Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0647

Verordening (Euratom) nr. 647/2010 van de Raad van 13 juli 2010 betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma)

PB L 189 van 22.7.2010, p. 9–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013; opgeheven door 32013R1368

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/647/oj

22.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 189/9


VERORDENING (EURATOM) Nr. 647/2010 VAN DE RAAD

van 13 juli 2010

betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 203,

Gezien het Bulgaarse verzoek om aanvullende financiering,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedurende de toetredingsonderhandelingen in 2005 stemde Bulgarije ermee in de eenheden 1 en 2 en de eenheden 3 en 4 van de kerncentrale van Kozloduy tegen respectievelijk 31 december 2002 en 31 december 2006 te sluiten en deze eenheden vervolgens te ontmantelen. De Europese Unie heeft zich bereid verklaard daartoe financiële bijstand te verlenen tot 2009 als verlenging van de pretoetredingssteun in het kader van het Phare-programma ter ondersteuning van de ontmantelingsinspanning van Bulgarije.

(2)

Gelet op de verbintenis van Bulgarije om de eenheden 3 en 4 van de kerncentrale van Kozloduy te sluiten, is bij artikel 30 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en de Republiek Roemenië (hierna „de Toetredingsakte van 2005” genoemd), een bijstandsprogramma ingesteld (hierna „het Kozloduy-programma” genoemd) met een begroting van 210 miljoen EUR voor de periode 2007 tot en met 2009. Dit programma voorzag onder andere ook in bijstand ter compensatie van het capaciteitsverlies ten gevolge van de sluiting van de kerncentrale van Kozloduy.

(3)

Reeds enkele jaren bestaan er internationale ontmantelingsfondsen, die worden beheerd door de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO). De Unie levert de grootste bijdrage voor deze fondsen.

(4)

De Unie erkent de inspanning die reeds is gedaan en de grote vooruitgang die Bulgarije heeft geboekt bij de voorbereiding van de ontmanteling in het kader van het Kozloduy-programma, met gebruikmaking van de financiële middelen van de Unie die zijn uitgetrokken tot 2009, en erkent dat er extra middelen vereist zijn voor de periode na 2009 teneinde de huidige ontmantelingswerkzaamheden voort te kunnen zetten overeenkomstig de Toetredingsakte van 2005, terwijl daarbij de meest stringente veiligheidsnormen worden nageleefd.

(5)

Het is ook belangrijk de eigen middelen van de kerncentrale van Kozloduy te gebruiken aangezien mede daardoor de vereiste deskundigheid en meer kennis en vaardigheden ter beschikking komen, en tegelijk ook de sociaaleconomische effecten van de vervroegde sluiting kunnen worden beperkt door het personeel van de gesloten kerncentrale aan het werk te houden. De verlengde financiële steun is derhalve belangrijk om de vereiste veiligheids-, gezondheids- en milieunormen in stand te houden.

(6)

De Unie erkent ook dat voortgezette financiële steun nodig is om verder werk te kunnen maken van de maatregelen in de energiesector ter compensatie van het capaciteitsverlies ten gevolge van de sluiting van de kernreactoren en de effecten daarvan op de voorzieningszekerheid van de regio.

(7)

De Unie erkent dat het effect moet worden gematigd van de toegenomen milieuschade en uitstoot ten gevolge van de vervangingscapaciteit die hoofdzakelijk afkomstig is van het intensievere gebruik van bruinkoolcentrales.

(8)

Bijgevolg moet een bedrag worden gereserveerd van 300 miljoen EUR uit de algemene begroting van de Unie om de ontmanteling van de kerncentrale van Kozloduy over de periode 2010-2013 te begeleiden.

(9)

De kredieten die door de Unie worden vastgelegd voor de ontmanteling van de centrale mogen niet resulteren in een verstoring van de mededinging tussen de energieleveranciers op de energiemarkt van de Unie. Deze kredieten moeten ook worden gebruikt ter financiering van energie-efficiëntie- en energiebesparingsmaatregelen in overeenstemming met het acquis en de regels voor de werking van de gemeenschappelijke Europese energiemarkt.

(10)

De financiële bijstand moet beschikbaar worden gemaakt als financiële steun van de Unie aan het Kozloduy International Decommissioning Support Fund dat door de EBWO wordt beheerd.

(11)

Tot de taken van de EBWO behoort het beheer van de overheidsmiddelen die worden toegewezen aan programma’s voor de buitenbedrijfstelling van die kernreactoren waarop de overeenkomsten tot sluiting in het kader van de toetreding betrekking hadden. De EBWO houdt toezicht op het financieel beheer van dergelijke programma’s teneinde het gebruik van overheidsmiddelen te optimaliseren. De EBWO voert bovendien de begrotingstaken uit die de bank worden toevertrouwd overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2) (het Financieel Reglement).

(12)

Om de grootst mogelijke efficiëntie en zo gering mogelijke eventuele gevolgen voor het milieu te waarborgen, moet de buitenbedrijfstelling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy worden uitgevoerd met gebruikmaking van de best beschikbare technische deskundigheid en met inachtneming van de aard van de technologische specificaties van de te sluiten eenheden.

(13)

De ontmanteling van de kerncentrale van Kozloduy zal worden uitgevoerd overeenkomstig de communautaire milieuwetgeving, met name Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (3).

(14)

De beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid bij de omgang met de toegewezen middelen dienen te worden gewaarborgd door middel van evaluatie- en doelmatigheidscontroles op de in eerdere stadia gefinancierde programma’s.

(15)

In de onderhavige verordening moet een financieel referentiebedrag, in de zin van punt 38 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (4), worden opgenomen voor de gehele looptijd van het Kozloduy-programma, zonder dat daarbij de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit als omschreven in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden aangetast.

(16)

Voor de vaststelling van de maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening moet de Commissie worden bijgestaan door het comité dat is opgericht bij Verordening (Euratom) nr. 549/2007 van de Raad (5),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening wordt een programma (hierna „het Kozloduy-programma” genoemd) vastgesteld met de gedetailleerde regels voor de tenuitvoerlegging van de financiële steun van de Unie voor het voortzetten van de buitenbedrijfstelling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije en het beperken van de gevolgen van hun vroegtijdige sluiting voor milieu, economie en voorzieningsveiligheid in de regio.

Artikel 2

De bijdrage van de Unie aan het Kozloduy-programma wordt verstrekt ter financiering van maatregelen in verband met:

de ontmanteling van de kerncentrale van Kozloduy;

maatregelen voor de milieubescherming in overeenstemming met het acquis en voor de modernisering van de conventionele productiecapaciteit die de capaciteit van de vier reactoren van de centrale moet vervangen; en

andere maatregelen die voortvloeien uit het besluit om de centrale te sluiten en te ontmantelen en die bijdragen tot de vereiste herstructurering, milieubescherming en modernisering van de sectoren energieproductie, -transmissie en -distributie in Bulgarije, alsmede tot de verbetering van de voorzieningszekerheid en de energie-efficiëntie in Bulgarije.

Artikel 3

1.   Het financiële referentiebedrag dat vereist is voor de uitvoering van het Kozloduy-programma in de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 bedraagt 300 miljoen EUR.

2.   De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegewezen binnen de grenzen van het financiële kader.

3.   De omvang van de aan het Kozloduy-programma toegewezen kredieten kan in de periode 1 januari 2010 tot 31 december 2013 worden herzien om rekening te houden met de voortgang die wordt geboekt bij de uitvoering van het programma en om ervoor te zorgen dat de programmering en de toewijzing van middelen in overeenstemming blijft met de feitelijke betalingsbehoeften en absorptiecapaciteit.

Artikel 4

In lijn met het bepaalde in de Toetredingsakte van 2005 kan de bijdrage voor bepaalde maatregelen oplopen tot 100 % van de totale uitgaven. De Gemeenschap zal zich ten volle inspannen om de medefinancieringspraktijk overeenkomstig de pretoetredingssteun en de gedurende de periode 2007-2009 verleende bijstand ter ondersteuning van de ontmantelingsinspanning van Bulgarije voort te zetten en waar mogelijk medefinanciering uit andere bronnen aan te trekken.

Artikel 5

1.   De financiële bijstand voor maatregelen in het kader van het Kozloduy-programma wordt beschikbaar gesteld als financiële bijdrage van de Unie aan het Kozloduy International Decommissioning Support Fund, beheerd door de EBWO, overeenkomstig artikel 53 quinquies van het Financieel Reglement.

2.   De maatregelen in het kader van het Kozloduy-programma worden vastgesteld overeenkomstig artikel 8, lid 2.

Artikel 6

1.   De Commissie kan een audit doen uitvoeren over het gebruik dat is gemaakt van de ter beschikking gestelde middelen, hetzij door haar eigen ambtenaren, hetzij door een andere gekwalificeerde externe instantie. Dergelijke audits kunnen worden uitgevoerd gedurende de hele looptijd van de overeenkomst tussen de Unie en de EBWO inzake de terbeschikkingstelling van middelen van de Unie ten behoeve van het Kozloduy International Decommissioning Support Fund, en wel gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van eindbetaling. Indien nodig kunnen de bevindingen van de audits resulteren in terugbetalingsbesluiten van de Commissie.

2.   Ambtenaren van de Commissie en daartoe door de Commissie vergund extern personeel hebben recht op toegang, met name tot de kantoren van de begunstigden, en tot alle informatie, inclusief informatie in elektronische vorm, die vereist is voor de uitvoering van de audits. De audits hebben ook betrekking op het stadium dat is bereikt bij de afgifte van vergunningen voor de ontmanteling.

De Rekenkamer en het Europees Parlement hebben dezelfde rechten, met name wat de te verschaffen toegang betreft, als de Commissie.

Voorts kan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) in het kader van het Kozloduy-programma, ter bescherming van de financiële belangen van de Unie tegen fraude en andere onregelmatigheden, controles en verificaties ter plaatse uitvoeren overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (6).

3.   Voor de actie van de Unie, gefinancierd in het kader van deze verordening, wordt met de term „onregelmatigheid”, gebruikt in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (7), elke inbreuk op het Unierecht verstaan die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Unie of een namens de Unie of de Gemeenschap door ander internationale organisaties beheerde begroting wordt benadeeld.

4.   De overeenkomsten tussen de Unie en de EBWO inzake terbeschikkingstelling van financiële middelen van de Unie aan het Kozloduy International Decommissioning Support Fund voorzien in passende maatregelen om de financiële belangen van de Unie tegen fraude, corruptie en andere onregelmatigheden te beschermen en het voor de Commissie, het OLAF en de Rekenkamer mogelijk te maken controles ter plaatse uit te voeren.

Artikel 7

De Commissie ziet toe op de tenuitvoerlegging van deze verordening en zal op gezette tijden verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 3, zal zij een evaluatie opmaken.

Artikel 8

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het comité, opgericht overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (Euratom) nr. 549/2007.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de procedure van artikel 8, lid 2, van Verordening (Euratom) nr. 549/2007 van toepassing.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REYNDERS


(1)  Advies van 20 mei 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40.

(4)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(5)  Verordening (Euratom) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 1).

(6)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

(7)  PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1.


Top