This document is an excerpt from the EUR-Lex website
De overeenkomst is van toepassing op het ongeregeld internationaal vervoer van personen, ongeacht hun nationaliteit, en op lege ritten van autobussen en touringcars in verband met dit vervoer op het grondgebied van de EU, en in Albanië, Andorra, Bosnië en Herzegovina, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Turkije, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.
De overeenkomst:
Het beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit of plaats van vestiging van de vervoerondernemer en op grond van herkomst of bestemming van de autobus of touringcar, is een basisvoorwaarde voor het verrichten van internationale vervoerdiensten.
Om de controleprocedures te vereenvoudigen, worden in de overeenkomst uniforme modellen vastgelegd voor:
Autobussen en touringcars zijn vrijgesteld van:
Autobussen en touringcars zijn echter niet vrijgesteld van:
De overeenkomst stelt een gemengd comité in dat verantwoordelijk is voor het beheer en de correcte toepassing van de overeenkomst. Het comité is in het bijzonder verantwoordelijk voor:
Deze overeenkomst werd gesloten voor een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding. De overeenkomst wordt stilzwijgend met periodes van vijf jaar verlengd voor de overeenkomstsluitende partijen die niet te kennen geven voornemens te zijn haar niet te verlengen.
Het protocol breidt de Interbus-overeenkomst uit tot geregeld internationaal en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen. Het wijzigt of dupliceert de gemeenschappelijke regels niet, maar verwijst naar de onderliggende bepalingen van de Interbus-overeenkomst. De overeenkomstsluitende partijen kunnen het protocol pas ondertekenen en sluiten, ratificeren of ertoe toetreden nadat zij de Interbus-overeenkomst hebben ondertekend en gesloten, geratificeerd of ertoe zijn toegetreden; dit garandeert dat de Interbus-regels door deze partijen worden aanvaard en toegepast wanneer zij het protocol ondertekenen en sluiten, ratificeren of ertoe toetreden.
Het protocol is, onder bepaalde voorwaarden, van toepassing:
Het protocol staat de exploitatie van geregeld of bijzondere vormen van geregeld vervoer met de herkomst en bestemming binnen dezelfde overeenkomstsluitende partij door ondernemers die zijn gevestigd in een andere overeenkomstsluitende partij (cabotage) niet toe. Indien het vervoer echter deel uitmaakt van een dienst naar of van het grondgebied waar de vervoerondernemer is gevestigd, kunnen personen worden opgehaald of afgezet op het grondgebied van elke overeenkomstsluitende partij op de route die een tussenstop op zijn grondgebied toestaat.
Het protocol is niet van toepassing op het gebruik van autobussen en touringcars die zijn ontworpen voor het vervoer van personen, voor het vervoer van goederen voor commerciële doeleinden of voor diensten voor eigen rekening.
Het protocol bevat regels voor geregeld internationaal en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer waarvoor een vergunning vereist is. De overeenkomstsluitende partijen en de lidstaten kunnen onderling besluiten om geregeld en bijzondere vormen van geregeld vervoer tussen hen te onderwerpen aan partnerschapsovereenkomsten tussen de ondernemers van de plaats van herkomst en de plaats van bestemming van het vervoer. Ondernemers van de overeenkomstsluitende partijen of lidstaten die doorkruist worden op de route en daarbij personen ophalen en afzetten, hebben het recht zich bij dergelijke partnerschappen aan te sluiten.
Deze zijn opgenomen in bijlage I bij het protocol en zijn onderworpen aan de regels van Verordening (EG) nr. 1071/2009 betreffende exploitatievoorschriften voor vervoersondernemingen (zie de samenvatting) en Verordening (EU) nr. 181/2011 over de rechten van in autobus- en touringcarpassagiers (zie de samenvatting).
Er zijn gedetailleerde voorschriften vastgelegd met betrekking tot de instanties die bevoegd zijn voor het verlenen van vergunningen, de aanvraagprocedures die de ondernemers moeten volgen, de geldigheidsduur van de vergunningen, de verlengingen, de in de vergunningen op te nemen producten en het gebruik van extra voertuigen in tijdelijke en uitzonderlijke omstandigheden.
Een gemengd comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de overeenkomstsluitende partijen beheert het protocol.
De overeenkomst is op in werking getreden.
Het protocol is op in werking getreden voor de overeenkomstsluitende partijen die het hebben goedgekeurd of geratificeerd (de Europese Unie, Moldavië en Bosnië en Herzegovina). Het protocol treedt in werking op voor Albanië, dat het instrument voor toetreding heeft nedergelegd.
Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) (PB L 321 van , blz. 13-43).
Achtereenvolgende correcties in de overeenkomst zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Besluit 2002/917/EG van de Raad van inzake de sluiting van de overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) (PB L 321 van , blz. 11-12).
Protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) betreffende geregeld internationaal en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (PB L 122 van , blz. 3-26).
Besluit (EU) 2023/911 van de Raad van inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft (PB L 122 van , blz. 1-2).
laatste bijwerking