EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004DC0336

Mededeling van de Commissie aan de Raad - Follow-up van het witboek "Een nieuw elan voor Europa's jeugd". Voorstel tot gemeenschappelijke doelstellingen voor een beter begrip en kennis van jongeren als antwoord op de resolutie van de Raad van 27 juni 2002 over het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken

/* COM/2004/0336 def. */

52004DC0336

Mededeling van de Commissie aan de Raad - Follow-up van het witboek "Een nieuw elan voor Europa's jeugd". Voorstel tot gemeenschappelijke doelstellingen voor een beter begrip en kennis van jongeren als antwoord op de resolutie van de Raad van 27 juni 2002 over het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken /* COM/2004/0336 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD - Follow-up van het witboek "Een nieuw elan voor Europa's jeugd". Voorstel tot gemeenschappelijke doelstellingen voor een beter begrip en kennis van jongeren als antwoord op de resolutie van de Raad van 27 juni 2002 over het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding

1.1. Follow-up van het witboek over jeugd

1.2. Op kennis gebaseerd jeugdbeleid

2. Gemeenschappelijke doelstellingen betreffende een beter begrip en kennis van jongeren

2.1. Doelstelling 1 - Inventarisatie van de bestaande kennis op prioritaire terreinen van het jeugdbeleid (te weten: participatie, informatie en vrijwilligersactiviteiten) en uitvoering van maatregelen ter aanvulling en actualisering van deze kennis en vereenvoudiging van de toegang ertoe

2.2. Doelstelling 2 - Als tweede stap: inventarisatie van bestaande kennis op andere, voor het jeugdbeleid relevante prioritaire terreinen en uitvoering van maatregelen ter aanvulling en actualisering van deze kennis en vereenvoudiging van de toegang ertoe.

2.3. Doelstelling 3 - Garanderen van de kwaliteit, mogelijkheid tot vergelijking en relevantie van kennis op het terrein van het jeugdbeleid door het gebruik van adequate methoden en instrumenten.

2.4. Doelstelling 4 - Vereenvoudiging en bevordering van gedachtewisselingen, overleg en netwerken om meer bekendheid te geven aan kennis op het terrein van de jeugd en vooruit te lopen op toekomstige behoeften

3. Implementatie- en monitoringmechanismen

1. Inleiding

1.1. Follow-up van het witboek over jeugd

Algemene achtergrond

Deze mededeling ligt in het verlengde van het op 21 november 2001 door de Commissie goedgekeurde witboek over jeugd [1] en de Resolutie van de Raad van 27 juni 2002 over het nieuwe kader voor samenwerking in jeugdzaken [2]. De Raad pleit in deze resolutie voor de toepassing van de open coördinatiemethode op vier prioriteiten (participatie van jongeren; informatie aan jongeren; vrijwilligersactiviteiten door jongeren; en een beter begrip en kennis van jongeren). De Commissie heeft overeenkomstig dit mandaat eerst gemeenschappelijke doelstellingen inzake participatie van en informatie aan jongeren voorgesteld [3]. De Raad heeft deze doelstellingen in een resolutie van 25 november 2003 goedgekeurd [4].

[1] Witboek van de Commissie "Een nieuw elan voor Europa's jeugd", COM (2001) 681 def.

[2] Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad van 27 juni 2002 bijeen, over het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2002/C 168/02).

[3] Mededeling van de Commissie aan de Raad, Follow-up van het witboek "Een nieuw elan voor Europa's jeugd" - Voorstel tot gemeenschappelijke doelstellingen inzake participatie en informatie van jongeren naar aanleiding van de Resolutie van de Raad van 27 juni 2002 betreffende het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken, COM(2003)184 def. van 11 april 2003.

[4] Resolutie van de Raad van 25 november 2003 betreffende gemeenschappelijke doelstellingen inzake participatie van en informatie aan jongeren (2003/C 295/04).

De Commissie stelt in deze mededeling gemeenschappelijke doelstellingen voor een beter begrip en kennis van jongeren voor. Het voorstel is gebaseerd op de antwoorden van de lidstaten en de toetredende landen op vragen over hun specifieke situatie en hun verwachtingen op Europees vlak [5]. Het weerspiegelt de op basis van de analyse van de antwoorden bereikte consensus.

[5] De vragenlijst, die in overleg met de lidstaten, de toetredende landen, het Jeugdforum en een groep onderzoekers werd opgesteld, is naar de lidstaten, de toetredende landen en de drie kandidaat-lidstaten (Bulgarije, Roemenië en Turkije) gestuurd. De drie kandidaat-lidstaten werd verzocht de vragen op vrijwillige basis te beantwoorden.

Bij het ontwikkelen van de gemeenschappelijk doelstellingen is met het Europese Jeugdforum en een groep onderzoekers op dit terrein overleg gepleegd. De lidstaten en de toetredende landen werd ook gevraagd met jongeren, onderzoekers en andere betrokken partijen overleg te plegen.

De analyse van de antwoorden van de lidstaten en de toetredende landen op de vragenlijst vindt u in een werkdocument van de diensten van de Commissie [6]. In dit werkdocument wordt de aandacht toegespitst op de door de lidstaten en de toetredende landen vermelde nationale en Europese uitdagingen met betrekking tot een beter begrip en kennis van jongeren. Er worden concrete voorbeelden van goede benaderingen voor de verschillende uitdagingen gegeven.

[6] "Analysis of Member States' and Acceding Countries' replies to the Commission questionnaire on a greater understanding and knowledge of youth"

Voor deze prioriteit -"een beter begrip van jongeren" - wordt dezelfde procedure gevolgd als voor de prioriteit "vrijwilligersactiviteiten".

"Een beter begrip en kennis van jongeren" in de context van het witboek

Een van de doelstellingen van het witboek "Een nieuwe elan voor Europa's jeugd" is het grote publiek beter bewust te maken van de problemen van jongeren. Het bestempelt een "beter begrip en kennis van jongeren" en van hun leefwereld op Europees niveau als een van de thematische prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van het jeugdbeleid.

In het witboek stelt de Europese Commissie voor:

-"bestaande structuren, studies en lopende onderzoeken naar jongeren in de Europese Unie te inventariseren" (waarbij ook aandacht zal uitgaan naar de werkzaamheden en initiatieven van andere internationale organisaties);

-"over de Europese methodologie op dit punt na te denken";

-"een studie- en onderzoeksprogramma te ontwikkelen" (met gebruikmaking van de werkzaamheden in de lidstaten en het zesde kaderprogramma voor onderzoek);

-" de nodige statistische instrumenten te ontwikkelen, waarbij de in het kader van het Europees statistisch systeem beschikbare instrumenten maximaal worden benut".

Aan de hand van het witboek over de jeugd bracht de Raad in zijn resolutie over het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken de volgende algemene doelstellingen ten behoeve van "een beter begrip en kennis van jongeren" in kaart:

-"de bundeling van jeugdstudies op nationaal en Europees niveau onder meer door onderzoeksstructuren en jongerenorganisaties vergemakkelijken,

-het vormen van netwerken door onderzoeksstructuren bevorderen; bijdragen aan het creëren van studie- en onderzoeksinstrumenten (bijv. indicatoren),

-in het licht van bestaande studies nagaan welke verdere werkzaamheden eventueel moeten worden verricht ter ondersteuning van de huidige prioriteiten, alsmede van aspecten van de autonomie van jongeren en andere relevante onderwerpen voor de toekomst".

1.2. Op kennis gebaseerd jeugdbeleid

Beleid kan slechts op de langere termijn van betekenis zijn als het kan inspelen op de realiteiten waarvoor het bestemd is. Alleen zo vindt beleid ondersteuning, brengt het verbetering in het leven van de burgers en wekt het vertrouwen in de resultaten ervan en de instellingen die ervoor verantwoordelijk zijn.

Het EU- en nationaal beleid moet gebaseerd zijn op optimale kennis van en een optimaal inzicht in de verlangens en verwachtingen van de burgers om hieraan tegemoet te kunnen komen.

Vooral bij snel veranderende situaties, zoals in het geval van de jongere generatie, is een op kennis gebaseerde benadering van beleidsvorming bijzonder belangrijk en waardevol.

Een dergelijke aanpak is des te belangrijker in een fase waarin de lidstaten gemeenschappelijke doelstellingen in verband met thema's zoals participatie en informatie van jongeren hebben aanvaard en beleid ontwikkelen om deze te implementeren. Ook voor andere in het witboek over de jeugd vastgelegde prioriteiten - waarover de lidstaten al een debat zijn aangegaan - en voor thema's die de lidstaten in de toekomst nog tot prioriteiten zullen verklaren is zo'n op kennis berustende benadering onontbeerlijk. In dat opzicht ondersteunt het streven de jeugd beter te leren kennen en begrijpen het nieuwe samenwerkingskader voor thematische prioriteiten, dat als follow-up van het witboek over de jeugd opgezet is.

2. Gemeenschappelijke doelstellingen betreffende een beter begrip en kennis van jongeren

In het licht van de reacties van de lidstaten en de toetredende lidstaten op haar vragenlijst en van de bovengenoemde overwegingen stelt de Commissie het volgende gemeenschappelijke overkoepelende doel voor een beter begrip en kennis van jongeren voor:

Ter wille van een beleidsvorming die vooruitgrijpt op de toekomst, doeltreffend is en een blijvende betekenis heeft is het van essentieel belang dat er een samenhangende, relevante en kwalitatieve kennisruimte op jeugdterrein in Europa tot stand komt en dat er door middel van gedachtewisselingen, dialoog en netwerken geanticipeerd wordt op toekomstige behoeften.

Deze overkoepelende doelstelling dient te worden verwezenlijkt door de volgende gemeenschappelijke doelstellingen uit te voeren:

(1) Inventarisatie van de bestaande kennis op prioritaire terreinen van het jeugdbeleid (te weten participatie, informatie en vrijwilligersactiviteiten) en uitvoering van maatregelen ter aanvulling en actualisering van deze kennis en vereenvoudiging van de toegang ertoe.

(2) Als tweede stap: inventarisatie van bestaande kennis op andere, voor het jeugdbeleid relevante prioritaire terreinen en uitvoering van maatregelen ter aanvulling en actualisering van deze kennis en vereenvoudiging van de toegang ertoe.

(3) Garanderen van de kwaliteit, mogelijkheid tot vergelijking en relevantie van kennis op het terrein van het jeugdbeleid door het gebruik van adequate methoden en instrumenten

(4) Vereenvoudiging en bevordering van gedachtewisselingen, overleg en netwerken om meer bekendheid te geven aan kennis op het terrein van de jeugd en vooruit te lopen op toekomstige behoeften

2.1. Doelstelling 1 - Inventarisatie van de bestaande kennis op prioritaire terreinen van het jeugdbeleid (te weten: participatie, informatie en vrijwilligersactiviteiten) en uitvoering van maatregelen ter aanvulling en actualisering van deze kennis en vereenvoudiging van de toegang ertoe

Alle lidstaten beschikken over een bepaalde mate van kennis over jongeren: aan de hand van studies of door middel van veldonderzoek. Dergelijke kennis is echter tamelijk verbrokkeld, ongeschikt en - wanneer benodigd - dikwijls achterhaald. Ook is zij niet altijd gemakkelijk toegankelijk voor alle belanghebbende partijen.

De meeste lidstaten dringen aan op de totstandkoming van een samenhangende kennisruimte op jeugdterrein om versnippering en verkwisting van middelen tegen te gaan, actuele informatie te kunnen garanderen, lacunes op te vullen en overlapping te vermijden. Een dergelijke ruimte moet niet alleen op studies en statistische gegevens berusten, maar moet ook de praktijkkennis van NGO's, jongerenorganisaties en jonge mensen zelf omvatten.

De lidstaten beseffen echter dat het in dit stadium niet haalbaar is om alle potentiële kennisterreinen op jeugdgebied te bestrijken. Daarom dient het accent in de eerste plaats te komen liggen op een kernbestand van thematische prioriteiten die van rechtstreeks belang worden geacht voor beleidsvorming op jeugdgebied die ook in de toekomst van waarde zal blijven.

In hun antwoorden op de vragenlijst betreffende een beter begrip en kennis van jongeren hebben de lidstaten een eerste reeks specifieke thema's op jeugdgebied gesignaleerd, d.w.z. participatie (op lokaal niveau en aan het politieke proces), informatie en vrijwilligersactiviteiten, in verband waarmee zij in het kader van de open coördinatiemethode al zeer veel werk hebben verzet.

Ter verwezenlijking van doelstelling 1 worden de volgende beleidslijnen voorgesteld:

Op nationaal niveau:

* bestaande kennis op jeugdgebied over een kern aan gemeenschappelijke thema's - te weten: participatie, informatie en vrijwilligersactiviteiten - in kaart brengen en ordenen;

* verdere studies uitvoeren, statistische gegevens verzamelen en praktijkkennis inwinnen bij NGO's, jongerenorganisaties en jongeren zelf over de afgebakende thema's om zo leemten op te vullen en de kennis over deze thema's voortdurend actualiseren;

* op nationaal én Europees niveau de toegang tot de gesignaleerde thema's en de informatie over de relevante actoren vereenvoudigen door deze in papier- of IT-formaat te verzamelen en te verspreiden, waarbij ervoor gezorgd moet worden dat deze informatie gebruikersvriendelijk is;

Op Europees niveau:

* het jeugdprogramma benutten om de werkzaamheden van de lidstaten aan te vullen door deze doelstelling uit te voeren en optimaal gebruik maken van andere instrumenten op Europees niveau die daartoe in aanmerking komen - zoals Eurobarometerenquêtes, Eurostat en de huidige en toekomstige kaderprogramma's voor onderzoek - of die door de Commissie in samenwerking met haar partners op dit gebied worden ontwikkeld - zoals een instrument voor het verzamelen van relevante informatie op jeugdgebied en dit toegankelijk maken.

2.2. Doelstelling 2 - Als tweede stap: inventarisatie van bestaande kennis op andere, voor het jeugdbeleid relevante prioritaire terreinen en uitvoering van maatregelen ter aanvulling en actualisering van deze kennis en vereenvoudiging van de toegang ertoe.

In hun antwoorden op de vragenlijst hebben de lidstaten een tweede reeks thema's aangegeven die van direct belang zijn voor het jeugdgebied - namelijk autonomie, niet-formeel leren, bestrijding van discriminatie, onderwijs en scholing, werkgelegenheid, overgang van onderwijs naar werk, sociale integratie en gezondheid - die zeer goed aansluiten bij de in het witboek aan de orde gestelde beleidsprioriteiten en zijn geïntegreerd in het nieuwe kader voor samenwerking op jeugdgebied.

Aangezien een beter begrip en kennis van jongeren zou moeten leiden tot een jongerenbeleid van blijvende waarde, dat afgestemd is op hun verwachtingen, moet de bovenstaande lijst niet definitief van aard zijn en aangepast kunnen worden aan nieuwe trends en behoeften op jeugdgebied.

De discussie over de vraag of de bovengenoemde thema's verder verduidelijkt en aangepast moeten worden kan het best door de relevante belangengroepen op jeugdgebied, d.w.z. onderzoekers/deskundigen, beleidsmakers, jongeren en jongerenwerkers en -organisaties, in bijeenkomsten op Europees niveau gevoerd worden.

Ter verwezenlijking van doelstelling 2 worden de volgende beleidslijnen voorgesteld:

Op nationaal niveau:

* bestaande kennis op jeugdgebied over een kern aan gemeenschappelijke thema's, zoals autonomie, niet-formeel leren, bestrijding van discriminatie, onderwijs en scholing, werkgelegenheid, overgang van onderwijs naar werk, sociale integratie en gezondheid, die door de relevante belanghebbende partijen in bijeenkomsten op Europees niveau verder verduidelijkt en aangepast moeten worden, in kaart brengen en ordenen;

* verdere studies uitvoeren, statistische gegevens verzamelen en praktijkkennis inwinnen bij NGO's, jongerenorganisaties en jongeren zelf over de afgebakende thema's om zo leemten op te vullen en de kennis over deze thema's voortdurend te actualiseren;

* op nationaal én Europees niveau de toegang tot de gesignaleerde thema's en de informatie over de relevante actoren vereenvoudigen door deze in papier- of IT-formaat te verzamelen en te verspreiden, waarbij ervoor gezorgd moet worden dat deze informatie gebruikersvriendelijk is.

Op Europees niveau:

* het jeugdprogramma benutten om de werkzaamheden van de lidstaten aan te vullen door deze doelstelling uit te voeren en optimaal gebruik maken van andere instrumenten op Europees niveau die daartoe in aanmerking komen - zoals Eurobarometerenquêtes, Eurostat en de huidige en toekomstige kaderprogramma's voor onderzoek - of die door de Commissie in samenwerking met haar partners op dit gebied worden ontwikkeld - zoals een instrument voor het verzamelen van relevante informatie op jeugdgebied en dit toegankelijk maken.

2.3. Doelstelling 3 - Garanderen van de kwaliteit, mogelijkheid tot vergelijking en relevantie van kennis op het terrein van het jeugdbeleid door het gebruik van adequate methoden en instrumenten.

Kennis over jongeren kan uitsluitend relevant zijn als deze kwalitatief hoogwaardig is, vergeleken kan worden en afgestemd is op de verwachtingen en behoeften van alle actoren op jeugdgebied.

Tot dusverre zijn op alle niveaus, waaronder het lokale en regionale niveau, een aantal kwantitatieve en kwalitatieve instrumenten en methoden ontwikkeld. Nu is het noodzakelijk vast te stellen welke daarvan het best geschikt zijn voor de voor het terrein van de jeugd relevante thema's, deze verder te ontwikkelen en op adequate wijze te gebruiken.

Ter verwezenlijking van doelstelling 3 worden de volgende beleidslijnen voorgesteld:

Op nationaal niveau:

* adequate instrumenten en methoden ter verbetering van het begrip en kennis van jongeren in alle relevante thema's implementeren en verder ontwikkelen en de benutting van de bevindingen vergemakkelijken.

* onderwijs en scholing van - vooral jonge - onderzoekers en deskundigen die op jeugdgebied werkzaam zijn en ook van alle andere actoren die kennis op dit terrein toegankelijk maken bevorderen door de uitwisseling van ervaring en praktijk te vereenvoudigen, door hun mobiliteit te ondersteunen en hun kwalificaties te verbeteren. Hierbij dient optimaal gebruik te worden gemaakt van de bestaande EU-programma's [7].

[7] zoals bijvoorbeeld de Marie Curie-acties van het zesde kaderprogramma

Op Europees niveau:

* samenwerking om gemeenschappelijke concepten en een minimale inhoudelijke kern waarop de werkzaamheden gericht moeten worden, in kaart brengen en vastleggen om zo een gemeenschappelijke interpretatie van de geïnventariseerde thematische prioriteiten beter te kunnen onderbouwen;

* samenwerking om op bestaande informatiebronnen berustende kwantitatieve en kwalitatieve evaluatiemethoden vast te leggen, door middel waarvan resultaten in verband met gemeenschappelijk bepaalde thema's benut en vergeleken kunnen worden.

* samenwerking om de indicatoren beter in kaart te brengen, waardoor het effect van het huidige en toekomstige programma Jeugd door een follow-up van de concrete resultaten ervan geëvalueerd kan worden.

2.4. Doelstelling 4 - Vereenvoudiging en bevordering van gedachtewisselingen, overleg en netwerken om meer bekendheid te geven aan kennis op het terrein van de jeugd en vooruit te lopen op toekomstige behoeften

Met het oog op een beter begrip en kennis van jongeren dringen de lidstaten aan op betere uitwisselingen en een gestructureerde dialoog tussen beleidsmakers, nationale instanties voor jongerenonderzoek, onderzoekers, organisaties van jongeren zelf of organisaties die werkzaam zijn op het terrein van jongeren.

Deze uitwisselingen en dialoog zijn niet alleen onontbeerlijk om aan de eerste drie doelstellingen te voldoen, maar ook om veranderingen in trends en waarden te lokaliseren, te anticiperen op toekomstige behoeften en nieuwe thematische prioriteiten op het spoor te komen.

De lidstaten wensen over het algemeen niet dat er nieuwe structuren ontwikkeld worden, maar willen voortbouwen op bestaande netwerken en contacten en deze efficiënter gebruiken en aansturen.

Ter verwezenlijking van doelstelling 4 worden de volgende beleidslijnen voorgesteld:

Op nationaal niveau:

* uitwisselingen, de gestructureerde dialoog en nationale netwerken van beleidsmakers, onderzoekers, jongeren en hun organisaties en andere actoren op jeugdgebied aanmoedigen en verder ontwikkelen;

* binnen de hierboven beschreven netwerken toekomstige behoeften en trends bespreken en nieuwe thematische prioriteiten signaleren die moeten worden bestudeerd voor een doeltreffend, relevant en ook voor de toekomst waardevol beleid en jongerenwerk. Voorts moet worden vastgesteld welke andere instrumenten en methoden daartoe ontwikkeld moeten worden;

* sectoroverschrijdende samenwerking, uitwisselingen en de dialoog tussen onderzoekers/onderzoeksinstellingen en beleidsmakers op diverse kennisterreinen bevorderen door middel van conferenties, seminars en aan thema's van gemeenschappelijk belang gewijde evenementen.

Op Europees niveau

* coördinatie van de hierboven beschreven nationale netwerken door de oprichting van een "EU-netwerk voor de kennis van jongeren". Dit netwerk dient door de Commissie in samenwerking met haar partners op dit terrein te worden opgezet om methoden en toekomstige thema's te bespreken en "good practices" uit te wisselen.

3. Implementatie- en monitoringmechanismen

De implementatie en monitoring van de gemeenschappelijke doelstellingen is een belangrijk bestanddeel van de in de resolutie over het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken vastgelegde open coördinatiemethode. Dit principe werd al op de prioriteiten "participatie" en 'informatie" van jongeren toegepast, waarover de Raad op 25 november 2003 een resolutie over gemeenschappelijke doelstellingen aanvaard heeft.

In deze laatstgenoemde resolutie verzoekt de Raad de lidstaten in het licht van hun specifieke situatie en nationale prioriteiten maatregelen ter implementatie en follow-up vast te leggen. Ook vroeg de Raad de lidstaten verslagen in te dienen over de nationale bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke doelstellingen.

De Commissie stelt derhalve voor de gemeenschappelijke doelstellingen in verband met "een beter begrip en kennis van jongeren" eveneens voor:

-dat de lidstaten overeenkomen alle goedgekeurde gemeenschappelijke doelstellingen te verwezenlijken en nadat zij jongeren, hun organisaties, onderzoekers en andere relevante belanghebbende partijen op dit terrein via de door hen geschikt geachte kanalen geraadpleegd hebben:

a) de Commissie bij het uitbrengen van verslag over respectievelijk de prioriteiten "participatie"en 'informatie" eind 2005 en over de prioriteit "vrijwilligersactiviteiten" eind 2006 in kennis stellen van de concrete resultaten van de implementatie van de eerste gemeenschappelijke doelstelling.

In het kader van bovengenoemde verslagen dienen de lidstaten de Commissie ook in kennis te stellen van hun maatregelen om te voldoen aan de derde en vierde gemeenschappelijke doelstelling van de prioriteit "beter begrip en kennis van jongeren".

b) eind 2008 de Commissie op de hoogte stellen van de concrete resultaten van de implementatie van de tweede gemeenschappelijke doelstelling.

In het kader van het bovengenoemde verslag dienen de lidstaten de Commissie ook in kennis te stellen van hun maatregelen om te voldoen aan de derde en vierde gemeenschappelijke doelstelling van de prioriteit "beter begrip en kennis van jongeren".

-dat de Commissie voor de Raad een op deze informatie gebaseerd voortgangsverslag opstelt. Aan de hand van de voorstellen van de Commissie zal de Raad de gemeenschappelijke doelstellingen voor deze prioriteit bekrachtigen, aanpassen of wijzigen.

Dit voorstel voor gemeenschappelijke doelstellingen zal het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's worden voorgelegd.

Top