Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Richtlijn 2014/59/EU stelt nieuwe regels op voor financiële instellingen in moeilijkheden, omdat veel lidstaten van de Europese Unie (EU) overheidsgeld in hun banksystemen moesten pompen om banken te redden in de nasleep van de financiële crisis van 2008.
De richtlijn is bedoeld om reddingsoperaties te voorkomen waarbij belastinggeld wordt gebruikt in toekomstige gevallen van bankfaillissementen.
Ze legt gemeenschappelijke EU-regels vast voor het herstel en de herstructurering van failliete banken.
KERNPUNTEN
Banken in moeilijkheden — preventie
Elke bank moet een herstelplan opstellen dat aan de bevoegde nationale autoriteit moet worden voorgelegd.
De nationale afwikkelingsautoriteit moet ook een afwikkelingsplan opstellen in geval het herstel niet doeltreffend is en herstructurering (afwikkeling) noodzakelijk is.
Beide plannen beschrijven de actie die ondernomen moet worden als een bank in de problemen komt en daardoor failliet gaat.
Banken in een moeilijke financiële positie — vroegtijdige interventie
Wanneer een bank zich in een moeilijke financiële positie bevindt, kan de bevoegde nationale autoriteit ingrijpen, bijvoorbeeld door een tijdelijk bewindvoerder voor de bank aan te stellen.
Falende banken — herstructurering (afwikkeling)
Als de neergang van de bank aanhoudt, beschikt de nationale afwikkelingsautoriteit over diverse bevoegdheden om de kosten van het falen die voor rekening van de belastingbetaler zijn, tot een minimum te beperken, inclusief het eisen dat de particuliere sector als eerste de kosten draagt.
Dit mechanisme van bail-in, dat een koerswijziging betekent ten opzichte van het reddingsinstrument van de overheid, moest uiterlijk in januari 2016 in werking treden. De lidstaten kunnen besluiten om het instrument van bail-in vóór deze datum in hun rechtsstelsel op te nemen.
Als een bank omvalt, moeten aandeelhouders als eerste opdraaien voor de herstructureringskosten. Vervolgens worden schuldeisers gevraagd om bij te dragen, met als laatste de niet-gegarandeerde deposanten (met deposito’s van meer dan 100 000 EUR). Wijzigingsrichtlijn (EU) 2017/2399 heeft de regels voor de hiërarchie van schuldeisers van banken geharmoniseerd door de invoering van een nieuwe klasse van niet-achtergestelde niet-preferente schuld die bij insolventie boven eigenvermogensinstrumenten en achtergestelde verplichtingen, maar onder andere niet-achtergestelde verplichtingen komt te staan. Deze nieuwe wettelijke insolventieregeling voor niet-achtergestelde niet-preferente schuld is bedoeld om de toepassing van het instrument van bail-in te verbeteren met betrekking tot schuldinstrumenten die in aanmerking komen voor het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (MREL). Het zal ook helpen bij de implementatie in de EU van de Total Loss-Absorbing Capacity-norm voor wereldwijd systeemrelevante financiële instellingen.
De aandeelhouders en schuldeisers moeten bijdragen aan de verliezen van de falende instelling. Zij moeten de verliezen opvangen tot niet minder dan 8 % van de totale passiva (schulden en verplichtingen) van de bank die wordt geherstructureerd. Wanneer daarna nog verliezen moeten worden opgevangen, kan het afwikkelingsfonds (zie hieronder) ingrijpen. Een andere bevoegdheid van de nationale autoriteiten is de mogelijkheid om de instelling die wordt geherstructureerd te verkopen of onder te brengen bij een andere instelling.
Om de in november 2015 door de Raad voor financiële stabiliteit ontwikkelde Total Loss-Absorbing Capacity-norm ten uitvoer te leggen, werden bij Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/879 nieuwe regels ingevoerd met betrekking tot het verliesabsorberend en herkapitaliserend vermogen van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen.
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2022/2556 brengt de bepalingen van de richtlijn en verschillende andere verwante richtlijnen in overeenstemming met de vereisten inzake ICT-risico’s voor financiële entiteiten in de verordening betreffende digitale operationele weerbaarheid van de financiële sector, Verordening (EU) 2022/2554 (zie de samenvatting).
Nationale afwikkelingsfondsen die financiële steun bieden aan herstructurerende banken
Elke lidstaat moet een nationaal afwikkelingsfonds oprichten dat vooraf door op zijn grondgebied gevestigde kredietinstellingen en beleggingsondernemingen wordt gefinancierd. Dit fonds moet worden gebruikt om de herstructurering van een falende bank te financieren.
Europees centraal toegangspunt
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2023/2864 bevat een artikel in Richtlijn 2014/59/EU en schrijft voor dat de lidstaten, vanaf , ervoor moeten zorgen dat de betrokken entiteit wanneer zij gereglementeerde informatie openbaar maakt, deze informatie tegelijkertijd indient bij de verzamelende instantie. Ze moeten de Europese Autoriteit voor effecten en markten ook in kennis stellen om deze toegankelijk te maken via het Europees centraal toegangspunt, opgericht bij Verordening (EU) 2023/2859.
Vaststelling van de interne MREL op geconsolideerde basis
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2024/1174 bevat regels die de afwikkelingsautoriteiten in staat stellen om de interne MREL op geconsolideerde basis, onder bepaalde voorwaarden, vast te stellen. Hiermee wordt de mogelijkheid van onevenredige, schadelijke gevolgen voor bepaalde bankgroepstructuren, te weten die van een moedermaatschappij en bepaalde bedrijfsstructuren, beperkt. Dit scenario wordt door de Europese Commissie vastgesteld. Indien een bankgroep door de afwikkelingsautoriteit is toegestaan om deze geconsolideerde behandeling toe te passen, zijn de intermediaire dochterondernemingen niet verplicht hun individuele deelnemingen van de interne MREL af te trekken.
De Commissie nam tussen 2015 en 2024 een reeks uitvoerings- en gedelegeerde handelingen aan die een aanvulling zijn op Richtlijn 2014/59/EU. Deze omvatten:
de omstandigheden en voorwaarden waaronder de terugbetalingsbijdragen van een instelling aan een afwikkelingsfonds geheel of gedeeltelijk kunnen worden uitgesteld,
de criteria die worden gebruikt om te bepalen welke activiteiten, diensten en operaties van de instelling essentieel zijn voor de economie, en
de criteria om de kernbedrijfsonderdelen en daarmee samenhangende diensten vast te stellen;
Gedelegeerde verordening (EU) 2016/860 tot nadere omschrijving van de omstandigheden waarin uitsluiting van de toepassing van de afschrijvings- of omzettingsbevoegdheden noodzakelijk is krachtens artikel 44, lid 3, van Richtlijn 2014/59/EU;
Verordening (EU) 2016/911 tot vaststelling van de vorm en de inhoud van de beschrijving van overeenkomsten voor financiële steun binnen de groep;
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/962 betreffende uniforme formats, templates en definities voor de bevoegde autoriteiten om te gebruiken bij het identificeren en doorgeven van informatie van de bevoegde autoriteiten en afwikkelingsautoriteiten aan de Europese Bankautoriteit;
Gedelegeerde verordening (EU) 2016/1075 over, onder andere, normen voor de inhoud van herstelplannen, afwikkelingsplannen en groepsafwikkelingsplannen;
Gedelegeerde verordening (EU) 2016/1400 over de minimumelementen van een bedrijfssaneringsplan en de minimuminhoud van de verslagen over de uitvoering van het plan;
Gedelegeerde verordening (EU) 2016/1401 over de normen voor methodieken en grondslagen voor de waardering van uit derivaten voortvloeiende passiva;
Gedelegeerde verordening (EU) 2016/1450 over criteria betreffende de methodologie voor de vaststelling van de MREL;
Gedelegeerde verordening (EU) 2016/1712 over normen voor informatie over financiële contracten;
Gedelegeerde verordening (EU) 2017/867 inzake de categorieën regelingen die moeten worden beschermd bij een gedeeltelijke eigendomsoverdracht;
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/344 betreffende technische reguleringsnormen tot specificatie van de criteria betreffende de methoden voor de waardering van het verschil in behandeling bij afwikkeling;
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/345 betreffende technische reguleringsnormen tot vaststelling van de criteria met betrekking tot de methode voor het bepalen van de waarde van activa en passiva van instellingen of entiteiten;
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/348 betreffende technische reguleringsnormen tot vaststelling van de criteria voor het beoordelen van de gevolgen van een faillissement van een instelling voor de financiële markten, voor andere instellingen en voor de financieringsvoorwaarden;
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/622 betreffende technische uitvoeringsnormen met betrekking tot templates, instructies en methodologie voor de rapportage van de MREL aan de Europese Bankautoriteit;
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1118 betreffende technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de door afwikkelingsautoriteiten te gebruiken methodologie voor de raming van het in Richtlijn 2013/36/EU bedoelde vereiste en het gecombineerde buffervereiste voor afwikkelingsentiteiten op het geconsolideerde niveau van de afwikkelingsgroep wanneer de afwikkelingsgroep niet aan deze vereisten op grond van de richtlijn is onderworpen;
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1340 betreffende technische reguleringsnormen tot vaststelling van de inhoud van de contractuele voorwaarden inzake de erkenning van de bevoegdheden tot opschorting van afwikkeling;
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1527 inzake technische reguleringsnormen voor de contractuele erkenning van afschrijvings- en omzettingsbevoegdheden;
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/662 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 wat betreft de methode voor de berekening van uit derivaten voortvloeiende passiva;
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1618 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/763 met betrekking tot de rapportage aan en de openbaarmaking van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva; en
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/895 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 met betrekking tot de berekening van in aanmerking komende passiva en de overgangsregeling.
VANAF WANNEER TREDEN DE REGELS IN WERKING?
Richtlijn 2014/59/EU moest uiterlijk op in nationaal recht zijn omgezet en de regels zijn sinds van toepassing.
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2017/2399 moest uiterlijk op in nationaal recht zijn omgezet en de regels zijn sinds die datum van toepassing.
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2019/879 moest per in nationaal recht zijn omgezet. De regels van de richtlijn zijn sinds die datum van toepassing in de lidstaten, met uitzondering van de regel inzake de openbaarmaking van de MREL, die van toepassing is sinds of een latere toepassingsdatum onder bepaalde omstandigheden.
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2022/2556 moest uiterlijk op in nationaal recht zijn omgezet en de regels zijn sinds die datum van toepassing.
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2023/2864 moet voor in nationale wetgeving zijn omgezet en is van toepassing vanaf die dag.
Wijzigingsrichtlijn (EU) 2024/1174 moest uiterlijk op in nationaal recht zijn omgezet en de regels zijn sinds .
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van , blz. 190-348).
Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2014/59/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verordening (EU) 2023/2859 van het Europees Parlement en de Raad van tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie (PB L, 2023/2859, ).
Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (PB L 333 van , blz. 1-79).
Richtlijn (EU) 2022/2556 van het Europees Parlement en de Raad van tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU, 2014/65/EU, (EU) 2015/2366 en (EU) 2016/2341 wat betreft digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector (PB L 333 van , blz. 153-163).
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/622 van de Commissie van tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft eenvormige rapportagetemplates, eenvormige instructies en een eenvormige methodologie voor de rapportage van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (PB L 131 van , blz. 123-136).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1118 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de door afwikkelingsautoriteiten te gebruiken methode voor het ramen van het in artikel 104 bis van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad bedoelde vereiste en het gecombineerde buffervereiste voor af te wikkelen entiteiten op het geconsolideerde niveau van de af te wikkelen groep, ingeval de af te wikkelen groep niet onderworpen is aan die vereisten uit hoofde van die richtlijn (PB L 241 van , blz. 1-6).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1340 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen tot vaststelling van de inhoud van de bepaling inzake de contractuele erkenning van bevoegdheden in verband met de opschorting van de afwikkeling (PB L 292 van , blz. 1-3).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1527 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de specificatie van de contractuele erkenning van afschrijvings- en omzettingsbevoegdheden (PB L 329 van , blz. 2-5).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/348 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot vaststelling van de criteria voor het beoordelen van het effect van het falen van een instelling op de financiële markten, op andere instellingen en op de financieringsvoorwaarden (PB L 63 van , blz. 1-11).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/344 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen tot specificatie van de criteria betreffende de methoden voor de waardering van het verschil in behandeling bij afwikkeling (PB L 67 van , blz. 3-7).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/345 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen tot specificatie van de criteria betreffende de methode voor de beoordeling van de waarde van activa en passiva van instellingen of entiteiten (PB L 67 van , blz. 8-17).
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1624 van de Commissie van tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures, standaardformulieren en templates ten behoeve van de informatieverstrekking voor de opstelling en uitvoering van afwikkelingsplannen voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen overeenkomstig Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1066 van de Commissie (PB L 277 van , blz. 1-65).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/867 van de Commissie van inzake de categorieën regelingen die moeten worden beschermd bij een gedeeltelijke eigendomsoverdracht op grond van artikel 76 van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van , blz. 15-19).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/778 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft de omstandigheden en voorwaarden waaronder de betaling van buitengewone achteraf te betalen bijdragen geheel of gedeeltelijk kan worden opgeschort, en inzake de criteria voor de vaststelling van de activiteiten, diensten en bedrijfsactiviteiten ten aanzien van kritieke functies alsook inzake de criteria voor de vaststelling van de bedrijfsonderdelen en daarmee samenhangende diensten ten aanzien van kernbedrijfsonderdelen (PB L 131 van , blz. 41-47).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/860 van de Commissie van tot nadere omschrijving van de omstandigheden waarin uitsluiting van de toepassing van de afschrijvings- of omzettingsbevoegdheden noodzakelijk is krachtens artikel 44, lid 3, van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 144 van , blz. 11-20).
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/911 van de Commissie van tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de vorm en de inhoud van de beschrijving van overeenkomsten voor financiële steun binnen de groep in overeenstemming met Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 153 van , blz. 25-27).
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/962 van de Commissie van tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de uniforme formats, templates en definities voor de vaststelling en doorgifte van informatie door de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten aan de Europese Bankautoriteit overeenkomstig Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 160 van , blz. 35-49).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1075 van de Commissie van houdende aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen ter specificatie van de inhoud van herstelplannen, afwikkelingsplannen en groepsafwikkelingsplannen, de minimumcriteria die de bevoegde autoriteiten moeten beoordelen met betrekking tot herstelplannen en groepsherstelplannen, de voorwaarden voor financiële steun binnen de groep, de voorwaarden voor onafhankelijke taxateurs, de contractuele erkenning van afschrijvings- en omzettingsbevoegdheden, de procedures en de inhoud van de kennisgevingsvereisten en van de kennisgeving van opschorting en de operationele werking van de afwikkelingscolleges (PB L 184 van , blz. 1-71).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1400 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake technische reguleringsnormen tot specificatie van de minimumelementen van een bedrijfssaneringsplan en de minimuminhoud van de verslagen over de gemaakte vorderingen bij de uitvoering van het plan (PB L 228 van , blz. 1-6).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1401 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met technische reguleringsnormen voor methodieken en grondslagen voor de waardering van uit derivaten voortvloeiende passiva (PB L 228 van , blz. 7-15).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1450 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen tot specificatie van de criteria betreffende de methodologie voor het vaststellen van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (PB L 237 van , blz. 1-9).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1712 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met technische reguleringsnormen voor een minimumpakket aan informatie over financiële contracten die in de gedetailleerde gegevens moet zijn vervat, en voor de omstandigheden waaronder het vereiste moet worden opgelegd (PB L 258 van , blz. 1-7).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 van de Commissie van tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van wat de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen betreft (PB L 11 van , blz. 44-64).