EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001PC0448(02)

Voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

/* COM/2001/0448 def. - CNS 2001/0175 */

PB C 304E van 30.10.2001, p. 242–249 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001PC0448(02)

Voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India /* COM/2001/0448 def. - CNS 2001/0175 */

Publicatieblad Nr. 304 E van 30/10/2001 blz. 0242 - 0249


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot sluiting van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Op 12 februari 2001 heeft Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te voeren over een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India. Deze onderhandelingen hebben geleid tot de bijgevoegde ontwerpovereenkomst en de bijlage inzake intellectuele eigendomsrechten, welke op 21 maart 2001 zijn geparafeerd.

2. Bij de onderhandelingen over de ontwerpovereenkomst, die zal worden gesloten voor een periode van vijf jaar welke stilzwijgend kan worden verlengd, is gestreefd naar uitbreiding en intensivering van de samenwerking tussen India en de Europese Unie. Daarbij is uitgegaan van het belang van wetenschap en technologie voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling en het wederzijds verlangen om de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk belang uit te breiden en te versterken.

3. De ontwerpovereenkomst is gebaseerd op wederzijds belang, wederzijdse mogelijkheden om deel te nemen aan elkaars programma's en activiteiten waarop de ontwerpovereenkomst van toepassing is, non-discriminatie en effectieve bescherming van intellectuele eigendom en billijke deling van intellectuele eigendomsrechten.

De samenwerking laat de vigerende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van beide Partijen onverlet.

4. De ontwerpovereenkomst voorziet in:

- de deelname van personen en juridische entiteiten, waaronder de Partijen zelf, universiteiten, onderzoekinstellingen en andere lichamen of ondernemingen aan elkaars onderzoekprojecten;

- pooling van OTO-projecten die reeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de voor de OTO-programma's van iedere Partij geldende procedures;

- uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en materiaal;

- verstrekking en uitwisseling van informatie en gegevens;

- bezoeken en uitwisselingen van wetenschapsbeoefenaars, technici of ander terzake kundig personeel voor deelname aan vergaderingen, seminars, symposia, workshops en andere voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst relevante onderzoekactiviteiten;

- uitwisseling van informatie inzake voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst relevante praktijken, wetten, voorschriften en programma's;

- andere activiteiten die gezamenlijk kunnen worden overeengekomen in het stuurcomité wanneer deze in overeenstemming met de bij elke Partij gehanteerde beleidslijnen en programma's zijn;

- bekrachtiging door de Partijen van programma's inzake technologiebeheer als voorwaarde voor de uitvoering van onderzoekprojecten overeenkomstig de bijlage bij de ontwerpovereenkomst;

- de samenwerkingsactiviteiten zijn afhankelijk van de beschikbare middelen en onderworpen aan de van toepassing zijnde wetten en voorschriften en aan de geldende beleidslijnen en programma's van India en de Gemeenschap; er vindt geen overdracht van middelen plaats.

5. Met betrekking tot de bijlage over de verspreiding en het gebruik van informatie en het beheer, de toekenning en uitoefening van intellectuele eigendomsrechten zijn beide Partijen overeengekomen dat intellectuele eigendomsrechten worden toegewezen overeenkomstig de van toepassing zijnde wetten en voorschriften van elke Partij.

Het non-discriminatiebeginsel dat in artikel 3 is vastgelegd moet deelnemers uit de Gemeenschap aan Indiase programma's en activiteiten beschermen tegen discriminerende behandeling, ook wat betreft de verspreiding en het gebruik van resultaten, met inbegrip van intellectuele eigendomsrechten. Het stuurcomité zal onder andere het efficiënte en effectieve functioneren van de overeenkomst, met inbegrip van de niet-discriminerende behandeling van de deelnemers, evalueren.

6. Gezien het bovenstaande stelt de Commissie voor dat de Raad:

- besluit dat de overeenkomst namens de Gemeenschap wordt ondertekend en de voorzitter van de Raad machtigt om de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst namen de Gemeenschap te ondertekenen;

- na raadpleging van het Europees Parlement de bijgevoegde overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India goedkeurt;

- de Indiase regering kennis geeft van de voltooiing van de procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst van de zijde van de Europese Gemeenschap.

-

2001/0175 (CNS)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot sluiting van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ...

Gezien het advies van het Europees Parlement [2],

[2] PB C ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 20 December 1993 is een samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India ondertekend [3].

[3] PB L 223 van 27.8.1994, blz. 23.

(2) De Europese Gemeenschap en de Republiek India leggen specifieke OTO-programma's ten uitvoer op gebieden van gemeenschappelijk belang.

(3) Op grond van de opgedane ervaring hebben beide Partijen de wens geuit een dieper en ruimer kader voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie te creëren.

(4) Deze samenwerkingsovereenkomst op het gebied van wetenschap en technologie is onderdeel van de algemene samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India.

(5) Bij besluit van 12 februari 2001 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te voeren over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India.

(6) Bij besluit van .......... 2001 heeft de Raad besloten dat de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap zal worden ondertekend [4].

[4] PB ...

(7) De overeenkomst is op .......... 2001 ondertekend.

(8) De overeenkomst moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Overeenkomstig artikel 11 van de overeenkomst geeft de voorzitter van de Raad de Republiek India kennis van de voltooiing van de nodige procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst van de zijde van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

OVEREENKOMST

voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen), enerzijds,

en

DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA (hierna "India" te noemen), anderzijds,

Hierna de "Partijen" te noemen;

OVERWEGENDE het belang van wetenschap en technologie voor hun economische en sociale ontwikkeling;

ERKENNENDE dat de Gemeenschap en India op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang gezamenlijke programma's voor onderzoek en technologie uitvoeren en dat wederzijdse voordelen kunnen worden verkregen wanneer de Partijen verdere samenwerking bevorderen;

VASTSTELLENDE dat er op een aantal wetenschappelijke en technologische gebieden actieve samenwerking en informatie-uitwisseling heeft plaatsgevonden in het kader van de samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Gemeenschap en India, welke op 20 december 1993 is ondertekend;

GELET OP op de gezamenlijke verklaring van de topbijeenkomst tussen de EU en India, welke op 28 juni 2000 is goedgekeurd;

VERLANGENDE de samenwerking bij het wetenschappelijke en technologische onderzoek uit te breiden teneinde de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk belang te intensiveren en de toepassing van de resultaten van die samenwerking zodanig te bevorderen dat hun sociaal en economisch belang daardoor wordt gediend,

ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

Artikel 1 - Doel

De Partijen bevorderen en vergemakkelijken onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten in samenwerkingsverband tussen de Gemeenschap en India op wetenschappelijke en technologische gebieden van gemeenschappelijk belang.

Artikel 2 - Definities

In de zin van deze overeenkomst:

a) wordt onder "samenwerkingsactiviteit" verstaan een activiteit die de Partijen ontplooien of ondersteunen in het kader van deze overeenkomst, met inbegrip van gemeenschappelijk onderzoek;

b) wordt onder "informatie" verstaan wetenschappelijke of technische gegevens, resultaten of onderzoek- en ontwikkelingsmethoden die voortvloeien uit gemeenschappelijk onderzoek dat in het kader van deze overeenkomst wordt uitgevoerd, alsmede alle andere gegevens die door de deelnemers aan samenwerkingsactiviteiten en, waar nodig, door de Partijen zelf, noodzakelijk worden geacht;

c) heeft "intellectuele eigendom" de betekenis als gedefinieerd in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom, gedaan te Stockholm op 14 juli 1967;

d) wordt onder "gemeenschappelijk onderzoek" verstaan projecten voor onderzoek, technologische ontwikkeling of demonstratie uitgevoerd met financiële steun van één of beide Partijen, waarbij wordt samengewerkt door deelnemers uit zowel de Gemeenschap als India en die schriftelijk als gemeenschappelijk onderzoek zijn aangemerkt door de Partijen of hun uitvoerende organen dan wel, in geval van financiering door slechts één Partij, door die Partij en de deelnemers aan dat project.

e) wordt onder "deelnemers" of "onderzoekinstellingen" verstaan alle personen, universitaire instellingen, onderzoekcentra of enigerlei andere in de Gemeenschap of in India gevestigde rechtspersoon of firma die betrokken is bij samenwerkingsactiviteiten, met inbegrip van de Partijen zelf.

Artikel 3 - Beginselen

De samenwerkingsactiviteiten worden uitgevoerd op basis van de volgende beginselen:

a) wederzijds voordeel gebaseerd op een algeheel evenwichtige verdeling van de voordelen;

b) wederzijdse toegang tot de onderzoek- en technologische ontwikkelingsactiviteiten van elke Partij;

c) tijdige uitwisseling van informatie die van invloed kan zijn op de samenwerkingsactiviteiten;

d) behoorlijke bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten.

Artikel 4 - Samenwerkingsgebieden

De samenwerking uit hoofde van deze overeenkomst kan alle activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, hierna "OTO" te noemen, omvatten, welke genoemd worden in de eerste activiteit van het kaderprogramma uit hoofde van artikel 164 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, alsmede alle soortgelijke OTO-activiteiten in India op de corresponderende wetenschappelijke en technologische gebieden.

Deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor de deelname van India, als ontwikkelingsland, aan activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek ten behoeve van ontwikkeling.

Artikel 5 - Vormen van samenwerking

De samenwerkingsactiviteiten kunnen de volgende vorm aannemen:

- deelneming van Indiase onderzoekinstellingen aan OTO-projecten uit hoofde van de eerste activiteit van het kaderprogramma en deelneming van in de Gemeenschap gevestigde onderzoekinstellingen aan Indiase projecten in soortgelijke OTO-sectoren. Een dergelijke deelname is onderworpen aan de voor iedere Partij geldende regels en procedures;

- gezamenlijke OTO-projecten; de gezamenlijke OTO-projecten worden uitgevoerd wanneer de deelnemers een plan voor technologiebeheer hebben opgesteld zoals aangegeven in de bijlage bij deze overeenkomst.

- pooling van OTO-projecten die reeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de voor de OTO-programma's van iedere Partij geldende procedures;

- bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers en technische deskundigen;

- gezamenlijk organiseren van wetenschappelijke seminars, conferenties, symposia en workshops, alsmede deelname van deskundigen aan deze activiteiten;

- gecoördineerde werkzaamheden voor de verspreiding van resultaten en uitwisseling van ervaring van gezamenlijke OTO-projecten die zijn gefinancierd;

- uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en materiaal met inbegrip van het gezamenlijke gebruik van geavanceerde onderzoekinstallaties;

- uitwisseling van informatie over gebruiken, wetten, voorschriften en programma's die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst;

- alle andere vormen van samenwerking als aanbevolen door het stuurcomité, wanneer deze met de bij elke Partij gehanteerde beleidslijnen en procedures in overeenstemming worden geacht.

Artikel 6 - Coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten

(a) Voor de coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst wordt namens India zorg gedragen door het Ministerie van Wetenschap en Technologie (Department of Science & Technology) en, namens de Gemeenschap, door de diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (Directoraat-generaal Wetenschap, onderzoek en ontwikkeling), welke instanties optreden als uitvoerende organen.

(b) De uitvoerende organen richten een stuurcomité voor W&T-samenwerking op, hierna "stuurcomité" te noemen, dat toeziet op het beheer van deze overeenkomst; dit comité bestaat uit een gelijk aantal officiële vertegenwoordigers van beide Partijen en heeft covoorzitters van beide Partijen; het stelt zijn eigen reglement van orde vast.

(c) Het stuurcomité heeft onder meer tot taak:

1. de verschillende samenwerkingsactiviteiten als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, alsmede die welke in het kader van activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek ten behoeve van ontwikkeling zouden worden ontplooid, te bevorderen en hierop toezicht uit te oefenen;

2. a) aanbevelingen te doen voor gezamenlijke OTO-projecten met het oog op financiering door de Partijen als projecten voor gezamenlijke rekening, welke projecten zijn voorgesteld naar aanleiding van de goedgekeurde tekst van een gemeenschappelijke uitnodiging tot het indienen van voorstellen, welke gelijktijdig door de uitvoerende organen is gepubliceerd;

b) gezamenlijke projecten die door wetenschappers van de ene Partij zijn voorgesteld voor deelname aan de programma's van de andere Partij, worden door iedere Partij geselecteerd volgens de onderscheiden selectieprocedures van iedere Partij, waarbij eventueel deskundigen van beide Partijen kunnen worden betrokken.

3. ingevolge artikel 5, eerste en tweede streepje, voor het komende jaar van alle voor OTO-samenwerking in aanmerking komende sectoren die prioritaire sectoren of subsectoren van gemeenschappelijk belang aan te wijzen waarin samenwerking wordt nagstreefd;

4. ingevolge artikel 5, derde streepje, aan de wetenschapsbeoefenaren van beide Partijen voorstellen te doen met betrekking tot de pooling van hun projecten, daar waar deze projecten onderling complementair zijn en er sprake van wederzijds voordeel zou zijn;

5. aanbevelingen te doen op grond van artikel 5, vierde tot en met achtste streepje;

6. de Partijen te adviseren over de wijze waarop de samenwerking kan worden uitgebreid en verbeterd overeenkomstig de in deze overeenkomst neergelegde beginselen;

7. erop toe te zien dat deze overeenkomst efficiënt functioneert en ten uitvoer wordt gelegd, met inbegrip van de beoordeling van lopende samenwerkingsprojecten in het kader van activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek ten behoeve van ontwikkeling waarbij India als ontwikkelingsland is betrokken;

8. jaarlijks aan de Partijen verslag uit te brengen over de stand en de doeltreffendheid van de samenwerking in het kader van deze overeenkomst. Dit verslag zal worden voorgelegd aan de gemengde commissie die is opgericht in het kader van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en India inzake partnerschap en ontwikkeling.

(d) Het stuurcomité komt in de regel eenmaal per jaar bijeen, bij voorkeur voorafgaand aan de vergadering van de gemengde commissie die is opgericht in het kader van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en India inzake partnerschap en ontwikkeling en volgens een onderling overeengekomen schema; de vergaderingen vinden afwisselend in de Gemeenschap en in India plaats. Op verzoek van één of beide Partijen kunnen buitengewone vergaderingen worden belegd.

(e) Besluiten van het stuurcomité worden bij consensus vastgesteld. Op elke vergadering worden notulen opgemaakt die een verslag bevatten van de besluiten en de voornaamste onderwerpen die zijn besproken. Deze notulen worden overeengekomen door de aangewezen covoorzitters van het stuurcomité.

(f) Elke Partij draagt de reis- en verblijfkosten van haar deelnemers aan de vergaderingen van het stuurcomité. Alle andere kosten in verband met de vergaderingen van het stuurcomité komen ten laste van de Partij die als gastvrouw optreedt.

Artikel 7 - Financiering

(a) De samenwerkingsactiviteiten zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van toegewezen middelen en onderworpen aan de op het grondgebied van iedere Partij geldende wetten en voorschriften (met inbegrip van die inzake belasting- en douanevrijstelling), alsmede de beleidslijnen en programma's van de Partijen.

(b) Kosten die zijn verbonden aan geselecteerde samenwerkingsactiviteiten, komen ten laste van de deelnemers zonder enigerlei overdracht van middelen tussen de Partijen.

(c) De exacte administratieve en financiële regelingen voor samenwerkingsactiviteiten worden in meer detail geregeld in een uitvoeringsovereenkomst.

(d) Het bepaalde in artikel 7, leden b) en c), is niet van toepassing op OTO-projecten waaraan India als ontwikkelingsland deelneemt en die worden gefinancierd in het kader van activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek ten behoeve van ontwikkeling.

Artikel 8 - Toelating van personeel en apparatuur

Elke Partij treft alle redelijke maatregelen en stelt alles in het werk om, binnen de op de grondgebieden van iedere Partij geldende wetten en voorschriften, de toegang tot, het verblijf op en het vertrek uit haar grondgebied te vergemakkelijken voor bij de samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst betrokken personen, en gebruikte apparatuur.

Artikel 9 - Verspreiding en gebruik van informatie

Voor de verspreiding en het gebruik van informatie en het beheer, de toekenning en de uitoefening van intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit gezamenlijk onderzoek in het kader van deze overeenkomst, gelden de voorwaarden van de bijlage bij deze overeenkomst. Deze bijlage inzake intellectuele eigendomsrechten maakt integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Artikel 10 - Territoriale toepassing van de overeenkomst

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van India. Dit vormt geen beletsel voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op open zee, in de ruimte of op het grondgebied van derde landen volgens de regels van internationaal recht.

Artikel 11 - Inwerkingtreding, beëindiging en regeling van geschillen

(a) Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de Partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat hun onderscheiden interne procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn voltooid.

(b) Deze overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van vijf jaar en kan in onderlinge overeenstemming worden verlengd na een evaluatie in het laatste jaar van elke opeenvolgende periode van vijf jaar.

(c) Deze overeenkomst kan met instemming van de Partijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking op de datum waarop de Partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat hun onderscheiden interne procedures voor de wijziging van deze overeenkomst zijn voltooid.

(d) Deze overeenkomst kan te allen tijde door elke Partij worden opgezegd, mits de andere Partij daarvan zes maanden tevoren schriftelijk in kennis wordt gesteld. Het aflopen of de beëindiging van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of de looptijd van enige in het kader van de overeenkomst getroffen regeling, noch op specifieke rechten en verplichtingen die uit hoofde van de bijlage bij deze overeenkomst zijn ontstaan.

(e) Alle vraagstukken of geschillen in verband met de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen geregeld.

Artikel 12

Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Hinditaal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Ten blijke waarvan de, hiertoe naar behoren gemachtigde, ondergetekenden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben gesteld.

Gedaan te ....... op ........ in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Hinditaal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Raad van de Europese Unie

Voor de regering van de Republiek India

BIJLAGE: INTELLECTUELE-EIGENDOMSRECHTEN

Uit hoofde van deze overeenkomst gecreëerde of verschafte rechten op intellectuele eigendom worden toegekend in overeenstemming met deze bijlage.

Toepassing

Deze bijlage is van toepassing op gezamenlijk onderzoek dat in het kader van de overeenkomst wordt verricht, tenzij door de Partijen uitdrukkelijk anderszins wordt overeengekomen.

I. Eigendom, toekenning en uitoefening van rechten

1. In de zin van deze bijlage heeft "intellectuele eigendom" de betekenis als gedefinieerd in artikel 2, sub c), van de overeenkomst.

2. Deze bijlage heeft betrekking op de toekenning van rechten en belangen tussen de Partijen en hun deelnemers. Elke Partij of haar deelnemers zorgen ervoor dat de andere Partij of haar deelnemers de rechten op intellectuele eigendom kunnen ontvangen die zijn toegekend overeenkomstig de bepalingen van deze bijlage. Deze bijlage houdt geen wijziging in van of doet geen afbreuk aan de toekenning van rechten, belangen en royalty's tussen een Partij en haar onderdanen of deelnemers en de regels voor de verspreiding en het gebruik van informatie, welke worden geregeld overeenkomstig de wetten en gebruiken van de Partij in kwestie.

3. De Partijen laten zich tevens leiden door de volgende, contractueel te regelen beginselen:

a) Daadwerkelijke bescherming van intellectuele eigendom. De Partijen zorgen ervoor dat zij en/of hun deelnemers elkaar binnen een redelijke termijn in kennis stellen van eventuele intellectuele eigendom die uit de overeenkomst of toepasselijke uitvoeringsovereenkomsten voortkomt en tijdig de nodige voorzieningen treffen om deze intellectuele eigendom te beschermen.

b) Doeltreffende exploitatie van resultaten, met inachtneming van de bijdragen van de Partijen en hun deelnemers.

c) Non-discriminatoire behandeling van deelnemers van de andere Partij in vergelijking met de behandeling die de eigen deelnemers genieten, wat betreft eigendom, gebruik en verspreiding van informatie en eigendom, toekenning en uitoefening van intellectuele eigendomsrechten.

d) Bescherming van vertrouwelijke zakelijke informatie.

4. De deelnemers ontwikkelen gezamenlijk een gemeenschappelijk programma inzake technologiebeheer (PTB). Het PTB is een specifieke overeenkomst tussen de deelnemers aan gezamenlijk onderzoek, waarin hun onderscheiden rechten en verplichtingen zijn omschreven, waaronder die in verband met de eigendom en het gebruik, met inbegrip van de publicatie, van informatie en intellectuele eigendom die voortvloeien uit het gemeenschappelijk onderzoek.

Wat de intellectuele eigendom betreft, omvat het PTB doorgaans onder meer een regeling betreffende eigendom, bescherming, gebruikersrechten voor onderzoek- en ontwikkelingsdoeleinden, exploitatie en verspreiding, met inbegrip van regelingen voor gezamenlijke publicatie, de rechten en verplichtingen van gastonderzoekers en procedures voor de beslechting van geschillen. Het PTB bevat ook een regeling omtrent nieuwe en bestaande informatie, het verlenen van vergunningen en de te leveren prestaties. Het PTB wordt ontwikkeld met inachtneming van de bij iedere Partij geldende regels en voorschriften, de doelstellingen van het gemeenschappelijke onderzoek, de respectieve financiële of andere bijdragen van de Partijen en hun deelnemers, de voor- en nadelen van het verlenen van vergunningen per grondgebied of per toepassingsgebied, de door de geldende wetgeving opgelegde voorwaarden, de noodzaak van procedures voor het beslechten van geschillen en andere factoren die door de deelnemers relevant worden geacht. De rechten en verplichtingen inzake intellectuele eigendom met betrekking tot het door gastonderzoekers (d.w.z. onderzoekers die niet van een Partij of een deelnemer afkomstig zijn) verrichte onderzoek worden eveneens in de gemeenschappelijke PTB's geregeld. Het PTB moet door het verantwoordelijke financieringsorgaan of ministerie van de bij de financiering van het onderzoek betrokken Partij worden goedgekeurd, voordat de specifieke O&O-samenwerkingscontracten waaraan de PTB's gehecht zijn, worden gesloten.

5. Informatie of intellectuele eigendom welke voortvloeit uit gemeenschappelijk onderzoek en niet in het PTB is geregeld, wordt overeenkomstig de beginselen van het PTB toegewezen. In geval van betwisting welke zich niet laat oplossen volgens de overeengekomen procedure voor het beslechten van geschillen, komt de informatie of intellectuele eigendom toe aan alle deelnemers aan het gemeenschappelijk onderzoek dat de informatie of de intellectuele eigendom heeft voortgebracht. Elke deelnemer op wie deze bepaling van toepassing is heeft dan het recht die informatie of intellectuele eigendom zonder geografische beperking voor eigen commerciële doeleinden te gebruiken.

6. Overeenkomstig het toepasselijke recht zorgt elke Partij ervoor dat de andere Partij en haar deelnemers over de intellectuele-eigendomsrechten kunnen beschikken die hun zijn toegekend.

7. Met inachtneming van de mededingingsvoorwaarden op de onder de overeenkomst vallende gebieden streeft elke Partij ernaar dat de krachtens de overeenkomst en de daaruit voortvloeiende regelingen verkregen rechten zodanig worden uitgeoefend, dat met name

(i) de verspreiding en het gebruik van gegevens die in het kader van de overeenkomst zijn ontstaan, bekendgemaakt of anderszins beschikbaar gesteld, worden aangemoedigd, en

(ii) de vaststelling en de uitvoering van internationale normen worden bevorderd.

8. De beëindiging of het aflopen van de overeenkomst heeft geen gevolgen voor de rechten of verplichtingen van deelnemers wat betreft intellectuele eigendomsrechten in verband met lopende goedgekeurde projecten als geregeld volgens deze bijlage.

II. Werken die onder het auteursrecht vallen en wetenschappelijke publicaties

Auteursrechten die aan de Partijen of hun deelnemers toebehoren, worden geregeld overeenkomstig de Berner Conventie (Akte van Parijs 1971) en de TRIPS-Overeenkomst.

Behoudens het bepaalde in deel III en tenzij in het PTB anders is overeengekomen, geschiedt de publicatie van de onderzoekresultaten gezamenlijk door de Partijen of de deelnemers. Naast deze algemene regel is nog het volgende van toepassing:

1. Indien door een Partij of door de overheidsorganen van die Partij wetenschappelijke en technische tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, video-opnamen of computerprogramma's worden gepubliceerd die het resultaat zijn van gemeenschappelijk onderzoek in het kader van deze overeenkomst, ontstaat voor de andere partij het wereldwijd geldende niet-exclusieve, onherroepelijke recht met vrijstelling van royalty's, om die werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken.

2. De Partijen streven naar verspreiding op een zo groot mogelijke schaal van wetenschappelijke geschriften die het resultaat zijn van gemeenschappelijk onderzoek uit hoofde van de overeenkomst en die door onafhankelijke uitgevers zijn gepubliceerd.

3. Op alle voor publicatie bestemde exemplaren van een werk waarop auteursrechten rusten en dat volgens deze bepaling tot stand is gekomen, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld tenzij de auteur uitdrukkelijk wenst daarvan af te zien. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de medewerking en de steun van de Partijen.

III. Niet openbaar te maken informatie

A. Schriftelijke niet openbaar te maken informatie

1. Elke Partij, haar instanties of haar deelnemers, naar gelang van het geval, stelt in een zo vroeg mogelijk stadium en bij voorkeur in het PTB, vast welke informatie zij niet openbaar wenst te maken met betrekking tot de overeenkomst. Daarbij moet onder meer rekening worden gehouden met:

a) het geheime karakter van de informatie, in die zin dat de gegevens - als geheel of in de gegeven samenstelling van de onderdelen - niet algemeen bekend zijn bij deskundigen en voor hen ook niet gemakkelijk toegankelijk zijn met wettige middelen;

b) de feitelijke of de potentiële handelswaarde van de informatie ingevolge het geheime karakter ervan;

c) de voorafgaande bescherming van de informatie, in die zin dat door de wettelijk bevoegde persoon onder de gegeven omstandigheden redelijke maatregelen zijn genomen om de geheimhouding van de gegevens te verzekeren.

De Partijen en hun deelnemers mogen in bepaalde gevallen overeenkomen dat, tenzij anders aangegeven, de bij het gemeenschappelijk onderzoek in het kader van de overeenkomst verschafte, uitgewisselde of gecreëerde informatie geheel of gedeeltelijk geheim moet blijven.

2. Elke Partij zorgt ervoor dat niet openbaar te maken informatie door de andere Partij gemakkelijk als zodanig kan worden herkend, bijvoorbeeld door een passend kenteken of een beperkend opschrift. Dit geldt ook voor de gehele of gedeeltelijke reproductie van de desbetreffende gegevens.

Een Partij die uit hoofde van de overeenkomst niet openbaar te maken informatie ontvangt, respecteert het vertrouwelijke karakter van deze gegevens. Deze beperkingen worden automatisch opgeheven wanneer de gegevens in kwestie door de eigenaar worden vrijgegeven.

3. In het kader van de overeenkomst door één van de Partijen verstrekte niet openbaar te maken informatie mag door de ontvangende Partij worden verspreid onder personen die behoren tot of in dienst zijn van de ontvangende Partij en andere betrokken departementen of instellingen van de ontvangende Partij welke voor de specifieke doeleinden van het lopend gemeenschappelijk onderzoek gemachtigd zijn, mits deze geheime gegevens krachtens een schriftelijk akkoord inzake de vertrouwelijkheid worden verspreid en gemakkelijk - zoals boven vermeld - als zodanig kunnen worden herkend.

4. Indien de Partij die niet openbaar te maken gegevens verstrekt, hiermee schriftelijke instemt, mag de ontvangende Partij deze gegevens op een ruimere schaal verspreiden dan volgens punt 3 is toegestaan. De Partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming voor de verspreiding op ruimere schaal; elke Partij verleent deze goedkeuring voor zover dit in het kader van haar binnenlands beleid en haar nationale voorschriften en wetten mogelijk is.

B. Niet-schriftelijke niet openbaar te maken informatie

Niet op schrift gestelde niet openbaar te maken gegevens of andere vertrouwelijke informatie die worden verstrekt tijdens studiedagen en andere bijeenkomsten welke in het kader van de overeenkomst plaatsvinden, of gegevens verkregen door de indienstneming van personeel, het gebruik van voorzieningen of gemeenschappelijke projecten, worden door de Partijen of hun deelnemers behandeld overeenkomstig de in de overeenkomst voor schriftelijke informatie vastgestelde beginselen, mits de ontvanger van dergelijke niet openbaar te maken of anderszins vertrouwelijke gegevens van tevoren schriftelijk is gewezen op het vertrouwelijke karakter van de medegedeelde informatie.

C. Beheer

Elke Partij probeert ervoor te zorgen dat niet openbaar te maken informatie die zij uit hoofde van de overeenkomst ontvangt, wordt beheerd zoals in de overeenkomst is bepaald. Indien één van de Partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten A en B vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de andere Partij daarvan onmiddellijk in kennis. De betrokken Partijen plegen vervolgens overleg om een passende gedragslijn vast te stellen.

FINANCIEEL MEMORANDUM

FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT

DG/Dienst: DG Onderzoek

1. Begrotingslijn en titel

1.1 Titel van de maatregel

Internationale wetenschappelijke samenwerking: overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met India

1.2. Begrotingslijnen

Reiskosten voor ambtenaren en deskundigen van de EG in verband met de follow-up en de uitvoering van de overeenkomst komen ten laste van specifieke begrotingslijnen voor de programma's in het kaderprogramma voor OTO van de Gemeenschap (hoofdstukken B6-61/62 - DG RTD).

2. Financiële gegevens

2.1. Methode ter berekening van de totale jaarlijkse kosten van de maatregel (raming)

a. Voorbereidende activiteiten, beoordeling van de samenwerkingsactiviteiten: vergaderingen van de stuurgroep voor wetenschappelijke en technologische samenwerking, uitwisseling van informatie, bezoeken van ambtenaren en deskundigen aan India 50.000 EUR

b. Wetenschappelijke en technische workshops/vergaderingen 60.000 EUR

TOTAAL: 110.000 EUR/jaar

3. Indeling van de uitgaven

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Juridische grondslag

4.1. Situatie van de begrotingslijnen in verband met de noodzaak van een juridische grondslag

Met juridische grondslag - Meerjarenprogramma - Medebeslissingsprocedure (met preferente financiële referentie).

4.2. Titel en referentie

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 170 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste streepje.

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002).

5. Omschrijving en motivering

5.1. Noodzaak van een communautaire maatregel, doelstellingen

5.1.1. Algemene doelstellingen van de maatregel

De belangrijkste doelstelling van de maatregel is het bevorderen van de samenwerking op OTO-gebied tussen de EU en India in het kader van onderzoeksprojecten op gebieden die onder het kaderprogramma vallen.

5.1.2. Duur

De overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van vijf jaar, en kan met wederzijdse instemming van beide Partijen telkens worden verlengd met periodes van vijf jaar.

5.2. Geplande maatregelen en modaliteiten voor steun uit de begroting

5.2.2. Aard van de uitgaven

100% subsidie (dienstreizen naar India van ambtenaren en deskundigen van de Commissie; organisatie van workshops, seminars en vergaderingen in Europa en in India).

6. Financiële gevolgen

6.1. Specifieke doelstellingen

6.2. Operationele uitgaven van administratieve en technische aard, opgenomen in deel B van de begroting (voor de gehele periode)

6.2.1. Uitgaven voor het beheer van het besluit (raming)

Indicatieve verdeling, bedragen (uitgedrukt in miljoen EUR, constante waarde van 1999)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Follow-up en evaluatie

7.1. Follow-up-systeem

7.1.1. Specifieke doelstellingen

- door de overeenkomst moeten de Gemeenschap en India op basis van het beginsel van wederzijds voordeel kunnen profiteren van de wetenschappelijke en technische vooruitgang die in het kader van de respectieve onderzoeksprogramma's wordt geboekt, via de deelname van de Indiase wetenschappelijke gemeenschap en industrie aan de communautaire onderzoekprojecten en via de onafhankelijke en niet-gesubsidieerde deelname van in de Gemeenschap gevestigde organisaties aan Indiase projecten;

- begunstigden in de EU en India zijn de wetenschappelijke gemeenschappen, de industrie en het publiek, dankzij de directe en indirecte effecten van de samenwerking.

7.1.2. Motivering van de maatregel

Financiering uit de communautaire begroting is noodzakelijk omdat de geplande samenwerking onder de uitvoering van het kaderprogramma's valt, met inbegrip van de begrotingsafdeling: deelname van India aan bepaalde specifieke programma's en administratieve uitgaven aan Europese kant (dienstreizen van ambtenaren van de Gemeenschap, organisatie van seminars in de Gemeenschap en in India).

7.2. Monitoring en evaluatie van de maatregel

De samenwerkingsovereenkomst zal regelmatig worden geëvalueerd door de betrokken diensten van de Commissie.

Deze evaluatie omvat de volgende elementen

a. Verzamelen van informatie: op basis van de gegevens van de specifieke programma's van de kaderprogramma's.

b. Algehele evaluatie van de maatregel: aan het eind van ieder jaar zullen afdelingen van de Commissie een evaluatie van alle samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst verrichten.

8. Maatregelen ter voorkoming van fraude

Er zijn talrijke administratieve en financiële controles gepland in alle fasen van de ondertekening en uitvoering van de onderzoekscontracten. Dit betreft met name:

- controles op verschillende niveaus van het overzicht van de kosten vóór betaling (wetenschappelijke en technische controle)

- interne audit door de auditafdeling

- inspecties ter plaatse van het werk door de auditafdeling van de Commissie en de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen

Top