Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02007L0074-20071229

Consolidated text: Richtlijn 2007/74/EG van de Raad van 20 december 2007 betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers komende uit derde landen

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2007/74/2007-12-29

2007L0074 — NL — 29.12.2007 — 000.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

RICHTLIJN 2007/74/EG VAN DE RAAD

van 20 december 2007

betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers komende uit derde landen

(PB L 346, 29.12.2007, p.6)


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 147, 7.6.2012, blz. 6  (2007/74)




▼B

RICHTLIJN 2007/74/EG VAN DE RAAD

van 20 december 2007

betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers komende uit derde landen



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 69/169/EEG van de Raad van 28 mei 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer ( 1 ) is een communautaire regeling van belastingvrijstellingen vastgesteld. Ofschoon deze regeling in stand moet worden gehouden om dubbele belasting te voorkomen alsook in gevallen waarin de bijzondere omstandigheden bij de invoer van de goederen de toepassing van de gebruikelijke maatregelen ter bescherming van de economie niet vereisen, dient zij uitsluitend te blijven gelden voor de niet-commerciële invoer van goederen in de persoonlijke bagage van uit derde landen komende reizigers.

(2)

Gelet op het aantal vereiste wijzigingen alsmede op het feit dat Richtlijn 69/169/EEG moet worden aangepast om rekening te houden met de uitbreiding en de nieuwe buitengrenzen van de Gemeenschap, en op de noodzaak enkele bepalingen ter wille van de duidelijkheid anders te ordenen en te vereenvoudigen, is het gerechtvaardigd Richtlijn 69/169/EEG volledig te herzien, in te trekken en te vervangen.

(3)

De kwantitatieve beperkingen en de drempelbedragen waaraan de vrijstellingen onderworpen zijn, moeten aan de huidige behoeften van de lidstaten voldoen.

(4)

In de drempelbedragen moet rekening worden gehouden met de verandering van de reële waarde van het geld ten opzichte van de laatste verhoging in 1994; tevens dienen deze een afspiegeling te zijn van de afschaffing van de kwantitatieve beperkingen voor goederen die in sommige lidstaten aan accijnzen onderworpen zijn en die nu zullen vallen onder de algemene drempel inzake btw.

(5)

Het gemak van winkelen over de grens kan tot problemen leiden voor lidstaten wier grondgebied grenst aan derde landen met aanzienlijk lagere prijzen. Het is derhalve gerechtvaardigd voor andere wijzen van reizen dan door de lucht of over zee een lager drempelbedrag vast te stellen.

(6)

Volgens de ervaring van de Commissie zijn de hoeveelheden voor tabaksproducten en alcoholhoudende dranken in het algemeen passend gebleken en zij moeten daarom worden gehandhaafd.

(7)

De kwantitatieve beperkingen voor de vrijstelling van accijnsgoederen moeten de thans in de lidstaten geldende regeling inzake de belasting van dergelijke goederen weergeven. Derhalve dient een beperking te worden voorzien voor bier en dienen de beperkingen voor parfum, koffie en thee te worden afgeschaft.

(8)

Teneinde een hoog niveau van bescherming van de gezondheid te verzekeren, dient de lidstaten te worden toegestaan lagere drempelbedragen vast te stellen voor kinderen en de vrijstellingen voor tabaksproducten en alcoholhoudende dranken niet te laten gelden voor minderjarigen.

(9)

Daar ten behoeve van de burgers van de Gemeenschap naar een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid moet worden gestreefd, dient de lidstaten te worden toegestaan voor de vrijstelling van tabaksproducten verlaagde kwantitatieve beperkingen te hanteren.

(10)

Teneinde rekening te houden met de bijzondere situatie van sommige mensen met betrekking tot hun woonplaats of werkomgeving, moeten de lidstaten strengere vrijstellingen kunnen toepassen in het geval van grensarbeiders, personen die hun verblijfplaats bij de Gemeenschapsgrens hebben, en personeel van in het internationale verkeer gebruikte vervoermiddelen.

(11)

Gememoreerd zij dat Oostenrijk een landgrens deelt met Samnauntal, een Zwitserse enclave waarin een specifiek belastingstelsel wordt toegepast, dat een aanmerkelijk lagere belastingheffing oplevert dan uit hoofde van de voorschriften in de rest van Zwitserland en zelfs in het Kanton Graubünden, waar Samnauntal deel van uitmaakt, wordt toegepast. Gezien deze bijzondere situatie, die Oostenrijk ertoe heeft gebracht lagere maxima voor tabaksproducten op die enclave toe te passen, overeenkomstig artikel 5, lid 8, van Richtlijn 69/169/EEG, is het passend die lidstaat toe te staan het bij de onderhavige richtlijn vastgestelde lagere maximum voor tabaksproducten alleen op Samnauntal toe te passen.

(12)

Voor lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, dient een mechanisme te worden ingevoerd om in de nationale munteenheid uitgedrukte bedragen om te zetten in euro en aldus in alle lidstaten een gelijke behandeling te garanderen.

(13)

Het bedrag waarvoor de lidstaten vrij zijn geen belasting bij de invoer van goederen te heffen, dient te worden verhoogd om rekening te houden met de actuele monetaire waarden,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:



HOOFDSTUK I

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Deze richtlijn stelt de regels vast met betrekking tot de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde (btw) en accijnzen voor goederen die worden ingevoerd in de persoonlijke bagage van reizigers die komen uit een derde land of van een grondgebied waar de communautaire regels inzake hetzij btw, hetzij accijnzen, hetzij beide, als omschreven in artikel 3, niet van toepassing zijn.

Artikel 2

Wanneer een reis over het grondgebied van een derde land loopt of een van de in artikel 1 bedoelde grondgebieden als vertrekpunt heeft, is deze richtlijn van toepassing indien de reiziger niet kan aantonen dat de in zijn bagage meegevoerde goederen zijn verkregen onder een voor de binnenlandse markt van een lidstaat geldende algemene belastingregeling, en dat zij niet voor teruggaaf van btw of accijnzen in aanmerking komen.

Het overvliegen van een grondgebied zonder landing wordt niet als een reis over dat grondgebied aangemerkt.

Artikel 3

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

1. „derde land”: elk land dat geen lidstaat van de Europese Unie is;

Gelet op de fiscale overeenkomst tussen Frankrijk en het Prinsdom Monaco van 18 mei 1963 en de Convenzione di amicizia e buon vicinato (Verdrag van vriendschap en goede nabuurschap) tussen Italië en de Republiek San Marino van 31 maart 1939, worden Monaco en San Marino vanuit een oogpunt van accijnzen niet als derde land beschouwd.

2. „grondgebied waar de communautaire regels inzake hetzij btw, hetzij accijnzen, hetzij beide niet van toepassing zijn”: elk grondgebied, niet zijnde een grondgebied van een derde land, waar hetzij Richtlijn 2006/112/EG ( 2 ), hetzij Richtlijn 92/12/EEG, hetzij beide, niet van toepassing zijn;

Gelet op de Agreement between the Governments of the United Kingdom and the Isle of Man on Customs and Excise and associated matters (Overeenkomst tussen de regeringen van het Verenigd Koninkrijk en het eiland Man over douane en accijnzen en daarmee verband houdende zaken) van 15 oktober 1979, wordt het eiland Man niet beschouwd als een grondgebied waar de communautaire regels inzake hetzij btw, hetzij accijnzen, hetzij beide, niet van toepassing zijn.

3. „luchtreizigers” en „zeereizigers”: personen die reizen door de lucht of over zee, met uitzondering van de particuliere plezierlucht- of -zeevaart;

4. „particuliere plezierluchtvaart” en „particuliere plezierzeevaart”: het gebruik van een luchtvaartuig of een zeewaardig vaartuig door de eigenaar daarvan of door de natuurlijke of rechtspersoon die het gebruiksrecht daarvan geniet door huur of anderszins, voor andere dan commerciële doeleinden en met name voor andere doeleinden dan voor het vervoer van personen of goederen of voor het verrichten van diensten onder bezwarende titel, dan wel ten behoeve van overheidsinstanties;

5. „grensgebied”: een gebied dat zich in rechte lijn niet verder dan 15 km vanaf de grens van een lidstaat uitstrekt, en dat de gemeenten die slechts gedeeltelijk binnen dat gebied vallen, in hun geheel omvat; de lidstaten mogen hierop uitzonderingen toestaan;

6. „grensarbeider”: ieder die zich voor zijn gewone werkzaamheden op zijn werkdagen naar de andere zijde van de grens dient te begeven.



HOOFDSTUK II

VRIJSTELLINGEN



AFDELING 1

Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 4

De lidstaten verlenen, in de vorm van drempelbedragen of kwantitatieve beperkingen, vrijstelling van btw en accijnzen voor in de persoonlijke bagage van reizigers ingevoerde goederen, mits de invoer geen handelskarakter heeft.

Artikel 5

Voor de toepassing van de vrijstellingen wordt onder persoonlijke bagage verstaan alle bagage die de reiziger bij zijn aankomst bij de douane kan aangeven, alsmede de bagage die hij later bij die douane aangeeft, mits hij kan bewijzen dat deze bij zijn vertrek als begeleide bagage is ingeschreven bij de maatschappij die zijn vervoer heeft verzorgd. Andere dan de in artikel 11 genoemde brandstof wordt niet beschouwd als persoonlijke bagage.

Artikel 6

Voor de toepassing van de vrijstellingen wordt onder invoer die geen handelskarakter heeft, verstaan de invoer die:

a) een incidenteel karakter heeft;

b) uitsluitend betrekking heeft op goederen, bestemd voor persoonlijk gebruik van de reizigers dan wel voor gebruik door hun gezinsleden of bestemd om ten geschenke te worden aangeboden.

Uit de aard of de hoeveelheid van de goederen moet blijken dat aan die invoer geen commerciële overwegingen ten grondslag liggen.



AFDELING 2

Drempelbedragen

Artikel 7

1.  De lidstaten verlenen vrijstelling van btw en accijnzen voor de invoer van andere dan de in afdeling 3 bedoelde goederen waarvan de totale waarde niet meer dan 300 EUR per persoon bedraagt.

In het geval van lucht- en zeereizigers, is het in de eerste alinea genoemde drempelbedrag 430 EUR.

2.  De lidstaten mogen het drempelbedrag verlagen voor reizigers jonger dan vijftien jaar, ongeacht hun wijze van vervoer. Het drempelbedrag mag evenwel niet lager zijn dan 150 EUR.

3.  Voor de toepassing van de drempelbedragen mag de waarde van een afzonderlijk goed niet worden gesplitst.

4.  De waarde van de persoonlijke bagage van een reiziger die tijdelijk wordt ingevoerd of na tijdelijke uitvoer wordt wederingevoerd, alsook de waarde van de voor persoonlijk gebruik van de reiziger benodigde geneesmiddelen worden buiten beschouwing gelaten bij de toepassing van de in de leden 1 en 2 genoemde vrijstellingen.



AFDELING 3

Kwantitatieve beperkingen

Artikel 8

1.  De lidstaten verlenen vrijstelling van btw en accijnzen voor de invoer van de volgende tabaksproducten, met inachtneming van de volgende hoogste dan wel laagste kwantitatieve beperkingen:

a) 200 sigaretten of 40 sigaretten;

b) 100 cigarillo’s of 20 cigarillo’s;

c) 50 sigaren of 10 sigaren;

d) 250 g rooktabak of 50 g rooktabak.

Elke onder a) tot en met d) genoemde hoeveelheid vertegenwoordigt, voor de toepassing van lid 4, 100 % van de totale vrijstelling voor tabaksproducten.

Cigarillo’s zijn sigaren die per stuk niet meer dan 3 g wegen.

2.  De lidstaten mogen een onderscheid maken tussen luchtreizigers en andere reizigers door de in lid 1 genoemde laagste kwantitatieve beperkingen alleen toe te passen op andere reizigers dan luchtreizigers.

3.  In afwijking van de leden 1 en 2 mag Oostenrijk, zo lang het belastingstelsel in de Zwitserse enclave Samnauntal verschilt van het in de rest van het Kanton Graubünden toegepaste stelsel, de toepassing van de laagste kwantitatieve beperking beperken tot tabaksproducten die het grondgebied van die lidstaat worden binnengebracht door reizigers die rechtstreeks vanuit de Zwitserse enclave Samnauntal zijn grondgebied binnenkomen.

4.  Voor iedere reiziger mag de vrijstelling worden toegepast voor alle combinaties van tabaksproducten, mits de som van de van de afzonderlijke vrijstellingen gebruikte percentages niet meer dan 100 % bedraagt.

Artikel 9

1.  De lidstaten verlenen vrijstelling van btw en accijnzen voor de invoer van alcohol en alcoholhoudende dranken, andere dan niet-mousserende wijnen en bier, met inachtneming van de volgende kwantitatieve beperkingen:

a) in totaal 1 l alcohol en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22 % vol. of niet gedenatureerde ethylalcohol van 80 % vol. en hoger;

b) in totaal 2 l alcohol en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van maximaal 22 % vol.

Elke onder a) en b) genoemde hoeveelheid vertegenwoordigt voor de toepassing van lid 2, 100 % van de totale vrijstelling voor alcohol en alcoholhoudende dranken.

2.  Voor iedere reiziger mag de vrijstelling worden toegepast voor alle combinaties van de in lid 1 bedoelde soorten alcohol en alcoholhoudende dranken, mits de som van de van de afzonderlijke vrijstellingen gebruikte percentages niet meer dan 100 % bedraagt.

3.  De lidstaten verlenen vrijstelling van btw en accijnzen voor een maximale hoeveelheid van 4 l niet-mousserende wijnen en 16 l bier.

Artikel 10

De vrijstellingen uit hoofde van de artikelen 8 en 9 gelden niet voor reizigers jonger dan zeventien jaar.

Artikel 11

De lidstaten verlenen voor elke soort motorvoertuig vrijstelling van btw en accijnzen voor de brandstof die zich in het normale reservoir van dat voertuig bevindt, alsmede voor een maximale hoeveelheid van tien liter brandstof in een draagbaar reservoir.

Artikel 12

De waarde van de in de artikelen 8, 9 en 11 bedoelde goederen wordt bij de toepassing van de in artikel 7, lid 1, vastgestelde vrijstelling buiten beschouwing gelaten.



HOOFDSTUK III

BIJZONDERE GEVALLEN

Artikel 13

1.  De lidstaten mogen de drempelbedragen of de kwantitatieve beperkingen of beide verlagen in het geval van reizigers die tot de volgende categorieën behoren:

a) personen die in het grensgebied hun verblijfplaats hebben;

b) grensarbeiders;

c) het personeel van een vervoermiddel voor reizen uit een derde land of een grondgebied waar de communautaire regels hetzij inzake btw, hetzij inzake accijnzen, hetzij beide, niet van toepassing zijn.

2.  Lid 1 is niet van toepassing wanneer een reiziger die tot één van de in dat lid genoemde categorieën behoort, het bewijs levert dat hij verder reist dan naar het grensgebied van de lidstaat of dat hij niet terugkeert uit het grensgebied van het aangrenzende derde land.

Lid 1 is echter van toepassing wanneer grensarbeiders of het personeel van de in het internationale verkeer gebruikte vervoermiddelen goederen invoeren ter gelegenheid van een verplaatsing in het kader van hun beroepsbezigheden.



HOOFDSTUK IV

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

De lidstaten mogen besluiten de btw of de accijnzen niet te heffen bij de invoer van goederen door een reiziger wanneer het belastingbedrag dat zou moeten worden geheven, gelijk is aan of lager is dan 10 EUR.

Artikel 15

1.  De voor de toepassing van deze richtlijn in aanmerking te nemen tegenwaarde van de euro in de nationale munteenheid wordt eenmaal per jaar vastgesteld. De toe te passen koersen zijn die van de eerste werkdag van oktober. Deze worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en worden met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar toegepast.

2.  De lidstaten mogen de bedragen in nationale munteenheid, voortvloeiende uit de omrekening van de in artikel 7 vastgestelde bedragen in euro, afronden met ten hoogste 5 EUR.

3.  De lidstaten mogen de drempelbedragen die op het tijdstip van de in lid 1 bedoelde jaarlijkse aanpassing van toepassing zijn, onveranderd laten indien de omrekening van de overeenkomstige in euro uitgedrukte bedragen, vóór de in lid 2 bedoelde afronding, zou leiden tot een wijziging van de in de nationale munteenheid uitgedrukte vrijstelling met minder dan 5 % of tot een verlaging van deze vrijstelling.

Artikel 16

Voor het eerst in 2012 en daarna om de vier jaar legt de Commissie de Raad een verslag voor over de uitvoering van deze richtlijn, eventueel vergezeld van een voorstel tot wijziging.

Artikel 17

In artikel 5, lid 9, van Richtlijn 69/169/EEG wordt de datum 31 december 2007 vervangen door 30 november 2008.

Artikel 18

Richtlijn 69/169/EEG wordt met ingang van de in artikel 20, tweede alinea genoemde datum ingetrokken en vervangen door de onderhavige richtlijn ►C1  met ingang van 1 december 2008. ◄

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de in de bijlage opgenomen concordantietabel.

Artikel 19

1.  De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om ►C1  met ingang van 1 december 2008 ◄ aan de artikelen 1 tot en met 15 van deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld van die maatregelen in kennis.

Wanneer de lidstaten deze maatregelen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.  De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 20

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 december 2008.

Artikel 17 is echter van toepassing met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 21

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.




BIJLAGE



CONCORDANTIETABEL

Richtlijn 69/169/EEG

Deze richtlijn

Artikel 1, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 1, lid 2

Artikel 7, lid 2

Artikel 1, lid 3

Artikel 7, lid 3

Artikel 2

Artikel 3, punt 1

Artikel 7, lid 4

Artikel 3, punt 2

Artikel 6

Artikel 3, punt 3, eerste alinea

Artikel 5

Artikel 3, punt 3, tweede alinea

Artikelen 5 en 11

Artikel 4, lid 1, aanhef

Artikel 8, lid 1, aanhef, artikel 9, lid 1, aanhef

Artikel 4, lid 1, tweede kolom

Artikel 4, lid 1, onder a), eerste kolom

Artikel 8, lid 1

Artikel 4, lid 1, onder b), eerste kolom

Artikel 9, lid 1

Artikel 4, lid 1, onder c), d) en e), eerste kolom

artikel 4, lid 2, eerste alinea

Artikel 10

Artikel 4, lid 2, tweede alinea

Artikel 4, lid 3

Artikel 12

Artikel 4, lid 4

Artikel 2

Artikel 4, lid 5

Artikel 5, lid 1

Artikel 5, lid 2

Artikel 13, lid 1

Artikel 5, lid 3

Artikel 5, lid 4

Artikel 13, lid 2

Artikel 5, lid 5

Artikel 5, lid 6, aanhef, eerste streepje

Artikel 3, lid 5

Artikel 5, lid 6, aanhef, tweede streepje

Artikel 3, lid 6

Artikel 5, lid 7

Artikel 5, lid 8

Artikel 5, lid 9

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 2

Artikel 15, lid 1

Artikel 7, lid 3

Artikel 15, lid 2

Artikel 7, lid 4

Artikel 15, lid 3

Artikel 7, lid 5

Artikel 7 bis, lid 1

Artikel 7 bis, lid 2

Artikel 14

Artikel 7 ter

Artikel 7 quater

Artikel 7 quinquies

Artikel 8, lid 1

Artikel 19, lid 1, eerste alinea

Artikel 8, lid 2, eerste alinea

Artikel 19, lid 1, eerste alinea

Artikel 8, lid 2, tweede alinea

Artikel 9

Artikel 21



( 1 ) PB L 133 van 4.6.1969, blz. 6. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/93/EG (PB L 346 van 29.12.2005, blz. 16).

( 2 ) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/138/EG (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 92).

Top