EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Instandhouding van Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels

 

SAMENVATTING VAN:

Afrikaans-Euraziatische Overeenkomst over watervogels

Besluit 2006/871/EG — De sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels

WAT IS HET DOEL VAN DE OVEREENKOMST EN HET BESLUIT?

Met de overeenkomst verbinden de ondertekenende regeringen zich ertoe:

  • maatregelen te coördineren om te zorgen dat Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels een gunstige beschermingsstatus houden of weer zo’n status krijgen;
  • speciale aandacht te schenken aan bedreigde soorten en soorten met een ongunstige beschermingsstatus.

Met het besluit van de Raad:

  • wordt de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels goedgekeurd;
  • wordt de Europese Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie (EU) in te stemmen met wijzigingen van de bijlagen bij de overeenkomst die in overeenstemming zijn met de wetgeving van de EU.

KERNPUNTEN

  • Bijlage 1 bevat een omschrijving van de geografische werkingssfeer van de overeenkomst (het “overeenkomstgebied”). Dit strekt zich uit van Noorwegen tot Zuid-Afrika en van IJsland tot Oezbekistan.
  • De partijen bij de overeenkomst:
    • verlenen strenge bescherming aan bedreigde trekkende watervogels (bijlage 2 bevat een lijst van de 255 soorten waarop de overeenkomst van toepassing is);
    • zorgen ervoor dat elke interactie met trekkende watervogels is gebaseerd op de best beschikbare kennis van hun ecologie en voldoet aan het duurzaamheidsprincipe;
    • wijzen gebieden en habitats aan en bevorderen de bescherming, het beheer en het herstel daarvan;
    • coördineren inspanningen gericht op de instandhouding of het herstellen van een netwerk van geschikte habitats;
    • doen onderzoek naar problemen die door menselijke activiteiten ontstaan en nemen tegenmaatregelen;
    • werken samen in crisissituaties die internationale actie vereisen;
    • verbieden de opzettelijke introductie van uitheemse watervogels in het milieu en proberen onopzettelijke vrijlating van deze soorten te voorkomen;
    • zetten biologisch en ecologisch onderzoek naar watervogels in gang of ondersteunen dit, met inbegrip van monitoringprogramma’s;
    • inventariseren de opleidingsbehoefte voor bestandsopnamen, monitoring, ringen en wetlandbeheer;
    • ontwikkelen en onderhouden programma’s om bewustzijn en begrip te wekken voor thema’s die de bescherming betreffen;
    • wisselen informatie en onderzoeksresultaten uit;
    • werken samen bij de uitvoering van de overeenkomst.
  • Bijlage 3 bevat een tabel met de status van de populaties trekkende watervogels, een gedetailleerd actieplan en beschermingsrichtlijnen die betrekking hebben op:
    • soortenbescherming, met inbegrip van wettelijke maatregelen op basis van de status van de soort;
    • habitatbescherming;
    • regeling van menselijke activiteiten;
    • onderzoek en monitoring;
    • opleiding en informatie;
    • uitvoering.
  • De partijen bij de overeenkomst:
    • wijzen een nationale uitvoeringsinstantie en een contactpunt aan;
    • bereiden gewone zittingen van de vergadering van de partijen voor;
    • dragen bij aan de begroting;
    • kunnen vrijwillige bijdragen geven aan een beschermingsfonds;
    • worden gestimuleerd om aan andere ondertekenende partijen steun te verlenen op het gebied van opleiding en op technisch en financieel gebied.
  • De overeenkomst voorziet in:
    • besluitvormingsprocedures;
    • de samenstelling en rol van een technisch comité;
    • de taken van het secretariaat;
    • relaties met bestaande internationale organisaties;
    • mechanismen voor de beslechting van geschillen;
    • de vier officiële taalversies (Arabisch, Engels, Frans en Russisch).

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De overeenkomst is op 1 november 1999 in werking getreden.

ACHTERGROND

  • De EU is partij bij het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten van 1979. Dit verdrag wordt het Verdrag van Bonn genoemd (zie samenvatting) en moedigt internationale samenwerking aan om de doelen ervan te verwezenlijken.
  • Trekkende watervogels zijn bijzonder kwetsbaar. Ze leggen grote afstanden af en zijn afhankelijk van wetlands die door niet duurzame menselijke activiteiten in omvang afnemen en in kwaliteit achteruitgaan.
  • Er zijn 82 overeenkomstsluitende partijen bij de overeenkomst — 44 uit Eurazië, waaronder de EU, en 38 uit Afrika.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Afrikaans-Euraziatische Overeenkomst over watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 26–72)

2006/871/EG: Besluit van de Raad van 18 juli 2005 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 24–25)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 11–22)

82/461/EEG: Besluit van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10)

Laatste bijwerking 29.09.2021

Top