Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Overbruggingsclausules

Om ervoor te zorgen dat de besluitvorming van de Europese Unie (EU) onder bepaalde specifieke voorwaarden soepeler verloopt, voorziet artikel 48, lid 7, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) in de mogelijkheid van twee soorten algemene overbruggingsclausules (of “passerelle”-clausules) om af te kunnen wijken van de oorspronkelijk voorziene wetgevingsprocedure.

Bij het gebruik van een overbruggingsclausule hoeven de EU-verdragen niet formeel te worden gewijzigd en is ratificatie door de EU-lidstaten dus niet nodig.

Algemene overbruggingsclausules

  • Bij het eerste soort algemene overbruggingsclausule wordt bij de besluitvorming van een stemming met eenparigheid van stemmen overgegaan naar een stemming met gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Raad van de Europese Unie. Deze clausule is van toepassing in het geval van wetgevingsvoorstellen waarbij in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) of in titel V van het VEU (die betrekking heeft op het extern optreden van de EU en het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid) is bepaald dat de Raad met eenparigheid van stemmen moet besluiten. Er moet worden opgemerkt dat deze clausule niet kan worden toegepast op besluiten die gevolgen hebben op militair of defensiegebied.
  • Het tweede geval van een algemene overbruggingsclausule is wanneer het VWEU voorschrijft dat wetgevingshandelingen volgens de bijzondere wetgevingsprocedure worden vastgesteld, waarbij de Raad als enige wetgever optreedt, en het Europees Parlement wordt geraadpleegd of om goedkeuring wordt gevraagd. In dit geval zou de overbruggingsclausule ertoe leiden dat van de bijzondere wetgevingsprocedure wordt overgegaan naar de gewone wetgevingsprocedure (vroeger de medebeslissingsprocedure genoemd).

De bevoegdheidsgebieden van de EU worden in geen van deze gevallen gewijzigd. Na ontvangst van de kennisgeving van de Europese Raad dat het gebruik van een algemene overbruggingsclausule wordt voorgesteld, hebben de nationale parlementen zes maanden de tijd om hun veto te registreren. Bovendien moet een meerderheid van de leden van het Parlement instemmen met het gebruik van de overbruggingsclausule. Pas dan mag de Europese Raad met eenparigheid van stemmen een van beide soorten overbruggingsclausules goedkeuren.

Specifieke overbruggingsclausules

De EU-verdragen voorzien ook in overbruggingsclausules die van toepassing zijn op zes specifieke beleidsgebieden. Deze zes bijzondere overbruggingsclausules zijn van toepassing op het gebied van:

  • 1.

    het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (artikel 31, lid 3, VEU);

  • 2.

    familierecht met grensoverschrijdende gevolgen (artikel 81, lid 3, VWEU);

  • 3.

    sociaal beleid (artikel 153, lid 2, VWEU);

  • 4.

    milieubeleid (artikel 192, lid 2, VWEU);

  • 5.

    het meerjarig financieel kader (artikel 312, lid 2, VWEU); en

  • 6.

    nauwere samenwerking (artikel 333 VWEU).

De voorwaarden voor de vaststelling van wetgeving op deze gebieden vereisen een eenvoudigere procedure indien de instellingen besluiten een overbruggingsclausule toe te passen. In de eerste vier gevallen beslist de Raad over de overbruggingsclausules, in de laatste twee gevallen is dat de Europese Raad.

ZIE OOK

Top