Elija las funciones experimentales que desea probar

Este documento es un extracto de la web EUR-Lex

Groenboek over het bevorderen van gezonde voeding en lichaamsbeweging

Met dit groenboek over de bevordering van gezonde voeding en lichaamsbeweging wil de Commissie een debat op gang brengen over initiatieven voor de preventie van obesitas. Het is met name de bedoeling om de verspreiding van goede praktijkvoorbeelden in Europa te bevorderen. In sommige landen van de EU lijden maar liefst 27% van de mannen en 38% van de vrouwen, waaronder 3 miljoen kinderen, aan obesitas.

BESLUIT

Groenboek van 8 december 2005 "Bevorderen van gezonde voeding en lichaamsbeweging: een Europese dimensie voor de preventie van overgewicht, obesitas en chronische ziekten" [COM(2005) 637 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Ongezonde voeding en een gebrek aan lichaamsbeweging zijn de hoofdoorzaken van vermijdbare ziekten en voortijdige sterfte in Europa. De voortdurende toename van obesitas vormt dan ook een belangrijk probleem voor de volksgezondheid in de lidstaten van de Europese Unie (EU).

In zijn conclusies van 3 juni 2005 heeft de Raad de lidstaten en de Commissie opgeroepen initiatieven te ontplooien en uit te voeren om gezonde eetgewoonten en een actieve leefstijl te bevorderen.

De Raad heeft voorts benadrukt dat vele verschillende factoren een rol spelen bij obesitas. Daarom moeten de talrijke belanghebbenden bij de ontwikkeling van strategieën worden betrokken en moet zowel op lokaal, regionaal, nationaal als Europees niveau actie worden ondernomen.

Doel van het groenboek

In het groenboek worden de belanghebbenden uitgenodigd hun reacties kenbaar te maken over een breed scala van thema's die met voeding en lichaamsbeweging verband houden. Het is de bedoeling meer informatie te verzamelen voor een Europese aanpak van het obesitasprobleem ter aanvulling, ondersteuning en coördinatie van de maatregelen die al door de lidstaten worden genomen.

STRUCTUREN EN INSTRUMENTEN OP EU-NIVEAU

Er bestaan op Europees niveau een aantal instrumenten en structuren voor de bestrijding van obesitas.

Het Europees actieplatform op het gebied van voeding, lichaamsbeweging en gezondheid

Dit platform is in maart 2005 opgericht als gemeenschappelijk actiekader in de strijd tegen obesitas. Het bestaat uit alle relevante spelers die op EU-niveau actief zijn en die zich willen inzetten om overgewicht en obesitas tegen te gaan.

Europees netwerk op het gebied van voeding en lichaamsbeweging

Dit netwerk is in 2003 opgericht om de Commissie te adviseren bij de ontwikkeling van communautaire activiteiten op het gebied van voeding, de preventie van voedingsgerelateerde ziekten, de bevordering van een actievere leefstijl en de bestrijding van obesitas.

Gezondheid in de diverse EU-beleidsterreinen

De preventie van overgewicht en obesitas vergt een geïntegreerde aanpak voor de bescherming van de gezondheid waaraan ook andere beleidssectoren (consumentenbescherming, sociaal beleid, landbouw, milieu, onderwijs enz.) actief moeten bijdragen.

Het actieprogramma voor de volksgezondheid

In het actieprogramma wordt op verschillende plaatsen aandacht besteed aan voedingsvraagstukken en het obesitasprobleem, bijvoorbeeld in het deel over gezondheidsinformatie (verzameling van gegevens over de epidemiologie van obesitas en over gedragsaspecten) en in dat over gezondheidsdeterminanten (steun voor projecten om een actieve leefstijl en gezonde eetgewoonten te stimuleren).

Ook in het tweede communautaire actieprogramma betreffende gezondheid ligt het accent op stimulerende en preventieve maatregelen op het gebied van voeding en lichaamsbeweging.

Vragen

Het groenboek legt een aantal vragen over de structuren en instrumenten op EU-niveau voor. Er wordt met name gevraagd

  • welke concrete bijdragen het EU-beleid kan leveren aan de bevordering van een gezonde voeding en actieve leefstijl;
  • welke nationale of EU-maatregelen ertoe kunnen bijdragen groenten en fruit aantrekkelijker, gemakkelijker verkrijgbaar en betaalbaarder te maken;
  • hoe het actieprogramma voor de volksgezondheid kan bijdragen aan bewustmakingsacties die mensen erop wijzen dat zij minder kans maken op chronische ziekten als zij gezond eten en meer bewegen.

WERKTERREINEN

Tal van gebieden kunnen een rol spelen bij de bevordering van gezonde eetgewoonten en een actieve leefstijl en bij de bestrijding van obesitas. Voor elk van deze gebieden heeft de Commissie een reeks specifieke vragen opgesteld.

Consumentenvoorlichting en reclame

Het consumentenbeleid is er met name op gericht dat de consument met kennis van zaken zijn voeding kan kiezen. Daartoe moet hij duidelijke informatie hebben over de verschillende voedingsmiddelen.

Met dat doel voor ogen heeft de Commissie een voorstel voor een verordening tot harmonisering van de voorschriften inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen voorgelegd. Ook overweegt zij een wijziging van de huidige voorschriften voor voedingswaarde-etikettering.

Bij reclame en marketing moet erop worden gelet dat de consument niet misleid wordt en dat met name geen misbruik wordt gemaakt van de lichtgelovigheid of het gebrek aan mediageletterdheid van kwetsbare consumentengroepen, zoals kinderen.

Zelfregulering van de voedingsmiddelenindustrie zou in dit verband een oplossing kunnen zijn. Vooral op het punt van snelheid en flexibiliteit verdient zelfregulering de voorkeur boven regulering.

Vragen. Het groenboek bevat met name vragen over:

  • de voornaamste voedingsstoffen en categorieën producten waarop bij het verstrekken van voedingswaarde-informatie moet worden gelet;
  • de geschiktheid en doeltreffendheid van vrijwillige gedragscodes (zelfregulering) en maatregelen die kunnen worden overwogen als zelfregulering niet werkt;
  • maatregelen om te voorkomen dat bij reclame en marketing misbruik wordt gemaakt van de lichtgelovigheid en gebrekkige mediageletterdheid van kinderen.

Consumentenvoorlichting

De consument moet beter worden voorgelicht over de factoren die tot overgewicht bijdragen, en met name over:

  • de relatie tussen voeding en gezondheid;
  • de relatie tussen energie-inname en energieverbruik;
  • voedingswijzen die de kans op chronische ziekten verminderen;
  • gezonde eetgewoonten.

Daartoe is een eenvoudige en duidelijke voorlichting noodzakelijk. Deze moet via verschillende kanalen verspreid worden in een vorm die op de plaatselijke cultuur en op de leeftijd en het geslacht van de doelgroep is afgestemd.

Vragen. Om de beste praktijkvoorbeelden in kaart te brengen, wordt gevraagd:

  • hoe de consument het best in staat kan worden gesteld een weloverwogen keuze te maken en effectief te handelen;
  • hoe publiek-private samenwerkingsverbanden aan de consumentenvoorlichting kunnen bijdragen;
  • welke belangrijke informatie aan de consument over voeding en lichaamsbeweging moet worden verstrekt, en hoe en door wie dat moet worden gedaan.

Specifieke maatregelen voor kinderen en jongeren

Slechte eetgewoonten ontstaan vaak al in de kinderjaren en tienertijd en kunnen op latere leeftijd gezondheidsproblemen veroorzaken.

Scholen zijn een uitstekende plaats om bij kinderen de aanzet te geven tot gezonde eetgewoonten en gedragspatronen. Acties op scholen zijn dan ook een zeer geschikte manier om de gezondheid te bevorderen en gezonde voedingsgewoonten en een actieve leefstijl te stimuleren.

De maatregelen die op scholen worden genomen, vallen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Dat neemt echter niet weg dat de Gemeenschap haar steentje kan bijdragen door goede praktijkvoorbeelden in kaart te brengen en hieraan bekendheid te geven.

Vragen. Er wordt gevraagd:

  • hoe de voedingswaarde van schoolmaaltijden kan worden verbeterd en hoe ouders het best kunnen worden voorgelicht over mogelijkheden om de voedingswaarde van de maaltijden thuis te verbeteren;
  • welke de beste manier is om kinderen op school regelmatig lichamelijke beweging te bieden;
  • hoe scholieren het best kunnen worden gestimuleerd een gezonde voedingskeuze te maken;
  • welke rol de media, de gezondheidszorg, de maatschappelijke organisaties en de industrie moeten spelen bij initiatieven van scholen op het terrein van de gezondheidsvoorlichting.

Op het werk

Net als op school zijn er ook op het werk tal van mogelijkheden een gezonde voeding en lichaamsbeweging te bevorderen (maaltijdkeuze in de kantine, sportfaciliteiten enz.).

Vragen. Er wordt gevraagd:

  • hoe werkgevers in hun bedrijfskantines evenwichtige en gezonde maaltijden kunnen aanbieden en de voedingswaarde van de kantinemaaltijden kunnen verbeteren;
  • welke maatregelen het voor werknemers gemakkelijker en aantrekkelijker zouden maken om tijdens de pauzes en in het woon-werkverkeer meer te bewegen.

Rol van de gezondheidswerkers

De gezondheidswerkers kunnen er in belangrijke mate toe bijdragen dat patiënten meer inzicht krijgen in de relatie tussen voeding, lichaamsbeweging en gezondheid en hen aanmoedigen de noodzakelijke veranderingen in hun leefstijl aan te brengen.

Vragen. De Commissie wil graag weten welke maatregelen volgens de belanghebbenden noodzakelijk zijn om de bevordering van een gezonde voeding en lichaamsbeweging meer te integreren in de gezondheidszorg.

Maatregelen op aanverwante beleidsterreinen

Ook het vervoersbeleid en het stedelijk beleid kunnen tot de bevordering van een actieve leefstijl bijdragen.

Zij kunnen ervoor zorgen dat lichaamsbeweging een grotere plaats krijgt in het dagelijkse leven van de bevolking, bijvoorbeeld door het comfort en de veiligheid voor voetgangers en fietsers te verhogen of door niet-gemotoriseerd vervoer te stimuleren.

Vragen. Er wordt gevraagd:

  • hoe het overheidsbeleid ertoe kan bijdragen lichaamsbeweging in het dagelijkse leven te integreren;
  • welke maatregelen noodzakelijk zijn om een actievere leefstijl te bevorderen.

Sociaal-economische ongelijkheid

Maatschappelijke status, inkomen en opleidingsniveau bepalen in belangrijke mate wat men eet en hoeveel men aan lichaamsbeweging doet.

Vragen. Er wordt gevraagd:

  • welke maatregelen een gezonde voeding en actieve leefstijl bij de lagere sociaal-economische bevolkingsgroepen en huishoudens kunnen bevorderen;
  • hoe het hele ongezonde leefpatroon dat dikwijls bij lagere sociaal-economische groepen wordt aangetroffen, kan worden aangepakt.

Een geïntegreerde en brede benadering

Voor een gerichte en brede aanpak bij de bevordering van een gezonde en actieve leefstijl moeten alle relevante beleidssectoren op zowel lokaal, regionaal, nationaal als Europees niveau worden ingeschakeld. Het is noodzakelijk dat de juiste randvoorwaarden worden geschapen en dat geschikte instrumenten voor de beoordeling van het effect van ander beleid op voedingsgewoonten en leefstijl worden ontwikkeld en gebruikt.

Vragen. De belanghebbenden wordt gevraagd:

  • aan te geven wat de belangrijkste aspecten van een geïntegreerde en brede benadering van de bevordering van gezonde voeding en lichaamsbeweging zijn;
  • wat hierbij de rol van de lidstaten en van de EU is.

VOLGENDE STAPPEN

De belanghebbende organisaties moeten hun antwoord uiterlijk 15 maart 2006 insturen. De diensten van de Commissie zullen de reacties analyseren en in een rapport samenvatten. Dit rapport zal waarschijnlijk in juni 2006 worden gepubliceerd.

De Commissie zal op basis van de resultaten van de raadpleging beslissen welke maatregelen en uitvoeringsinstrumenten zij zal voorstellen.

GERELATEERDE BESLUITEN

Conclusies van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 3 juni 2005, "Zwaarlijvigheid, voeding en lichaamsbeweging" [Niet in het Publicatieblad verschenen].

Resolutie (es de en fr) van de Raad van 14 december 2000 betreffende gezondheid en voeding [Publicatieblad C 20 van 23.1.2001].

See also

Nadere informatie is te vinden op de site "Volksgezondheid" (DE)(EN)(ES)(FR) van de Europese Commissie.

Laatste wijziging: 05.04.2008

Arriba