Europese procedure voor geringe vorderingen — Regels voor grensoverschrijdende juridische geschillen
SAMENVATTING VAN:
Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen
WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?
-
Met de verordening wordt een vereenvoudigde en snelle schriftelijke procedure gecreëerd voor de behandeling van zaken die betrekking hebben op kleine grensoverschrijdende*vorderingen. Dit verlaagt de kosten en garandeert dat beslissingen die in de ene lidstaat van de Europese Unie (EU) worden gegeven, automatisch in een ander EU-land ten uitvoer worden gelegd.
-
Verordening (EG) nr. 861/2007 is verder verbeterd en gemoderniseerd met Verordening (EU) 2015/2421, waarmee ook de regels voor de Europese betalingsbevelprocedure zijn bijgewerkt (voor het eerst ingevoerd met Verordening (EG) nr. 1896/2006).
KERNPUNTEN
De wetgeving:
-
is van toepassing op grensoverschrijdende burgerlijke zaken en handelszaken met betrekking tot vorderingen tot EUR;
-
is niet van toepassing op:
-
de staat en de bekwaamheid van individuen;
-
huwelijks- of partnerschapsgoederenrechten;
-
familieonderhoudsverplichtingen;
-
testamenten en erfenissen;
-
faillissementen;
-
sociale zekerheid;
-
arbitrage;
-
arbeidsrecht;
-
huur en verhuur van goederen;
-
inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en op de persoonlijkheidsrechten, met inbegrip van laster.
In de procedure is het volgende bepaald:
-
eisers starten de schriftelijke procedure door een ingevuld standaard vorderingsformulier A (bijlage I), met inbegrip van alle relevante documentatie, in te dienen bij het gerecht dat de zaak zal behandelen;
-
rechtbanken kunnen:
-
om aanvullende informatie, verduidelijkingen of correcties van de oorspronkelijke indiening vragen door middel van standaardformulier B (bijlage II);
-
verzoeken afwijzen als ze niet-ontvankelijk zijn of wanneer de aanvrager de aanvullende informatie niet binnen de gestelde termijn verstrekt;
-
ermee instemmen een mondelinge behandeling te houden als zij het onmogelijk achten een beslissing te nemen over het schriftelijk bewijs alleen;
-
rechtbanken zetten de zaak voort door de verweerder binnen 14 dagen na ontvangst van het naar behoren ingevulde formulier de vordering en een standaard antwoordformulier C (bijlage III) toe te zenden;
-
verweerders:
-
hebben 30 dagen de tijd om de rechtbank te antwoorden. Hun antwoord wordt binnen 14 dagen naar de eiser gestuurd;
-
kunnen in hun antwoord stellen dat de waarde van de niet-geldelijke vordering hoger is dan het maximum van 5 000 EUR. De rechtbank beslist of dat waar is. Zo niet, dan gaat de zaak door. Als dat wel het geval is, dan wordt ze overgedragen aan het relevante rechtsstelsel van het land;
-
rechtbanken geven binnen 30 dagen na ontvangst van het antwoord van de verweerder of de eiser een beslissing, tenzij ze:
-
nadere bijzonderheden vragen van de betrokken partijen;
-
bewijs verkrijgen op de eenvoudigste en minst bezwarende wijze;
-
een mondelinge behandeling organiseren, waar mogelijk met behulp van technologie voor communicatie op afstand, zoals video- of teleconferenties, hoewel personen kunnen verzoeken om fysiek aanwezig te zijn;
-
documenten en beslissingen worden per post of elektronisch verzonden en de ontvangst ervan wordt bevestigd;
-
officiële formulieren moeten in een door de rechtbank gebruikte taal worden ingediend en andere documenten moeten eventueel worden vertaald;
-
het procesrecht van het EU-land waar de zaak wordt behandeld, is van toepassing.
Gerechtskosten:
-
mogen niet onevenredig zijn en niet hoger dan die van nationale vereenvoudigde gerechtelijke procedures;
-
moeten door de partijen, met name die in een ander EU-land, kunnen worden betaald door middel van methoden voor betalingen op afstand, zoals bankoverschrijvingen, credit- of debetkaarten, of rechtstreeks vanaf een bankrekening.
De kosten worden betaald door de verliezer van de zaak en worden niet toegekend aan de winnaar indien ze onnodig zijn gemaakt of niet in verhouding staan tot de vordering.
Hoger beroep tegen de beslissing is mogelijk, indien het nationale recht van de rechtbank daarin voorziet.
Heroverweging van de beslissing:
-
is mogelijk als de verweerder:
-
het vorderingsformulier of de oproeping voor een mondelinge behandeling niet tijdig heeft ontvangen en zijn of haar verweer daardoor niet heeft kunnen voorbereiden;
-
de vordering niet heeft kunnen betwisten wegens overmacht (of buitengewone omstandigheden) buiten zijn of haar schuld;
-
binnen 30 dagen na de beslissing om een heroverweging vraagt;
-
kan door de rechter worden aanvaard, in welk geval de beslissing nietig is, of worden verworpen, waarbij de beslissing onveranderd blijft.
Beslissingen:
-
zijn uitvoerbaar in elk ander EU-land;
-
moeten vergezeld gaan van een certificaat, standaardformulier D (bijlage IV), in de desbetreffende EU-taal, dat gratis wordt afgegeven indien een van de partijen dat wenst;
-
worden in het tenuitvoerleggende rechtsgebied op verzoek van de verliezende partij geweigerd indien ze onverenigbaar zijn met een eerdere uitspraak in een EU- of niet-EU-land, mits:
-
deze betrekking had op dezelfde vordering en dezelfde partijen;
-
deze is gegeven in het tenuitvoerleggende EU-land of als zodanig wettelijk is erkend;
-
de onverenigbaarheid niet als bezwaar is aangevoerd in de gerechtelijke procedure van het andere land en dat ook niet had kunnen gebeuren;
-
kunnen, na de instelling van een rechtsmiddel of een verzoek om een heroverweging door een van de partijen, een rechtbank in het tenuitvoerleggende rechtsgebied ertoe aanzetten:
-
de tenuitvoerleggingsprocedure te beperken tot bewarende maatregelen;
-
de tenuitvoerlegging afhankelijk te maken;
-
de procedure, in buitengewone omstandigheden, volledig op te schorten.
De tenuitvoerlegging van beslissingen wordt beheerst door het recht van het uitvoerende land.
EU-landen:
-
stellen het standaard vorderingsformulier A ter beschikking van alle rechtbanken en gerechtshoven die de Europese procedure voor geringe vorderingen toepassen;
-
bieden gratis bijstand bij het invullen van de formulieren en algemene informatie;
-
zijn niet verplicht rechtsbijstand of bijstand te verlenen in een specifieke zaak;
-
informeren de Europese Commissie of een beroep mogelijk is op grond van hun nationale recht. De Commissie maakt deze informatie openbaar;
-
gebruiken het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken om het publiek en de rechtsbeoefenaren te informeren.
VANAF WANNEER ZIJN DEZE VERORDENINGEN VAN TOEPASSING?
-
Verordening (EG) nr. 861/2007 is sinds 1 januari 2009 van toepassing, met uitzondering van de regels die EU-landen ertoe verplichten de Commissie te informeren over aspecten die verband houden met de rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroepen (artikel 25). Die zijn sinds 1 januari 2008 van toepassing.
-
De wijzigingsverordening (EU) 2015/2421 is sinds 14 juli 2017 van toepassing, met uitzondering van artikel 1, punt 16, tot wijziging van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 861/2007. Dat is sinds 14 januari 2017 van toepassing.
ACHTERGROND
KERNBEGRIPPEN
Grensoverschrijdend: ten minste een van de partijen heeft haar woonplaats of gewone verblijfplaats in een ander EU-land dan dat van de rechtbank waar de vordering wordt ingesteld.
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 1-22)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 861/2007 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.
GERELATEERD DOCUMENT
Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (PB L 399 van 30.12.2006, blz. 1-32)
Zie de geconsolideerde versie.
Laatste bijwerking 05.05.2020
Top