EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (Espoo-verdrag) het Protocol inzake strategische milieubeoordeling (SEA-protocol)

 

SAMENVATTING VAN:

Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (Espoo-verdrag)

Protocol inzake strategische milieubeoordeling bij het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband

WAT IS HET DOEL VAN HET ESPOO-VERDRAG EN HET SEA-PROTOCOL?

  • Het verdrag heeft als doel milieueffecten van bepaalde activiteiten al in een vroeg stadium van de planning te beoordelen, en elkaar op de hoogte te brengen van en te overleggen over de in het verdrag vermelde activiteiten die schadelijke, grensoverschrijdende gevolgen kunnen hebben.
  • Het SEA-protocol heeft als doel duurzame ontwikkeling te bevorderen door al vroeg in het besluitvormingsproces tussen de partijen de gevolgen voor het milieu te identificeren en te waarborgen dat milieuoverwegingen in dat proces worden geïntegreerd.

KERNPUNTEN

Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (Espoo-verdrag)

In het verdrag is principe 19 van de Verklaring van Rio de Janeiro inzake milieu en ontwikkeling opgenomen.

  • Dit is van toepassing op de in de Bijlage I vermelde activiteiten (zoals olieraffinaderijen, luchthavens, thermische en waterkrachtcentrales en windmolenparken, wegen, spoorwegen, pijpleidingen voor het transport van olie, gas of chemicaliën).
  • In overeenstemming met de beginselen van voorzorg en preventie, dienen de schadelijke milieueffecten al vroeg in de planning van activiteiten te worden beoordeeld en weggenomen om hun significante nadelige grensoverschrijdende milieueffecten te voorkomen/tegen te gaan en te monitoren.
  • De staat waarin de activiteit wordt gepland (partij van herkomst), dient de milieueffecten voor andere staten (betrokken partijen) te onderzoeken.
  • De partij van herkomst dient de betrokken partij op de hoogte te brengen van de activiteit die een significant grensoverschrijdend milieueffect kan hebben.
  • De betrokken partij dient de ontvangst van de mededeling te bevestigen en aan te geven of deze wenst deel te nemen aan de beoordelingsprocedure.
  • De partij van herkomst dient een milieueffectrapport op te stellen en voor te leggen aan de bevoegde instanties en het publiek van de betrokken partij(en).
  • De betrokken partijen dienen overleg te plegen, bijvoorbeeld over alternatieve en verzachtende maatregelen.
  • De partij van herkomst dient een beslissing te nemen over de geplande activiteiten met inachtneming van het milieueffectrapport, de ontvangen opmerkingen en de uitkomsten van de gesprekken.
  • De betrokken partij dient op de hoogte te worden gesteld van de uiteindelijke beslissing, voorzien van de redenen en overwegingen waarop deze beslissing is gebaseerd.
  • De betrokken partijen dienen te bepalen of, en zo ja in welke mate, na afloop van het project een analyse dient te worden uitgevoerd.

Protocol inzake strategische milieubeoordeling (SEA) (Kiev-protocol)

In het SEA-protocol is het internationale rechtskader vastgelegd voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling en transparante planning in ecologisch bestuur.

Het protocol schrijft voor dat een strategische milieubeoordeling wordt uitgevoerd voor bepaalde plannen en programma’s waarvan het waarschijnlijk is dat ze een significante uitwerking op het milieu zullen hebben. Er is voorzien in een niet-bindende beoordeling van beleid en wetgeving.

  • Het protocol heeft betrekking op plannen en programma’s die zijn opgesteld door openbare autoriteiten, op nationaal en lokaal niveau, op verschillende terreinen.
  • De partijen bij het protocol dienen eerst te bepalen of een plan/programma binnen het werkingsgebied valt.
  • De partijen dienen een milieurapport op te stellen waarin alle in het protocol vermelde informatie is opgenomen.
  • Voordat een beslissing wordt genomen, dienen de autoriteiten (op het gebied van milieu en gezondheid) en het publiek de mogelijkheid te krijgen hun mening te geven over het conceptplan/-programma en het milieurapport.
  • Bij het aannemen van het plan/programma moet rekening worden gehouden met opmerkingen van de autoriteiten en het publiek, evenals met de conclusies uit het milieurapport en de verzachtende maatregelen. De autoriteiten en het publiek dienen inzage te hebben in het aangenomen document en te worden geïnformeerd over de wijze waarop rekening is gehouden met hun opmerkingen.
  • De partijen bij het protocol zijn verantwoordelijk voor de monitoring van significante effecten van het aangenomen plan/programma.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

ACHTERGROND

De Europese Commissie heeft een Richtsnoer voor de toepassing van de milieueffectbeoordelingsprocedure voor grootschalige grensoverschrijdende projecten uitgegeven.

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (PB C 104 van 24.4.1992, blz. 7–19).

Protocol inzake strategische milieubeoordeling bij het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (PB L 308 van 19.11.2008, blz. 35–49).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit 2008/871/EG van de Raad van 20 oktober 2008 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het VN/ECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband van 1991 (PB L 308 van 19.11.2008, blz. 33–34).

Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 26 van 28.1.2012, blz. 1–21).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2011/92/EU werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 30-37).

Laatste bijwerking 28.11.2021

Top