This document is an excerpt from the EUR-Lex website
De Verordeningen (EG) nr. 1882/2006, 333/2007 en (EU) 2017/644, 2022/1428, 2023/2782 en 2023/2783 stellen bemonsterings- en analysemethoden vast om het gehalte aan verontreinigingen in levensmiddelen te controleren.
Verontreinigingen zijn stoffen die niet opzettelijk in levensmiddelen aanwezig zijn als gevolg van de verschillende stadia van productie, verpakking, vervoer en opslag, of als gevolg van blootstelling aan het milieu. Aangezien verontreiniging over het algemeen een negatief effect heeft op de veiligheid van levensmiddelen en een risico voor de menselijke gezondheid inhoudt, heeft de Europese Unie (EU) maatregelen genomen om verontreinigingen in levensmiddelen tot een minimum te beperken. Er zijn maximumgehalten vastgesteld voor de belangrijkste zorgwekkende voedselverontreinigingen voor EU-consumenten.
De zes verordeningen hebben betrekking op Verordening (EU) 2017/625 over agro-voedselketenwetgeving, met inbegrip van officiële controles en andere officiële activiteiten die zijn uitgevoerd om de toepassing van de wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders te waarborgen. Artikel 34 van Verordening (EU) 2017/625 bevat regels voor het gebruik van bemonsterings- en analysemethoden voor officiële controle en andere officiële activiteiten. Verordening (EU) 2017/625 strekte tot vervanging en intrekking van Verordening (EG) nr. 882/2004 in 2019.
In Verordening (EG) nr. 1882/2006 worden bemonsteringswijzen en analysemethoden vastgesteld voor de officiële controle op het nitraatgehalte in spinazie, sla, ijsbergsla, babyvoeding en bewerkte levensmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters.
In Verordening (EG) nr. 333/2007 worden bemonsteringswijzen en analysemethoden vastgesteld voor sporenelementen en verwerkingsverontreinigingen in levensmiddelen.
In Verordening (EU) 2017/644 zijn bemonsterings- en analysemethoden vastgesteld voor de controle op het gehalte aan dioxinen en dioxineachtige polychloorbifenylen (PCB's) en niet-dioxineachtige PCB's in bepaalde levensmiddelen. Dioxinen en dioxineachtige verbindingen zijn persistente milieuverontreinigende stoffen, meestal kleine bijproducten van verbranding of industriële processen. PCB's werden gebruikt bij het maken van elektrische apparatuur, inkt, kleefmiddelen, vlamwerende middelen en verf. Ze zijn zeer persistent en zeer goed oplosbaar in vet, wat verklaart waarom pcb’s nog steeds aanwezig zijn en zich kunnen ophopen in dierlijk vet en in de gehele voedselketen.
In Verordening (EU) 2022/1428 worden bemonsterings- en analysemethoden vastgesteld voor de controle op perfluoroalkylstoffen in levensmiddelen, zoals vis, vlees en slachtafval, waarvoor de maximumgehalten zijn vastgesteld in Verordening (EC) nr. 1881/2006, die is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) 2023/915.
Verordening (EU) 2023/2782 tot vaststelling van bemonsteringsprocedures en analysemethoden voor de controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen Mycotoxinen zijn giftige stoffen die worden geproduceerd door schimmels die voedsel en diervoeder in alle stadia van de voedselvoorzieningsketen kunnen verontreinigen. Bepaalde mycotoxinen kunnen kankerverwekkend zijn voor lever en nieren. Wijzigingsverordening (EU) 2024/885 bevat een actualisering van de bemonsteringsmethoden voor de controle van de mycotoxineniveaus in gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en poederspecerijen gebruikt in voedingssupplementen. De verordening strekt tot intrekking van Verordening (EG) nr. 401/2006 met ingang van , maar tot blijven de specifieke vereisten voor confirmatieve, semi-kwantitatieve en kwalitatieve screeningmethoden als bedoeld in punt 4.3 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 401/2006 blijven van toepassing op methoden die vóór de inwerkingtreding van de nieuwe verordening zijn gevalideerd.
Verordening (EU) 2023/2783 strekken tot vaststelling van bemonsteringsprocedures en bieden criteria voor monstervoorbereiding en voor analysemethoden voor de controle op het gehalte aan plantentoxinen in levensmiddelen. Met deze verordening wordt met ingang van Verordening (EU) 2015/705 betreffende de officiële controle op het gehalte aan erucazuur in levensmiddelen ingetrokken.
Zie voor meer informatie:
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782 van de Commissie van tot vaststelling van bemonsteringsprocedures en analysemethoden voor de controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 401/2006 (PB L, 2023/2782, ).
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2023/2782 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2783 van de Commissie van tot vaststelling van bemonsteringsprocedures en analysemethoden voor de controle op het planttoxinegehalte in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2015/705 (OJ L, 2023/2783, ).
Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1428 van de Commissie van tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de controle op perfluoralkylstoffen in bepaalde levensmiddelen (Voor de EER relevante tekst) (PB L 221, , pp. 66-73).
Verordening (EU) 2017/644 van de Commissie van tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de controle op het gehalte aan dioxinen en dioxineachtige en niet-dioxineachtige pcb's in bepaalde levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 589/2014 (PB L 92, , pp. 9-34).
Verordening (EG) nr. 333/2007 van de Commissie van tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de gehalten aan lood, cadmium, kwik, anorganisch tin, 3-MCPD en benzo(a)pyreen in levensmiddelen (PB L 88, , pp. 29-38).
Zie de geconsolideerde versie.
Verordening (EG) nr. 1882/2006 van de Commissie van tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle op het nitraatgehalte in bepaalde levensmiddelen (PB L 364, , pp. 25-31).
laatste bijwerking