and commercial bank guarantees to reflect the potential for those values to decline over the interval between their last revaluation and the time by which they can reasonably be assumed to be liquidated or exercised, as applicable; | (d) | take into account the liquidity risk following the default of a market participant and the concentration risk on certain assets in establishing the acceptable collateral and the relevant haircuts for the CCP; | (e) | take into account the need to minimise any potential procyclicality effects of such revisions when revising the level of the haircuts that it applies to the assets and the public guarantees, public bank guarantees and commercial bank guarantees it accepts as collateral.’ | ; | (b) | paragraph 3 is replaced by the following: | ‘3.   ESMA, in cooperation with EBA, and after consulting the ESRB and the members of the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to specify: | (a) | the type of collateral that could be considered highly liquid, such as cash, gold, government and high-quality corporate bonds and covered bonds; | (b) | the haircuts referred to in paragraph 1, taking into account the objective to limit their procyclicality; and | (c) | the relevant conditions under which public guarantees, public bank guarantees and commercial bank guarantees may be accepted as collateral under paragraph 1, including appropriate concentration limits, credit quality requirements and stringent wrong-way risk requirements for public bank guarantees and commercial bank guarantees. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;45) | Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Een CTP aanvaardt zeer liquide zekerheden met minimale krediet- en marktrisico’s om haar initiële en latere risicopositie op haar clearingleden te dekken. | Een CTP mag, mits aan desbetreffende voorwaarden wordt voldaan, overheidsgaranties of garanties van overheidsbanken of commerciële banken aanvaarden, op voorwaarde dat zij op verzoek onvoorwaardelijk beschikbaar zijn binnen de in artikel 41 bedoelde liquidatieperiode. | Een CTP stelt in haar werkingsregels het minimaal aanvaardbare niveau van zekerheidsstelling vast voor de garanties die zij aanvaardt en kan specificeren dat zij geheel niet door zekerheden gedekte garanties van overheidsbanken of commerciële banken kan aanvaarden. Een CTP mag overheidsgaranties of garanties van overheidsbanken of van commerciële banken alleen aanvaarden ter dekking van haar initiële en lopende blootstelling aan haar clearingleden die niet-financiële tegenpartijen zijn of aan cliënten van clearingleden, mits die cliënten niet-financiële tegenpartijen zijn. | Indien aan een CTP activa, overheidsgaranties of garanties van overheidsbanken of commerciële banken worden verstrekt: | a) | houdt die CTP bij de berekening van haar blootstelling aan de bank, die tevens een clearinglid is en die garanties uitgeeft, rekening met de garanties van overheidsbanken of commerciële banken; | b) | onderwerpt die CTP ongedekte garanties van overheidsbanken of commerciële banken aan concentratiegrenzen; | c) | past die CTP passende haircuts toe op de waarde van activa, overheidsgaranties en garanties van overheidsbanken en commerciële banken om de potentiële daling van die waarden in de periode tussen hun laatste herwaardering en het ogenblik waarop redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze worden vereffend of uitgeoefend, waar passend, tot uitdrukking te brengen; | d) | houdt die CTP bij het vaststellen van een aanvaardbare zekerheid en passende haircuts voor de CTP rekening met het liquiditeitsrisico ten gevolge van de wanbetaling van een marktdeelnemer en het concentratierisico op bepaalde activa; | e) | houdt die CTP bij de herziening van het niveau van de haircuts dat zij toepast op de activa en de overheidsgaranties en garanties van overheidsbanken of commerciële banken die zij als zekerheid aanvaardt rekening met de noodzaak om eventuele procyclische effecten van dergelijke herzieningen te beperken.” | ; | b) | lid 3 wordt vervangen door: | “3.   ESMA stelt, in samenwerking met EBA, en na raadpleging van het ESRB en de leden van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van: | a) | het type zekerheid dat als zeer liquide kan worden beschouwd, zoals contant geld, goud, overheidsobligaties en bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit en gedekte obligaties; | b) | de in lid 1 bedoelde haircuts, rekening houdend met de doelstelling van beperking van hun procycliciteit, en | c) | de desbetreffende voorwaarden waaronder overheidsgaranties, garanties van overheidsbanken en garanties van commerciële banken overeenkomstig lid 1 als zekerheid kunnen worden aanvaard, met inbegrip van geschikte concentratiegrenzen, kredietkwaliteitsvereisten en strikte wrong-way riskvereisten voor garanties van overheidsbanken en commerciële banken. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(46) | Article 48 is amended as follows: | (a) | paragraph 5 is replaced by the following: | ‘Where assets and positions are recorded in the records and accounts of a CCP as being held for the account of a defaulting clearing member’s clients in accordance with Article 39(2), the CCP shall, at least, contractually commit itself to trigger the procedures for the transfer of the assets and positions held by the defaulting clearing member for the account of all its clients to another clearing member designated by all of those clients, and shall transfer such assets and positions unless all clients object to such transfer before that transfer is concluded and without the consent of the defaulting clearing member. That other clearing member shall be obliged to accept those assets and positions only where it has previously entered into a contractual relationship with those clients by which it has committed itself to do so. If the transfer to that other clearing member has not taken place for any reason within a predefined transfer period specified in its operating rules, the CCP may take all steps permitted by its rules to actively manage its risks in relation to those positions, including liquidating the assets and positions held by the defaulting clearing member for the account of its clients.’ | ; | (b) | the following paragraph is added: | ‘8.   In the event of default of a clearing member and where such default results in the transfer in full or in part of the assets and positions held by clients from the defaulting clearing member towards another clearing member in accordance with paragraphs 5 and 6, that other clearing member may, for three months from the date of that transfer, rely on the due diligence performed by the defaulting clearing member pursuant to Section 4 of Chapter II of Directive (EU) 2015/849 for the purpose of complying with the requirements of that Directive. | Where the clearing member to whom the transfer of assets and positions, as referred to in the first subparagraph of this paragraph, has been made is subject to Regulation (EU) No 575/2013, it shall comply with the capital requirements for exposures of clearing members towards clients under that Regulation within a period agreed with its competent authority, which shall not exceed three months from the date of that transfer.’ | ;46) | Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 5 wordt vervangen door: | “Wanneer activa en posities overeenkomstig artikel 39, lid 2, in de vastleggingen en rekeningen van een CTP zijn vastgelegd als aangehouden voor rekening van cliënten van een in gebreke blijvend clearinglid, verbindt de CTP zich er contractueel ten minste toe om de procedures in te leiden waarbij de door het in gebreke blijvende clearinglid voor rekening van al zijn cliënten aangehouden activa en posities aan een ander, door al deze cliënten aangewezen clearinglid worden overgedragen, en draagt de CTP dergelijke activa en posities over, tenzij alle cliënten bezwaar maken tegen een dergelijke overboeking voordat die overboeking is verricht en zonder de toestemming van het in gebreke blijvende clearinglid. Het andere clearinglid is alleen verplicht die activa en posities te aanvaarden indien het van tevoren een overeenkomst met die cliënten heeft gesloten waarbij het zich daartoe heeft verbonden. Indien de overdracht aan dat andere clearinglid om enigerlei reden niet binnen een vooraf in de werkingsregels van de CTP bepaalde overboekingstermijn geschiedt, kan de CTP alle krachtens die regels toegestane maatregelen nemen om de risico’s in verband met die posities actief te beheren, inclusief het liquideren van de activa en de posities die door het in gebreke blijvende clearinglid voor rekening van diens cliënten worden aangehouden.” | ; | b) | het volgende lid wordt toegevoegd: | “8.   Wanneer een clearinglid in gebreke blijft en dat leidt tot de volledige of gedeeltelijke overdracht van de door cliënten aangehouden activa en posities van het in gebreke blijvende clearinglid aan een ander clearinglid overeenkomstig de leden 5 en 6, kan dat andere clearinglid zich gedurende drie maanden vanaf de datum van die overdracht beroepen op de due diligence die door het in gebreke blijvende clearinglid is verricht op grond van hoofdstuk II, afdeling 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 om aan de vereisten van die richtlijn te voldoen. | Indien het clearinglid aan wie activa en posities zijn overgedragen, zoals bedoeld in de eerste alinea van dit lid, onderworpen is aan Verordening (EU) nr. 575/2013, voldoet het aan de kapitaalvereisten voor blootstellingen van clearingleden ten aanzien van cliënten uit hoofde van die verordening binnen een met zijn bevoegde autoriteit overeengekomen termijn die niet langer bedraagt dan drie maanden vanaf de datum van die overdracht.”.
(47) | Article 49 is amended as follows: | (a) | paragraphs 1 to 1e are replaced by the following: | ‘1.   A CCP shall regularly review the models and parameters adopted to calculate its margin requirements, default fund contributions, collateral requirements and other risk control mechanisms. It shall subject the models to rigorous and frequent stress tests to assess their resilience in extreme but plausible market conditions and shall perform back tests to assess the reliability of the methodology adopted. The CCP shall obtain independent validation, shall inform its competent authority and ESMA of the results of the tests performed and shall obtain their validation in accordance with paragraphs 1a to 1e before adopting any significant change to the models and parameters. | Where a CCP intends to adopt a change to a model or parameter referred to in the first subparagraph, it shall do one of the following: | (a) | where the CCP considers that the intended change is significant pursuant to paragraph 1i, it shall apply for validation of the change in accordance with the procedure laid down in this Article; | (b) | where the CCP considers that the intended change is not significant pursuant to paragraph 1i of this Article, it shall apply for validation of the change in accordance with the procedure laid down in Article 49a. | 1a.   All changes to models and parameters not assessed under Article 49a shall be assessed in accordance with the procedure laid down in this Article. | The adopted models and parameters, including any significant change thereto, shall be subject to an opinion of the college referred to in Article 18 in accordance with this Article. | ESMA shall ensure that information on the results of the stress tests is passed on to the ESAs, the ESCB and the Single Resolution Board to enable them to assess the exposure of financial undertakings to the default of CCPs. | 1b.   Where a CCP intends to adopt any change to a model or parameter referred to in paragraph 1, it shall submit an application for validation of such change in an electronic format via the central database. That application shall be immediately shared with the CCP’s competent authority, ESMA and the college referred to in Article 18. The CCP shall enclose an independent validation of the intended change to its application. | Within two working days of submission of such application, an acknowledgement of receipt of the application shall be sent to the CCP via the central database. | 1c.   The CCP’s competent authority and ESMA shall each assess, within 10 working days of the acknowledgement of receipt of the application, whether the application contains the documents required and whether those documents contain all the information required pursuant to paragraph 5, point (d). | Where the CCP’s competent authority or ESMA concludes that not all documents or information required have been submitted, the CCP’s competent authority shall request the applicant CCP to submit additional documents or information that it or ESMA has identified as missing, via the central database. The timeframe set out in the first subparagraph of this paragraph may in that case be extended by a maximum of 10 working days. The application shall be rejected where the CCP’s competent authority or ESMA concludes that the CCP has failed to comply with any such request and, in such a case, the authority which concluded that the application is to be rejected shall inform the other authority thereof. The CCP’s competent authority shall inform the CCP of the decisions to reject the application via the central database and also inform the CCP of the documents or information identified as missing. | 1d.   Within 40 working days of concluding that all documents and information have been submitted in accordance with paragraph 1c: | (a) | the competent authority shall conduct a risk assessment of the significant change and submit its report to ESMA and the college referred to in Article 18; and | (b) | ESMA shall conduct a risk assessment of the significant change and submit its report to the CCP’s competent authority and the college referred to in Article 18. | During the period referred to in the first subparagraph of this paragraph, the CCP’s competent authority, ESMA or any of the members of the college referred to in Article 18 may submit, via the central database, questions directly to, and request complementary information from, the applicant CCP and shall set a deadline by which the applicant CCP is to provide such information. | Within 15 working days of the receipt of the reports referred to in the first subparagraph, the college referred to in Article 18 shall adopt an opinion pursuant to Article 19 and transmit it to ESMA and the competent authority. Notwithstanding a provisional adoption in accordance with paragraph 1g, the competent authority and ESMA shall not adopt a decision granting or refusing the validation of significant changes to models or parameters until such an opinion has been adopted by the college referred to in Article 18, unless the college has not adopted that opinion within the deadline. | 1e.   Within 10 working days of receipt of the opinion of the college referred to in Article 18, or after the expiry of the deadline for providing that opinion, whichever is earlier, the CCP’s competent authority and ESMA shall each grant or refuse the validation, taking into account the reports referred to in paragraph 1d, first subparagraph of this Article, and that opinion, and shall inform each other in writing thereof, providing a fully reasoned explanation for the grant or refusal. Where the CCP’s competent authority or ESMA has not validated the change, the validation shall be refused. | Where the CCP’s competent authority or ESMA does not agree with the opinion of the college referred to in Article 18, including with any of the conditions or recommendations contained therein, its decision shall contain full reasons and an explanation of any significant deviation from that opinion or those conditions or recommendations. | 1f.   The CCP’s competent authority shall inform the CCP, within the deadline referred to in paragraph 1e, whether the validations have been granted or refused and shall provide a fully reasoned explanation therefor. | 1g.   The CCP may not adopt any significant change to a model or parameter referred to in paragraph 1 before obtaining validation by both its competent authority and ESMA. | By way of derogation from the first subparagraph, where requested by the CCP, the competent authority, in agreement with ESMA, may allow for a provisional adoption of a significant change of a model or parameter prior to their validations where duly justified. Such a temporary change shall only be allowed for a certain period of time jointly specified by the CCP’s competent authority and ESMA. After the expiry of that period, the CCP shall not be allowed to use such change unless it has been validated pursuant to this Article. | 1h.   Changes to parameters that are the result of applying a methodology that is part of a validated model, either due to external input or due to a regular review or calibration exercise, shall not be considered changes to models and parameters for the purpose of this Article and Article 49a. | 1i.   A change shall be considered significant where at least one of the following conditions is met: | (a) | the change leads to a significant decrease or increase of the CCP’s total pre-funded financial resources, including margin requirements, default fund and dedicated own resources as referred to in Article 45(4); | (b) | the structure or the structural elements of the margin model are changed; | (c) | a component of the margin model, including a margin parameter or an add-on, is introduced, removed, or amended in a manner which leads to a significant decrease or increase of the output of the margin model at the CCP level; | (d) | the methodology used to compute portfolio offsets is changed leading to a significant decrease or increase of the total margin requirements for the financial instruments within the portfolio; | (e) | the methodology for defining and calibrating stress test scenarios for the purpose of determining the size of the CCP’s default funds and the size of the individual clearing members’ contributions to those default funds is changed, leading to a significant decrease or increase in the size of any of the default funds or of any individual default fund contribution; | (f) | the methodology applied to assess liquidity risk is changed, leading to a significant decrease or increase of the estimated liquidity needs in any currency or the total liquidity needs; | (g) | the methodology applied to determine the concentration risk a CCP has towards an individual counterparty is changed, such that the CCP’s overall exposure to that counterparty decreases or increases significantly; | (h) | the methodology applied to value collateral, or calibrate collateral haircuts, is changed, such that the total value of collateral decreases or increases significantly; | (i) | the change could have a material effect on the overall risk of the CCP.’ | ; | (b) | paragraph 5 is replaced by the following: | ‘5.   ESMA, in close cooperation with the members of the ESCB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify; | (a) | what constitutes a significant increase or decrease for the purposes of paragraph 1i, points (a) and (c) to (h); | (b) | the elements to be considered when assessing whether one of the conditions referred to in paragraph 1i is met; | (c) | other changes to models that can be considered as already covered by the approved model and are therefore not considered a model change and not subject to the procedures established in this Article or Article 49a; and | (d) | the lists of required documents that are to accompany an application for validation pursuant to paragraph 1c of this Article and Article 49a and the information that such documents are to contain to demonstrate that the CCP complies with all relevant requirements of this Regulation. | The required documents and level of information shall be proportionate to the type of model validation but contain sufficient detail to ensure a proper analysis of the change. | For the purposes of the first subparagraph, point (a), ESMA may set different values for the different points of paragraph 1i. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ; | (c) | the following paragraph is added: | ‘6.   ESMA shall develop draft implementing technical standards to specify the electronic format of the application to be submitted to the central database for the validation referred to in paragraph 1b of this Article and Article 49a. | ESMA shall submit the draft implementing technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is conferred on the Commission to adopt the implementing technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Article 15 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;47) | Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd: | a) | de leden 1 tot en met 1 sexies worden vervangen door: | “1.   Een CTP toetst regelmatig de modellen en parameters die zij heeft vastgesteld om haar marginvereisten, bijdragen in het wanbetalingsfonds en zekerheidsvereisten te berekenen, alsook haar andere mechanismen voor risicobeheersing. Zij onderwerpt haar modellen aan strenge stresstests om hun veerkracht te testen in extreme maar plausibele marktomstandigheden, en voert backtests uit om de betrouwbaarheid van de vastgestelde methode te beoordelen. De CTP verkrijgt onafhankelijke validatie, brengt haar bevoegde autoriteit en ESMA op de hoogte van de resultaten van de uitgevoerde tests en verkrijgt de validatie daarvan overeenkomstig de leden 1 bis tot en met 1 sexies alvorens aanzienlijke wijzigingen in de modellen en parameters aan te brengen. | Wanneer een CTP voornemens is een wijziging aan te brengen in een model of parameter zoals bedoeld in de eerste alinea, neemt zij een van de volgende maatregelen: | a) | indien de CTP van oordeel is dat de voorgenomen wijziging aanzienlijk is, op grond van lid 1 decies, verzoekt zij om validatie van de wijziging overeenkomstig de in dit artikel vastgestelde procedure; | b) | indien de CTP van oordeel is dat de voorgenomen wijziging niet aanzienlijk is, op grond van lid 1 decies, verzoekt zij om validatie van de wijziging overeenkomstig de procedure van artikel 49 bis. | 1 bis.   Alle wijzigingen in modellen en parameters die niet op grond van artikel 49 bis zijn beoordeeld, worden beoordeeld volgens de procedure van dit artikel. | De vastgestelde modellen en parameters, met inbegrip van alle aanzienlijke wijzigingen daarvan, zijn onderworpen aan een advies van het in artikel 18 bedoelde college overeenkomstig dit artikel. | ESMA zorgt ervoor dat de informatie over de resultaten van de stresstests aan de ETA’s, het ESCB en de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad wordt doorgegeven om hen in staat te stellen de blootstelling van financiële instellingen aan de wanbetaling van CTP’s te beoordelen. | 1 ter.   Wanneer een CTP voornemens is een wijziging in een model of een parameter zoals bedoeld in lid 1 door te voeren, dient zij een aanvraag in een elektronisch format voor validatie van een dergelijke wijziging in via de centrale databank. Die aanvraag wordt onmiddellijk gedeeld met de voor de CTP bevoegde autoriteit, ESMA en het in artikel 18 bedoelde college. De CTP voegt bij haar aanvraag een onafhankelijke validatie van de voorgenomen wijziging van haar aanvraag. | Binnen twee werkdagen na de indiening van een dergelijke aanvraag wordt via de centrale databank een ontvangstbevestiging van de aanvraag naar de CTP gestuurd. | 1 quater.   De voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA beoordelen elk binnen 10 werkdagen na de bevestiging van ontvangst van de aanvraag of de aanvraag de vereiste documenten bevat en of die documenten alle op grond van lid 5, punt d), vereiste informatie bevatten. | Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit of ESMA concludeert dat niet alle vereiste documenten of informatie zijn ingediend, verzoekt de voor de CTP bevoegde autoriteit de aanvragende CTP via de centrale databank aanvullende documenten of informatie in te dienen waarvan zij of ESMA heeft vastgesteld dat zij ontbreken. De in de eerste alinea van dit lid vastgestelde termijn kan in dat geval met maximaal 10 werkdagen worden verlengd. De aanvraag wordt afgewezen indien de voor de CTP bevoegde autoriteit of ESMA concludeert dat de CTP niet aan een dergelijk verzoek heeft voldaan, en in een dergelijk geval stelt de autoriteit die tot het oordeel kwam dat de aanvraag dient te worden afgewezen de andere autoriteit daarvan in kennis. De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt de CTP via de centrale databank in kennis van de besluiten tot afwijzing van de aanvraag en stelt de CTP ook in kennis van de documenten of informatie waarvan is vastgesteld dat zij ontbreken. | 1 quinquies.   Binnen 40 werkdagen nadat is vastgesteld dat alle documenten en informatie overeenkomstig lid 1 quater zijn ingediend: | a) | verricht de bevoegde autoriteit een risicobeoordeling met betrekking tot de aanzienlijke wijziging en dient zij haar verslag in bij ESMA en het in artikel 18 bedoelde college, en | b) | verricht ESMA een risicobeoordeling van de aanzienlijke wijziging en dient zij haar verslag in bij de voor de CTP bevoegde autoriteit en het in artikel 18 bedoelde college. | Tijdens de in de eerste alinea van dit lid bedoelde periode kan de voor de CTP bevoegde autoriteit, ESMA of een van de leden van het in artikel 18 bedoelde college via de centrale databank rechtstreeks vragen stellen aan de aanvragende CTP en aanvullende informatie opvragen, met vaststelling van een termijn waarbinnen de aanvragende CTP dergelijke informatie moet verstrekken. | Binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de in de eerste alinea bedoelde verslagen stelt het in artikel 18 bedoelde college een advies vast op grond van artikel 19 en zendt het dit door aan ESMA en de bevoegde autoriteit. Niettegenstaande een voorlopige aanbrenging overeenkomstig lid 1 octies stellen de bevoegde autoriteit en ESMA geen besluit tot verlening of weigering van de validatie van aanzienlijke wijzigingen in modellen of parameters vast voordat het in artikel 18 bedoelde college een dergelijk advies heeft aangenomen, tenzij het college dat advies niet binnen de termijn heeft aangenomen. | 1 sexies.   Binnen 10 werkdagen na ontvangst van het advies van het in artikel 18 bedoelde college of, indien dat eerder is, na het verstrijken van de termijn voor het uitbrengen van dat advies, verlenen of weigeren de voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA elk de validatie, rekening houdend met de in lid 1 quinquies, eerste alinea, van dit artikel bedoelde verslagen en dat advies, en stellen zij elkaar daarvan schriftelijk in kennis, met een volledig met redenen omklede toelichting op de verlening of weigering. Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit of ESMA de wijziging niet heeft gevalideerd, wordt de validatie geweigerd. | Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit of ESMA het oneens is met een advies van het in artikel 18 bedoelde college, met inbegrip van de daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, bevat haar besluit een volledig met redenen omklede toelichting op elke aanzienlijke afwijking van dat advies of die voorwaarden of aanbevelingen. | 1 septies.   De voor de CTP bevoegde autoriteit deelt de CTP binnen de in lid 1 sexies bedoelde termijn mee of de validaties zijn verleend dan wel geweigerd en levert daarbij een volledig met redenen omklede toelichting. | 1 octies.   De CTP mag geen aanzienlijke wijziging in een model of parameter als bedoeld in lid 1 aanbrengen voordat zij de validaties van zowel haar bevoegde autoriteit als ESMA heeft verkregen. | In afwijking van de eerste alinea kan de bevoegde autoriteit, in overleg met ESMA, op verzoek van de CTP in naar behoren gemotiveerde gevallen toestaan dat een voorlopige aanzienlijke wijziging in een model of parameter wordt doorgevoerd voorafgaand aan de validatie ervan. Een dergelijke tijdelijke wijziging wordt slechts toegestaan voor een bepaalde, door de voor de CTP bevoegde autoriteit en de gezamenlijk vastgestelde periode. Na het verstrijken van die periode mag de CTP een dergelijke wijziging niet gebruiken, tenzij die is gevalideerd op grond van dit artikel. | 1 nonies.   Wijzigingen in parameters die het resultaat zijn van de toepassing van een methode die deel uitmaakt van een gevalideerd model, als gevolg van externe input dan wel als gevolg van een regelmatige evaluatie of kalibratieoefening, worden voor de toepassing van dit artikel en artikel 49 bis niet beschouwd als wijzigingen in modellen en parameters. | 1 decies.   Een wijziging wordt als aanzienlijk aangemerkt wanneer aan een of meer van de volgende voorwaarden is voldaan: | a) | de wijziging leidt tot een aanzienlijke verlaging of verhoging van de totale voorgefinancierde financiële middelen van de CTP, met inbegrip van marginvereisten, het wanbetalingsfonds en specifieke eigen middelen zoals bedoeld in artikel 45, lid 4; | b) | de structuur of de structurele elementen van het marginmodel worden gewijzigd; | c) | er worden een component van het marginmodel, waaronder een marginparameter of een opslagfactor, ingevoerd, verwijderd of gewijzigd op een wijze die leidt tot een aanzienlijke verlaging of verhoging van de output van het marginmodel op het niveau van de CTP; | d) | de methodologie die wordt gebruikt voor het berekenen van portefeuillecompensaties wordt gewijzigd en leidt tot een aanzienlijke verlaging of verhoging van de totale marginvereisten voor de financiële instrumenten in de portefeuille; | e) | de methodologie voor het definiëren en ijken van stresstestscenario’s voor het bepalen van de omvang van de wanbetalingsfondsen van de CTP en de omvang van de bijdragen van de individuele clearingleden aan die wanbetalingsfondsen wordt gewijzigd, hetgeen leidt tot een aanzienlijke verlaging of verhoging van de omvang van een van de wanbetalingsfondsen of van een individuele bijdrage aan het wanbetalingsfonds; | f) | de methodologie die wordt toegepast voor het beoordelen van het liquiditeitsrisico wordt gewijzigd en leidt tot een aanzienlijke verlaging of verhoging van de geraamde liquiditeitsbehoeften in een valuta of de totale liquiditeitsbehoeften; | g) | de methodologie die wordt toegepast om het concentratierisico te bepalen dat een CTP jegens een individuele tegenpartij heeft, wordt zodanig gewijzigd dat de totale blootstelling van de CTP aan die tegenpartij aanzienlijk afneemt of toeneemt; | h) | de methodologie die wordt toegepast voor het waarderen van zekerheden of het ijken van haircuts voor zekerheden wordt zodanig gewijzigd dat de totale waarde van de zekerheden aanzienlijk wordt verlaagd of verhoogd; | i) | de wijziging zou een wezenlijk effect op het algemene risico van de CTP kunnen hebben.” | ; | b) | lid 5 wordt vervangen door: | “5.   ESMA stelt, in nauwe samenwerking met de leden van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen vast ter nadere specificatie van: | a) | een aanzienlijke toename of daling voor de toepassing van lid 1 decies, punt a) en de punten c) tot en met h); | b) | de elementen waarmee rekening moet worden gehouden bij de beoordeling of aan een van de in de leden 1 decies bedoelde voorwaarden is voldaan; | c) | andere wijzigingen van modellen die kunnen worden geacht reeds onder het goedgekeurde model te vallen en daarom niet als een modelwijziging worden beschouwd en niet onderworpen zijn aan de in dit artikel of artikel 49 bis vastgestelde procedures, en | d) | de lijsten van vereiste documenten die een aanvraag voor een validatie op grond van lid 1 quater van dit artikel en artikel 49 bis moeten vergezellen, en de informatie die dergelijke documenten moeten bevatten om aan te tonen dat de CTP aan alle relevante vereisten van deze verordening voldoet. | De vereiste documenten en het niveau van de informatie staan in verhouding tot het soort modelvalidatie, maar bevatten voldoende details om een behoorlijke analyse van de wijziging te waarborgen. | Voor de toepassing van de eerste alinea, punt a), kan ESMA voor de verschillende punten van lid 1 decies verschillende waarden vaststellen. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.” | ; | c) | het volgende lid wordt toegevoegd: | “6.   ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het elektronische format van de aanvraag die bij de centrale databank moet worden ingediend voor de in lid 1 ter van dit artikel en artikel 49 bis bedoelde vergunning. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(48) | the following article is inserted: | ‘Article 49a | Accelerated procedure for non-significant changes to a CCP’s models and parameters | 1.   Where a CCP considers that a change to a model or parameter referred to in Article 49(1) that it intends to adopt does not meet the conditions set out in paragraph 1i of that Article, it may request that the application to validate the change is subject to the accelerated procedure under this Article. | 2.   The accelerated procedure shall apply to a proposed change to a model or parameter where the following conditions are met: | (a) | the CCP has requested a validation of a change to be assessed under this Article; and | (b) | the CCP’s competent authority and ESMA have each concluded that the proposed change is not significant pursuant to paragraph 4. | 3.   The CCP shall submit its application including all documents and information required pursuant to Article 49(5), point (d), in an electronic format via the central database. The CCP shall provide all information necessary to demonstrate why the proposed change is to be deemed non-significant and therefore qualifies for assessment under the accelerated procedure under this Article. | An acknowledgement of receipt of the application shall be sent to the CCP via the central database within two working days of the submission of that application. | 4.   The CCP’s competent authority and ESMA shall each decide, within 10 working days of the acknowledgement of receipt of the application, whether the proposed change is significant or not significant. | 5.   Where, in accordance with paragraph 4, the CCP’s competent authority or ESMA has decided that the change is significant, they shall inform each other in writing thereof and the application to validate that change shall not be subject to the accelerated procedure under this Article. | The CCP’s competent authority shall notify the applicant CCP via the central database, including a fully reasoned explanation, within two working days of the decision made under paragraph 4. Within 10 working days of receipt of the notification, the CCP shall either withdraw the application or complement it to fulfil the requirements for an application under Article 49. | 6.   Where, in accordance with paragraph 4, the CCP’s competent authority and ESMA have decided that the change is not significant, they shall each, within three working days of that decision: | (a) | grant the validation, where the CCP complies with this Regulation, or refuse it, where the CCP does not comply with this Regulation; and | (b) | inform each other in writing, including a fully reasoned explanation, whether the validation has been granted or refused. | Where any of them has not granted the model validation, the validation shall be refused. | 7.   The CCP’s competent authority shall inform the applicant CCP in writing, via the central database, including a fully reasoned explanation, within two working days of the decisions made under paragraph 6 whether the validation has been granted or refused.’ | ;48) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: | “Artikel 49 bis | Versnelde procedure voor niet-significante wijzigingen in de modellen en parameters van een CTP | 1.   Indien een CTP van oordeel is dat een wijziging van een model of parameter als bedoeld in artikel 49, lid 1, die zij voornemens is vast te stellen, niet voldoet aan de in lid 1 decies van dat artikel vastgestelde voorwaarden, kan zij verzoeken dat de aanvraag tot validatie van de wijziging wordt onderworpen aan de versnelde procedure uit hoofde van dit artikel. | 2.   De versnelde procedure is van toepassing op een voorgestelde wijziging van een model of parameter indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: | a) | de CTP heeft verzocht om validatie van een wijziging die op grond van dit artikel moet worden beoordeeld, en | b) | de voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA hebben elk geconcludeerd dat de voorgestelde wijziging niet significant is, op grond van lid 4. | 3.   De CTP dient haar aanvraag, met inbegrip van alle op grond van artikel 49, lid 5, punt d), vereiste documenten en informatie, in elektronische vorm in via de centrale databank. De CTP verstrekt alle informatie die nodig is om aan te tonen waarom de voorgestelde wijziging als niet-significant moet worden beschouwd en daarom in aanmerking komt voor beoordeling in het kader van de versnelde procedure uit hoofde van dit artikel. | Binnen twee werkdagen na de indiening van de aanvraag wordt aan de CTP via de centrale databank een ontvangstbevestiging van de aanvraag toegezonden. | 4.   De voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA besluiten elk binnen 10 werkdagen na de bevestiging van ontvangst van de aanvraag of de voorgestelde wijziging al dan niet significant is. | 5.   Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit of ESMA overeenkomstig lid 4 heeft besloten dat de wijziging significant is, stellen zij elkaar daarvan schriftelijk in kennis en is de aanvraag om die wijziging te valideren niet onderworpen aan de versnelde procedure uit hoofde van dit artikel. | De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt de aanvragende CTP binnen twee werkdagen na het overeenkomstig lid 4 genomen besluit daarvan in kennis via de centrale databank, met inbegrip van een volledig met redenen omklede toelichting. Binnen tien werkdagen na ontvangst van die kennisgeving trekt de CTP de aanvraag in of vult zij de aanvraag aan om te voldoen aan de vereisten voor een aanvraag overeenkomstig artikel 49. | 6.   Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit en ESMA overeenkomstig lid 4 hebben besloten dat de wijziging niet significant is: | a) | verlenen zij elk binnen drie werkdagen de validatie, indien de CTP aan deze verordening voldoet, of weigeren zij deze indien de CTP niet aan deze verordening voldoet, en | b) | stellen zij elkaar binnen drie werkdagen schriftelijk, met inbegrip van een volledig gemotiveerde toelichting, in kennis van de verlening of weigering van de validatie. | Indien een van hen het model niet heeft gevalideerd, wordt de validatie geweigerd. | 7.   De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt de aanvragende CTP binnen twee werkdagen na het overeenkomstig lid 6 genomen besluit daarvan schriftelijk in kennis via de centrale databank, met inbegrip van een volledig met redenen omklede toelichting, ongeacht of de validatie is verleend of geweigerd.”.
(49) | Article 54 is amended as follows: | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   An interoperability arrangement, or any material change to an approved interoperability arrangement under Title V shall be subject to the prior approval of the competent authorities of the CCPs involved. The CCPs’ competent authorities shall request the opinion of ESMA in accordance with Article 24a(7), first subparagraph, point (bc), and the college referred to in Article 18 in accordance with Article 19, and issued in accordance with the procedure set out in Article 17b.’ | ; | (b) | paragraph 4 is replaced by the following: | ‘4.   By 25 June 2026, ESMA shall issue guidelines or recommendations with a view to establishing consistent, efficient and effective assessments of interoperability arrangements by national competent authorities, in accordance with the procedure laid down in Article 16 of Regulation (EU) No 1095/2010. ESMA shall develop drafts of those guidelines or recommendations after consulting the members of the ESCB. | 5.   ESMA, after consulting the members of the ESCB and the ESRB, shall develop draft regulatory technical standards to further specify the requirements for CCPs to adequately manage the risks arising from interoperability arrangements. For that purpose, ESMA shall take into account the guidelines issued under paragraph 4 and assess whether the provisions included therein are appropriate in the case of interoperability arrangements covering all types of products or contracts, including derivative contracts and non-financial instruments. | ESMA shall submit the draft regulatory technical standards referred to in the first subparagraph to the Commission by 25 December 2025. | Power is delegated to the Commission to supplement this Regulation by adopting the regulatory technical standards referred to in the first subparagraph of this paragraph in accordance with Articles 10 to 14 of Regulation (EU) No 1095/2010.’ | ;49) | Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Een interoperabiliteitsregeling of een materiële wijziging van een goedgekeurde interoperabiliteitsregeling overeenkomstig titel V moet vooraf worden goedgekeurd door de voor de betrokken CTP’s bevoegde autoriteiten. De voor de CTP’s bevoegde autoriteiten vragen het advies van ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), en van het in artikel 18 bedoelde college overeenkomstig artikel 19, welke adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.” | ; | b) | lid 4 wordt vervangen door: | “4.   Uiterlijk op 25 juni 2026 verstrekt ESMA richtsnoeren of aanbevelingen met het oog op de opstelling door nationale bevoegde autoriteiten van consistente, efficiënte en effectieve beoordelingen van interoperabiliteitsregelingen, in overeenstemming met de procedure van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. ESMA stelt, na raadpleging van de leden van het ESCB, de ontwerpen van deze richtsnoeren of aanbevelingen op. | 5.   ESMA ontwikkelt, na raadpleging van de leden van het ESCB en het ESRB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de vereisten waaraan CTP’s moeten voldoen om de risico’s die voortvloeien uit interoperabiliteitsregelingen adequaat te beheren. Daartoe houdt ESMA rekening met de krachtens lid 4 uitgevaardigde richtsnoeren en beoordeelt zij of de daarin opgenomen bepalingen passend zijn in het geval van interoperabiliteitsregelingen voor alle soorten producten of contracten, met inbegrip van derivatencontracten en niet-financiële instrumenten. | ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 25 december 2025 in bij de Commissie. | Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.
(50) | in Article 81(3), first subparagraph, the following point is added: | ‘(t) | the national authorities entrusted with the conduct of macroprudential policy.’ | ;50) | Aan artikel 81, lid 3, eerste alinea, wordt het volgende punt toegevoegd: | “t) | de nationale autoriteiten die belast zijn met het voeren van macroprudentieel beleid.”.
(51) | Article 82 is amended as follows: | (a) | paragraphs 2 and 3 are replaced by the following: | ‘2.   The power to adopt delegated acts referred to in Articles 1(6), Article 3(5), Article 4(3a), Article 7a(7), Article 11(3a), Article 11(12a), Article 25(2a), Article 25(6a), Article 25a(3), Article 25d(3), Article 25i(7), Article 25o, Article 64(7), Article 70 and Article 72(3) shall be conferred on the Commission for an indeterminate period of time from 24 December 2024. | 3.   The delegation of power referred to in Article 1(6), Article 3(5), Article 4(3a), Article 7a(7), Article 11(3a), Article 11(12a), Article 25(2a), Article 25(6a), Article 25a(3), Article 25d(3), Article 25i(7), Article 25o, Article 64(7), Article 70 and Article 72(3) may be revoked at any time by the European Parliament or by the Council. A decision to revoke shall put an end to the delegation of the power specified in that decision. It shall take effect the day following the publication of the decision in the Official Journal of the European Union or at a later date specified therein. It shall not affect the validity of any delegated acts already in force.’ | ; | (b) | paragraph 6 is replaced by the following: | ‘6.   A delegated act adopted pursuant to Article 1(6), Article 3(5), Article 4(3a), Article 7a(7), Article 11(3a), Article 11(12a), Article 25(2a), Article 25(6a), Article 25a(3), Article 25d(3), Article 25i(7), Article 25o, Article 64(7), Article 70 or Article 72(3) shall enter into force only if no objection has been expressed either by the European Parliament or the Council within a period of three months of notification of that act to the European Parliament and the Council or if, before the expiry of that period, the European Parliament and the Council have both informed the Commission that they will not object. That period shall be extended by three months at the initiative of the European Parliament or of the Council.’ | ;51) | Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd: | a) | de leden 2 en 3 worden vervangen door: | “2.   De in artikel 1, lid 6, artikel 3, lid 5, artikel 4, lid 3 bis, artikel 7 bis, lid 7, artikel 11, lid 3 bis, artikel 11, lid 12 bis, artikel 25, lid 2 bis, artikel 25, lid 6 bis, artikel 25 bis, lid 3, artikel 25 quinquies, lid 3, artikel 25 decies, lid 7, artikel 25 sexdecies, artikel 64, lid 7, artikel 70 en artikel 72, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt voor onbepaalde tijd vanaf 24 december 2024 aan de Commissie toegekend. | 3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 1, lid 6, artikel 3, lid 5, artikel 4, lid 3 bis, artikel 7 bis, lid 7, artikel 11, lid 3 bis, artikel 11, lid 12 bis, artikel 25, lid 2 bis, artikel 25, lid 6 bis, artikel 25 bis, lid 3, artikel 25 quinquies, lid 3, artikel 25 decies, lid 7, artikel 25 sexdecies, artikel 64, lid 7, artikel 70 en artikel 72, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.” | ; | b) | lid 6 wordt vervangen door: | “6.   Een op grond van artikel 1, lid 6, artikel 3, lid 5, artikel 4, lid 3 bis, artikel 7 bis, lid 7, artikel 11, lid 3 bis, artikel 11, lid 12 bis, artikel 25, lid 2 bis, artikel 25, lid 6 bis, artikel 25 bis, lid 3, artikel 25 quinquies, lid 3, artikel 25 decies, lid 7, artikel 25 sexdecies, artikel 64, lid 7, artikel 70 of artikel 72, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien noch het Europees Parlement, noch de Raad binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van deze termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.”.
(52) | Article 85 is amended as follows; | (a) | paragraph 1 is replaced by the following: | ‘1.   By 25 December 2029 the Commission shall assess the application of this Regulation and prepare a general report. The Commission shall submit that report to the European Parliament and to the Council, together with any appropriate proposals.’ | ; | (b) | paragraph 2 is deleted; | (c) | paragraph 4 is deleted; | (d) | paragraph 7 is deleted; | (e) | the following paragraphs are added: | ‘7.   By 25 December 2026 ESMA shall submit a report to the Commission on the possibility and feasibility to require the segregation of accounts across the clearing chain of non-financial and financial counterparties. The report shall be accompanied by a cost-benefit analysis. | 8.   By 25 December 2026, ESMA shall submit a report to the European Parliament, to the Council and to the Commission on the appropriateness and implications of extending the definition of a CCP, as referred to in Article 2, point (1), of this Regulation, to other markets beyond financial markets, such as commodity markets, including wholesale energy markets, or markets in crypto-assets under Regulation (EU) 2023/1114 of the European Parliament and Council (*5). | 9.   By 25 December 2026, the Commission shall submit a report to the European Parliament and the Council assessing level playing field and financial stability considerations in relation to generalised central bank access for Union CCPs without the condition of maintaining a banking licence. In that context, the Commission shall also take into consideration the situation in third-country jurisdictions. | 10.   By 25 December 2027, ESMA shall submit a report to the European Parliament, the Council and the Commission on the overall activity in derivative transactions of financial counterparties and non-financial counterparties subject to this Regulation, providing, inter alia, the following information on those financial counterparties and non-financial counterparties, differentiating between their financial or non-financial nature: | (a) | the potential risks to the financial stability of the Union that may arise from that type of activity; | (b) | the positions in OTC commodity derivatives in excess of EUR 1 billion, specifying the exact amount of the positions concerned; | (c) | the total volume of energy derivative contracts traded, distinguishing, where relevant, between those energy derivative contracts traded that are used for hedging and those energy derivative contracts traded that are not used for hedging; | (d) | the total volume of agricultural derivative contracts traded, distinguishing, where relevant, between those agricultural derivative contracts traded that are used for hedging and those agricultural derivative contracts traded that are not used for hedging; | (e) | the share of OTC and exchange-traded energy or agriculture derivative contracts that are physically settled in the total volume of energy derivative contracts or agriculture derivative contracts traded. | 11.   By 25 December 2026, ESMA, in cooperation with the ESRB, shall submit a report to the Commission. The report shall: | (a) | define in detail the notion of procyclicality in the context of Article 41 for margins called by a CCP and Article 46 for haircuts applied to collateral held by a CCP; | (b) | assess how the anti-procyclicality provisions of this Regulation and Commission Delegated Regulation (EU) No 153/2013 (*6) have been applied over the years and whether further measures are necessary to improve the use of anti-procyclicality tools; | (c) | inform on how anti-procyclicality tools could or could not result in margin increases that would be greater than without the application of said tools, taking into account the potential add-ons or offsets that a CCP is allowed to apply under this Regulation. | In preparing the report, ESMA shall also assess the rules applying to, and the practices of, third-country CCPs, as well as international developments concerning procyclicality. | 12.   By 25 December 2027, ESMA shall, in close cooperation with the ESRB and the Joint Monitoring Mechanism, assess how Articles 15a, 17, 17a, 17b, 49 and 49a have been applied. | In particular, that assessment shall establish: | (a) | whether the changes introduced by Regulation (EU) 2024/2987 of the European Parliament and of the Council (*7) have obtained the desired effect with respect to increasing the competitiveness of Union CCPs and reducing the regulatory burden they face; | (b) | whether the changes introduced by Regulation (EU) 2024/2987 have reduced the time to market for new clearing services and products without negatively impacting the risk for the CCPs, their clearing members or their clients; | (c) | whether the introduction of the possibility for CCPs to implement directly changes as referred to in Article 15a has negatively impacted their risk profile or has increased the overall financial stability risks for the Union, and whether that possibility should be amended. | ESMA shall submit a report on the outcome of that assessment to the European Parliament, the Council and the Commission. | 13.   By 25 December 2026 ESMA shall submit a report to the Commission on whether the amendments to Article 9 introduced by Regulation (EU) 2024/2987 have resulted in a sufficiently clear improvement in the conduct of ESMA’s tasks and whether they have had an excessive negative impact on market participants. The report shall be accompanied by a cost-benefit analysis. | 14.   By 25 December 2028, ESMA shall submit a report to the Commission. That report shall, in cooperation with the ESRB, assess whether: | (a) | PTRR services should be considered systemically important; | (b) | the provision of PTRR services by PTRR service providers has resulted in an increased risk for the Union financial ecosystem; and | (c) | the exemption has resulted in any circumvention of the clearing obligation referred to in Article 4. | Within 18 months of transmission of the report referred to in the first subparagraph, the Commission shall prepare a report on the aspects presented by ESMA in its report. The Commission shall submit its report to the European Parliament and to the Council, together with any appropriate proposals. | (*5)  Regulation (EU) 2023/1114 of the European Parliament and of the Council of 31 May 2023 on markets in crypto-assets, and amending Regulations (EU) No 1093/2010 and (EU) No 1095/2010 and Directives 2013/36/EU and (EU) 2019/1937 (OJ L 150, 9.6.2023, p. 40)." | (*6)  Commission Delegated Regulation (EU) No 153/2013 of 19 December 2012 supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards on requirements for central counterparties (OJ L 52, 23.2.2013, p. 41)." | (*7)  Regulation (EU) 2024/2987 of the European Parliament and of the Council of 27 November 2024 amending Regulations (EU) No 648/2012, (EU) No 575/2013 and (EU) 2017/1131 as regards measures to mitigate excessive exposures to third-country central counterparties and improve the efficiency of Union clearing markets (OJ L, 2024/2987, 4.12.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2987/oj).’;"52) | Artikel 85 wordt als volgt gewijzigd; | a) | lid 1 wordt vervangen door: | “1.   Uiterlijk op 25 december 2029 beoordeelt de Commissie de toepassing van deze verordening en stelt zij er een algemeen verslag over op. De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende voorstellen.” | ; | b) | lid 2 wordt geschrapt; | c) | lid 4 wordt geschrapt; | d) | lid 7 wordt geschrapt; | e) | de volgende leden worden ingevoegd: | “7.   Uiterlijk op 25 december 2026 dient ESMA bij de Commissie een verslag in over de mogelijkheid en haalbaarheid om de scheiding van rekeningen in de clearingketen van niet-financiële en financiële tegenpartijen verplicht te stellen. Bij het verslag wordt een kosten-batenanalyse gevoegd. | 8.   Uiterlijk op 25 december 2026 dient ESMA bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de geschiktheid en de implicaties van de uitbreiding van de definitie van een CTP, zoals bedoeld in artikel 2, punt 1), van deze verordening tot andere markten dan de financiële markten, zoals grondstoffenmarkten, met inbegrip van groothandelsmarkten voor energie, of markten in cryptoactiva uit hoofde van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (*5). | 9.   Uiterlijk op 25 december 2026 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin wordt beoordeeld welke gevolgen het verlenen van algemene toegang tot centrale banken aan CTP’s in de Unie, zonder hiervoor een bankvergunning als voorwaarde te stellen, zou hebben voor het gelijke speelveld en de financiële stabiliteit. In dat verband houdt de Commissie ook rekening met de situatie in de jurisdicties van derde landen. | 10.   Uiterlijk op 25 december 2027 dient ESMA bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de volledige activiteiten op het gebied van derivatentransacties van financiële en niet-financiële tegenpartijen die onder deze verordening vallen, met onder meer de volgende informatie over die financiële en niet-financiële tegenpartijen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen hun financiële of niet-financiële aard: | a) | de mogelijke risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie die dat soort activiteiten met zich mee kunnen brengen; | b) | de posities in otc-grondstoffenderivaten ter waarde van meer dan 1 miljard EUR, waarbij het exacte bedrag van de betreffende posities wordt gespecificeerd; | c) | het totale volume aan verhandelde energiederivatencontracten, waarbij, indien relevant, een onderscheid wordt gemaakt tussen verhandelde energiederivatencontracten die voor afdekkingsdoeleinden worden gebruikt en verhandelde energiederivatencontracten die niet voor afdekkingsdoeleinden worden gebruikt; | d) | het totale volume van de verhandelde landbouwderivatencontracten, waarbij, in voorkomend geval, een onderscheid wordt gemaakt tussen de verhandelde landbouwderivatencontracten voor afdekkingsdoeleinden en de verhandelde landbouwderivatencontracten voor niet-afdekkingsdoeleinden; | e) | het aandeel otc- en op de beurs verhandelde energie- of landbouwderivatencontracten dat fysiek wordt afgewikkeld in het totale volume aan verhandelde energie- of landbouwderivatencontracten. | 11.   Uiterlijk op 25 december 2026 dient ESMA, in samenwerking met het ESRB, een verslag in bij de Commissie. In dit verslag: | a) | wordt in detail het begrip procycliciteit gedefinieerd in de context van artikel 41 voor margins die door een CTP worden opgevraagd en artikel 46 voor haircuts die worden toegepast op zekerheden die door een CTP worden aangehouden; | b) | wordt beoordeeld hoe de bepalingen ter beperking van de procyclische effecten van deze verordening en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie (*6) in de loop der jaren zijn toegepast en of verdere maatregelen nodig zijn om het gebruik van instrumenten ter beperking van de procyclische effecten te verbeteren; | c) | wordt informatie verstrekt over de wijze waarop instrumenten ter beperking van procyclische effecten al dan niet kunnen leiden tot marginverhogingen die groter zouden zijn dan zonder de toepassing van die instrumenten, rekening houdend met de potentiële opslagfactoren of compensaties die een CTP uit hoofde van deze verordening mag toepassen. | Bij het opstellen van het verslag beoordeelt ESMA ook de regels die van toepassing zijn op en de praktijken van CTP’s uit derde landen, alsook internationale ontwikkelingen op het gebied van procycliciteit. | 12.   Uiterlijk op 25 december 2027 beoordeelt ESMA, in nauwe samenwerking met het ESRB en het gezamenlijk monitoringmechanisme, hoe de artikelen 15 bis, 17, 17 bis, 17 ter, 49 en 49 bis zijn toegepast. | In deze beoordeling wordt in het bijzonder vastgesteld: | a) | of de wijzigingen die zijn ingevoerd bij Verordening (EU) 2024/2987 van het Europees Parlement en de Raad (*7) de gewenste effecten met betrekking tot het versterken van het concurrentievermogen van CTP’s uit de Unie hebben teweeggebracht en de regelgevingslast voor hen hebben verminderd; | b) | of de wijzigingen die zijn ingevoerd bij Verordening (EU) 2024/2987 de marktintroductietijd voor nieuwe diensten en producten hebben verkort zonder negatieve gevolgen te hebben voor het risico voor de CTP’s of hun clearingleden of cliënten; | c) | of de invoering van de mogelijkheid voor CTP’s om rechtstreeks wijzigingen als bedoeld in artikel 15 bis door te voeren een negatief effect heeft gehad op hun risicoprofiel of de risico’s voor de algehele financiële stabiliteit van de Unie heeft vergroot, en of deze artikelen eventueel moeten worden gewijzigd. | ESMA dient een verslag over de het resultaat van die beoordeling in bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. | 13.   Uiterlijk op 25 december 2026 dient ESMA bij de Commissie een verslag in over de vraag of de bij Verordening (EU) 2024/2987 ingevoerde wijzigingen van artikel 9 hebben geleid tot een voldoende duidelijke verbetering in de uitvoering van de taken van ESMA, en of die wijzigingen buitensporige negatieve gevolgen hebben gehad voor marktdeelnemers. Bij het verslag wordt een kosten-batenanalyse gevoegd. | 14.   Uiterlijk op 25 december 2028 dient ESMA een verslag in bij de Commissie. In dat verslag wordt, in samenwerking met het ESRB, beoordeeld of: | a) | PTRR-diensten als systeemrelevant moeten worden beschouwd; | b) | de verlening van PTRR-diensten door aanbieders van PTRR-diensten heeft geleid tot een verhoogd risico voor het financiële ecosysteem van de Unie, en | c) | de vrijstelling heeft geleid tot omzeiling van de in artikel 4 bedoelde clearingverplichting. | Binnen achttien maanden na de toezending van het in de eerste alinea bedoelde verslag stelt de Commissie een verslag op over de aspecten in het verslag van ESMA. De Commissie legt haar verslag voor aan het Europees Parlement en aan de Raad, eventueel met passende voorstellen. | (*5)  Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40)." | (*6)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 153/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake vereisten voor centrale tegenpartijen (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 41)." | (*7)  Verordening (EU) 2024/2987 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2024 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 575/2013 en (EU) 2017/1131 voor wat betreft maatregelen ter beperking van buitensporige blootstellingen aan centrale tegenpartijen uit derde landen en ter verbetering van de efficiëntie van de clearingmarkten in de Unie (PB L, 2024/2987, 4.12.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2987/oj).”."
(53) | in Article 89 the following paragraphs are added: | ‘10.   Where a CCP is a clearing member or a client of another CCP, or has established indirect clearing arrangements, before 24 December 2024, it shall become subject to Article 26(1) on 25 December 2026. | By way of derogation from Article 37(1), a CCP can allow other CCPs or clearing houses that were its clearing members, directly or indirectly, as of 31 December 2023 to remain its clearing members until 25 December 2026 at the latest. | 11.   Until 25 December 2025 or 30 days after the announcement referred to in Article 17c(1), second subparagraph, whichever date is earlier, the exchange of information, the submission of information and documentation, and notifications that are required to use the central database shall be carried out through the use of alternative arrangements. | 12.   A CCP authorised under Article 14 that has entered into an interoperability arrangement in financial instruments other than transferable securities, as defined in Article 4(1), point (44), of Directive 2014/65/EU, and money-market instruments with another CCP authorised under Article 14 or a third-country CCP recognised under Article 25 before 24 December 2024 shall seek approval from its competent authorities in accordance with Article 54 before 25 December 2026. | An interoperability arrangement established between a CCP authorised under Article 14 and a CCP that is neither authorised under Article 14 or recognised under Article 25 shall be discontinued before 25 June 2025. If the CCP with which that interoperability arrangement is established becomes authorised under Article 14 or recognised under Article 25 before 25 June 2025, the CCPs that are party to that interoperability arrangement shall seek approval from their competent authorities in accordance with Article 54 before 25 June 2027. | 13.   By way of derogation from Article 11(3), fourth and fifth subparagraphs, and Article 11(12a), until EBA has publicly announced that it has set up its central validation function, the validation of pro forma models shall be carried out by competent authorities.’ | ;53) | Aan artikel 89 worden de volgende leden toegevoegd: | “10.   Indien een CTP een clearinglid of een cliënt is van een andere CTP, of indirecte clearingregelingen heeft getroffen voor 24 december 2024, komt deze op 25 december 2026 te vallen onder artikel 26, lid 1. | In afwijking van artikel 37, lid 1, kan een CTP andere CTP’s of clearinginstellingen die haar directe of indirecte clearingleden waren, met ingang van 31 december 2023 toestaan haar clearingleden te blijven tot uiterlijk 25 december 2026. | 11.   Tot 25 december 2025 of 30 dagen na de in artikel 17 quater, lid 1, tweede alinea, bedoelde aankondiging, indien deze datum eerder valt, worden de uitwisseling van informatie, de indiening van informatie en documentatie en de kennisgevingen die nodig zijn om de centrale databank te gebruiken, uitgevoerd door middel van alternatieve regelingen. | 12.   Een CTP die over een vergunning beschikt uit hoofde van artikel 14 en die vóór 24 december 2024 met een andere CTP die over een vergunning beschikt uit hoofde van artikel 14 of een CTP uit een derde land die is erkend uit hoofde van artikel 25 een interoperabiliteitsregeling is aangegaan met betrekking tot andere financiële instrumenten dan effecten, zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 44, van Richtlijn 2014/65/EU, en geldmarktinstrumenten, vraagt vóór 25 december 2026 goedkeuring aan haar bevoegde autoriteiten in overeenstemming met artikel 54. | Een interoperabiliteitsregeling die is gesloten tussen een CTP waaraan uit hoofde van artikel 14 een vergunning is verleend en een CTP die noch over een vergunning beschikt uit hoofde van artikel 14, noch is erkend uit hoofde van artikel 25, wordt beëindigd vóór 25 juni 2025. Indien de CTP waarmee die interoperabiliteitsregeling is gesloten een vergunning krijgt op grond van artikel 14 of erkend wordt op grond van artikel 25 vóór 25 juni 2025, vragen de CTP’s die partij zijn bij die interoperabiliteitsregeling vóór 25 juni 2027 goedkeuring van hun bevoegde autoriteiten in overeenstemming met artikel 54. | 13.   In afwijking van artikel 11, lid 3, vierde en vijfde alinea, en artikel 11, lid 12 bis, wordt, totdat EBA publiekelijk heeft aangekondigd dat zij haar centrale validatiefunctie heeft opgezet, de validatie van pro forma modellen uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten.”.
(54) | Article 90 is replaced by the following: | ‘Article 90 | Staff and resources of ESMA | By 25 December 2027, ESMA shall assess the staffing and resource needs arising from the assumption of its powers and duties in accordance with this Regulation and submit a report to the European Parliament, the Council and the Commission.’ | ;54) | Artikel 90 wordt vervangen door: | “Artikel 90 | Personeel en middelen van ESMA | Uiterlijk op 25 december 2027 maakt ESMA een raming op van de behoeften op het gebied van personeel en middelen die voortvloeien uit de uitvoering van haar bevoegdheden en taken uit hoofde van deze verordening, en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.”.
(55) | Annex III is amended as follows: | (a) | Section II is amended as follows: | (i) | point (a) is replaced by the following: | ‘(a) | a Tier 2 CCP infringes Article 26(1) by not having robust governance arrangements which include a clear organisational structure with well-defined, transparent and consistent lines of responsibility, effective processes to identify, manage, monitor and report the risks to which it is or might be exposed and adequate internal control mechanisms, including sound administrative and accounting procedures or by becoming a clearing member, a client, or establishing indirect clearing arrangements with a clearing member with the aim to undertake clearing activities at another CCP, unless such clearing activities are undertaken under an interoperability arrangement under Title V or where conducting its investment policies under Article 47;’ | ; | (ii) | point (ab) is replaced by the following: | ‘(ab) | a Tier 2 CCP infringes Article 37(1) or (2) by using, on an ongoing basis, discriminatory, opaque or subjective admission criteria, or by otherwise failing to ensure fair and open access to that CCP on an ongoing basis or by failing to ensure on an ongoing basis that its clearing members have sufficient financial resources and operational capacity to meet the obligations arising from the participation in that CCP, or by not having admission criteria that ensure that CCPs or clearing houses cannot be clearing members, directly or indirectly, of the CCP, or by failing to conduct a comprehensive review of compliance by its clearing members on an annual basis;’ | ; | (iii) | the following point is inserted: | ‘(aba) a Tier 2 CCP infringes Article 37(1a) by accepting non-financial counterparties as clearing members where such counterparties have not demonstrated how they intend to fulfil the margin requirements and default fund contributions, or by failing to review the arrangements established to monitor that the condition for such non-financial counterparties to act as clearing members is met;’ | ; | (b) | Section III is amended as follows: | (i) | point (h) is replaced by the following: | ‘(h) | a Tier 2 CCP infringes Article 41(1) by not imposing, calling or collecting margins to limit its credit exposures from its clearing members or, where relevant, from CCPs with which it has concluded an interoperability arrangement, or by imposing, calling or collecting margins which are not sufficient to cover potential exposures that the CCP estimates to occur until the liquidation of the relevant positions or to cover losses that result at least 99 % of the exposures movements over an appropriate time horizon or sufficient to ensure that the CCP fully collateralises its exposures with all its clearing members and, where relevant, with all CCPs with which it has concluded an interoperability arrangement, at least on a daily basis, or, by failing to continuously monitor and revise the level of margins to reflect the current market conditions taking into account any potentially procyclical effects;’ | ; | (ii) | point (j) is replaced by the following: | ‘(j) | a Tier 2 CCP infringes Article 41(3) by not calling and collecting margins on an intraday basis, at least when predefined thresholds are exceeded or by holding intraday variation margin payments after it has collected all such payments due, instead of passing them on, where possible;’ | ; | (iii) | the following point is inserted: | ‘(oa) | a Tier 2 CCP infringes Article 45a(1) by taking any of the actions listed under points (a), (b) and (c) of that paragraph where ESMA has required the CCP to refrain from taking any such actions for a period specified by ESMA;’ | ; | (iv) | the following point is inserted: | ‘(pa) | a Tier 2 CCP infringes Article 46(1) by accepting public guarantees, public bank guarantees or commercial bank guarantees, where such guarantees are not unconditionally available upon request within the liquidation period referred to in Article 41, or by not setting, in its operating rules, the minimum acceptable level of collateralisation for the guarantees it accepts, or by accepting public guarantees, public bank guarantees or commercial bank guarantees to cover exposures other than its initial and ongoing exposure to its clearing members that are non-financial counterparties or to clients of clearing members, provided that those clients of clearing members are non-financial counterparties or by, where public guarantees, public bank guarantees or commercial bank guarantees are provided to the CCP, not complying with the requirements set out under the third subparagraph, points (a) to (e), of that paragraph;’ | ; | (v) | point (ai) is replaced by the following: | ‘(ai) | a Tier 2 CCP infringes Article 54(1) by entering into an interoperability arrangement, or making a material change to an approved interoperability arrangement under Title V, without the prior approval of ESMA;’ | ; | (c) | Section IV is amended as follows: | (i) | point (g) is replaced by the following: | ‘(g) | a Tier 2 CCP infringes Article 38(6) by not providing its clearing members with a simulation tool allowing them to determine the amount of additional initial margin, at portfolio level, that the CCP may require upon the clearing of a new transaction, including simulation of the margin requirements that they might be subject to under different scenarios, or by not making that tool accessible on a secured access basis;’ | ; | (ii) | point (h) is replaced by the following: | ‘(h) | a Tier 2 CCP infringes Article 38(7) by not providing its clearing members with information on the initial margin models it uses, as detailed in points (a), (b) and (c) of that paragraph, in a clear and transparent manner;’ | ; | (iii) | the following point is inserted: | ‘(ha) | a Tier 2 CCP infringes Article 38(8) by not providing, or providing with a significant delay, in response to a request by a clearing member, the information requested to allow that clearing member to comply with the first subparagraph of that paragraph, where such information has not already been provided.’ | ; | (d) | Section V is amended as follows: | (i) | point (b) is replaced by the following: | ‘(b) | a Tier 2 CCP or its representatives provide incorrect or misleading answers to questions asked pursuant to point (c) of Article 25g(1);’ | ; | (ii) | point (c) is replaced by the following: | ‘(c) | a Tier 2 CCP infringes point (e) of Article 25g(1) by not complying with ESMA’s request for records of telephone or data traffic;’.55) | Bijlage III wordt als volgt gewijzigd: | a) | afdeling II wordt als volgt gewijzigd: | i) | punt a) wordt vervangen door: | “a) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 26, lid 1, als zij niet beschikt over robuuste governanceregelingen, waaronder een duidelijke organisatiestructuur met duidelijk omschreven, transparante en consistente verantwoordelijkheden, effectieve processen voor het identificeren, beheren, monitoren en rapporteren van de risico’s waaraan zij blootstaat of zou kunnen worden blootgesteld, en adequate internecontrolemechanismen, met inbegrip van deugdelijke administratieve en boekhoudkundige procedures, of door clearinglid of cliënt te worden, of indirecte clearingregelingen met een clearinglid tot stand te brengen met het oog op het verrichten van clearingactiviteiten bij een andere CTP, tenzij dergelijke clearingactiviteiten worden verricht in het kader van een interoperabiliteitsregeling uit hoofde van titel V of wanneer zij haar beleggingsbeleid uit hoofde van artikel 47 uitvoert;” | ; | ii) | punt ab) wordt vervangen door: | “ab) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 37, lid 1 of 2, als zij doorlopend toelatingscriteria hanteert die discriminerend, ondoorzichtig of subjectief zijn, of als zij doorlopend geen eerlijke en open toegang tot de CTP garandeert of er niet doorlopend voor zorgt dat haar clearingleden over voldoende financiële middelen en operationele capaciteit beschikken om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de deelname aan die CTP, of als zij geen toelatingscriteria hanteert die waarborgen dat CTP’s of clearinginstellingen geen clearingleden kunnen worden, direct noch indirect, of als zij niet eenmaal per jaar een uitgebreide evaluatie uitvoert om naleving door haar clearingleden na te gaan;” | ; | iii) | het volgende punt wordt ingevoegd: | “ab bis) een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 37, lid 1 bis, als zij niet-financiële tegenpartijen als clearingleden aanvaardt indien dergelijke tegenpartijen niet hebben aangetoond hoe zij van plan zijn te voldoen aan de marginvereisten en bijdragen aan het wanbetalingsfonds, of als zij niet de regelingen toetst die zijn vastgesteld om te monitoren of aan de voorwaarde voor dergelijke niet-financiële tegenpartijen om als clearinglid op te treden, is voldaan;” | ; | b) | deel III wordt als volgt gewijzigd: | i) | punt h) wordt vervangen door: | “h) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 41, lid 1, als zij geen margins oplegt, niet verzoekt margins bij te storten of geen margins int om haar kredietblootstellingen ten overstaan van haar clearingleden en, voor zover relevant, van CTP’s waarmee zij een interoperabiliteitsregeling heeft gesloten, te beperken, of margins oplegt, verzoekt margins bij te storten of margins int die niet voldoende zijn om potentiële blootstellingen te dekken die zich volgens de ramingen van de CTP tot aan de liquidatie van de relevante posities kunnen voordoen of om de verliezen te dekken die voortvloeien uit ten minste 99 % van alle bewegingen van de blootstellingen over een passende tijdshorizon, of niet voldoende zijn om ervoor te zorgen dat de CTP haar blootstellingen ten overstaan van al haar clearingleden en, voor zover relevant, van alle CTP’s waarmee zij een interoperabiliteitsregeling heeft gesloten, ten minste dagelijks volledig zeker stelt of als zij het marginniveau niet voortdurend monitort en herziet in aansluiting op de heersende marktomstandigheden, rekening houdend met mogelijke procyclische effecten;” | ; | ii) | punt j) wordt vervangen door: | “j) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 41, lid 3, als zij geen margins op intradaybasis opvraagt en int, ten minste wanneer vooraf vastgestelde drempels worden overschreden, of door intraday-variatiemargebetalingen aan te houden nadat zij al dergelijke verschuldigde betalingen heeft geïnd, in plaats van deze waar mogelijk door te berekenen;” | ; | iii) | het volgende punt wordt ingevoegd: | “o bis) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 45 bis, lid 1, als zij een van de in de punten a), b) en c) van dat lid genoemde maatregelen neemt indien ESMA van de CTP heeft verlangd dat zij gedurende een door ESMA bepaalde periode van dergelijke maatregelen afziet;” | ; | iv) | het volgende punt wordt ingevoegd: | “p bis) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 46, lid 1, als zij overheidsgaranties of garanties van overheidsbanken of commerciële banken aanvaardt, indien dergelijke garanties niet onvoorwaardelijk beschikbaar zijn op verzoek binnen de in artikel 41 bedoelde liquidatieperiode, of als zij in haar werkingsregels niet het minimaal aanvaardbare niveau van zekerheidsstelling vaststelt voor de garanties die zij aanvaardt, of als zij overheidsgaranties of garanties van overheidsbanken of commerciële banken aanvaardt ter dekking van andere blootstellingen dan haar initiële en voortdurende blootstelling aan haar clearingleden die niet-financiële tegenpartijen zijn of cliënten van clearingleden, mits die cliënten van clearingleden niet-financiële tegenpartijen zijn, of, indien aan de CTP overheidsgaranties of garanties van overheidsbanken of commerciële banken worden verstrekt, zij niet voldoet aan de vereisten van de derde alinea, punten a) tot en met e), van dat lid;” | ; | v) | punt ai) wordt vervangen door: | “ai) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 54, lid 1, als zij tot een interoperabiliteitsregeling toetreedt of als zij een materiële wijziging doorvoert in een goedgekeurde interoperabiliteitsregeling uit hoofde van titel V, zonder voorafgaande goedkeuring van ESMA;” | ; | c) | deel IV wordt als volgt gewijzigd: | i) | punt g) wordt vervangen door: | “g) | Een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 38, lid 6, als zij haar clearingleden geen simulatie-instrument verschaft waarmee zij het bedrag van de aanvullende initiële margin op portefeuilleniveau kunnen bepalen die de CTP na het clearen van een nieuwe transactie kan verlangen, met inbegrip van een simulatie van de marginvereisten waaraan zij in verschillende scenario’s zouden kunnen worden onderworpen, of als zij geen beveiligde toegang tot dat instrument biedt;” | ; | ii) | punt h) wordt vervangen door: | “h) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 38, lid 7, als zij haar clearingleden geen duidelijke en transparantie informatie verschaft over de modellen voor initiële margins die zij gebruikt, zoals nader omschreven in de punten a), b) en c) van de tweede zin van dat lid;” | iii) | het volgende punt wordt ingevoegd: | “h bis) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 38, lid 8, als zij niet naar aanleiding van een verzoek van een clearinglid de informatie verstrekt waarom is verzocht om dat clearinglid in staat te stellen te voldoen aan de eerste alinea van dat lid, indien die informatie nog niet is verstrekt.” | ; | d) | deel V wordt als volgt gewijzigd: | i) | punt b) wordt vervangen door: | “b) | een tier 2-CTP of haar vertegenwoordigers verstrekken onjuiste of misleidende antwoorden op vragen die worden gesteld op grond van artikel 25 octies, lid 1, punt c);” | ; | ii) | punt c) wordt vervangen door: | “c) | een tier 2-CTP maakt inbreuk op artikel 25 octies, lid 1, punt e), als zij niet voldoet aan een verzoek van ESMA ter verkrijging van overzichten van telefoon- of dataverkeer;”.
Article 2Artikel 2
Amendments to Regulation (EU) No 575/2013Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 575/2013
Article 382 of Regulation (EU) No 575/2013 is amended as follows:Artikel 382 van Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt als volgt gewijzigd:
(1) | paragraph 4 is amended as follows: | (a) | the following point is inserted: | ‘(aa) | intragroup transactions entered into with non-financial counterparties as defined in Article 2, point (9), of Regulation (EU) No 648/2012 which are part of the same group provided that all the following conditions are met: | (i) | the institution and the non-financial counterparties are included in the same consolidation on a full basis and are subject to supervision on a consolidated basis in accordance with Part One, Title II, Chapter 2; | (ii) | they are subject to appropriate centralised risk evaluation, measurement and control procedures; and | (iii) | the non-financial counterparties are established in the Union or, if they are established in a third country, the Commission has adopted an implementing act in accordance with paragraph 4c in respect of that third country;’ | ; | (b) | point (b) is replaced by the following: | ‘(b) | intragroup transactions entered into with financial counterparties, as defined in Article 2, point (8), of Regulation (EU) No 648/2012, financial institutions or ancillary services undertakings that are established in the Union or that are established in a third country that applies prudential and supervisory requirements to those financial counterparties, financial institutions or ancillary services undertakings that are at least equivalent to those applied in the Union, unless Member States adopt national law requiring the structural separation within a banking group, in which case the competent authorities may require those intragroup transactions between the structurally separated entities to be included in the own funds requirements;’ | ;1) | Lid 4 wordt als volgt gewijzigd: | a) | het volgende punt wordt ingevoegd: | “a bis) | intragroeptransacties aangegaan met niet-financiële tegenpartijen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 9), van Verordening (EU) nr. 648/2012 die deel uitmaken van dezelfde groep, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan: | i) | de instelling en de niet-financiële tegenpartijen zijn op volledige basis in dezelfde consolidatie opgenomen en zijn onderworpen aan toezicht op geconsolideerde basis overeenkomstig deel een, titel II, hoofdstuk 2; | ii) | zij zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, meet- en controleprocedures, en | iii) | de financiële tegenpartijen zijn gevestigd in de Unie of, indien zij in een derde land gevestigd zijn, heeft de Commissie een uitvoeringshandeling in overeenstemming met lid 4 quater, vastgesteld met betrekking tot dat derde land;” | ; | b) | punt b) wordt vervangen door: | “b) | intragroeptransacties die worden gesloten met financiële tegenpartijen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) nr. 648/2012, financiële instellingen of nevendiensten verrichtende ondernemingen die gevestigd zijn in de Unie of die gevestigd zijn in een derde land dat prudentiële vereisten en toezichtsvereisten toepast op die financiële tegenpartijen, financiële instellingen of nevendiensten verrichtende ondernemingen, die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in de Unie worden toegepast, tenzij de lidstaten nationale wetgeving vaststellen die de structurele scheiding binnen een bankgroep voorschrijft, in welk geval de bevoegde autoriteiten kunnen verlangen dat die intragroeptransacties tussen de structureel gescheiden entiteiten in de eigenvermogensvereisten worden opgenomen;”.
(2) | the following paragraph is inserted: | ‘4c.   For the purposes of paragraph 4, points (aa) and (b), the Commission may adopt, by way of implementing acts, and subject to the examination procedure referred to in Article 464(2), a decision as to whether a third country applies prudential supervisory and regulatory requirements at least equivalent to those applied in the Union.’.2) | Het volgende lid wordt ingevoegd: | “4 quater.   Voor de toepassing van lid 4, punten a bis) en b), kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen en volgens de in artikel 464, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure besluiten of een derde land toezicht- en reguleringsvereisten toepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in de Unie worden toegepast.”.
Article 3Artikel 3
Amendments to Regulation (EU) 2017/1131Wijzigingen van Verordening (EU) 2017/1131
Regulation (EU) 2017/1131 is amended as follows:Verordening (EU) 2017/1131 wordt als volgt gewijzigd:
(1) | in Article 2, the following point is added: | ‘(24) | “CCP” means a CCP as defined in Article 2, point (1), of Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council (*8). | (*8)  Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council of 4 July 2012 on OTC derivatives, central counterparties and trade repositories (OJ L 201, 27.7.2012, p. 1).’;"1) | Aan artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd: | “24. | “CTP”: een CTP zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (*8). | (*8)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).”."
(2) | in Article 14, point (d) is replaced by the following: | ‘(d) | the cash received by the MMF as part of the repurchase agreement that is not centrally cleared through a CCP authorised in accordance with Article 14 of Regulation (EU) No 648/2012 or recognised in accordance with Article 25 of that Regulation does not exceed 10 % of its assets; | (da) | the cash received by the MMF as part of the repurchase agreement that is centrally cleared through a CCP authorised in accordance with Article 14 of Regulation (EU) No 648/2012 or recognised in accordance with Article 25 of that Regulation does not exceed 15 % of its assets;’ | ;2) | In artikel 14 wordt punt d) vervangen door: | “d) | de geldmiddelen die het MMF in het kader van een retrocessieovereenkomst ontvangt die niet centraal zijn gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, bedragen niet meer dan 10 % van de activa van de MMF; | d bis) | de geldmiddelen die het MMF in het kader van een retrocessieovereenkomst ontvangt die centraal zijn gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, bedragen niet meer dan 15 % van de activa van de MMF;”.
(3) | Article 17 is amended as follows: | (a) | paragraph 4 is replaced by the following: | ‘4.   The aggregate risk exposure to the same counterparty of an MMF stemming from derivative transactions which fulfil the conditions set out in Article 13 and which are not centrally cleared through a CCP authorised in accordance with Article 14 of Regulation (EU) No 648/2012 or recognised in accordance with Article 25 of that Regulation, shall not exceed 5 % of the assets of the MMF.’ | ; | (b) | paragraph 5 is replaced by the following: | ‘5.   The aggregate amount of cash provided to the same counterparty of an MMF in reverse repurchase agreements that are not centrally cleared through a CCP authorised in accordance with Article 14 of Regulation (EU) No 648/2012 or recognised in accordance with Article 25 of that Regulation shall not exceed 15 % of the assets of the MMF. | Where a reverse repurchase agreement is centrally cleared through a CCP authorised in accordance with Article 14 of Regulation (EU) No 648/2012 or recognised in accordance with Article 25 of that Regulation, the cash received by an MMF as part of each reverse repurchase agreement shall not exceed 15 % of the assets of the MMF.’ | ; | (c) | in paragraph 6, first subparagraph, point (c) is replaced by the following: | ‘(c) | financial derivative instruments that are not centrally cleared through a CCP authorised in accordance with Article 14 of Regulation (EU) No 648/2012 or recognised in accordance with Article 25 of that Regulation, giving counterparty risk exposure to that body.’.3) | Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd: | a) | lid 4 wordt vervangen door: | “4.   De geaggregeerde risicoblootstelling aan dezelfde tegenpartij van een MMF ten gevolge van derivatentransacties die voldoen aan de voorwaarden als bepaald in artikel 13 en die niet centraal zijn gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, bedraagt niet meer dan 5 % van de activa van de MMF.” | ; | b) | lid 5 wordt vervangen door: | “5.   De geaggregeerde hoeveelheid geldmiddelen verstrekt aan dezelfde tegenpartij van een MMF in het kader van retrocessieovereenkomsten die niet centraal zijn gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, bedraagt niet meer dan 15 % van de activa van de MMF. | Indien een retrocessieovereenkomst centraal is gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, bedraagt de hoeveelheid geldmiddelen die een MMF in het kader van elke retrocessieovereenkomst ontvangt niet meer dan 15 % van de activa van de MMF.” | ; | c) | in lid 6, eerste alinea, wordt punt c) vervangen door: | “c) | financiële derivaten die niet centraal zijn gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, die voor deze instantie tegenpartijrisico opleveren.”.
Article 4Artikel 4
Amendments to Regulation (EU) No 1095/2010Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1095/2010
In Article 1(2) of Regulation (EU) No 1095/2010, the first subparagraph is replaced by the following:In artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 wordt de eerste alinea vervangen door:
‘The Authority shall act within the powers conferred by this Regulation and within the scope of Directives 97/9/EC, 98/26/EC, 2001/34/EC, 2002/47/EC, 2004/109/EC, 2009/65/EC, Directive 2011/61/EU of the European Parliament and of the Council (*9), Regulation (EC) No 1060/2009 and Directive 2014/65/EU of the European Parliament and of the Council (*10), Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council (*11), Regulation (EU) 2017/1129 of the European Parliament and of the Council (*12), Regulation (EU) 2023/1114 of the European Parliament and of the Council (*13) and to the extent that those acts apply to firms providing investment services or to collective investment undertakings marketing their units or shares, issuers or offerors of crypto-assets, persons seeking admission to trading or crypto-asset service providers and the competent authorities that supervise them, within the relevant parts of, Directives 2002/87/EC and 2002/65/EC, including all directives, regulations, and decisions based on those acts, and of any further legally binding Union act which confers tasks on the Authority.“De Autoriteit handelt overeenkomstig de haar bij deze verordening toegekende bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van de Richtlijnen 97/9/EG, 98/26/EG, 2001/34/EG, 2002/47/EG, 2004/109/EG en 2009/65/EG, Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (*9), Verordening (EG) nr. 1060/2009 en Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (*10), Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (*11), Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (*12), Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (*13) en, voor zover die handelingen van toepassing zijn op ondernemingen die beleggingsdiensten verrichten, op instellingen voor collectieve beleggingen die hun rechten van deelneming of aandelen aanbieden, op uitgevers of aanbieders van cryptoactiva, personen die verzoeken om toelating tot de handel of aanbieders van cryptoactivadiensten, en op de bevoegde autoriteiten die toezicht op hen uitoefenen, binnen het toepassingsgebied van de relevante onderdelen van de Richtlijnen 2002/87/EG en 2002/65/EG, met inbegrip van alle op die handelingen gebaseerde richtlijnen, verordeningen en besluiten, en alle andere juridisch bindende Uniehandelingen waarmee taken aan de Autoriteit worden opgedragen.
Article 5Artikel 5
Entry into force and applicationInwerkingtreding en toepassing
This Regulation shall enter into force on the twentieth day following that of its publication in the Official Journal of the European Union.Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
It shall apply from 24 December 2024 with the exception of Article 1, points (4) and (9) amending Articles 4a(1), (2) and (3) and Article 10(1), (2) and (3), respectively, of Regulation (EU) No 648/2012, which shall not apply until the date of entry into force of the regulatory technical standards referred to in Article 10(4) of Regulation (EU) No 648/2012 as amended by Article 1, point (9), of this Regulation.De verordening is van toepassing vanaf 24 december 2024, met uitzondering van artikel 1, punten 4) en 9), tot wijziging van respectievelijk de artikelen 4 bis, leden 1, 2 en 3, en artikel 10, leden 1, 2, en 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012, die niet van toepassing zijn tot de datum van inwerkingtreding van de in artikel 10, lid 4, van Verordening (EU) nr. 648/2012, zoals gewijzigd bij artikel 1, lid 9, van deze verordening, bedoelde technische reguleringsnormen.
This Regulation shall be binding in its entirety and directly applicable in all Member States.Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Done at Strasbourg, 27 November 2024.Gedaan te Straatsburg, 27 november 2024.
For the European ParliamentVoor het Europees Parlement
The PresidentDe voorzitter
R. METSOLAR. METSOLA
For the CouncilVoor de Raad
The PresidentDe voorzitter
BÓKA J.BÓKA J.
(1)   OJ C 204, 12.6.2023, p. 3.(1)   PB C 204 van 12.6.2023, blz. 3.
(2)   OJ C 184, 25.5.2023, p. 49.(2)   PB C 184 van 25.5.2023, blz. 49.
(3)  Position of the European Parliament of 24 April 2024 (not yet published in the Official Journal) and decision of the Council of 19 November 2024.(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 24 april 2024 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 19 november 2024.
(4)  Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council of 4 July 2012 on OTC derivatives, central counterparties and trade repositories (OJ L 201, 27.7.2012, p. 1).(4)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).
(5)  Regulation (EU) No 1095/2010 of the European Parliament and of the Council of 24 November 2010 establishing a European Supervisory Authority (European Securities and Markets Authority), amending Decision No 716/2009/EC and repealing Commission Decision 2009/77/EC (OJ L 331, 15.12.2010, p. 84).(5)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(6)  Regulation (EU) 2019/2099 of the European Parliament and of the Council of 23 October 2019 amending Regulation (EU) No 648/2012 as regards the procedures and authorities involved for the authorisation of CCPs and requirements for the recognition of third-country CCPs (OJ L 322, 12.12.2019, p. 1).(6)  Verordening (EU) 2019/2099 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de procedures en betrokken autoriteiten voor de vergunningverlening aan CTP’s en de vereisten voor de erkenning van CTP’s uit derde landen (PB L 322 van 12.12.2019, blz. 1).
(7)  Regulation (EU) No 575/2013 of the European Parliament and of the Council of 26 June 2013 on prudential requirements for credit institutions and amending Regulation (EU) No 648/2012 (OJ L 176, 27.6.2013, p. 1).(7)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(8)  Regulation (EU) 2024/1624 of the European Parliament and of the Council of 31 May 2024 on the prevention of the use of the financial system for the purposes of money laundering or terrorist financing (OJ L, 2024/1624, 19.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1624/oj).(8)  Verordening (EU) 2024/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2024 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen of terrorismefinanciering (PB L, 2024/1624, 19.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1624/oj)
(9)  Commission Delegated Regulation (EU) 2015/2205 of 6 August 2015 supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards on the clearing obligation (OJ L 314, 1.12.2015, p. 13).(9)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2205 van de Commissie van 6 augustus 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 13).
(10)  Commission Delegated Regulation (EU) 2016/1178 of 10 June 2016 supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards on the clearing obligation (OJ L 195, 20.7.2016, p. 3).(10)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1178 van de Commissie van 10 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 195 van 20.7.2016, blz. 3).
(11)  Regulation (EU) 2015/2365 of the European Parliament and of the Council of 25 November 2015 on transparency of securities financing transactions and of reuse and amending Regulation (EU) No 648/2012 (OJ L 337, 23.12.2015, p. 1).(11)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).
(12)  Commission Delegated Regulation (EU) No 149/2013 of 19 December 2012 supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards on indirect clearing arrangements, the clearing obligation, the public register, access to a trading venue, non-financial counterparties, and risk mitigation techniques for OTC derivatives contracts not cleared by a CCP (OJ L 52, 23.2.2013, p. 11).(12)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (PB L 52 van 23.2.2013, blz. 11).
(13)  Regulation (EU) No 1093/2010 of the European Parliament and of the Council of 24 November 2010 establishing a European Supervisory Authority (European Banking Authority), amending Decision No 716/2009/EC and repealing Commission Decision 2009/78/EC (OJ L 331, 15.12.2010, p. 12).(13)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
(14)  Regulation (EU) No 1094/2010 of the European Parliament and of the Council of 24 November 2010 establishing a European Supervisory Authority (European Insurance and Occupational Pensions Authority), amending Decision No 716/2009/EC and repealing Commission Decision 2009/79/EC (OJ L 331, 15.12.2010, p. 48).(14)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).
(15)  Council Regulation (EU) No 1024/2013 of 15 October 2013 conferring specific tasks on the European Central Bank concerning policies relating to the prudential supervision of credit institutions (OJ L 287, 29.10.2013, p. 63).(15)  Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).
(16)  Commission Delegated Regulation (EU) 2020/1304 of 14 July 2020 supplementing Regulation (EU) No 648/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to the minimum elements to be assessed by ESMA when assessing third-country CCPs’ requests for comparable compliance and the modalities and conditions of that assessment (OJ L 305, 21.9.2020, p. 13).(16)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1304 van de Commissie van 14 juli 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door de ESMA bij de beoordeling van door CTP’s uit derde landen ingediende verzoeken om de status van vergelijkbare conformiteit van CTP’s te beoordelen minimumelementen en de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor die beoordeling (PB L 305 van 21.9.2020, blz. 13).
(17)  Directive 2014/65/EU of the European Parliament and of the Council of 15 May 2014 on markets in financial instruments and amending Directive 2002/92/EC and Directive 2011/61/EU (OJ L 173, 12.6.2014, p. 349).(17)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(18)  Regulation (EU) 2017/1131 of the European Parliament and of the Council of 14 June 2017 on money market funds (OJ L 169, 30.6.2017, p. 8).(18)  Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8).
(19)   OJ L 123, 12.5.2016, p. 1.(19)   PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2987/ojELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2987/oj
ISSN 1977-0677 (electronic edition)ISSN 1977-0758 (electronic edition)