EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0226

Zaak C-226/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Oldenburg op 26 mei 2008 — Stadt Papenburg/Bondsrepubliek Duitsland

PB C 209 van 15.8.2008, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 209/24


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Oldenburg op 26 mei 2008 — Stadt Papenburg/Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-226/08)

(2008/C 209/36)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Oldenburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Stadt Papenburg

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland

Prejudiciële vragen

1)

Staat artikel 4, lid 2, eerste alinea van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (1) een lidstaat toe, zijn instemming aan de door de Commissie opgestelde ontwerplijst van gebieden van communautair belang voor een of meer gebieden te onthouden om andere redenen dan redenen van natuurbescherming?

2)

Zo ja: vallen dan onder deze redenen ook belangen van gemeentes en samenwerkingsverbanden van gemeentes, in het bijzonder hun planologische beslissingen, hun planologische voornemens en andere belangen met betrekking tot de ontwikkeling van hun eigen gebied?

3)

Bij bevestigende beantwoording van de eerste en de tweede vraag: Verlangen de derde overweging van de considerans van richtlijn 92/43/EEG, artikel 2, lid 3, van die richtlijn of andere bepalingen van gemeenschapsrecht zelfs dat de Commissie en de lidstaten met deze redenen rekening houden bij de verlening van hun instemming en de vaststelling van de lijst van gebieden van communautair belang?

4)

Bij bevestigende beantwoording van de derde vraag: Kan — gemeenschapsrechtelijk gezien — een gemeente die door de opneming van een bepaald gebied in de lijst wordt geraakt, na de definitieve vaststelling van de lijst in een procedure voor de rechter aanvoeren dat de lijst in strijd is met het gemeenschapsrecht omdat niet of niet voldoende met haar belangen rekening is gehouden?

5)

Moeten doorlopende onderhoudswerkzaamheden in de vaargeul van estuaria, waarvoor reeds voor afloop van de omzettingstermijn van richtlijn 92/43/EEG volgens nationaal recht definitief goedkeuring was verleend, indien zij worden voortgezet na de opneming van het gebied in de lijst van gebieden van communautair belang, worden onderworpen aan een beoordeling als bedoeld in artikel 6, lid 3, respectievelijk 4, van de richtlijn?


(1)  PB L 206, blz. 7.


Top