EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007DC0507

Mededeling van de Commissie het Europees Parlement, aan de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio´s - De strategie voor de ultraperifere regio's: verwezenlijkingen en toekomstperspectieven {SEC(2007) 1112}

/* COM/2007/0507 def. */

52007DC0507




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 12.9.2007

COM(2007) 507 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE HET EUROPEES PARLEMENT, AAN DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO´S

De strategie voor de ultraperifere regio's: verwezenlijkingen en toekomstperspectieven

{SEC(2007) 1112}

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 3

2. Balans 4

3. De volgende stap: de mogelijkheden van de strategie van 2004 benutten 5

3.1. Verbetering van de toegankelijkheid en beperking van de gevolgen van andere specifieke problemen waarmee de UPR's worden geconfronteerd 5

3.2. Vergroting van het concurrentievermogen van de UPR's 5

3.3. Versterking van het actieplan voor het grote nabuurschap 7

3.4. Ondersteuningsinstrument ter compensatie van de gevolgen van handicaps 10

4. Toekomstperspectieven 10

4.1. De uitdaging van de klimaatverandering 10

4.2. De implicaties van demografische ontwikkelingen en migratiestromen 11

4.3. De landbouw in de UPR's 12

4.4. De rol van de UPR's in het maritieme beleid van de EU 12

5. Conclusies 14

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE HET EUROPEES PARLEMENT, AAN DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO´S

De strategie voor de ultraperifere regio's: verwezenlijkingen en toekomstperspectieven

INLEIDING

In artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag en in twee mededelingen van de Commissie van 2004[1] wordt erop gewezen dat de specifieke kenmerken van de ultraperifere regio's (UPR's)[2] moeten worden erkend en dat er een echte Europese strategie ten behoeve van deze regio's moet worden ontwikkeld.

Deze strategie bestaat uit drie grote actielijnen: de verbetering van de toegankelijkheid en de beperking van de gevolgen van andere specifieke problemen waarmee de UPR's worden geconfronteerd, de vergroting van hun concurrentievermogen en de versterking van hun regionale integratie. Deze strategie is gebaseerd op een actief partnerschap tussen de Europese instellingen, de lidstaten en de UPR's.

De balans van de eerste drie jaren van de strategie is zeer positief. Er zijn talrijke maatregelen op de verschillende communautaire beleidsterreinen genomen en de economische en sociale situatie van de UPR's is verbeterd.

Het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's hebben de strategie goedgekeurd en de Commissie verzocht door te gaan met de uitvoering daarvan[3]. Daarom stelt de Commissie voor om de strategie van 2004 te versterken met nieuwe maatregelen die op korte termijn ten uitvoer kunnen worden gelegd.

Daarnaast is de Commissie voornemens een debat te openen over de toekomst van de strategie op de langere termijn. De strategie moet immers worden bijgewerkt en uitgediept, rekening houdend met de grote uitdagingen waarmee de UPR's de komende jaren zullen worden geconfronteerd. Daartoe zal een raadpleging worden georganiseerd. Deze zal leiden tot de publicatie van een mededeling waarmee de Commissie een nieuwe fase in de ontwikkeling van haar strategie voor de UPR's zal aanvatten.

Deze mededeling:

- maakt de balans op van de uitvoering van de strategie sinds 2004, waarvan de uitvoerige beschrijving is opgenomen in het werkdocument dat bij deze mededeling is gevoegd[4];

- stelt maatregelen voor de korte termijn voor om de strategie van 2004 volledig ten uitvoer te leggen;

- opent een debat over de uitdagingen op de lange termijn, die met name betrekking hebben op voor de UPR's gevoelige thematische gebieden: klimaatverandering, demografische ontwikkelingen en de beheersing van migratiestromen, landbouw en het maritieme beleid van de EU.

BALANS

De laatste drie jaren zijn van cruciaal belang geweest voor de uitvoering van de Europese strategie voor de UPR's. Alle sleutelinstrumenten voor de economische en sociale ontwikkeling van deze regio's zijn namelijk opnieuw gedefinieerd en herzien. Voorbeelden hiervan zijn:

- het hervormde cohesiebeleid, met een speciale financiële toewijzing ter compensatie van de in artikel 299, lid 2, van het Verdrag genoemde meerkosten;

- specifieke bepalingen ten behoeve van de UPR's in het kader van de hervorming van de marktordeningen voor suiker en bananen;

- een voorkeursbehandeling voor de UPR's in de nieuwe richtsnoeren voor regionale steunmaatregelen van de lidstaten;

- een specifiek initiatief in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (KPOTO) om het onderzoekspotentieel van de UPR's beter te benutten en de UPR's beter in de Europese onderzoeksruimte te integreren.

Bovendien hebben de meeste van de overige in de mededelingen van 2004 aanbevolen acties concreet gestalte gekregen[5].

Talrijke ten gunste van de UPR's genomen communautaire maatregelen tonen aan dat de Commissie bij de uitvoering van het EU-beleid rekening wil houden met de specifieke kenmerken van de UPR's. Bovendien is de communautaire steunverlening voor deze regio's gestoeld op een transversale en complementaire aanpak, met name dankzij de gezamenlijke inspanningen van alle diensten van de Commissie. Daarnaast blijven meer toegankelijkheid, meer concurrentievermogen en meer regionale integratie relevante actiedoeleinden die op passende wijze tegemoetkomen aan de ontwikkelingsprioriteiten van deze regio's. Hoewel de strategie de sociaaleconomische situatie van de UPR's[6] zal helpen verbeteren, kunnen de communautaire beleidsmaatregelen ten gunste van de UPR's nog worden verbeterd, met name met het oog op meer samenhang tussen de communautaire acties.

Sommige sinds 2004 voorgenomen acties bevinden zich echter nog steeds in de ontwikkelingsfase. Dit geldt met name voor de integratie van de UPR's in de Europese onderzoekruimte en de aanpassing van de diensten van algemeen economisch belang aan de behoeften van de lokale markten. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat de nieuwe mogelijkheden voor een betere coördinatie tussen het EFRO en het EOF daadwerkelijk volledig worden benut. Daarom moet nu een verdere uitvoeringsfase worden aangevat, waarbij alle mogelijkheden van de strategie van 2004 worden benut.

DE VOLGENDE STAP: DE MOGELIJKHEDEN VAN DE STRATEGIE VAN 2004 BENUTTEN

Bovenop de sinds 2004 genomen maatregelen wil de Commissie elk van de actielijnen van de strategie versterken met extra acties.

Verbetering van de toegankelijkheid en beperking van de gevolgen van andere specifieke problemen waarmee de UPR's worden geconfronteerd

Om deze doelstelling te helpen verwezenlijken, kunnen de volgende maatregelen worden overwogen:

- benutting van de mogelijkheden die worden geboden door de specifieke toewijzing ter compensatie van de meerkosten van vervoer en nieuwe informatie- en communicatietechnologieën;

- voortzetting van de inspanningen om de bestaande breedbandkloof te dichten, met name via de operationele programma's van het EFRO;

- benutting van de mogelijkheden die worden geboden door de uitvoering van de programma's TEN-T, TEN-E en Marco Polo II;

- evaluatie van de specifieke behoeften van de UPR's naar aanleiding van het verslag over de uitvoering van het POSEI-programma.

Vergroting van het concurrentievermogen van de UPR's

Verscheidene instrumenten kunnen het concurrentievermogen van de UPR's helpen verbeteren:

Cohesiebeleid

Het zwakke concurrentievermogen van de UPR's vereist bijzondere inspanningen in het kader van het cohesiebeleid. De operationele programma's voor het EFRO en het ESF voor de periode 2007-2013, het initiatief "Regio’s voor economische verandering"[7] en de technische bijstand op initiatief van de Commissie[8] moeten het concurrentievermogen van de UPR's helpen versterken overeenkomstig de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid en de communautaire strategische richtsnoeren. Dit vereist het volgende:

- vaststelling van een echte regionale innovatiestrategie op basis van een partnerschap[9], die vooral door kennis- en concurrentiecentra moet worden uitgevoerd, en uitbreiding van de infrastructuur voor onderzoek, technologische ontwikkeling en telecommunicatie;

- bevordering van de versterking van het menselijk kapitaal door de hervorming van de onderwijs- en opleidingsstelsels en de ontwikkeling van het menselijk potentieel op het gebied van onderzoek en innovatie. Er moet voor worden gezorgd dat de soort scholing die wordt aangeboden, aansluit bij de geplande acties op de voornaamste gebieden van de strategie van de Commissie voor de UPR's, namelijk landbouw en milieu, hernieuwbare energie, vervoer, telecommunicatie en toerisme;

- intensiever gebruik van hernieuwbare energiebronnen (biomassa, waaronder stadsafval, aardwarmte, golfenergie, zonne- en windenergie) en verbetering van de energiebalans van de UPR's om hun externe afhankelijkheid te verminderen;

- inachtneming van de biodiversiteit bij het opzetten van ontwikkelingprojecten, met name door maatregelen ten behoeve van habitats en soorten;

- aanmoediging van duurzame economische ontwikkeling door het bevorderen van maatregelen ter bescherming van de biodiversiteit, die in de UPR's vaak zeer groot is en een belangrijke economische troef vormt. Dit zal ook bijdragen tot de doelstelling van de EU om de achteruitgang van de biodiversiteit uiterlijk in 2010 een halt toe te roepen;

- ondersteuning van de modernisering en versterking van het plaatselijke productieapparaat, bijvoorbeeld door kwaliteits- en milieubeheerssystemen ("eco-innovatie") voor het mkb op te zetten, werknemers en ondernemers bij te scholen, ondernemerszin te bevorderen en bedrijven op te richten;

- bevordering van het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de toeristische sector, met name door steun voor een duurzaam beheer van de bestemmingen;

- versterking van de financiële-engineeringmechanismen en verbetering van de toegang van het mkb en microbedrijven tot financiering, met name in het kader van de initiatieven Jeremie en Jessica;

- versterking van de rol van steden en gemeenten ter bevordering van een flexibele lokale economie die industrie, dienstverlening, recreatie en toerisme combineert, via de geïntegreerde stedelijke programma's en stedelijke acties in de UPR's, zoals die van het project "Support for Cities" – URBACT.

- bevordering van de toegang tot werk en duurzame integratie op de arbeidsmarkt voor werklozen en inactieven, en versterking van de sociale integratie van kansarmen.

Kaderprogramma's

De volgende communautaire kaderprogramma's kunnen het concurrentievermogen van de economie van de UPR's helpen versterken:

- de inachtneming van de specifieke kenmerken van de UPR's in de specifieke programma's van het 7e KPOTO, met name het programma "Capaciteiten", moet ten volle worden benut. Bovendien moet rekening worden gehouden met het potentieel van deze regio's op bepaalde thematische gebieden van het programma "Samenwerking", bijvoorbeeld energie, aan de klimaatverandering verbonden natuurrisico's, subtropische landbouw en visserij, en aquacultuur;

- het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie biedt deze regio's zeer bruikbare financieringsmogelijkheden, die dan ook moeten worden benut (eco-innovatie, toepassing van informatietechnologieën, veralgemeend gebruik van hernieuwbare energie en verbetering van de energie-efficiëntie);

- het actieprogramma op het gebied van een leven lang leren[10] moet uitwisselingen, samenwerking en mobiliteit tussen de onderwijs- en opleidingsstelsels in de Gemeenschap[11] stimuleren, rekening houdend met de prioritaire gebieden voor de UPR's.

Diensten van algemeen economisch belang

Wat het functioneren van diensten van algemeen economisch belang betreft, zal de Commissie rekening blijven houden met specifieke regionale kenmerken en een gedetailleerde analyse van de relevante markt. Als de kosten voor het verlenen van deze diensten hoger zijn dan in andere regio's, moeten zij worden gefinancierd overeenkomstig de desbetreffende regels inzake staatssteun, die toelaten dat dergelijke kosten volledig worden gecompenseerd. De lidstaten worden aangemoedigd om bij de omschrijving van de toegang tot de universele dienstverlening rekening te houden met de bijzondere kenmerken van deze regio's, en met name met het isolement van de systemen, de grote afstanden en de versnippering van het grondgebied.

Versterking van het actieplan voor het grote nabuurschap

De versterking van de regionale integratie van de UPR's in hun nabije geografische omgeving is een innovatie van de strategie van 2004 waarmee goed is gevorderd. Wel moeten de plaatselijke publieke en particuliere actoren en de desbetreffende lidstaten er meer bij worden betrokken. Overleg tussen deze regio's en hun buurlanden, met name de ACS-landen (Afrika, Cariben en Stille Oceaan), alsook de met de EU geassocieerde landen en gebieden overzee (LGO's)[12] dient als instrument om dit proces vooruit te helpen.

Om deze prioriteit te helpen verwezenlijken, wordt reeds een aantal maatregelen overwogen:

Inachtneming van de specifieke kenmerken van de UPR's in de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's)

Om de handelsmogelijkheden ten volle te benutten en het regionale handelsverkeer tussen de ACS-landen en de UPR's te intensiveren, overweegt de Commissie specifieke regelingen om in de EPO's rekening te houden met de door de lidstaten meegedeelde aandachtspunten van de UPR's. Deze regelingen zullen in overeenstemming zijn met de onderhandelingsprocedures voor de EPO's en de regels van de WTO, en zullen aansluiten bij de bijzondere kenmerken van elke regio.

Zij kunnen betrekking hebben op alle soorten maatregelen die kunnen bijdragen tot een snellere integratie van de UPR's in het regionale handelsverkeer, alsook op maatregelen die nodig zijn om rekening te houden met de kwetsbaarheid van de markten van de UPR's en sommige van hun producten. De Commissie wil er ook op wijzen dat de handelsbetrekkingen tussen de ACS en de UPR's niet beperkt blijven tot de handel in goederen, maar ook moeten bijdragen tot nauwere betrekkingen tussen de ACS en de UPR's op alle in de EPO's opgenomen gebieden.

Coördinatie van de financiële instrumenten

Op grond van het overleg met de ACS en de LGO's in het kader van de programmering van het 10e EOF worden alle partners verzocht de concrete mogelijkheden en praktische aspecten van een gecoördineerde programmering van het EOF en het EFRO met een parallelle medefinanciering uit te werken met het oog op samenwerking op nationaal en regionaal niveau.

De Commissie zal onderzoeken hoe de programma's voor territoriale samenwerking (EFRO) voor Frans-Guyana en het geografische programma "Brazilië", dat wordt gefinancierd door het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (FIOS)[13], op elkaar kunnen worden afgestemd.

Verbetering van de zeeverbindingen tussen de UPR's en naburige derde landen

In het gemeenschappelijk vervoerbeleid is onlangs – naar aanleiding van de richtsnoeren voor het luchtvervoer – rekening gehouden met de behoeften aan mobiliteit en vervoer tussen de UPR's, derde landen en de LGO's teneinde het isolement van de UPR's te verminderen. Ook inzake zeevervoer is een dergelijke aanpak nodig en moet staatssteun worden toegestaan voor het instellen van vervoerdiensten tussen deze regio's en naburige derde landen.

Gezamenlijke deelname van de UPR's en derde landen aan onderzoeknetwerken en communautaire kaderprogramma's

De versterking van het onderzoeknetwerk RedCLARA via het programma @LIS II[14] en de mogelijke geleidelijke opname van de Caribische landen in dit netwerk bieden UPR's zoals Guadeloupe, Frans-Guyana en Martinique nieuwe mogelijkheden. Zo wordt het mogelijk om de banden van de UPR's met wetenschappers in naburige LGO's te versterken en deze regio's via het project Alice met continentaal Europa te verbinden, waarbij zij goedkoper gebruik kunnen maken van een snelle verbinding.

In het kader van de onderhandelingen over de EPO's zal de Commissie de gezamenlijke deelname en de samenwerkingsacties met de ACS-landen en de UPR's in het 7e KPOTO, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en het programma op het gebied van een leven lang leren stimuleren.

Het strategische programma ter ondersteuning van het ICT-beleid van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie beoogt concurrentievermogen en innovatie te bevorderen door burgers, overheden en bedrijven, in het bijzonder het mkb, tot een breder en doelmatiger gebruik van ICT aan te moedigen. De UPR's worden aangemoedigd om de financiële middelen aan te wenden voor de ontwikkeling of aanvulling van de nationale, regionale of lokale initiatieven op het gebied van ICT.

Inachtneming van de specifieke kenmerken van de UPR's in het migratiebeleid

De volgende maatregelen kunnen worden overwogen:

- coördinatie tussen de programma's voor territoriale samenwerking van het EFRO en het 10e EOF, dat migratie aanmerkt als een van de nieuwe prioriteiten voor samenwerking tussen de ACS en de EU;

- inachtneming van de specifieke behoeften van de UPR's in het thematische programma "Migratie en asiel" van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking en economische samenwerking (DCECI)[15], enerzijds om bij te dragen aan een betere beheersing van de migratiestromen naar deze regio's, zowel door de bestrijding van de illegale stromen als door de vergemakkelijking van de mobiliteit van arbeidskrachten, en anderzijds om de migranten in de UPR's te helpen bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van hun land van herkomst;

- ondersteuning, met name door het Integratiefonds[16], van de maatregelen van de lidstaten om reguliere migratiestromen te kanaliseren en immigranten te integreren; vergemakkelijking van de afgifte van visa in de UPR's, met name voor het tijdelijk verblijf van ondernemers of personen die een opleiding volgen;

- ondersteuning, door middel van het toekomstige Europees Terugkeerfonds, van repatriëringsacties en, in zekere mate, van de re-integratie van personen die illegaal in de UPR's verblijven;

- ondersteuning, door het Buitengrenzenfonds en door de uitbreiding van het Frontex-agentschap, van het gebruik van moderne bewakingstechnologie, de scholing van grenswachters en/of de bouw van infrastructuur aan grensovergangen, om onmiddellijk te kunnen reageren op de meest urgente problemen in verband met de controle en de bewaking van de grenzen;

- consolidatie van de grondslag voor de maatregelen op dit gebied door onderzoek naar de gevolgen van migratie voor de economische, sociale en territoriale samenhang van de UPR's. De algemene maatregelen voor de regio's die het meest met het migratieverschijnsel worden geconfronteerd, moeten worden geëvalueerd en zo nodig moeten wijzigingen worden voorgesteld.

Ondersteuningsinstrument ter compensatie van de gevolgen van handicaps

Door de hervorming van de belangrijkste communautaire beleidsmaatregelen worden aan de UPR's, volgens een aanpak die meer op hun specifieke kenmerken is afgestemd, voor de periode 2007-2013 aanzienlijke financiële middelen toegekend ter compensatie van de gevolgen van de factoren die in het Verdrag worden erkend als permanent nadelig voor de ontwikkeling van deze regio's.

Hoewel de ontwikkeling van de UPR's niet uitsluitend op het probleem van de "meerkosten" terug te voeren is, kan de doeltreffendheid van de maatregelen onder meer worden verbeterd aan de hand van de richtsnoeren voor de schatting van de kwantificeerbare gevolgen van specifieke handicaps, waaraan nog de laatste hand moet worden gelegd. Met de partners is verder gewerkt aan de opstelling van deze richtsnoeren; doel is de factoren van de specifieke handicaps van de UPR's en de gevolgen daarvan te systematiseren om deze factoren beter te kunnen evalueren. De Commissie is voornemens deze resultaten te formaliseren in de vorm van door het College vastgestelde richtsnoeren. Deze zullen echter niet de enige basis vormen voor de evaluatie van de steunverlening door de Gemeenschap, aangezien de lidstaten de Commissie ook alternatieve of aanvullende instrumenten kunnen voorleggen.

De toepassing van deze richtsnoeren en de door de lidstaten uitgewerkte instrumenten zal afhangen van de beschikbaarheid van de nodige gegevens voor de schatting van de meerkosten. Een groot gedeelte van deze gegevens is thans beschikbaar, maar de lidstaten moeten voor de verzameling daarvan samenwerken. Om de nodige statistische capaciteit te kunnen ontwikkelen, moet een overgangsperiode voor de toepassing van de richtsnoeren en de nationale instrumenten worden vastgesteld.

TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

De UPR's behoren niet meer tot de groep van de armste regio's van de uitgebreide EU, maar de verschillende factoren die hun ontwikkelingspotentieel aantasten, blijven bestaan. Daarom moeten het communautaire beleid en de specifieke steunmaatregelen, telkens wanneer nodig, verder worden aangepast. Deze inspanning moet echter worden ondersteund door passende instrumenten, met name door een betere evaluatie van de communautaire beleidsmaatregelen.

De Commissie is voornemens onverwijld een debat met haar partners aan te gaan om over de toekomst van de Europese strategie voor de UPR's na te denken[17]. Daartoe heeft zij ten minste vier thema's vastgesteld die, nu en in de komende jaren, belangrijke implicaties hebben voor de UPR's. Deze thema's, die dwars door de drie hoofdlijnen van de strategie van 2004 lopen en in de Europese agenda als prioritair zijn aangemerkt[18], zijn voor deze regio's van groot belang geworden.

De uitdaging van de klimaatverandering

De bestrijding van de klimaatverandering en de aanpassing aan de gevolgen daarvan vormen een prioriteit voor de UPR's, gezien hun geografische ligging en hun kwetsbaarheid. De gevolgen van de klimaatverandering, met name de stijging van de zeespiegel, vormen een bedreiging voor de landbouw, het toerisme, de watervoorraden, de ecosystemen en de biodiversiteit in deze regio's. Extreme weersverschijnselen, zoals orkanen, cyclonen, droogte en overstromingen, zullen waarschijnlijk steeds vaker optreden, met gevolgen voor de drie actielijnen van de strategie van 2004:

- toegankelijkheid: de UPR's zijn voor hun personenvervoer volledig afhankelijk van luchtvervoer. Dit heeft rechtstreekse gevolgen voor de mobiliteit van de inwoners van de UPR's ten opzichte van de rest van de EU en voor toeristen en actoren van de sociaaleconomische ontwikkeling van de UPR's die van en naar de UPR's reizen;

- concurrentievermogen: de UPR's beschikken over specifieke hernieuwbare energiebronnen. De Azoren[19] en het lopende project op het Canarische eiland El Hierro[20] zijn voorbeelden van de exploitatie van endogene energiebronnen om de CO2-uitstoot te beperken;

- regionale integratie: sommige UPR's hebben in hun geografisch gebied samenwerkingsregelingen ontwikkeld om natuurlijke risico's te bewaken en de gevolgen ervan te beperken.

De Commissie verzoekt haar partners een dialoog aan te gaan over de volgende vragen:

Welke maatregelen moeten worden genomen om te vermijden dat de voorgenomen vermindering van de emissies negatieve gevolgen heeft voor de toegankelijkheid, de economie en de burgers van de UPR's? Welke criteria moeten worden gehanteerd om bij een ex-ante-effectbeoordeling met dit probleem rekening te houden?

Hoe kunnen de nieuwe mogelijkheden die de bestrijding van de klimaatverandering voor de UPR's inhoudt dankzij hun natuurlijke troeven (aardwarmte, biomassa, biodiversiteit enz.), het best worden benut om hun energiebalans te verbeteren en hun concurrentievermogen te versterken, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en onderzoek?

Hoe kan meer zelfvoorziening op energiegebied worden verwezenlijkt door het energiebesparingspotentieel maximaal te benutten? Welke andere sectoren dan de bouw en het vervoer zijn daarbij voornamelijk betrokken?

Welke nieuwe middelen kunnen worden ontwikkeld om de systemen voor de preventie van natuurrisico's te verbeteren door samenwerking met naburige derde landen en LGO's?

De implicaties van demografische ontwikkelingen en migratiestromen

De bevolkingen van de meeste UPR's ondergaan significante veranderingen als gevolg van natuurlijke demografische ontwikkelingen en migratiestromen, die zowel een stimulans als een bedreiging vormen voor hun economische en sociale groei. Dit proces heeft gevolgen voor het ruimtelijk beleid, de arbeidsmarkt, de behoeften aan onderwijs en opleiding en de overheidsdiensten.

De Franse overzeese departementen hebben de sterkste bevolkingsgroei in de EU.

Op de Canarische eilanden bestaat naast het toenemende aantal illegale migranten die over zee aankomen[21] ook het probleem van de illegale immigratie van niet-begeleide minderjarigen.

De UPR's vormen voor het migratiebeleid geen homogene categorie: zij hebben een verschillende juridische status ten aanzien van de Schengenruimte en worden in verschillende mate met het migratieprobleem geconfronteerd. Bovendien valt het migratiebeleid nog steeds voor een deel onder de bevoegdheid van de lidstaten, met name wat de toelating betreft, waarbij de EU zorgt voor de coördinatie en de monitoring van de nationale acties.

Gezien de aanzienlijke gevolgen van de migratiestromen voor de UPR's wenst de Commissie niettemin met haar partners over dit thema een diepgaande discussie te houden, met name aan de hand van de volgende vragen:

Hoe kan beter rekening worden gehouden met de belangrijke problemen die de sterke demografische druk en de toename van de emigratie naar het moederland met zich brengen?

Hoe kunnen de maatregelen ter bevordering van de integratie van legale migranten in deze gebieden worden versterkt, zowel op communautair als op nationaal niveau?

Welke maatregelen kunnen worden genomen tegen de onderliggende oorzaken van migratie naar de UPR's ten gevolge van hun geografische ligging in een gebied met een ontwikkelingsachterstand?

Is de bevordering van legale en/of circulaire migratie de beste manier om maatregelen ter beheersing van de migratiestromen te verzoenen met de economische en sociale ontwikkeling van de landen van herkomst?

De landbouw in de UPR's

De landbouw is een belangrijk onderdeel van de economie van de UPR's, die met geografische en klimatologische handicaps te kampen hebben. De landbouwproductie en de voedselvoorziening blijven van essentieel belang voor de economische duurzaamheid van de UPR's, die kan worden versterkt door het EU-beleid voor plattelandsontwikkeling.

De communautaire steun voor de verschillende landbouwsectoren is voortaan volledig in het POSEI-programma geïntegreerd; dit is sinds 2006 met name het geval voor de steun aan de bananensector. Deze integratie maakt een coherentere aanpak van de toekomstige ontwikkeling van de landbouwsector in de UPR's mogelijk. Uiterlijk in 2009 zal het effect van deze hervormingen op het POSEI-programma worden geëvalueerd.

De rol van de UPR's in het maritieme beleid van de EU

De specifieke geografische ligging van de UPR's in de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan en de Caribische Zee geeft Europa een mondiale maritieme dimensie en geeft de UPR's een belangrijke rol in het toekomstige maritieme beleid van de EU. De UPR's hebben actief deelgenomen aan het raadplegingsproces over het toekomstige maritieme beleid van de EU, dat de Commissie in juni 2006 heeft aangevat[22], en hebben in het kader van hun samenwerkingsproject RUPMER, met steun van het programma INTERREG IIIC, een gezamenlijke bijdrage geleverd aan het groenboek "Naar een toekomstig maritiem beleid voor de Unie". Dit raadplegingsproces zal resulteren in een nieuw maritiem beleid voor de EU en een actieplan waarin onder meer rekening zal worden gehouden met de specifieke kenmerken van de UPR's.

De UPR's vertegenwoordigen een belangrijk deel van de maritieme ruimte van de EU en geven de EU een mondiale dimensie. Hun bestaan wordt bepaald door hun relatie met de zee: zij hebben tal van zeegebonden economische activiteiten en buitengewoon rijke mariene natuurlijke hulpbronnen, maar zijn ook kwetsbaar voor klimaatveranderingen en extreme natuurverschijnselen in kustgebieden. De omvang van hun exclusieve economische zones komt overeen met de oppervlakte van de Middellandse Zee en de Baltische Zee tezamen. Daardoor kunnen zij belangrijke ecosysteemdiensten leveren en zijn de desbetreffende lidstaten wereldleiders qua zeegebied. Dit houdt voor de EU een grote verantwoordelijkheid in voor de bescherming van de maritieme hulpbronnen.

In sommige UPR's hangt een duurzaam gebruik van de mariene hulpbronnen af van nauwere samenwerking met de buurlanden. Zowel de strategie voor de UPR's als het nieuwe maritieme beleid van de EU moeten de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden met deze buurlanden bevorderen. NET-BIOME, een project ter uitvoering van het regionale onderzoekbeleid van de UPR's en de LGO's inzake tropische, en met name mariene, biodiversiteit, toont aan dat de UPR's in staat zijn een onderzoeknetwerk op te richten op een gebied dat specifiek voor hen is en dat hen in staat stelt hun troeven te benutten. Samenwerking op het gebied van wetenschap en zeeonderzoek is van groot belang voor de UPR's en zal hen beter in staat stellen de uitdagingen van de klimaatverandering en het duurzame gebruik van de zee aan te gaan.

De Commissie verzoekt haar partners een dialoog aan te gaan over de volgende vragen:

Hoe kunnen de governance-instrumenten in de verschillende zeebekkens (Cariben, zuidoosten van de Indische Oceaan, Macaronesië) worden bevorderd? Zou het een stap in de goede richting zijn om per bekken een conferentie met alle betrokken partijen te organiseren teneinde een gecoördineerde aanpak van de problemen te formuleren?

Hoe kan de specialisatie van de UPR's in bepaalde gebieden van onderzoek en technologische ontwikkeling zoals "blauwe" technologie worden gesteund, bijvoorbeeld door betere informatie en communicatie op dit gebied?

Hoe kunnen met de maritieme omgeving verbonden economische activiteiten zoals visserij, aquacultuur, vervoer, duurzaam toerisme en hernieuwbare energie ten nutte worden gemaakt?

Hoe kunnen de bestrijding van illegale visserij, de bewaking van de oceanen, de risicobeheersing, de veiligheid op zee en het behoud van het mariene milieu worden ondersteund?

Hoe kan het maritieme potentieel van de UPR's via het nieuwe maritieme beleid bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van de EU in het algemeen?

Hoe kunnen de kustgebieden in de UPR's op duurzame wijze worden beheerd?[23]

CONCLUSIES

Door een combinatie van financiële steun en specifieke maatregelen ten behoeve van de handhaving en de ontwikkeling van de strategie voor de UPR's heeft de Commissie haar opdracht op alle EU-beleidsgebieden vervuld. Deze strategie is gebaseerd op het partnerschap met de drie lidstaten en de zeven UPR's, alsook op de door de andere Europese instellingen vastgestelde richtsnoeren.

In de mededeling wordt een positieve balans opgemaakt van de eerste fase van de uitvoering van de strategie voor de UPR's, maar wordt ook onderstreept dat de actielijnen van de strategie van 2004 moeten worden versterkt met extra maatregelen voor de periode 2007-2013. Bovendien legt de mededeling de basis voor een bezinning over de toekomst van de strategie voor de UPR's, en met name over klimaatverandering, migratiebeheersing, landbouw en het maritieme beleid van de EU, die verregaande gevolgen hebben voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de UPR's.

Deze mededeling vormt het uitgangspunt voor een debat met de Europese instellingen, de lidstaten en, in de UPR's, de regionale en lokale autoriteiten, de sociaaleconomische actoren, onderzoekers en academische kringen. Voorgesteld wordt om de raadplegingsfase tot maart 2008 te laten lopen. Tijdens deze fase zal de Commissie, in samenwerking met de betrokken regio's en lidstaten, seminars en workshops organiseren om over de volgende vragen te discussiëren:

- In hoeverre is de strategie van 2004 aangepast aan de nieuwe uitdagingen waarmee de UPR's worden geconfronteerd?

- Welke acties zijn het meest geschikt om het hoofd te bieden aan de grote demografische verschillen en de migratiestromen tussen de UPR's en de naburige regio's en landen?

- Vormt de klimaatverandering een bijzonder probleem voor de UPR's?

- Welke acties kunnen de UPR's in het kader van het maritieme beleid van de EU ondernemen om voordeel uit dit beleid te halen en tegelijk bij te dragen tot de duurzame ontwikkeling van de EU?

Na de afronding van de openbare raadpleging zal de Commissie een voorstel over de toekomst van het partnerschap met de UPR's opstellen. Met dat voorstel wordt een nieuwe fase in de ontwikkeling van de EU-strategie voor de UPR's aangevat.

[1] COM(2004) 343 en COM(2004) 543.

[2] De UPR's (de Azoren, Madeira, de Canarische eilanden en de vier Franse overzeese departementen) moeten het hoofd bieden aan specifieke moeilijkheden die in het Verdrag worden vermeld, namelijk grote afstand, insulair karakter, kleine oppervlakte, moeilijk reliëf en klimaat, en economische afhankelijkheid van enkele producten).

[3] Resolutie van het Europees Parlement van 28 september 2005 over een versterkt partnerschap voor ultraperifere regio's – A60246/2005, PB C 227 E/110 van 21.9.2006, blz. 110.

[4] SEC(2007) 1112.

[5] Een exhaustieve beschrijving van de balans van de strategie 2004 (wetgevings- en andere instrumenten) is opgenomen in het bij deze mededeling gevoegde werkdocument.

[6] Zie blz. 20 van voornoemd werkdocument.

[7] http://ec.europa.eu/regional_policy/cooperation/interregional/ecochange/index_en.cfm.

[8] Artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

[9] In deze context moet rekening worden gehouden met de opgedane ervaring, met name op het niveau van de regionale innovatiestrategieën, de regionale initiatieven in verband met de informatiemaatschappij (1994 – 1999) en de regionale programma's voor innovatieve acties (PRAI, 2000-2006), die door het EFRO worden medegefinancierd. Deze programma's hebben zes UPR's in staat gesteld nieuwe ideeën uit te proberen en nieuwe benaderingen uit te testen die aan hun respectieve situatie waren aangepast en in partnerschap met de regionale sleutelactoren werden opgezet en uitgevoerd.

[10] Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren, PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45.

[11] Wat de deelname van de UPR's betreft, is de toepassing van de minimale mobiliteitseisen om toegang te krijgen tot de sectorale subprogramma's, bijvoorbeeld Comenius of Grundvig, flexibeler dan voor de andere regio's van de Europese Unie.

[12] Zie de lijst van de LGO's in bijlage II bij het EG-Verdrag.

[13] Artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december van 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41.

[14] Website van het RedCLARA-netwerk: www.redclara.net.

[15] Artikel 18, lid 3, van de DCECI-verordening.

[16] Alleen de UPR's die lid zijn van de Schengenruimte (de Azoren, Madeira en de Canarische eilanden) komen in aanmerking voor het Buitengrenzenfonds, het Terugkeerfonds, het Integratiefonds en het Fonds voor technische bijstand van het Frontex-agentschap.

[17] Zonder vooruit te willen lopen op het resultaat van de herziening van de begroting van de EU.

[18] Conclusies van de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 en mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie 2008, COM(2007) 65.

[19] Op de Azoren is 35% van het lokale energieverbruik afkomstig van hernieuwbare energiebronnen.

[20] Het project "El Hierro hernieuwbaar" beoogt het eiland via het gebruik van hernieuwbare energiebronnen op energiegebied zelfvoorzienend te maken.

[21] De Spaanse regering heeft meegedeeld dat in 2005 4 751 en in 2006 31 245 illegale migranten over zee naar de Canarische eilanden zijn gekomen.

[22] Groenboek "Naar een toekomstig maritiem beleid voor de Unie: Een Europese visie op de oceanen en zeeën", COM(2006) 275.

[23] Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2002 betreffende de uitvoering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa, PB L 148 van 6.6.2002, blz. 24; mededeling van de Commissie – Verslag aan het Europees Parlement en de Raad: Evaluatie van het geïntegreerd beheer van kustgebieden (ICZM) in Europa, COM(2007) 308 van 7 juni 2007.

Top