EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0585

Besluit nr. 585/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de uitrol van de interoperabele eCall-dienst in de hele EU Voor de EER relevante tekst

PB L 164 van 3.6.2014, p. 6–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/585(2)/oj

3.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 164/6


BESLUIT Nr. 585/2014/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

inzake de uitrol van de interoperabele eCall-dienst in de hele EU

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 3, onder d), van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) is de geharmoniseerde introductie van een interoperabele eCall-dienst (de „prioritaire actie eCall”) in de hele Europese Unie een prioritaire actie waarvoor specificaties en normen moeten worden ontwikkeld.

(2)

Op grond van de artikelen 6 en 7 van Richtlijn 2010/40/EU dient de Commissie gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de specificaties die noodzakelijk zijn om de compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit te waarborgen bij de uitrol en het operationele gebruik van intelligente vervoerssystemen (intelligent transport systems — ITS) ten behoeve van de prioritaire acties.

(3)

Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 van de Commissie (4) zijn de specificaties vastgesteld voor het moderniseren van de alarmcentrale-infrastructuur (Public Safety Answering Point — PSAP) die nodig is voor een adequate ontvangst en behandeling van eCalls waarvoor het 112-nummer wordt gebruikt, met als doel de compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit van de geharmoniseerde EU-brede eCall-dienst te waarborgen.

(4)

Op grond van Richtlijn 2010/40/EU dient de Commissie uiterlijk twaalf maanden na de vaststelling van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013, in voorkomend geval en na het uitvoeren van een effectbeoordeling met kosten-batenanalyse, overeenkomstig artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het Europees Parlement en de Raad een voorstel te doen betreffende de uitrol van de prioritaire actie eCall in overeenstemming met in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 opgenomen specificaties.

(5)

Verwacht wordt dat dankzij de interoperabele EU-brede eCall-dienst de responstijd voor de noodhulpdiensten zal worden gereduceerd en als gevolg daarvan zowel het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in de Unie als de ernst van de verwondingen ten gevolge van verkeersongevallen zal afnemen. Voorts wordt ervan uitgegaan dat de interoperabele EU-brede eCall-dienst de samenleving kosten zal besparen dankzij een beter beheer van ongevallen en een afname van het aantal files en secundaire ongevallen.

(6)

Om de volledige functionaliteit, compatibiliteit, interoperabiliteit, continuïteit en conformiteit van de dienst in de hele Unie te waarborgen en de kosten voor de introductie voor de hele Unie te drukken, dienen alle lidstaten de prioritaire actie eCall uit te voeren overeenkomstig de bij gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 vastgestelde gemeenschappelijke specificaties. Dat doet geen afbreuk aan het recht van elke lidstaat om aanvullende technische middelen uit te rollen voor de behandeling van andere noodoproepen.

(7)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de gegevens die middels de EU-brede eCall-dienst worden verzonden, uitsluitend worden gebruikt ter verwezenlijking van de doelstellingen van dit besluit.

(8)

Zoals ervaringen met andere noodoproepsystemen hebben aangetoond, kunnen manuele eCalls deels bijstandsoproepen omvatten. De lidstaten moeten, indien nodig, de mogelijkheid hebben om alle passende technische en organisatorische maatregelen te nemen om die bijstandsoproepen te filteren opdat alleen reële noodoproepen door de alarmcentrales worden behandeld.

(9)

Daar niet alle Unieburgers vertrouwd zijn met het gebruik van de EU-brede eCall-dienst, dient de uitrol van de interoperabele eCall te worden voorafgegaan door een bewustmakingscampagne die door de Commissie wordt gesteund, waarbij de voordelen, functies en garanties inzake gegevensbescherming van het nieuwe systeem aan de burgers worden uitgelegd. De campagne dient plaats te vinden in de lidstaten en is bedoeld om de gebruikers uit te leggen hoe ze het systeem correct moeten gebruiken en hoe vals alarm kan worden vermeden.

(10)

Overeenkomstig de aanbevelingen van de Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens (de „Groep gegevensbescherming artikel 29”) in het op 26 september 2006 goedgekeurde werkdocument betreffende de gevolgen van het eCall-initiatief vanuit het oogpunt van bescherming van gegevens en van de persoonlijke levenssfeer, dienen de lidstaten er bij de uitrol van de infrastructuur voor eCall-alarmcentrales voor te zorgen dat de verwerking van persoonsgegevens bij de afhandeling van eCalls volledig voldoet aan de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens die zijn vastgesteld in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (6).

(11)

Aangezien eCalls noodoproepen zijn als omschreven in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013, dienen deze oproepen gratis ter beschikking te worden gesteld aan eCall-gebruikers.

(12)

Afhankelijk van de wijze waarop de behandeling van eCalls in elke lidstaat is georganiseerd, kunnen dergelijke noodoproepen eerst worden ontvangen onder de verantwoordelijkheid van een overheidsinstantie of een door de betrokken lidstaat erkende particuliere entiteit. In het bijzonder kunnen eCalls op een verschillende wijze worden behandeld afhankelijk van het type eCall-activering (manueel of automatisch).

(13)

Gegevens kunnen, in overeenstemming met de door de nationale autoriteit bepaalde nationale procedures, worden overgedragen aan dienstverleningspartners die zijn aangewezen als door de nationale autoriteiten erkende openbare of particuliere organisaties die een rol spelen bij de behandeling van incidenten met betrekking tot een eCall, waaronder wegbeheerders en hulpdiensten, en waarvoor dezelfde voorschriften aangaande de bescherming van de privésfeer en gegevens moeten gelden als voor de eCall-alarmcentrales.

(14)

Daar de doelstellingen van dit besluit, namelijk de coherente en gecoördineerde uitrol van een interoperabele EU-brede eCall-dienst verzekeren en de volledige functionaliteit, compatibiliteit, interoperabiliteit, continuïteit en conformiteit van die dienst in heel Europa waarborgen, niet voldoende door de lidstaten en/of de particuliere sector kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en gevolgen daarvan, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lidstaten leggen op hun grondgebied ten minste zes maanden voor de toepassingsdatum van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG, en in ieder geval niet later dan 1 oktober 2017, de eCall PSAP-infrastructuur aan voor de correcte ontvangst en behandeling van alle eCalls, zo nodig gezuiverd van niet-noodoproepen, overeenkomstig de in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 vastgestelde specificaties, teneinde de volledige functionaliteit, compatibiliteit, interoperabiliteit, continuïteit en conformiteit van de interoperabele EU-brede eCall-dienst te waarborgen.

2.   Lid 1 laat het recht van elke lidstaat onverlet om zijn eigen noodhulpdiensten te organiseren op een manier die het goedkoopst is en het best is afgestemd op zijn behoeften, met inbegrip van de mogelijkheid om niet-dringende oproepen te weren die niet door de alarmcentrale moeten worden behandeld, in het bijzonder manueel geïnitieerde oproepen.

Dit lid en lid 1 laten het recht van elke lidstaat onverlet om de ontvangst en de behandeling van een aantal of alle eCalls in handen te geven van door de lidstaat erkende particuliere organisaties, overeenkomstig de in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 opgenomen specificaties.

3.   De lidstaten zien erop toe dat de via de eCall-dienst verzonden gegevens uitsluitend worden gebruikt ter verwezenlijking van de doelstellingen van dit besluit.

Artikel 2

De lidstaten dragen er zorg voor dat de afhandeling van eCalls voor eCall-gebruikers gratis is.

Artikel 3

Uiterlijk op 24 december 2015 brengen de lidstaten aan de Commissie verslag uit over de voortgang bij de tenuitvoerlegging ervan. In hun verslagen nemen zij ten minste de lijst van de autoriteiten op die belast zijn met de conformiteitsbeoordeling van de werking van de eCall-alarmcentrales met de in artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 genoemde eisen, de lijst en de geografische dekking van de eCall-alarmcentrales en de beschrijving van de conformiteitstests en van de protocollen op het gebied van bescherming van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van gegevens.

Artikel 4

De lidstaten zorgen ervoor dat eCalls van elke plaats op hun grondgebied kunnen worden verricht, mits er ten minste één openbaar draadloos mobiele-communicatienetwerk beschikbaar is.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  PB C 341 van 21.11.2013, blz. 47.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 15 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 mei 2014.

(3)  Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen (ITS) op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 van de Commissie van 26 november 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft (PB L 91 van 3.4.2013, blz. 1).

(5)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(6)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).


Top