This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Effectievere uitleveringsprocedures: Europees aanhoudingsbevel
Door dit kaderbesluit worden juridische procedures verbeterd en vereenvoudigd om mensen uit een ander EU-land (Europese Unie) die een ernstige misdaad hebben gepleegd sneller te kunnen terugsturen.
Het Europees aanhoudingsbevel vervangt de uitleveringsregeling. Elke nationale gerechtelijke autoriteit wordt verplicht met een minimum aan formaliteiten en binnen een bepaalde termijn verzoeken van gerechtelijke autoriteiten van een ander EU-land te erkennen en op te volgen. In een bevel staat het verzoek tot overdragen van een persoon zodat:
Het bevel is in de volgende gevallen van toepassing:
EU-landen moeten het volgende in overweging nemen (waarbij deze lijst niet uitputtend is):
Wanneer iemand wordt aangehouden, moet hij/zij op de hoogte worden gesteld van de inhoud van het aanhoudingsbevel.
Dit zijn onder andere:
De Europese Commissie nam het eerste verslag betreffende het Europees aanhoudingsbevel aan in 2011. Hierin werd vastgesteld dat, hoewel het Europees aanhoudingsbevel voor EU-landen heel succesvol was bij de bestrijding van criminaliteit, er op verschillende gebieden verdere verbeteringen mogelijk waren, met inbegrip van:
De Commissie nam het vierde uitvoeringsverslag betreffende het Europees aanhoudingsbevel aan in juli 2020.
Dit is van toepassing sinds . EU-landen dienen voor de benodigde maatregelen te hebben genomen om te voldoen aan dit kaderbesluit.
Zie voor meer informatie:
Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten — Verklaringen van sommige lidstaten bij de aanneming van het kaderbesluit (PB L 190 van , blz. 1-20)
De opeenvolgende wijzigingen van Kaderbesluit 2002/584/JBZ zijn opgenomen in de originele tekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
laatste bijwerking