EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D1194

Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel

PB L 303 van 22.11.2011, p. 1–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/1194/oj

22.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 303/1


BESLUIT Nr. 1194/2011/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 november 2011

tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 167, lid 5, eerste streepje,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is gericht op de totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de Europese volkeren, en deelt de Unie onder meer de taak toe bij te dragen tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten, onder eerbiediging van de nationale en regionale verscheidenheid, maar tegelijk ook de nadruk leggend op het gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Derhalve wordt het optreden van de lidstaten ter verbetering van de kennis en de verspreiding van de cultuur en de geschiedenis van de Europese volkeren indien nodig door de Unie ondersteund en aangevuld.

(2)

Meer begrip en waardering, vooral onder jongeren, voor hun gedeelde maar ook diverse erfgoed zou het gevoel deel uit te maken van de Unie en de interculturele dialoog helpen versterken. Daarom is het belangrijk de toegang tot het cultureel erfgoed te bevorderen en de Europese dimensie daarvan te versterken.

(3)

Het VWEU voorziet ook in het burgerschap van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale burgerschap van de afzonderlijke lidstaten en een belangrijk element is bij het beschermen en versterken van het proces van Europese integratie. Als men wil dat de burgers de Europese integratie volledig ondersteunen, moet meer nadruk worden gelegd op hun gemeenschappelijke waarden, geschiedenis en cultuur, als centrale elementen van hun lidmaatschap van een samenleving die is gebaseerd op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten, culturele en taalkundige verscheidenheid, tolerantie en solidariteit.

(4)

Een intergouvernementeel initiatief „Europees erfgoedlabel” („intergouvernementeel initiatief”) werd op 28 april 2006 in Granada, Spanje, gelanceerd.

(5)

De Raad heeft op 20 november 2008 conclusies (3) aangenomen met als doel het intergouvernementele initiatief om te vormen tot een actie van de Unie („actie”), waarbij hij de Commissie heeft verzocht een voorstel in te dienen voor de instelling van een Europees erfgoedlabel („label”) door de Unie, en de praktische uitvoeringsregelingen voor het project nader te omschrijven.

(6)

De door de Commissie uitgevoerde openbare raadpleging en effectbeoordeling hebben bevestigd dat het intergouvernementele initiatief waardevol was, maar hebben erop gewezen dat het verder moest worden ontwikkeld om het potentieel ervan volledig te verwezenlijken, alsook dat de betrokkenheid van de Unie het een duidelijke meerwaarde kan verlenen en het een kwalitatieve stap vooruit kan helpen maken.

(7)

Het label moet de ervaring benutten die met het intergouvernementele initiatief is opgedaan.

(8)

Het label moet streven naar meerwaarde en complementariteit ten opzichte van andere initiatieven, zoals de werelderfgoedlijst van Unesco, de representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid van Unesco en de Europese culturele routes van de Raad van Europa. De meerwaarde van het label moet worden gebaseerd op de bijdrage die de geselecteerde sites leveren aan de Europese geschiedenis en cultuur, en aan de totstandbrenging van de Unie, alsook op een duidelijke educatieve dimensie die burgers, en vooral jongeren, aanspreekt, en op netwerken tussen de sites om ervaringen en beste praktijken uit te wisselen. Het zwaartepunt van de actie moet liggen op de promotie en de toegankelijkheid van de sites en op de kwaliteit van de aangeboden informatie en activiteiten, en niet zozeer op de instandhouding van de sites, die door de bestaande beschermingsregelingen gewaarborgd moet worden.

(9)

Naast het versterken van het gevoel van de Europese burgers dat zij deel uitmaken van de Unie en het stimuleren van de interculturele dialoog, kan de actie ook bijdragen tot het vergroten van de waarde en verbeteren van de profilering van cultureel erfgoed, tot een grotere rol van erfgoed in de economische en duurzame ontwikkeling van regio’s, met name door cultureel toerisme, tot het stimuleren van synergie tussen cultureel erfgoed en hedendaagse creaties en creativiteit, en meer in het algemeen tot bevordering van de democratische waarden en mensenrechten die ten grondslag liggen aan de Europese integratie.

(10)

Deze doelstellingen sluiten volledig aan bij de doelstellingen van de mededeling van de Commissie over „een Europese agenda voor cultuur in het licht van de mondialisering”, waaronder de bevordering van de culturele verscheidenheid en de interculturele dialoog, en van cultuur als katalysator voor creativiteit.

(11)

Het is van groot belang dat het label toegekend wordt op basis van gemeenschappelijke, duidelijke en transparante criteria en procedures, ook tijdens de eerste twee selectiejaren waar overgangsbepalingen moeten worden toegepast.

(12)

De procedure voor de selectie van sites krachtens de actie, dient in twee fasen te verlopen. Sites moeten in eerste instantie op nationaal niveau voorgeselecteerd worden. Telkens wanneer dit geschikt lijkt, kunnen de lidstaten de lokale en regionale autoriteiten daarbij betrekken. Vervolgens moet er een selectie op het niveau van de Unie plaatsvinden. Elke site waaraan een label is toegekend dient te worden gemonitord teneinde de continue naleving van de voor het label vastgestelde criteria te waarborgen.

(13)

Tijdens de eerste evaluatie van het label moet worden nagegaan of zijn geografisch bereik kan worden uitgebreid.

(14)

Ingeval er een duidelijk thematisch verband bestaat tussen verscheidene in dezelfde lidstaat gevestigde sites, moet de actie gezamenlijke aanvragen toelaten. Deze gezamenlijke aanvragen moeten een redelijk aantal deelnemende sites bevatten en een Europese meerwaarde aantonen ten opzichte van individuele aanvragen betreffende dezelfde sites.

(15)

Op dezelfde manier moet de actie, vanwege de transnationale dimensie van bepaalde sites, gezamenlijke aanvragen toelaten zowel in het geval van sites die in verschillende lidstaten gevestigd zijn, maar zich richten op een specifiek thema als in het geval van een site die op het grondgebied van ten minste twee lidstaten is gevestigd.

(16)

Teneinde ervoor te zorgen dat de bepalingen van dit besluit, meer bepaald wat betreft het aanwijzen van sites waaraan het label zal worden toegekend, het intrekken van het label en het officieel verzaken aan het label, op eenvormige wijze worden uitgevoerd, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend.

(17)

De administratieve regelingen voor het label moeten licht en flexibel zijn, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

(18)

Aangezien de doelstellingen van dit besluit niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, vooral vanwege de noodzaak van nieuwe gemeenschappelijke, duidelijke en transparante criteria en procedures voor het label, en van betere coördinatie tussen de lidstaten, en derhalve beter op het niveau van de Unie kunnen worden bereikt, kan de Unie maatregelen nemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel als bedoeld in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Instelling

Een actie van de Europese Unie („actie”) met de titel „Europees erfgoedlabel” („label”) wordt bij dit besluit ingesteld.

Artikel 2

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

1.

„sites”: monumenten, natuurlijke, onder water gelegen, archeologische, industriële of stedelijke locaties, cultuurlandschappen, plaatsen van herinnering, cultuurgoederen en -objecten en immaterieel erfgoed voor zover die met een bepaalde plaats verbonden zijn, met inbegrip van hedendaags erfgoed;

2.

„transnationale site”:

a)

meerdere sites in verschillende lidstaten die gericht zijn op een specifiek thema met het oog op het indienen van een gezamenlijke aanvraag, of

b)

een site die zich op het grondgebied van ten minste twee lidstaten bevindt;

3.

„nationale thematische site”: meerdere sites in dezelfde lidstaat die gericht zijn op een specifiek thema met het oog op het indienen van een gezamenlijke aanvraag.

Artikel 3

Doelstellingen

1.   De actie draagt bij tot de volgende algemene doelstellingen:

a)

het versterken van het bewustzijn onder de Europese burgers, meer bepaald onder jongeren, dat zij deel uitmaken van de Unie op basis van gedeelde waarden, een gedeelde Europese geschiedenis en een gedeeld Europees cultureel erfgoed, en het stimuleren van de waardering van nationale en regionale diversiteit;

b)

het versterken van de interculturele dialoog.

2.   Om de in lid 1 aangegeven doelstellingen te kunnen verwezenlijken, poogt de actie de volgende intermediaire doelstellingen te bereiken:

a)

het benadrukken van de symbolische waarde en het beter profileren van sites die een belangrijke rol gespeeld hebben in de geschiedenis en cultuur van Europa en/of de opbouw van de Unie;

b)

het bieden aan de Europese burgers van meer inzicht in de geschiedenis van Europa en de opbouw van de Unie, en in hun gemeenschappelijk maar divers cultureel erfgoed, vooral in verband met de democratische waarden en mensenrechten die ten grondslag liggen aan het proces van de Europese integratie.

3.   De sites zelf pogen de volgende specifieke doelstellingen te bereiken:

a)

hun Europese dimensie onderstrepen;

b)

Europese burgers, en vooral jongeren, bewust maken van hun gemeenschappelijk cultureel erfgoed;

c)

het uitwisselen van ervaringen en beste praktijken in heel de Unie vergemakkelijken;

d)

de toegankelijkheid voor allen, en vooral voor jongeren, vergroten en/of verbeteren;

e)

de interculturele dialoog, vooral onder jongeren, intensiveren door kunst-, cultuur- en geschiedeniseducatie;

f)

synergie bevorderen tussen cultureel erfgoed enerzijds en hedendaagse creaties en creativiteit anderzijds;

g)

bijdragen aan de aantrekkelijkheid en de economische en duurzame ontwikkeling van regio’s, met name door cultuurtoerisme.

Artikel 4

Deelname aan de actie

De lidstaten kunnen op vrijwillige basis aan de actie deelnemen.

Artikel 5

Meerwaarde en complementariteit van de actie ten opzichte van andere initiatieven

De Commissie en de lidstaten dragen zorg voor de meerwaarde en de complementariteit van de actie ten opzichte van andere initiatieven op het gebied van cultureel erfgoed, zoals de werelderfgoedlijst van Unesco, de representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid van Unesco en de Europese culturele routes van de Raad van Europa.

Artikel 6

Voorwaarde om in aanmerking te komen voor het label

Sites in de zin van artikel 2 komen in aanmerking voor toekenning van het label.

Artikel 7

Criteria

1.   Toekenning van het label vindt plaats aan de hand van de volgende criteria („criteria”):

a)

Kandidaat-sites voor het label moeten een Europese symboolwaarde hebben en een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis en de cultuur van Europa en/of de opbouw van de Unie. Kandidaat-sites moeten derhalve één of meerdere van de volgende elementen kunnen aantonen:

i)

hun grensoverschrijdend of pan-Europees karakter: hoe de invloed en aantrekkingskracht van de site nu en in het verleden, over de landsgrenzen van een lidstaat heen gaan;

ii)

hun plaats en rol in de Europese geschiedenis en de Europese integratie, en hun banden met belangrijke Europese gebeurtenissen, persoonlijkheden of ontwikkelingen;

iii)

hun plaats en rol bij de ontwikkeling en bevordering van de gemeenschappelijke waarden die ten grondslag liggen aan de Europese integratie.

b)

Kandidaat-sites moeten een project voorleggen, waarvan de uitvoering uiterlijk aan het eind van het jaar van aanwijzing van start gaat en dat alle volgende elementen omvat:

i)

vergroting van het bewustzijn omtrent de Europese betekenis van de site, met name door passende informatieactiviteiten, bewegwijzering en opleiding van het personeel;

ii)

organisatie van educatieve activiteiten, met name voor jongeren, ter bevordering van een beter begrip van de gemeenschappelijke geschiedenis van Europa en van zijn gedeeld maar divers erfgoed, en ter versterking van het gevoel tot een gemeenschappelijke ruimte te behoren;

iii)

bevordering van meertaligheid en vergemakkelijking van de toegang tot de site door gebruikmaking van meerdere talen van de Unie;

iv)

deelname aan de activiteiten van netwerken van sites met het label, teneinde ervaringen uit te wisselen en gemeenschappelijke projecten op te zetten;

v)

vergroting van de profilering en de aantrekkelijkheid van de site op Europees niveau, onder meer door de benutting van de mogelijkheden van nieuwe technologieën en digitale en interactieve middelen en het streven naar synergieën met andere Europese initiatieven.

De organisatie van artistieke en culturele activiteiten die de mobiliteit van Europese beoefenaars van culturele beroepen, kunstenaars en collecties bevorderen, de interculturele dialoog stimuleren en verbanden leggen tussen erfgoed en hedendaagse creaties en creativiteit, moet worden verwelkomd, wanneer het specifieke karakter van de site dit toestaat.

c)

Kandidaat-sites moeten een werkplan voorleggen dat alle volgende elementen omvat:

i)

zorg dragen voor een degelijk beheer van de site, met inbegrip van het definiëren van doelstellingen en indicatoren;

ii)

zorg dragen voor het behoud van de site en de overdracht daarvan aan toekomstige generaties, in overeenstemming met de toepasselijke beschermingsregelingen;

iii)

zorg dragen voor de kwaliteit van de ontvangstfaciliteiten, zoals de historische presentatie, informatie voor bezoekers en bewegwijzering;

iv)

zorg dragen voor toegankelijkheid voor een zo breed mogelijk publiek, onder meer door aanpassing van de site of opleiding van het personeel;

v)

bijzondere aandacht besteden aan jongeren, met name door hen bevoorrechte toegang tot de site te bieden;

vi)

promoten van de site als duurzame toeristische bestemming;

vii)

ontwikkelen van een coherente en brede communicatiestrategie om de Europese dimensie van de site te onderstrepen;

viii)

zorg dragen voor zo veel mogelijk milieuvriendelijk beheer van de site.

2.   Wat betreft de in lid 1, onder b) en c), genoemde criteria wordt elke site aan een proportionele beoordeling onderworpen; daarbij wordt rekening gehouden met haar kenmerken.

Artikel 8

Europese jury

1.   Er wordt een Europese jury van onafhankelijke deskundigen („de Europese jury”) ingesteld voor de selectie en de monitoring op het niveau van de Unie. De Europese jury zorgt ervoor dat de criteria naar behoren worden toegepast door de sites in alle lidstaten.

2.   De Europese jury bestaat uit dertien leden, waarvan vier leden worden benoemd door het Europees Parlement, vier door de Raad, vier door de Commissie en één door het Comité van de Regio’s, overeenkomstig hun respectieve procedures. De Europese jury kiest een voorzitter.

3.   De leden van de Europese jury zijn onafhankelijke deskundigen met substantiële ervaring en deskundigheid op de terreinen die relevant zijn voor de doelstellingen van de actie. Iedere instelling en elk orgaan draagt er zorg voor dat de competenties van de deskundigen die door hen worden benoemd, zoveel mogelijk complementair zijn, en dat die deskundigen gekozen worden uit een evenwichtig geografisch spectrum.

4.   De leden van de Europese jury worden benoemd voor drie jaar.

In 2012 benoemt het Europees Parlement evenwel vier deskundigen voor twee jaar, de Raad vier voor drie jaar, de Commissie vier voor één jaar, en het Comité van de Regio’s één voor drie jaar.

5.   De leden van de Europese jury melden belangenconflicten of potentiële belangenconflicten ten aanzien van een bepaalde site. Bij een dergelijke melding, of wanneer een belangenconflict bekend wordt, neemt het desbetreffende jurylid niet deel aan de beoordeling van de site of van andere sites in de betrokken lidstaat of lidstaten.

6.   Alle verslagen, aanbevelingen en kennisgevingen van de Europese jury worden door de Commissie openbaar gemaakt.

Artikel 9

Aanvraagformulier

Teneinde de procedures zo gestroomlijnd en zo licht mogelijk te houden, stelt de Commissie op basis van de criteria een gemeenschappelijk aanvraagformulier („aanvraagformulier”) op waarvan alle kandidaat-sites gebruikmaken.

Artikel 10

Voorselectie op nationaal niveau

1.   De lidstaten zijn belast met de voorselectie van sites voor de toekenning van het label.

2.   Elke lidstaat mag om de twee jaar maximaal twee sites voorselecteren.

3.   De voorselectie geschiedt op basis van de criteria en het aanvraagformulier.

4.   Elke deelnemende lidstaat stelt zijn eigen procedures en tijdschema vast voor de voorselectie, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, en streeft naar zo licht en flexibel mogelijke administratieve regelingen. De lidstaten zenden de aanvraagformulieren betreffende de voorgeselecteerde sites vóór 1 maart van het jaar van de selectieprocedure toe aan de Commissie, overeenkomstig het tijdschema in de bijlage.

5.   De Commissie publiceert de volledige lijst van voorgeselecteerde sites en stelt het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio’s hiervan onmiddellijk na afronding van de voorselectiefase in kennis, zodat het Europees Parlement, de Raad, de lidstaten of enige andere persoon of entiteit aan de Commissie opmerkingen kunnen voorleggen die gevolgen kunnen hebben voor de selectie van deze sites.

Artikel 11

Selectie op het niveau van de Unie

1.   De selectie van de sites voor de toekenning van het label wordt verricht door de Europese jury, onder de verantwoordelijkheid van de Commissie.

2.   De Europese jury beoordeelt de aanvragen betreffende de voorgeselecteerde sites en selecteert maximaal één site per lidstaat. Indien nodig kan de jury om aanvullende informatie verzoeken of een bezoek aan de site brengen.

3.   De selectie geschiedt op basis van de criteria en het aanvraagformulier. De Europese jury houdt tevens terdege rekening met de in artikel 10, lid 5, bedoelde opmerkingen.

4.   De Europese jury brengt uiterlijk op het eind van het jaar van de selectieprocedure een verslag uit over de voorgeselecteerde sites en zendt dit toe aan de Commissie. Dit verslag bevat een aanbeveling voor de toekenning van het label en een motivering van de conclusies van de Europese jury zowel wat de geselecteerde als de niet-geselecteerde sites betreft. De Commissie zendt dit verslag onverwijld ter informatie toe aan het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio’s.

5.   Kandidaat-sites die niet geselecteerd zijn, kunnen in de daaropvolgende jaren nieuwe aanvragen voor de voorselectie op nationaal niveau indienen.

Artikel 12

Transnationale sites

1.   Om voor de toekenning van het label in aanmerking te komen, voldoet een transnationale site aan al de volgende voorwaarden:

a)

elke deelnemende site voldoet volledig aan de criteria;

b)

een van de deelnemende sites wordt als coördinator aangewezen; deze zal fungeren als enig contactpunt voor de Commissie;

c)

de aanvraag wordt gedaan onder een gemeenschappelijke naam;

d)

in voorkomend geval wordt een duidelijk thematisch verband aangetoond.

2.   Voor aanvragen betreffende transnationale sites geldt dezelfde procedure als voor andere sites. Na overleg tussen de deelnemende sites, waarbij ook de bevoegde nationale autoriteiten worden betrokken, vullen alle deelnemende sites een aanvraagformulier in dat zij aan de coördinator toezenden. De transnationale sites worden voorgeselecteerd door de lidstaat van de coördinator binnen het maximum aantal sites zoals bepaald in artikel 10, lid 2, en voorgedragen namens alle betrokken lidstaten, na instemming van die lidstaten.

3.   Wanneer een transnationale site wordt geselecteerd, wordt het label toegekend aan de transnationale site als geheel en onder een gemeenschappelijke naam.

4.   Indien een transnationale site aan alle criteria voldoet, wordt tijdens de selectie aan die site voorrang verleend.

Artikel 13

Nationale thematische sites

1.   Om voor de toekenning van het label in aanmerking te komen, voldoet een nationale thematische site aan al de volgende voorwaarden:

a)

er wordt aangetoond dat de gezamenlijke aanvraag een Europese meerwaarde heeft ten opzichte van afzonderlijke aanvragen;

b)

er wordt een duidelijk thematisch verband aangetoond;

c)

elke deelnemende site voldoet volledig aan de criteria;

d)

een van de deelnemende sites wordt als coördinator aangewezen; deze zal fungeren als enig contactpunt voor de Commissie;

e)

de aanvraag wordt gedaan onder een gemeenschappelijke naam.

2.   Voor aanvragen betreffende nationale thematische sites geldt dezelfde procedure als voor andere sites. Alle deelnemende sites vullen een aanvraagformulier in en zenden dit toe aan de coördinator. De nationale thematische sites worden voorgeselecteerd door de betrokken lidstaat binnen het maximum aantal sites zoals bepaald in artikel 10, lid 2.

3.   Wanneer een nationale thematische site wordt geselecteerd, wordt het label toegekend aan de nationale thematische site als geheel en onder de gemeenschappelijke naam.

Artikel 14

Aanwijzing

1.   De Commissie wijst de sites aan waaraan het label zal worden toegekend, en houdt daarbij terdege rekening met de aanbeveling van de Europese jury. De Commissie brengt het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio’s van de aanwijzing op de hoogte.

2.   Het label wordt op permanente basis toegekend, voor zover de in artikel 15 vastgelegde voorwaarden worden nageleefd, voor zover de actie wordt voortgezet en onverminderd artikel 16.

Artikel 15

Monitoring

1.   Elke site met een label wordt regelmatig gemonitord om na te gaan of de site nog steeds aan de criteria voldoet en of het bij zijn aanvraag gevoegde project en werkplan worden nageleefd.

2.   De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de monitoring op alle op hun grondgebied gelegen sites. De monitoring op een transnationale site valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaat van de coördinator.

3.   De lidstaten verzamelen alle noodzakelijke informatie en stellen om de vier jaar een verslag op, overeenkomstig het tijdschema in de bijlage. De lidstaten zenden uiterlijk op 1 maart van het jaar van de monitoringprocedure het verslag toe aan de Commissie. De Commissie legt het vervolgens ter bespreking voor aan de Europese jury.

4.   De Europese jury dient uiterlijk op het eind van het jaar van de monitoringprocedure een verslag in over de toestand van de sites die het label hebben gekregen, indien nodig met aanbevelingen voor de volgende monitoringperiode.

5.   De Commissie stelt, in samenwerking met de Europese jury, gemeenschappelijke indicatoren voor de lidstaten vast om een coherente benadering ten aanzien van de monitoringprocedure te waarborgen.

Artikel 16

Intrekken of afstand doen van het label

1.   Wanneer de Europese jury vaststelt dat een bepaalde site niet langer voldoet aan de criteria of het bij zijn aanvraag gevoegde project en werkplan niet meer naleeft, gaat de Europese jury via de Commissie een dialoog aan met de betrokken lidstaat, om die te helpen bij de noodzakelijke aanpassingen van de site.

2.   Wanneer na een periode van 18 maanden vanaf het begin van de dialoog de noodzakelijke aanpassingen van de site niet hebben plaatsgevonden, stelt de Europese jury de Commissie hiervan in kennis. Deze kennisgeving is gemotiveerd en bevat ook praktische aanbevelingen ter verbetering van de situatie.

3.   Wanneer 18 maanden na de in lid 2 bedoelde kennisgeving geen gevolg is gegeven aan deze praktische aanbevelingen, richt de Europese jury een aanbeveling aan de Commissie om het label van de betrokken site in te trekken.

4.   Wanneer de Europese jury vaststelt dat een site die deelneemt aan een transnationale of een nationale thematische site niet langer voldoet aan de criteria of het bij de aanvraag ervan gevoegde project en werkplan niet meer naleeft, wordt de in de leden 1, 2 en 3 beschreven procedure gevolgd. De intrekking overeenkomstig dit lid geldt voor de transnationale of nationale thematische site als geheel. In gevallen waarin de samenhang van de transnationale of nationale thematische site niet in het gedrang komt, kan de Europese jury echter aanbevelen dat de intrekking beperkt blijft tot de betrokken deelnemende site.

5.   De Commissie neemt de beslissing tot intrekking van het label, en houdt daarbij terdege rekening met de in lid 3 bedoelde aanbeveling. De Commissie brengt het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio’s op de hoogte van de intrekking.

6.   Sites kunnen te allen tijde afstand doen van het label en in dat geval stellen zij de betrokken lidstaten daarvan op de hoogte, die op hun beurt de Commissie daarvan op de hoogte stellen. De Commissie formaliseert dit en brengt het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio’s hiervan op de hoogte.

Artikel 17

Praktische regelingen

1.   De Commissie voert de actie uit. Zij draagt in het bijzonder zorg voor:

a)

de algemene samenhang en kwaliteit van de actie;

b)

de coördinatie tussen de lidstaten en de Europese jury;

c)

de opstelling van richtsnoeren als hulp bij de selectie- en de monitoringprocedure in het licht van de doelstellingen en criteria; dit in nauwe samenwerking met de Europese jury;

d)

de ondersteuning van de Europese jury.

2.   De Commissie is belast met het verspreiden van informatie over het label en het waarborgen van de zichtbaarheid ervan op het niveau van de Unie en zorgt daarvoor met name door het opzetten en het in stand houden van een speciale website. De Commissie draagt er ook zorg voor dat er een logo voor de actie wordt ontworpen.

3.   De Commissie bevordert netwerkactiviteiten tussen sites waaraan het label is toegekend.

4.   De in de leden 2 en 3 van dit artikel genoemde acties, alsmede de kosten van de Europese jury, worden gefinancierd uit de in artikel 20 bedoelde financiële middelen.

Artikel 18

Evaluatie

1.   De Commissie zorgt voor een externe en onafhankelijke evaluatie van de actie. Deze evaluatie vindt om de zes jaar plaats, overeenkomstig het tijdschema in de bijlage, en betreft alle aspecten, met inbegrip van de doelmatigheid van de processen voor de uitvoering van de actie, het aantal sites, het effect van de actie, de uitbreiding van haar geografisch bereik, hoe de actie kan worden verbeterd en of zij moet worden voortgezet.

2.   De Commissie legt binnen zes maanden na de afronding ervan een verslag over de in lid 1 bedoelde evaluatie voor aan het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio’s, zo nodig vergezeld van passende voorstellen.

Artikel 19

Overgangsbepalingen

1.   Lidstaten die niet hebben deelgenomen aan het intergouvernementele initiatief „Europees erfgoedlabel” van 2006 („intergouvernementele initiatief”) kunnen in 2013 maximaal vier sites voorselecteren voor toekenning van het label.

2.   Lidstaten die wel hebben deelgenomen aan het intergouvernementele initiatief kunnen in 2014 maximaal vier sites voorselecteren voor toekenning van het label. Zij mogen sites voordragen die al een label hebben ontvangen in het kader van het intergouvernementele initiatief.

3.   Alle in de leden 1 en 2 bedoelde sites worden op basis van dezelfde criteria door de Europese jury beoordeeld en worden aan dezelfde procedure onderworpen als de overige sites.

4.   Indien een van de in de leden 1 en 2 bedoelde sites niet aan de criteria voldoet, of aanvullende informatie noodzakelijk wordt geacht, gaat de Europese jury via de Commissie een dialoog aan met de betrokken lidstaat, om na te gaan of de aanvraag kan worden verbeterd, voordat een beslissing wordt genomen. Indien nodig kunnen bezoeken aan de site worden georganiseerd.

Artikel 20

Financiële bepalingen

1.   De financiële middelen voor de uitvoering van deze actie voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 worden vastgesteld op 650 000 EUR.

2.   De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van het meerjarige financiële kader.

Artikel 21

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 16 november 2011.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

W. SZCZUKA


(1)  PB C 267 van 1.10.2010, blz. 52.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 16 december 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 19 juli 2011. Standpunt van het Europees Parlement van 16 november 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB C 319 van 13.12.2008, blz. 11.


BIJLAGE

Tijdschema

Jaar

 

2011

Inwerkingtreding van het besluit

Voorbereidende werkzaamheden

2012

Voorbereidende werkzaamheden

2013

Eerste selectie van sites voor de lidstaten die niet aan het intergouvernementele initiatief hebben deelgenomen

2014

Eerste selectie van sites voor de lidstaten die aan het intergouvernementele initiatief hebben deelgenomen

2015

Selectie

2016

Monitoring

2017

Selectie

2018

Evaluatie van het label

2019

Selectie

2020

Monitoring

2021

Selectie

2022

2023

Selectie

2024

Monitoring

Evaluatie van het label

2025

Selectie


Top