EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0359

2003/359/EG: Beschikking van de Commissie van 16 mei 2003 houdende vaststelling van voorschriften voor de preventie van aviaire influenza bij gevoelige vogels in dierentuinen in bepaalde lidstaten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1691)

PB L 123 van 17.5.2003, p. 59–62 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/02/2004; opgeheven door 32004D0159

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/359/oj

32003D0359

2003/359/EG: Beschikking van de Commissie van 16 mei 2003 houdende vaststelling van voorschriften voor de preventie van aviaire influenza bij gevoelige vogels in dierentuinen in bepaalde lidstaten (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1691)

Publicatieblad Nr. L 123 van 17/05/2003 blz. 0059 - 0062


Beschikking van de Commissie

van 16 mei 2003

houdende vaststelling van voorschriften voor de preventie van aviaire influenza bij gevoelige vogels in dierentuinen in bepaalde lidstaten

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1691)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/359/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG(2), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza(3), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, is bepaald welke bestrijdingsmaatregelen ten minste moeten worden genomen wanneer aviaire influenza uitbreekt bij pluimvee, onverminderd de communautaire voorschriften met betrekking tot het intracommunautaire handelsverkeer.

(2) In artikel 3 van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1282/2002 van de Commissie(5), is bepaald dat het handelsverkeer en de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's daarvan niet mogen worden verboden of beperkt om andere veterinairrechtelijke redenen dan die welke voortvloeien uit de toepassing van de communautaire regelgeving, en met name de eventueel getroffen vrijwaringsmaatregelen.

(3) In artikel 2 van Richtlijn 1999/22/EG van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen(6) is een definitie gegeven van een dierentuin.

(4) Sedert 28 februari 2003 zijn in Nederland verschillende uitbraken van aviaire influenza geconstateerd. Sedert 16 april 2003 zijn ook in België verschillende uitbraken geconstateerd. Op 9 mei 2003 hebben de veterinaire autoriteiten van Duitsland de Commissie in kennis gesteld van een ernstig vermoeden van besmetting met aviaire influenza bij een pluimveekoppel in de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, en dat vermoeden is op 13 mei 2003 bevestigd.

(5) Om verspreiding van de besmetting te voorkomen en na evaluatie van de epizoötiologische situatie kan preventieve ruiming van het risicopluimvee nodig blijken en kan daartoe worden besloten door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten.

(6) De betrokken lidstaten hebben, nog voordat de ziekte officieel was bevestigd, onmiddellijk de nodige maatregelen getroffen op grond van Richtlijn 92/40/EEG van de Raad.

(7) Voor de duidelijkheid en de transparantie heeft de Commissie, in overleg met de autoriteiten van de betrokken lidstaten, verschillende beschikkingen vastgesteld waarbij de door de lidstaten vastgestelde maatregelen worden bevestigd en aangevuld.

(8) Op grond van Beschikking 2003/214/EG van de Commissie van 27 maart 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met aviaire influenza in Nederland(7), Beschikking 2003/275/EG van de Commissie van 16 april 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met een sterk vermoeden van besmetting met aviaire influenza in België(8), en Beschikking 2003/333/EG van de Commissie van 12 mei 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met een sterk vermoeden van besmetting met aviaire influenza in Duitsland(9), hebben de autoriteiten van Nederland, België en Duitsland besloten tot preventieve ruiming van pluimvee op risicobedrijven en in risicogebieden, teneinde verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

(9) Richtlijn 92/40/EEG is niet van toepassing wanneer aviaire influenza wordt geconstateerd bij andere vogels. In dat geval evenwel moet de betrokken lidstaat de Commissie meedelen welke maatregelen worden getroffen.

(10) Om zeldzame, met uitroeiing bedreigde pluimveerassen en vogels te beschermen en de biodiversiteit te handhaven, kunnen de betrokken lidstaten besluiten noodvaccinatie tegen aviaire influenza toe te passen bij deze gevoelige vogels.

(11) Daartoe en in het licht van de ontwikkeling van de situatie met betrekking tot aviaire influenza in Nederland en België, is Beschikking 2003/291/EG van de Commissie van 25 april 2003 houdende vaststelling van voorschriften voor de preventie van aviaire influenza bij gevoelige vogels in dierentuinen in België en Nederland(10) vastgesteld, waarin maatregelen zijn opgenomen die moeten worden toegepast wanneer de betrokken lidstaten besluiten tot het verrichten van noodvaccinatie tegen aviaire influenza bij gevoelige vogels.

(12) Hoewel de noodvaccinatie beperkt blijft tot speciale categorieën dieren die niet direct betrokken zijn bij het handelsverkeer, kan de status ten aanzien van aviaire influenza in het kader van het internationaal handelsverkeer daardoor toch in het gedrang worden gebracht, niet alleen voor de lidstaat of het deel van het grondgebied van een lidstaat waar vaccinatie wordt toegepast.

(13) Derhalve moeten bijzonder voorschriften worden vastgesteld voor het handelsverkeer van gevaccineerde vogels en moet worden bepaald dat essentiële informatie betreffende de noodvaccinatie moet worden opgenomen in een programma dat door de betrokken lidstaten moet worden ingediend bij de Commissie en de andere lidstaten.

(14) Deze beschikking is van toepassing op dierentuinen als omschreven in Richtlijn 1999/22/EG en op andere instellingen waar zeldzame gevoelige vogels worden gehouden.

(15) Voor de duidelijkheid moet Beschikking 2003/291/EG worden ingetrokken en worden vervangen door de onderhavige beschikking.

(16) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In het kader van deze beschikking zijn de volgende definities van toepassing:

- "dierentuin": een inrichting als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 1999/22/EG van de Raad;

- "erkende instelling, erkend instituut of erkend centrum": een instelling, instituut of centrum als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad;

- "gevoelige vogel": elke vogel van een soort die gevoelig is voor aviaire influenza en die wordt gehouden in een dierentuin of een erkende instelling, een erkend instituut of een erkend centrum.

Artikel 2

De bevoegde veterinaire autoriteiten van de in bijlage I genoemde lidstaten zien erop toe dat op het gebied van de bioveiligheid stringente maatregelen worden getroffen in dierentuinen en in erkende instellingen, instituten of centra waar gevoelige vogels worden gehouden, teneinde alle risicovolle contacten waardoor aviaire influenza kan worden ingesleept en verspreid, te vermijden. Deze maatregelen zijn er met name op gericht alle risicovolle contacten met het publiek en met pluimveehouderijen te vermijden.

Artikel 3

De bevoegde veterinaire autoriteiten van de in bijlage I genoemde lidstaten kunnen besluiten om, in dierentuinen en in erkende instellingen, instituten of centra in de in bijlage II omschreven delen van hun grondgebied, noodvaccinatie tegen aviaire influenza toe te passen bij gevoelige vogels, wanneer wordt aangenomen dat die dieren risico lopen ten gevolge van de ziekte, met inachtneming van de in bijlage III bij deze beschikking vastgestelde voorschriften.

Artikel 4

In het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid leggen de betrokken lidstaten officieel een programma inzake noodvaccinatie tegen aviaire influenza van gevoelige vogels, als bedoeld in artikel 3, voor aan de andere lidstaten en aan de Commissie. Het programma omvat ten minste gedetailleerde informatie over:

- het juiste adres en de ligging van de dierentuinen en de erkende instellingen, instituten en centra waar wordt gevaccineerd;

- de specifieke identificatie van de gevoelige vogels en hun aantal;

- de individuele identificatiegegevens van de te vaccineren vogels;

- het te gebruiken vaccintype, het vaccinatieschema en het tijdstip van vaccinatie;

- de redenen voor het besluit tot toepassing van de maatregelen;

- het tijdschema voor de uit te voeren vaccinaties.

Artikel 5

De in bijlage I genoemde lidstaten passen maatregelen van intern recht toe die in overeenstemming zijn met deze beschikking en zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 6

Beschikking 2003/291/EG wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige beschikking.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(2) PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14.

(3) PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1.

(4) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 52.

(5) PB L 187 van 16.7.2002, blz. 3.

(6) PB L 94 van 9.4.1999, blz. 24.

(7) PB L 81 van 28.3.2003, blz. 48.

(8) PB L 99 van 17.4.2003, blz. 57.

(9) PB L 116 van 13.5.2003, blz. 28.

(10) PB L 105 van 26.4.2003, blz. 34.

BIJLAGE I

- België

- Duitsland

- Nederland

BIJLAGE II

- Het hele grondgebied van België

- In Duitsland, het grondgebied van de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, in het oosten begrensd door de Rijn en in het westen door de grens met Nederland, België en de deelstaat Rijnland-Palts

- Het hele grondgebied van Nederland

BIJLAGE III

VOORSCHRIFTEN VOOR DE TOEPASSING VAN NOODVACCINATIE IN HET KADER VAN DE BESTRIJDING EN DE UITROEIING VAN AVIAIRE INFLUENZA

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top