EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013DC0899

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Evaluatie van het Europass-initiatief Tweede evaluatie van de beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass)

/* COM/2013/0899 final */

52013DC0899

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Evaluatie van het Europass-initiatief Tweede evaluatie van de beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) /* COM/2013/0899 final */


1. INLEIDING

Leermogelijkheden kennen vandaag beperkingen noch grenzen en zijn direct voorhanden. Mensen kunnen niet alleen in de traditionele context van het klaslokaal leren en nieuwe vaardigheden en competenties opdoen, maar ook steeds meer daarbuiten, en dat alles in hun eigen tempo. In het huidige klimaat van snelle economische en technologische veranderingen hebben mensen vaak ook te maken met diverse overgangen in hun beroepsmatig en academisch leven, met het overschrijden van grenzen, en met het afwisselen of combineren van werk, onderwijs, vervolgopleidingen of vrijwilligerswerk. Omdat de roep om inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en betere vaardigheden toeneemt, is er behoefte aan onderwijs- en opleidingsstelsels die opener en flexibeler zijn en die beter zijn toegespitst op de behoeften en omstandigheden van lerenden en werkenden. Al hun kwalificaties, vaardigheden en competenties moeten eenvoudig en snel door werkgevers en door instellingen voor onderwijs en opleiding overal in Europa worden erkend en begrepen.

De afgelopen jaren heeft de Commissie er in het kader van diverse initiatieven van de Europa 2020-strategie en met name in het licht van de aanhoudende hoge werkloosheid[1] op gehamerd hoe belangrijk het is om lerenden en werkenden in staat te stellen hun vaardigheden en kwalificatieprofielen duidelijk te presenteren, ongeacht of deze zijn opgedaan in een formele, niet-formele of informele leeromgeving. De bedoeling hiervan is de mobiliteit te bevorderen en de vooruitzichten voor werkgelegenheid en een leven lang leren te verbeteren. Deze doelstelling wordt onderstreept in "Een andere kijk op onderwijs"[2], waarin de Commissie aankondigt te zullen werken aan de totstandbrenging van een Europese ruimte voor vaardigheden en kwalificaties om ervoor te zorgen dat vaardigheden en kwalificaties gemakkelijk kunnen worden erkend over de grenzen heen.

Europass is opgezet in 2005[3] en draagt bij aan de verwezenlijking van deze doelstellingen door ervoor te zorgen dat de competenties en kennis van lerenden en werkenden in heel Europa duidelijker worden begrepen, door middel van instrumenten waarmee lerenden en werken zich kunnen registreren en hun vaardigheden en kwalificaties transparant kunnen uiteenzetten (zie punt 2 voor een uitgebreide beschrijving). Hoewel het oorspronkelijke doel steeds relevanter wordt, moeten sommige van de huidige instrumenten worden aangepast als wij de uitdagingen willen aanpakken die samenhangen met de verwachtingen en behoeften van de lerenden van vandaag en de veranderende arbeidsmarkt.

In dit verslag worden de resultaten van het Europass-kader geanalyseerd op basis van de externe evaluatie van Europass, die in 2012 is verricht[4]. Daarin wordt benadrukt dat de oorspronkelijke doelstellingen nog altijd relevant zijn, in het bijzonder in het licht van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020)[5]. Door te zorgen dat vaardigheden, kwalificaties en leerresultaten kunnen worden vergeleken, ondersteunt Europass het verkeer van lerenden en werkenden ten behoeve van een leven lang leren of van werk. Europass, en in het bijzonder het Europass-cv, heeft zichzelf bewezen als een goed georganiseerd, betrouwbaar merk voor transparantie en erkenning in Europa en daarbuiten. Uit de cijfers van maart 2013 blijkt dat er vanaf de start in 2005 meer dan 27 miljoen Europass-cv’s online zijn ingevuld. Bovendien zijn de Europass-instrumenten kostenefficiënt en zijn het gebruik en de verspreiding ervan aanzienlijk toegenomen sinds de eerste evaluatie van Europass in 2008.

Dit verslag legt tevens de huidige tekortkomingen van Europass bloot ten aanzien van de veranderende omstandigheden op het gebied van onderwijs en opleiding en op de arbeidsmarkt. Sommige van deze instrumenten dragen niet bij aan flexibele leertrajecten en laten evenmin een uitgebreide documentatie van de door niet-formeel of informeel leren verworven vaardigheden toe, waaronder onlineleren, zoals ook wordt aangegeven in de recente mededeling van de Commissie getiteld "Naar een opener onderwijs"[6]. Uit de evaluatiegegevens blijkt tevens dat de meeste Europass-instrumenten een grote hoeveelheid potentiële gebruikers nog niet helemaal bereiken. Momenteel zijn veel Europass-gebruikers jong, vrouw en/of hoogopgeleid. Door betere samenwerking met diensten die loopbaanbegeleiding bieden en door integratie daarvan binnen het Europass-kader, zouden grote groepen kunnen worden benaderd, zoals laagopgeleide werklozen, die vaak de nodige vaardigheden missen om Europass-documenten in te vullen of deze te ingewikkeld of verwarrend vinden. Verdere noodzakelijke verbeteringen zijn onder meer betere convergentie met andere Europese referentie-instrumenten en betere interoperabiliteit van de IT-instrumenten van Europass en de EU-instrumenten voor afstemming tussen vraag en aanbod.

Om dergelijke tekortkomingen te verhelpen moet de huidige opzet van Europass worden ontwikkeld tot een eenvoudigere, doelgerichtere en modernere dienst. Dit mag echter niet ten koste gaan van het oorspronkelijke doel van vergelijkbaarheid en transparantie van vaardigheden en kwalificaties ter verbetering van de geografische en beroepsmobiliteit van lerenden en werkenden. Een herziening van Europass is des te urgenter omdat er momenteel diverse particuliere, lokale en/of nationale initiatieven met vergelijkbare doelstellingen worden ontwikkeld, met name in elektronische vorm, zoals e-portfolio’s.

Deze overwegingen zijn van cruciaal belang als wij de rol van Europass bij de ontwikkeling van een Europese ruimte voor vaardigheden en kwalificaties kracht bij willen zetten, opdat de Commissie de synergie tussen de verschillende EU-instrumenten voor de transparantie en erkenning van vaardigheden en kwalificaties kan vergroten. Ten behoeve hiervan worden de bevindingen in dit verslag gekoppeld aan de resultaten van de evaluaties van het Europees kwalificatiekader en het Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en ‑opleiding en die van het voortgangsverslag over kwaliteitsborging in het hoger onderwijs. Tezamen zullen zij een bijdrage leveren aan het publieke debat dat in de winter van 2013/2014 zal worden gevoerd over de Europese ruimte voor vaardigheden en kwalificaties.

2. RESULTATEN EN EFFECTEN

Europass is in 2005 in het leven geroepen en is een portfolio van vijf verschillende documenten die bedoeld zijn om beschrijvingen te bevatten van de algehele leerresultaten, officiële kwalificaties, werkervaring, vaardigheden en competenties die de houder mettertijd heeft opgedaan. Twee Europass-documenten zijn instrumenten om eigen verklaringen op te stellen: het Europees curriculum vitae (cv)[7] en het Europass-taalportfolio[8]; drie andere worden afgegeven door onderwijsinstellingen: het Europass-diplomasupplement[9], het Europass-certificaatsupplement[10] en het Europass-mobiliteitsdocument[11]. Alle documenten delen een gemeenschappelijke naam (Europass) en het logo. Europass is gratis en is in 27 talen beschikbaar op de portaalsite van Europass, in een toegankelijke elektronische opmaak[12]. Sinds 2012 kunnen gebruikers alle Europass-documenten verzamelen in het Europees vaardighedenpaspoort, een gebruiksvriendelijke elektronische map die de houder helpt een persoonlijke, modulaire inventaris van de door hem of haar gedurende het leven verworven persoonlijke vaardigheden en kwalificaties samen te stellen.

2.1. Aanspreken van nieuwe doelgroepen

Alle Europass-documenten worden – in verschillende mate – als een succes beschouwd in de zin dat zij de vaardigheden, competenties en kwalificaties tussen landen en sectoren beter vergelijkbaar maken en de selectieprocedures voor werkgevers en onderwijsinstellingen eenvoudiger maken. Internationale erkenning van de documenten is de belangrijkste reden voor eindgebruikers om gebruik te maken van Europass. Europass wordt beschouwd als een krachtige merknaam met een aanzienlijke Europese meerwaarde, waarmee een breed en gericht publiek kan worden bereikt. Belanghebbenden en nationale vertegenwoordigers van Eures[13] geven bijvoorbeeld aan dat het cv en de diploma- en certificaatsupplementen voor de huidige gebruikers van Eures de nuttigste Europass-documenten vormen.

Al met al wordt het cv beschouwd als het nuttigste, meest gewaardeerde en bekendste instrument van alle Europass-instrumenten. Het gebruik ervan laat een gestage groei zien – alleen al in 2012 zijn er online twaalf maal zo veel cv’s aangemaakt als in 2006. Zoals aangegeven waren er in maart 2013 sinds de introductie van Europass meer dan 27 miljoen cv’s aangemaakt. Bovendien worden het diploma- en het certificaatsupplement beschouwd als belangrijke instrumenten voor onderwijsinstellingen om hun onderwijsprogramma’s effectiever richting en structuur te geven op basis van internationale standaarden. Desondanks bereiken de Europass-instrumenten een grote groep potentiële gebruikers nog niet helemaal. In 2012 zijn er slechts 115 000 Europese taalportfolio's online aangemaakt en werden er slechts 80 000 Europass-mobiliteitsdocumenten uitgereikt.

Belanghebbenden (met inbegrip van werkgevers en vakbonden), eindgebruikers en potentiële gebruikers zijn het erover eens dat de Europass-instrumenten een positieve bijdrage leveren aan de mobiliteit voor een leven lang leren of op de arbeidsmarkt. 58 % van de respondenten van het onderzoek dat is verricht in het kader van de externe evaluatie[14] was van oordeel dat zij dankzij het cv gemakkelijker voor een baan, een opleiding of vrijwilligerswerk werden gevraagd of voorgeselecteerd; 46 % was van oordeel dat het hen had geholpen te worden geaccepteerd voor een programma voor een leven lang leren (bijvoorbeeld het Erasmus-programma), een taalcursus enz. Europass bewijst in het bijzonder zijn waarde wanneer mensen van baan of woonplaats veranderen: 60,4 % van de respondenten was van oordeel dat Europass hieraan bijdroeg. De Europass-documenten voldoen aan de behoeften van de overgrote meerderheid van de gebruikers (ongeveer 80 %), ongeacht leeftijd en opleidingsniveau.

Dat neemt niet weg dat Europass het meest wordt gebruikt door afgestudeerden. 40 % van de eindgebruikers van Europass heeft een baan en 37 % volgt nog onderwijs of een opleiding. Europass speelt ook een belangrijke rol bij zowel transnationale als nationale mobiliteit: meer dan 40 % van de in eigen land mobiele personen maakt nu gebruik van Europass-documenten. Veel Europass-gebruikers zijn jong, vrouw en/of hoogopgeleid: bijna 60 % heeft een hogeronderwijsdiploma. Vrouwen vertegenwoordigen 59,4 % van alle gebruikers van Europass.

Laagopgeleide werklozen zijn de moeilijkst bereikbare groep, tezamen met vrijwilligers: deze twee groepen vertegenwoordigen respectievelijk 12,8 % en 1,1 % van de gebruikers van Europass. Uit de gegevens (afbeelding 1) blijkt dat een groot aantal laagopgeleide en/of werkloze personen die geen gebruik maken van Europass, vaak ook de vaardigheden missen om de documenten in te vullen of deze te ingewikkeld of verwarrend vinden. Gerichte begeleiding van deze groepen zou hun toegang tot Europass-documenten kunnen verbeteren.

Afbeelding 1: Gebruikers van Europass naar opleidingsniveau/beroepsstatus[15]

Opleidingsniveau/ beroepsstatus || Alle Europass- documenten || Europass-cv || Europass-tp || Europass-cs || Europass-ds || Europass-md

Onderwijs of opleiding || 37,3 % || 30,2 % || 26,3 % || 20,1 % || 19,5 % || 30,5 %

Vrijwillige activiteiten || 1,1 % || 1,5 % || 1,5 % || 1,1 % || 1,1 % || 1,0 %

Arbeidsverband (minder dan vijf jaar) || 19,5 % || 20,2 % || 21,1 % || 31,4 % || 25,8 % || 32,4 %

Arbeidsverband (meer dan vijf jaar) || 20,8 % || 26,4 % || 32,0 % || 29,1 % || 35,2 % || 12,3 %

Werkloos/werk­zoekend || 12,8 % || 15,9 % || 12,5 % || 9,9 % || 14,4 % || 12,6 %

Overig || 8,5 % || 5,8 % || 6,6 % || 8,4 % || 4,0 % || 11,2 %

Totaal || 100 % || 100 % || 100 % || 100 % || 100 % || 100 %

Bron: Europass-evaluatie van 2012 (PPMI).

Zoals blijkt uit afbeelding 2, zijn relatief jonge respondenten (van minder dan 20 tot 35 jaar) de grootste gebruikers van Europass-documenten, mogelijk omdat zij wellicht meer openstaan voor mobiliteit (wat betreft woonplaats, baan of beroepssector).

Afbeelding 2: Gebruikers van Europass naar leeftijd[16]

Leeftijd || Alle Europass- documenten || Europass-cv || Europass-tp || Europass-ds || Europass-cs || Europass-md

< 20 || 9 % || 9 % || 10 % || 2 % || 11 % || 10 %

21-25 || 41 % || 40 % || 35 % || 35 % || 42 % || 49 %

26-35 || 30 % || 32 % || 31 % || 40 % || 27 % || 31 %

36-49 || 14 % || 15 % || 18 % || 18 % || 17 % || 7 %

50+ || 5 % || 5 % || 6 % || 4 % || 5 % || 3 %

Bron: Europass-evaluatie van 2012 (PPMI). De percentages zijn afgerond.

Europass heeft tevens een "pedagogisch effect" op de eigenaar van de documenten. Gebruikers worden aangemoedigd hun eigen vaardigheden en competenties tegen het licht te houden en er helderder over te communiceren. Hierdoor worden werkzoekenden geholpen zich te richten op die vaardigheden en competenties waar in vacatures het meest om wordt gevraagd.

2.2. Bevordering van flexibele leertrajecten

Uit het onderzoek blijkt dat de belanghebbenden van Europass meer en meer verwachten dat de dienst wordt aangepast aan de veranderende behoeften van de gebruikers. Europass moet ervoor zorgen dat alle vaardigheden en kwalificaties van gebruikers, ongeacht de onderwijs- en opleidingssector en de soort leerervaring, volledig en eenvoudig kunnen worden gedocumenteerd. Om tegemoet te komen aan de moderne, flexibele en leerlinggerichte trajecten binnen het onderwijs en de opleidingen, is het zonder meer wenselijk dat het gehele kader wordt vereenvoudigd en aangepast, alsmede dat er voor meer interne samenhang wordt gezorgd. Europass houdt momenteel nog geen rekening met het toenemende belang van niet-formeel of informeel leren voor het verwerven van nieuwe vaardigheden en kwalificaties, of met instrumenten zoals "open badges" die worden toegekend door onlineonderwijsverstrekkers.

Ten aanzien van formeel onderwijs en formele opleidingen worden in Europass momenteel twee afzonderlijke supplementaire documenten ter beschikking gesteld, elk voor een specifieke onderwijssector en met een apart systeem van studiepuntenoverdracht. Deze opzet zou een vlotte overgang tussen leertrajecten, hoewel die wordt aanbevolen, kunnen belemmeren. Het creëren van een gemeenschappelijke structuur voor deze supplementen, die alle niveaus en soorten van onderwijs en opleiding (scholen, beroepsonderwijs en ‑opleiding, hoger onderwijs en volwasseneneducatie) omvat, zou een gemeenschappelijke interpretatie van kwalificaties bevorderen, ongeacht de sector die het supplement afgeeft. Lerenden en werkenden kunnen dan hun vaardigheden eenvoudiger aantonen wanneer zij zich voor bijscholing in een andere sector aanmelden. Een gemeenschappelijk model waarin verschillen worden vermeden, zou er eveneens voor kunnen zorgen dat de supplementen gemakkelijker kunnen worden gelezen door werkgevers.

Binnen Europass ontbreekt momenteel een instrument waarmee alle vaardigheden en competenties kunnen worden vastgelegd die zijn verworven door niet-formeel of informeel leren (met inbegrip van onlineleren). Het huidige Europass-mobiliteitsdocument is tot op heden nog maar beperkt gebruikt en kan uitsluitend worden toegepast in de strikte context van internationale mobiliteit.

Tot slot werd de enige eigen verklaring van Europass in aanvulling op het cv – het taalportfolio – slechts door een heel klein aantal personen gebruikt. Gebruikers en werkgevers hebben het gevoel dat het cv op zich al een uitgebreid overzicht zou moeten geven van de persoonlijke vaardigheden, zoals taalvaardigheid en ICT-competentie. Een aanvullende eigen verklaring van de cv-houder wordt daarbij niet als een behoefte aangevoeld.

Deze verbeteringen zouden het gehele kader gemakkelijker en eenvoudiger in het gebruik moeten maken. Europass opnieuw vormgeven zou een herziening van de huidige rechtsgrondslag kunnen vereisen, aangezien de huidige beschikking voor geen enkel van de vijf oorspronkelijke documenten van Europass voorziet in de mogelijkheid van vervanging, wijziging of afschaffing.

2.3. Creëren van meer synergie met andere Europese initiatieven

Ter ondersteuning van het verkeer van lerenden en werkenden zijn er in het laatste decennium naast Europass ook andere Europese instrumenten ingevoerd, zoals het Europees kwalificatiekader (EKK)[17], het Europees systeem voor overdracht van leerresultaten voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet)[18] en het Europees systeem voor het verzamelen en overdragen van studiepunten (ECTS)[19]. Deze dragen bij aan echte Europese mobiliteit en aan een goed begrip en een snelle erkenning van de kennis, vaardigheden en competenties van een persoon.

Deze instrumenten zijn niet afzonderlijk van elkaar ontwikkeld en zij zijn complementair aan Europass. Naarmate de tenuitvoerlegging van deze instrumenten vordert, kan geleidelijke integratie met en verwijzing naar het EKK, het Ecvet en het ECTS in Europass worden verwacht. In de aanbeveling tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader wordt gespecificeerd dat alle nieuwe certificaten, diploma’s en Europass-documenten die door de bevoegde autoriteiten worden afgegeven, tegen 2012 – via de nationale kwalificatiesystemen – een duidelijke verwijzing naar het passende niveau van het Europees kwalificatiekader moeten bevatten. Sommige landen (CZ, DK, EE, FR en IE) zijn reeds begonnen deze niveaus vast te leggen in de desbetreffende Europass-documenten (het diploma- en het certificaatsupplement), maar in de resterende landen zijn bijkomende inspanningen nodig.

Ondanks het complementaire karakter van deze initiatieven is er nog altijd ruimte voor verbetering van de samenhang, zodat de verschillende instrumenten en diensten op een gecoördineerde manier worden aangeboden. Momenteel hebben gebruikers nog niet op eenvoudig begrijpelijke en samenhangende wijze toegang tot deze instrumenten. Bijna alle Europese instrumenten ten behoeve van transparantie en mobiliteit hebben hun eigen portaal en er bestaat wel enige mate van onderlinge afstemming – het online-instrument voor een Europass-cv helpt Eures-gebruikers bijvoorbeeld bij het aanmaken van een Europass-cv op de Eures-website – maar de verschillende instrumenten zijn niet goed genoeg aan elkaar gekoppeld. Hierdoor wordt het voor potentiële gebruikers moeilijker om de juiste informatie, documenten en diensten te vinden.

Er is behoefte aan grotere interoperabiliteit van Europass en andere EU-instrumenten ten behoeve van de afstemming tussen vraag en aanbod, waaronder Eures. Evenzo dient de synergie tussen Europass en Youthpass, een instrument om de erkenning van de leerresultaten te bevorderen van jongeren die deelnemen aan projecten die steun ontvangen uit hoofde van het EU-programma "Jeugd in actie", te worden verbeterd om potentiële overlapping te voorkomen. Een ander voorbeeld is het besluit op grond waarvan een beroepskwalificatie die in een lidstaat toegang verleent tot een gereglementeerd beroep, wordt erkend[20]. De houder van de kwalificatie moet in staat worden gesteld dit erkenningsbesluit, op papier of elektronisch, bij te voegen bij de Europass-documenten, ook wanneer dit is verkregen op grond van de nieuwe procedure inzake de Europese beroepskaart.

2.4. Streven naar efficiënt en duurzaam bestuur

Het gebruik en de bekendheid van de diverse Europass-instrumenten is sinds de introductie van het initiatief in 2005 gestaag toegenomen. Het Europass-portaal is grotendeels verantwoordelijk voor het toegenomen gebruik en de bekendheid van deze transparantie-instrumenten. Het portaal is zeer succesvol gebleken voor wat betreft bezoeken, gebruik en gebruikerstevredenheid. Het aantal bezoeken is elk jaar gestegen, van ongeveer 3 miljoen in 2006 tot bijna 15 miljoen in 2012. Ongeveer 88 % van de ondervraagde gebruikers onderschreef de stelling dat het Europass-portaal gebruiksvriendelijk en duidelijk is. 60 % was van mening dat het portaal in de toekomst met name informatie en advies zou moeten bevatten over transnationale mobiliteit, de erkenning van kwalificaties en het zoeken naar een baan.

Samen met het Europass-webportaal zijn de nationale Europass-centra (NEC’s) het belangrijkste middel voor de tenuitvoerlegging van Europass. Sinds medio 2005 zijn er NEC’s actief in alle EU-landen (vanaf 2007 in Bulgarije en Roemenië en vanaf 2011 in Kroatië) en in IJsland en Noorwegen, vanaf 2006 in Liechtenstein, vanaf 2008 in Turkije en vanaf 2011 in Zwitserland. Hun missie om de bekendheid van Europass te vergroten en de nodige informatie te verstrekken aan alle belanghebbenden, werd naar tevredenheid uitgevoerd.

Het merendeel van de NEC’s werkt regelmatig samen met andere instanties, zoals Euroguidance en de nationale informatiecentra voor academische erkenning, aan Eures gerelateerde agentschappen, de nationale agentschappen voor het programma "Een leven lang leren", Eurodesk en Europa Direct. Deze vormen van samenwerking zouden echter kunnen worden verbeterd en de effecten van de synergie zouden meer kunnen worden benut. Betere convergentie van al deze instanties zou vereenvoudigde structuren en betere diensten opleveren die dichter bij de lerenden en werkenden staan, en zou de toegang tot Europass vergemakkelijken, met name voor die groepen die er momenteel het minst de voordelen van benutten. De inspanningen van de NEC om de Europass-instrumenten te promoten onder particuliere aanbieders van werkgelegenheidsdiensten, bleken echter minder succesvol. De meeste van deze aanbieders zouden het gebruik van Europass-documenten alleen tegen een financiële vergoeding willen stimuleren.

Binnen het succes van Europass speelt Cedefop een belangrijke rol. Cedefop beheert het Europass-portaal doelmatig, ondersteunt de NEC’s en draagt met zijn expertise bovendien ook bij aan de conceptuele ontwikkeling van het Europass-kader.

In 2012 heeft de Commissie uit hoofde van het programma "Een leven lang leren" in totaal 2 250 000 EUR aan financiële steun aan de NEC’s verstrekt. Al met al werd in de externe evaluatie ten aanzien van alle onderzochte aspecten van Europass een toename van het efficiëntieniveau ten opzichte van 2008 geconstateerd. Hoewel de financiering uit EU[21] en nationale middelen geen aanzienlijke toename laat zien voor de periode 2008-2011, is de hoeveelheid Europass-documenten die online zijn aangemaakt en afgegeven, alsmede het aantal bezoeken aan het portaal gestaag toegenomen, zonder dat er tekenen zijn van een tanende populariteit van de Europass-instrumenten. Zowel met betrekking tot de promotieactiviteiten door de NEC’s als met betrekking tot het gebruik van de diverse Europass-instrumenten werd een toenemende efficiëntie geconstateerd.

De totale kosten van Europass (op basis van de nationale begrotingen en van die van de Commissie en Cedefop) bedragen sinds de introductie ongeveer 31,5 miljoen EUR. Uitgaande van de 54 miljoen Europass-cv’s die sinds 2005 zijn afgegeven (28 miljoen online aangemaakt en 27 miljoen gedownload), bedragen de gemiddelde kosten van één geproduceerd cv bij benadering 0,58 EUR, ongeveer een kwart van het in 2008 geraamde bedrag (2,1 EUR). Gelet op de lage kosten per document en de hoge mate van tevredenheid onder de gebruikers, wordt in de evaluatie geconcludeerd dat Europass goede waar voor zijn geld biedt. Niettemin kan Europass zonder voortgezette financiële steun uit Europa waarschijnlijk niet duurzaam blijven. De meeste NEC’s zouden zonder EU-financiering niet actief kunnen blijven. Er werd immers geen levensvatbare alternatieve financiering voor Europass vastgesteld en aanvullende overheidsfinanciering ligt niet in de lijn der verwachting. Tevens is er geen specifieke prikkel voor particuliere actoren om ook zelf aan dit proces deel te nemen, aangezien Europass geen enkel direct financieel voordeel voor hen oplevert.

3. CONCLUSIES

Tegen de huidige achtergrond van een afnemende beroepsbevolking en trage economische groei bestaat een van de meest dringende uitdagingen voor de lidstaten erin de onderwijs- en opleidingsstelsels te moderniseren en het aanbod van vaardigheden en de behoeften van de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Europass zou aan deze opdracht moeten bijdragen en zou de komende jaren dan ook moeten worden versterkt.

De bevindingen en aanbevelingen van de externe evaluatie bevestigen dat Europass zijn krachtige rol ter bevordering van mobiliteit en vergelijkbaarheid van vaardigheden en kwalificaties moet voortzetten. Voorgestelde verbeteringen zijn onder meer betere rationalisering en integratie van Europass-documenten met als doel een betere convergentie met andere Europese referentie-instrumenten en doelgerichte begeleiding bij de Europass-instrumenten, waardoor de transnationale mobiliteit, de erkenning van kwalificaties en het zoeken naar banen worden ondersteund. Bovenal moet Europass een flexibeler en gebruiksvriendelijker instrument worden, dat gebruik zou moeten maken van het potentieel van moderne technologieën om continu met de behoeften van gebruikers mee te ontwikkelen. Bestaande gebruikers moeten worden behouden, maar tevens moeten nieuwe worden aangetrokken, met name onder laagopgeleide personen. Om dit te bereiken is mogelijk een nieuwe rechtsgrondslag voor Europass vereist, op grond waarvan de instrumenten periodiek kunnen worden bijgewerkt en aangepast.

In het licht van de toenemende ondersteuning door Europass van lerenden en werkenden die hun vaardigheden en competenties willen presenteren, zouden met name de volgende ontwikkelingen moeten worden overwogen:

•      betere synergie tussen Europass en andere Europese initiatieven – Ondanks het globale succes van Europass kan de begeleiding bij het gebruik van de Europass-instrumenten worden verbeterd en aangescherpt door middel van betere coördinatie met diensten voor loopbaanbegeleiding en transparantie en de erkenning van kwalificaties, met het oog op een groter publiek en meer toegevoegde waarde. Dit lijkt met name relevant voor groepen die meer moeilijkheden ervaren bij het gebruik van Europass, zoals laagopgeleiden en werklozen. In de toekomst zou Europass binnen de Europese ruimte voor vaardigheden en kwalificaties gericht kunnen zijn op het aanbieden van informatiediensten en interactieve instrumenten ter bevordering van de transparantie van vaardigheden en kwalificaties. Hierbij zouden de verschillende Europese netwerken, informatiediensten en andere instrumenten met betrekking tot vaardigheden en kwalificaties onder een enkel toegangspunt kunnen worden samengebracht. Hierdoor zouden lerenden en werkenden beter gebruik kunnen maken van de EU-instrumenten voor transparantie en erkenning, die dan ook meer bekendheid zouden krijgen in onderwijsinstellingen en ondernemingen en aldus effectiever zouden worden. Door deze middelen te bundelen zouden er efficiëntieverbeteringen moeten worden gerealiseerd en zou integratie met betrekking tot de nationale middelen mogelijk moeten worden. Bovendien zou dit waarschijnlijk gunstig zijn voor een veel bredere promotie en uitvoering van de Europass-instrumenten bij de verschillende belanghebbenden binnen het gehele daaruit voortvloeiende eengemaakte dienstennet.

· Europass als instrument ter bevordering van flexibele leertrajecten – Er bestaat een duidelijke behoefte om de huidige Europass-instrumenten aan te passen aan flexibelere en meer leerlinggerichte leertrajecten en daarbij in te spelen op de behoeften van de individuele gebruikers. Het ontwikkelde kader moet soepel genoeg zijn om op gepaste wijze de nieuwe ontwikkelingen en technieken inzake onderwijs en opleiding, met inbegrip van die in de ICT, te integreren. Momenteel zijn er twee sectoren waar deze behoeften het meest dringend lijken:

a) Europass heeft twee verschillende instrumenten die aanvullende informatie over leerresultaten bieden: het diplomasupplement voor hogeronderwijskwalificaties en het certificaatsupplement voor beroepsopleidingen. Het zou verstandig zijn te onderzoeken of een enkel document een gemeenschappelijke interpretatie van kwalificaties die zijn afgegeven in om het even welke onderwijs- of opleidingssector, kan bevorderen, alsmede de interoperabiliteit van de Europese puntenoverdrachtsystemen, zoals ECTS en Ecvet, tussen onderwijs- en opleidingsniveaus en tussen landen kan stimuleren;

b) vaardigheden vastleggen die zijn verworven door niet-formeel of informeel leren, met inbegrip van onlineonderwijs: momenteel voorziet alleen het Europass-mobiliteitsdocument in het vastleggen van vaardigheden die in een niet-formele context in het buitenland zijn verworven. Overeenkomstig de aanbeveling van de Raad betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren dient Europass te worden herzien om ook de identificatie en de documentatie mogelijk te maken van vaardigheden die door niet-formeel of informeel leren zijn verworven, met of zonder mobiliteit, evenals beoordelingen van die vaardigheden. Uitgaande van de voorbereidende werkzaamheden die de Commissie reeds heeft ondernomen in het kader van een mogelijk nieuw document "Europass ervaren", zouden deze nieuwe onderdelen de Europese richtsnoeren inzake validatie van niet-formeel en informeel leren moeten ondersteunen. Deze nieuwe onderdelen zouden ook relevant zijn voor de initiatieven inzake de jongerengarantie en stages[22];

ook zou moeten worden bekeken hoe de in het kader van Youthpass toegekende certificaten worden geregistreerd, om overlapping te vermijden. Daarnaast moet nog nader worden onderzocht hoe nieuwe transparantie-instrumenten zoals "open badges", die aan de hand van nieuwe certificeringsprocessen voor digitaal leren worden aangemaakt, in Europass moeten worden geïntegreerd, en hoe zij Europass moeten aanvullen. Ten slotte zouden functionele en verdergaande ICT-vaardigheden duidelijker zichtbaar moeten worden in het Europass-cv;

· verbetering van de interoperabiliteit van Europass en de EU-instrumenten die worden gebruikt voor afstemming tussen vraag en aanbod – Dat er verschillende technische normen bestaan, staat een betere convergentie van een aantal door werkzoekenden gebruikte EU-instrumenten momenteel in de weg. Daarom zijn verdere inspanningen nodig om het Europass-cv en het nieuwe Europese vaardighedenpaspoort te verbinden met de cv-gegevensbank van Eures en de instrumenten van particuliere diensten voor arbeidsbemiddeling, centra voor begeleiding en validatie, en instrumenten voor de beoordeling van vaardigheden. Ook zou moeten worden onderzocht hoe het erkenningsbesluit inzake een beroepskwalificatie in een lidstaat, ook wanneer dit is verkregen aan de hand van de nieuwe procedure inzake de Europese beroepskaart, aan Europass kan worden toegevoegd.

Zoals gezegd werd in "Een andere kijk op onderwijs" de rol benadrukt van onderwijs en vaardigheden als essentiële strategische middelen voor economische groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid. Een van de voorstellen van "Een andere kijk op onderwijs" is om de synergie en de convergentie van bestaande EU-instrumenten voor transparantie en erkenning van vaardigheden en kwalificaties nader te onderzoeken. Het doel hiervan is om een Europese ruimte van competenties en kwalificaties tot stand te brengen, waarin iedereen zich vrij kan verplaatsen, zijn of haar competenties en kwalificaties snel kan laten erkennen met het oog op verder leren, en waarin werkgevers deze goed kunnen begrijpen en beoordelen.

De Commissie zal de conclusies van dit verslag tijdens het publieke debat over de Europese ruimte van vaardigheden en kwalificaties in de winter van 2013/2014 bespreken met de relevante belanghebbenden. Op basis van de conclusies van dit debat over het Europass-kader en op basis van een effectbeoordeling kan de Commissie overwegen een herziening voor te stellen van de huidige rechtsgrondslag van Europass, Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004.

[1] COM(2010) 478 definitief, COM(2010) 682 definitief, COM(2010) 245 definitief/2, COM(2012) 173 final, COM(2012) 485 final.

[2] COM(2012) 669 final.

[3] Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 ("de beschikking").

[4]Zie artikel 15 van de beschikking. Het huidige verslag is gericht op de bevindingen van de tweede evaluatie van Europass, die in 2012 is verricht door het Instituut voor overheidsbeleid en beheer (PPMI). Zie: http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/evalreports/index_en.htm#trainingHeader

[5] PB 2009/C 119/2.

[6] COM(2013) 654 final.

[7] Sjabloon voor de beschrijving van het curriculum vitae van de houder.

[8] Een zelfbeoordelingsinstrument voor taalvaardigheden op basis van de referentieschalen voor taalvaardigheid van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen.

[9] Dit document geeft een overzicht van de prestaties van de houder van een hogeronderwijsdiploma of -graad, met inbegrip van de gevolgde vakken en de behaalde cijfers.

[10] Dit document bevat een beschrijving van de inhoud van de beroepskwalificaties in aanvulling op een reeds afgegeven certificaat van beroepsonderwijs en -opleiding.

[11] Dit document wordt afgegeven door nationale onderwijs- en opleidingsinstellingen en bevat een beschrijving van werk- en leerervaringen in andere Europese landen.

[12] Het portaal is ontwikkeld en wordt gehost en beheerd door Cedefop namens de Commissie. Zie: http:///europass.cedefop.europa.eu/nl/home

[13] Zie: https://ec.europa.eu/eures/home.jsp?lang=nl&langChanged=true

[14] http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/evalreports/training/2013/europass_en.pdf  De gegevens in dit verslag zijn afkomstig van de externe evaluatie.

[15] De afkortingen staan voor het volgende: cv: curriculum vitae; tp: taalportfolio; md: mobiliteitsdocument; ds: diplomasupplement; cs: certificaatsupplement.

[16] Idem.

[17] Zie: http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/eqf_en.htm

[18] Zie: http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/ecvet_en.htm

[19] Zie: http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/ects_en.htm

[20] Richtlijn 2005/36/EG.

[21] De EU-bijdrage vertegenwoordigt tot 50 % van de operationele kosten van de nationale Europass-centra.

[22] Zie ook: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1006&langId=nl

Top