Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Terrorismebestrijdingsstrategie

 

SAMENVATTING VAN:

Artikel 83 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

EU-terrorismebestrijdingsstrategie

WAT IS HET DOEL VAN DE EU-TERRORISMEBESTRIJDINGSSTRATEGIE?

  • In 2005 nam de Raad de terrorismebestrijdingsstrategie van de EU aan om terrorisme mondiaal te bestrijden en Europa veiliger te maken.
  • Terreuraanslagen blijven dodelijke slachtoffers maken in en buiten Europa. Terrorismebestrijding is dan ook een topprioriteit voor de EU, haar lidstaten en haar partners.

Artikel 83 VWEU geeft het Europees Parlement en de Raad de bevoegdheid om minimumvoorschriften vast te stellen betreffende de bepaling van zeer ernstige misdaden met een grensoverschrijdende dimensie, waarvan terrorisme een voorbeeld is.

KERNPUNTEN

Doelstellingen

Om terrorisme doeltreffend te kunnen bestrijden, is de strategie opgebouwd rond 4 prioriteiten (pijlers):

  • preventie
  • bescherming
  • vervolging en
  • reactie.

Over deze pijlers heen wordt in de strategie het belang van samenwerking met derde landen en internationale instellingen onderkend.

Preventie

Het aanpakken van de oorzaken van radicalisering en rekrutering voor terrorisme is een belangrijke prioriteit voor de EU. De pijler „preventie” is toegespitst op de bestrijding van radicalisering en rekrutering van terroristen door na te gaan welke methoden, welke propaganda en welke middelen de terroristen gebruiken. De EU levert een bijdrage bij het coördineren van nationaal beleid, het inventariseren van goede praktijken en het uitwisselen van informatie.

De Herziene EU-strategie ter bestrijding van radicalisering en rekrutering van terroristen, herzien in 2014, is gericht op de bestrijding van radicalisering en rekrutering, en houdt daarbij rekening met nieuwe trends, zoals lonewolfterrorisme, buitenlandse strijders, en het gebruik van sociale media door terroristen. De strategie is daarna nog eens gewijzigd door een reeks Raadsconclusies inzake het beantwoorden van terroristische aanslagen op EU-bodem.

Bescherming

Burgers en infrastructuur beschermen en ons minder kwetsbaar voor aanslagen maken is de tweede prioriteit van de EU-strategie voor terrorismebestrijding. Dit omvat onder meer:

  • het bewaken van de buitengrenzen;
  • het beter beveiligen van vervoermiddelen;
  • het beschermen van strategische doelwitten, en
  • het versterken van kritieke infrastructuur.

Voorbeelden van lopende werkzaamheden zijn:

Vervolging

Het derde luik voorziet in de vervolging van terroristen over de grenzen heen met inachtneming van de mensenrechten en het internationaal recht. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, richt de EU zich erop:

  • de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen politiële en justitiële autoriteiten te verbeteren;
  • terroristen hun middelen van bestaan en communicatie te ontnemen, en
  • terrorismefinanciering aan te pakken.

Een voorbeeld van lopende werkzaamheden is de tenuitvoerlegging van het actieplan van 2016 ter versterking van de strijd tegen terrorismefinanciering.

Reactie

Het voorbereiden op en beheersen en zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van een terroristische aanslag is de vierde doelstelling van de EU-strategie voor terrorismebestrijding. Dit gebeurt door verbetering van de mogelijkheden om:

  • de gevolgen van een aanslag op te vangen;
  • de reactie te coördineren, en
  • te voorzien in de behoeften van slachtoffers.

Tot de prioriteiten op dit gebied behoren:

  • het ontwikkelen van een EU-crisiscoördinatieregeling;
  • het uitwerken van instrumenten voor risicobeoordeling;
  • het uitwisselen van beste praktijken inzake bijstand aan slachtoffers van terrorisme.

Een voorbeeld van lopende werkzaamheden is het opzetten van een EU-centrum voor de slachtoffers van terrorisme (proefproject van het Europees Parlement).

Samenwerking met internationale partners

De veiligheid van de EU hangt nauw samen met de situatie in andere landen, met name in de buurlanden.

In juni 2014 vroeg de Europese Raad om een doeltreffend terrorismebestrijdingsbeleid waarin de interne en externe aspecten zijn geïntegreerd. Op 9 februari 2015, na de aanslagen op Charlie Hebdo, wezen de EU-leiders erop dat de EU nauwer moet samenwerken met niet-EU-landen op het gebied van veiligheidskwesties en terrorismebestrijding.

In zijn conclusies over het externe optreden van de EU op het gebied van terrorismebestrijding van 19 juni 2017 benadrukte de Raad de noodzaak van:

  • meer coherentie tussen de interne en de externe beveiligingsmaatregelen, en
  • versterking van de rol van de JBZ-instanties (justitie en binnenlandse zaken) met betrekking tot niet-EU-landen.

De Raad wees er tevens op dat missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid een grotere rol moeten spelen in de strijd tegen terrorisme.

De terrorismebestrijdingsagenda is aanwezig in de betrekkingen tussen de EU en niet-EU-landen en neemt veel verschillende vormen aan, zoals:

  • politieke dialogen op hoog niveau;
  • de aanneming van clausules en overeenkomsten op het gebied van samenwerking, of specifieke bijstand;
  • projecten voor capaciteitsopbouw met strategische landen.

De EU werkt op het gebied van terrorismebestrijding samen met landen in:

  • de Westelijke Balkan;
  • Afrika (de Sahel, Noord-Afrika, de Hoorn van Afrika);
  • het Midden-Oosten;
  • Noord-Amerika;
  • Azië.

Samenwerking met de VS is een fundamenteel onderdeel van de EU-strategie. De voorbije jaren zijn samenwerkingsovereenkomsten gesloten op gebieden als terrorismefinanciering, vervoer en grenzen, wederzijdse rechtshulp en uitlevering. De Amerikaanse autoriteiten werken steeds nauwer samen met Europol en Eurojust.

De EU werkt ook nauw samen met andere internationale en regionale organisaties en fora om een internationale consensus op te bouwen en internationale normen voor terrorismebestrijding te bevorderen.

ACHTERGROND

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (geconsolideerde versie) — Derde deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel V — De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Hoofdstuk 4 — Justitiële samenwerking in strafzaken — Artikel 83 (oud artikel 31 VEU) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 80-81)

Raad van de Europese Unie, 30 november 2005: De terrorismebestrijdingsstrategie van de Europese Unie

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Actieplan ter verbetering van de paraatheid bij veiligheidsrisico’s op chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair gebied (COM(2017) 610 final van 18.10.2017)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Actieplan ter ondersteuning van de bescherming van openbare ruimten (COM(2017) 612 final van 18.10.2017)

Conclusies van de Raad over het externe optreden van de EU op het gebied van terrorismebestrijding (19 juni 2017)

Richtlijn (EU) 2017/853 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 137 van 24.5.2017, blz. 22-39)

Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53-114)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad inzake een actieplan ter versterking van de strijd tegen terrorismefinanciering (COM(2016) 50 final van 2.2.2016)

Besluit (EU, Euratom) 2015/457 van de Raad van 17 maart 2015 tot intrekking van Besluit 2007/124/EG, Euratom tot vaststelling van het specifieke programma „Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico’s: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen” voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” (PB L 76 van 20.3.2015, blz. 1-2)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese veiligheidsagenda (COM(2015) 185 final van 28.4.2015)

Herziene EU-strategie ter bestrijding van radicalisering en rekrutering van terroristen (19 mei 2014)

Besluit 2010/412/EU van de Raad van 13 juli 2010 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het betalingsberichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten behoeve van het Programma voor het traceren van terrorismefinanciering (PB L 195 van 27.7.2010, blz. 3-4)

Achtereenvolgende wijzigingen van Besluit 2010/412/EU zijn verwerkt in de basistekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts documentaire waarde.

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het betalingsberichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten behoeve van het Programma voor het traceren van terrorismefinanciering (PB L 195 van 27.7.2010, blz. 5-14)

Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70-75)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 23.07.2018

Top