Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

De communautaire en intergouvernementele methoden

De besluitvormingsprocessen van de Europese Unie (EU) variëren afhankelijk van het beleidsterrein in kwestie. Als algemene regel geldt dat EU-besluiten worden genomen volgens de communautaire methode (ook bekend als de Uniemethode) waarbij het gebruik van de gewone wetgevingsprocedure wordt toegepast, zoals voorgeschreven in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De communautaire methode wordt gekenmerkt door de rol van de supranationale instellingen van de EU:

  • het recht van de Europese Commissie om wetgeving te initiëren en uit te voeren, op enkele uitzonderingen na;
  • het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie als medewetgevers, die op voet van gelijkheid wetgeving goedkeuren, en
  • het gebruik van de stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad.

Deze methode staat in contrast met de intergouvernementele methode die gebruikt wordt bij besluitvorming, voornamelijk bij het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid en sommige aspecten van politiële en justitiële samenwerking. De intergouvernementele methode heeft de volgende opvallende kenmerken:

  • het initiatiefrecht van de Commissie wordt gedeeld met de EU-lidstaten of blijft beperkt tot bepaalde specifieke gebieden;
  • de Europese Raad speelt vaak een sleutelrol;
  • het Europees Parlement wordt in wisselende mate bij het besluitvormingsproces betrokken;
  • de Raad handelt over het algemeen unaniem en keurt de besluiten goed.

ZIE OOK

Naar boven