This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Gezondheid en veiligheid op het werk: blootstelling aan lawaai
SAMENVATTING
De richtlijn is van toepassing op activiteiten waarbij werknemers vanwege hun werk worden blootgesteld aan risico's verbonden aan lawaai.
WAT DOET DEZE RICHTLIJN?
Deze richtlijn bevat minimumvoorschriften ter bescherming van werknemers tegen risico's voor hun gezondheid en veiligheid die voortvloeien uit blootstelling aan lawaai, waarbij het met name gaat om de risico's voor het gehoor.
KERNPUNTEN
Op de werkplek hebben de grenswaarden voor blootstelling aan lawaai, die niet overschreden mogen worden, hoofdzakelijk betrekking op een dagelijkse of wekelijkse blootstelling van 87 decibel (dB), waarbij rekening wordt gehouden met de dempende werking van gehoorbeschermers.
De actiewaarden voor blootstelling — het decibelgehalte waarbij een werknemer bepaalde werkzaamheden moet uitvoeren — zijn vastgesteld op een dagelijkse of wekelijkse blootstelling van 80 dB (lagere waarde) en 85 dB (hogere waarde).
De werkgever is verantwoordelijk voor de beoordeling en, indien nodig, de meting van de lawaainiveaus waaraan werknemers worden blootgesteld, waarbij deze met name aandacht besteedt aan:
— |
het niveau, de aard en de duur van de blootstelling, met inbegrip van impulsgeluid*,
|
— |
de grenswaarden en actiewaarden voor de blootstelling,
|
— |
de gevolgen voor werknemers die tot bijzonder gevoelige risicogroepen behoren,
|
— |
de gevolgen van de wisselwerking tussen lawaai en werkgerelateerde ototoxische stoffen, trillingen of waarschuwingssignalen en andere met de veiligheid verband houdende geluiden,
|
— |
de informatie over lawaai-emissie die door de fabrikanten is verstrekt,
|
— |
alternatieve arbeidsmiddelen die lawaai kunnen verminderen,
|
— |
lawaai buiten normale werktijd,
|
— |
uit gezondheidstoezicht verkregen informatie,
|
— |
de beschikbaarheid van gehoorbeschermers.
|
Voor zover dat mogelijk is, moeten risicofactoren worden weggenomen aan de bron of tot een minimum worden beperkt, waarbij rekening wordt gehouden met:
— |
alternatieve werkmethoden die leiden tot minder blootstelling,
|
— |
de keuze van de juiste arbeidsmiddelen,
|
— |
het ontwerp van de werkplek,
|
— |
opleiding, raadpleging en deelneming van de werknemers,
|
— |
gebruik van afschermingen, omkastingen, afdekkingen met geluidsabsorberend materiaal, demping en isolatie,
|
— |
onderhoud van de werkplek en de arbeidsmiddelen, en
|
— |
de organisatie van werkzaamheden, werkschema's en rustpauzes.
|
De blootstelling van de werknemer mag in geen geval de grenswaarden voor blootstelling overschrijden.
Werkplekken waar de actiewaarden voor blootstelling worden overschreden, dienen duidelijk afgebakend en beperkt toegankelijk te zijn. De werkgever dient individuele gehoorbeschermers ter beschikking van werknemers te stellen. Het gebruik van gehoorbeschermers is verplicht wanneer het geluidsniveau de bovenste actiewaarde overschrijdt.
Waar geluidsniveaus een gezondheidsrisico vormen, moeten EU-landen zorgen voor passend gezondheidstoezicht op werknemers. Een werknemer die is blootgesteld aan lawaai dat de bovenste actiewaarden voor blootstelling overschrijdt, heeft recht op controle van het gehoor, terwijl een werknemer die is blootgesteld aan lawaai dat de onderste actiewaarden voor blootstelling overschrijdt, recht heeft op preventief audiometrisch onderzoek.
Wanneer gehoorbeschadiging is vastgesteld, beoordeelt een arts of de beschadiging vermoedelijk het gevolg is van blootstelling aan lawaai op het werk. Indien dit het geval is:
— |
dient de werknemer op de hoogte gesteld te worden,
|
— |
dient de werkgever de risicobeoordeling en de maatregelen om de risico's te verminderen, te herzien,
|
— |
dient de werkgever rekening te houden met het medische advies, met inbegrip van de mogelijkheid van toewijzing van ander werk aan de werknemer, en
|
— |
dient de werkgever toezicht te blijven houden en de gezondheid van elke andere werknemer die op soortgelijke wijze is blootgesteld opnieuw te laten onderzoeken.
|
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn is in werking getreden op 15 februari 2003.
KERNBEGRIP
* Impulsgeluid: geluid van hoge intensiteit en van korte duur, zoals een hamerslag.
BESLUIT
Richtlijn 2003/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (lawaai) (zeventiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
REFERENTIES
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Richtlijn 2003/10/EG |
15.2.2003 |
14.2.2006 Voor de muziek- en entertainmentsector: 15.2.2008 Voor personeel aan boord van zeeschepen: 15.2.2011 |
Wijzigingsbesluit(en) |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Richtlijn 2007/30/EG |
28.6.2007 |
31.12.2012 |
|
Verordening (EG) nr. 1137/2008 |
11.12.2008 |
— |
Achtereenvolgende wijzigingen en veranderingen aan 2003/10/EG werden in de originele tekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft alleen documentaire waarde.
Laatste bijwerking 02.10.2015