EUR-Lex Piekļuve Eiropas Savienības tiesību aktiem
Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.
De instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan
SAMENVATTING VAN:
WAT IS HET DOEL VAN HET VERDRAG EN HET BESLUIT?
- Het verdrag heeft tot doel om de instandhouding op lange termijn en het duurzaam gebruik van de visbestanden te garanderen en de mariene ecosystemen waarin die bestanden voorkomen, te beschermen. Het geldt voor het zuidelijke deel van de Stille Oceaan dat niet onder nationale jurisdictie valt, overeenkomstig het internationaal recht. Het verdrag heeft betrekking op alle visbestanden, met uitzondering van:
- sedentaire soorten (organismen die ten tijde dat ze geoogst kunnen worden, hetzij zich onbeweeglijk op of onder de zeebodem bevinden, hetzij zich niet kunnen verplaatsen dan in voortdurend fysiek contact met de zeebodem of de ondergrond),
- over grote afstanden trekkende soorten,
- anadrome soorten (vis die in de zee leeft en naar zoet water trekt om zich voort te planten),
- katadrome soorten (vis die het grootste deel van zijn leven in zoet water doorbrengt en vervolgens naar de zee trekt om zich voort te planten), en
- zeezoogdieren, zeereptielen en zeevogels.
- Met het besluit wordt het verdrag namens de Europese Unie (EU) goedgekeurd.
- Om het verdrag te sluiten heeft de EU op 18 oktober 2011 de akte van goedkeuring neergelegd. De regering van Nieuw-Zeeland is depositaris van dit verdrag.
KERNPUNTEN
De partijen bij het verdrag moeten de volgende beginselen toepassen via een voorzorgsaanpak en een ecosysteembenadering.
- De instandhouding en het beheer van de visbestanden moet op een transparante, aan de verantwoordingsplicht onderhevige en inclusieve wijze plaatsvinden, waarbij rekening wordt gehouden met de beste internationale praktijken.
- Het moet gaan om duurzame visserij, waarbij rekening wordt gehouden met de impact op niet-doelsoorten en op met de doelbestanden geassocieerde of daarvan afhankelijke soorten en met de algemene verplichting het mariene milieu te beschermen en in stand te houden.
- Overbevissing en overmatige vangstcapaciteit moeten worden voorkomen of beëindigd.
- Volledige gegevens over de visserij, onder meer wat betreft de gevolgen voor de mariene ecosystemen, moeten worden verzameld, gecontroleerd en verspreid.
- Besluiten moeten worden genomen op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens en van het advies van alle relevante hulporganen.
- De samenwerking en de coördinatie tussen de partijen bij het verdrag worden bevorderd om te garanderen dat de instandhoudings- en beheersmaatregelen die worden vastgesteld door de bij het verdrag ingestelde commissie, verenigbaar zijn met die welke in onder nationale jurisdictie vallende gebieden worden toegepast.
- De mariene ecosystemen moeten worden beschermd, met name die welke na verstoring een lange herstelperiode nodig hebben.
- De belangen van de ontwikkelingslanden, de territoria en bezittingen, alsmede de behoeften van hun kustgemeenschappen, moeten worden erkend.
- Er moet worden gezorgd voor de naleving van de instandhoudings- en beheersmaatregelen, alsook voor sancties om de betrokkenen van inbreuken te weerhouden en te voorkomen dat overtreders voordeel uit hun onwettige activiteiten behalen.
- Van vissersvaartuigen afkomstige vervuiling en afval alsmede teruggooi, vangsten door verloren gegaan of opgegeven vistuig en effecten op andere soorten en mariene ecosystemen moeten tot een minimum worden beperkt.
Bij de toepassing van de voorzorgsaanpak geldt voor de partijen dat zij:
- extra voorzichtig moeten zijn wanneer informatie twijfelachtig, onbetrouwbaar of niet adequaat is;
- het ontbreken van adequate wetenschappelijke gegevens niet als reden mogen aanwenden om instandhoudings- en beheersmaatregelen achterwege te laten;
- rekening moeten houden met de beste internationale praktijken.
De ecosysteembenadering is een geïntegreerde aanpak waarbij besluiten worden genomen om de ruimere mariene ecosystemen te beschermen en de instandhouding op lange termijn en het duurzaam gebruik van bestanden te garanderen.
Bij het verdrag wordt de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) opgericht. De SPRFMO bestaat uit de volgende organen en alle andere hulporganen die de commissie krachtens het verdrag kan oprichten.
- Commissie
- Wetenschappelijk comité
- Technisch en nalevingscomité
- Oostelijk subregionaal beheerscomité
- Westelijk subregionaal beheerscomité
- Financieel en administratief comité
- Secretariaat.
Elke verdragsluitende partij is lid van de commissie en wijst één vertegenwoordiger aan voor de commissie en voor de comités. Die vertegenwoordiger mag worden vergezeld door plaatsvervangers, deskundigen en adviseurs. Elk lid van de commissie, met inbegrip van de EU, moet:
- het verdrag en alle door de commissie vastgestelde maatregelen uitvoeren en de doeltreffendheid daarvan garanderen;
- meewerken aan de verwezenlijking van de doelstelling van het verdrag;
- maatregelen nemen om illegale visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen;
- wetenschappelijke, technische en statistische gegevens met betrekking tot de visbestanden en de mariene ecosystemen verzamelen, rapporteren en uitwisselen;
- ervoor zorgen dat de vissersvaartuigen die zijn vlag voeren:
- het verdrag en de door de commissie vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen naleven,
- geen ongeoorloofde visserijactiviteiten uitoefenen in onder het verdrag vallende wateren,
- uitrusting inzetten die voldoet aan de normen inzake het volgsysteem voor vaartuigen,
- de in het verdragsgebied gevangen vis aanlanden en op andere vaartuigen overladen overeenkomstig de normen en procedures;
- een register bijhouden van de vissersvaartuigen die het recht hebben zijn vlag te voeren;
- onmiddellijk een onderzoek instellen naar een vermeende schending en volledig verslag uitbrengen over de naar aanleiding daarvan ondernomen acties, en zorgen voor passende sancties.
Instandhouding en beheer
De commissie is verantwoordelijk voor de vaststelling van:
- de aard en de omvang van de visserij op elk visbestand, met inbegrip van een totaal toegestane vangst of een totaal toegestane visserijinspanning;
- de gebieden waar mag worden gevist;
- de perioden waarin mag worden gevist;
- de minimumafmetingen van de vangsten die aan boord mogen worden gehouden;
- de toegestane soorten tuig, technieken of methoden.
De commissie kan noodmaatregelen toepassen als de visserij een ernstige bedreiging vormt voor de duurzaamheid van de visbestanden of de mariene ecosystemen of als een natuurverschijnsel of een door mensen veroorzaakte ramp aanzienlijke negatieve effecten heeft of naar verwachting zal hebben op de toestand van de visbestanden.
Een visgrond kan slechts voor nieuwe of experimentele visserijactiviteiten worden geopend als de commissie preliminaire voorzichtige instandhoudings- en beheersmaatregelen heeft vastgesteld.
De commissie moet passende samenwerkingsprocedures voor toezicht op en controle en bewaking van de visserij vaststellen om de naleving van het verdrag te garanderen.
Ook moet de commissie een waarnemersprogramma vaststellen om geverifieerde vangst- en visserijinspanningsgegevens te verzamelen, alsmede andere wetenschappelijke gegevens en aanvullende informatie over de visserijactiviteit en de effecten daarvan op het mariene milieu.
Partijen bij het verdrag
De SPRFMO bestaat momenteel uit de volgende leden: Australië, Chili, China, de Cookeilanden, Cuba, Ecuador, de EU, Denemarken (voor de Faeröer), Nieuw-Zeeland, Peru, Rusland, Zuid-Korea, Taiwan (Chinees Taipei), de Verenigde Staten en Vanuatu.
Bijlagen
De bijlagen bij het verdrag bevatten een omschrijving van:
- de gebieden van het zuidelijke deel van de Stille Oceaan die onder respectievelijk het oostelijk en het westelijk subregionaal beheerscomité vallen;
- aanvullende regels voor de bepaling van de totale toegestane vangst of een totaal toegestane visserijinspanning in specifieke omstandigheden;
- de samenstelling en taken van het beoordelingspanel dat bezwaren van leden tegen besluiten van de commissie afhandelt;
- de omstandigheden waaronder visserijentiteiten hun vast voornemen te kennen kunnen geven om de bepalingen van het verdrag na te leven.
DATUM VAN INWERKINGTREDING
De tekst van het verdrag werd overeengekomen in november 2009 en stond open voor ondertekening van 1 februari 2010 tot en met 31 januari 2011. De EU heeft de tekst van het verdrag ondertekend op 26 juli 2010 en goedgekeurd op 3 oktober 2011.
Het verdrag is op 24 augustus 2012 in werking getreden en blijft open voor toetreding.
ACHTERGROND
Zie ook:
- Over de SPRFMO (Regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan).
BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN
Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 3–28)
Besluit 2011/189/EU van de Raad van 24 juni 2010 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 81 van 29.3.2011, blz. 1–2)
Besluit 2012/130/EU van de Raad van 3 oktober 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 1–2)
Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan — Neerlegging van de akte van goedkeuring van de Europese Unie (PB L 255 van 21.9.2012, blz. 2)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verordening (EU) 2018/975 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van de beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die gelden in het verdragsgebied van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) (PB L 179 van 16.7.2018, blz. 30–75)
Laatste bijwerking 08.11.2021