EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1215

Verordening (EU) 2023/1215 van de Raad van 23 juni 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

ST/9027/2023/INIT

PB L 159I van 23.6.2023, p. 330–334 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1215/oj

23.6.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 159/330


VERORDENING (EU) 2023/1215 VAN DE RAAD

van 23 juni 2023

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (2) wordt uitvoering gegeven aan een aantal bij Besluit 2014/145/GBVB vastgestelde beperkende maatregelen.

(2)

Op 23 juni 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/1218 (3) tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB vastgesteld, waarbij een nieuw criterium werd ingevoerd op grond waarvan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden toegevoegd aan de lijst van aangewezen personen en entiteiten waarvan de tegoeden worden bevroren en waaraan geen tegoeden en economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld, als reactie op de informatieoorlog die Rusland voert in het kader van zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Bij dat besluit is ook een van de bestaande criteria voor plaatsing op de lijst gewijzigd in het licht van het oordeel van de Raad dat het omzeilen van de beperkende maatregelen die de Unie naar aanleiding van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft vastgesteld, of het anderszins gevoelig frustreren van dergelijke beperkende maatregelen door marktdeelnemers uit derde landen die niet door die maatregelen gebonden zijn, het doel en de doeltreffendheid van die maatregelen kunnen ondermijnen omdat op die manier wordt bijgedragen aan het vermogen van Rusland om oorlog te voeren. Mogelijke aanwijzingen van gevallen van het frustreren van de beperkende maatregelen van de Unie zouden onder meer kunnen omvatten: het feit dat de hoofdactiviteit van een marktdeelnemer in een derde land erin bestaat in de Unie goederen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn te kopen die Rusland bereiken, de betrokkenheid in enig stadium van Russische personen of entiteiten , de recente oprichting van een onderneming voor doeleinden die verband houden met goederen die aan beperkende maatregelen onderworpen zijn die Rusland bereiken, of een drastische stijging in de omzet van een marktdeelnemer in een derde land die bij dergelijke activiteiten betrokken is.

(3)

Besluit (GBVB) 2023/1218 bevat ook nieuwe uitzonderingen op de bevriezing van tegoeden en het verbod op het beschikbaar stellen van tegoeden en economische middelen aan bepaalde op de lijst geplaatste entiteiten, met het oog op de terugtrekking uit Russische ondernemingen en de afstoting van bepaalde effecten die bij bepaalde op de lijst geplaatste entiteiten worden aangehouden. Daarnaast bevat het een nieuwe afwijking die het mogelijk maakt een firewall op te zetten, te certificeren of te evalueren, waardoor de zeggenschap van een op de lijst geplaatste persoon over de activa van een niet op de lijst geplaatste entiteit van de Unie die eigendom is of onder zeggenschap staat van de op de lijst geplaatste persoon, wordt opgeheven, en wordt gewaarborgd dat laatstgenoemde geen profijt trekt, zodat deze entiteit haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten. Ter waarborging van de maritieme veiligheid is bij Besluit (GBVB) 2023/1218 voorts een vrijstelling van de bevriezing van tegoeden en het verbod op het ter beschikking stellen van tegoeden en economische middelen ingevoerd, teneinde het verrichten van loodsdiensten in specifieke omstandigheden mogelijk te maken.

(4)

Bij Besluit (GBVB) 2023/1218 is de afwijking van de bevriezing van tegoeden en van het verbod op het beschikbaar stellen van tegoeden en economische middelen die al van toepassing was op reeds op de lijst geplaatstefinanciële instellingen, uitgebreid tot bepaalde nieuw op de lijst geplaatste financiële instellingen.

(5)

Het is ook passend te verduidelijken dat voor bepaalde rapportageverplichtingen consequent rekening moet worden gehouden met de vertrouwelijkheid van communicatie tussen advocaten en hun cliënten, zoals gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en verdere verduidelijkingen te verschaffen met betrekking tot de verwerking en uitwisseling van informatie door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

(6)

De bij Besluit (GBVB) 2023/1218 in Besluit 2014/145/GBVB aangebrachte wijzigingen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform worden toegepast.

(7)

Verordening (EU) nr. 269/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 269/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 3, lid 1, wordt wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt h) wordt vervangen door:

“h)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen:

i)

die inbreuken op de verbodsbepalingen tegen het omzeilen van de bepalingen van deze verordening, of van Verordeningen (EU) nr. 692/2014 (*1), (EU) nr. 833/2014 (*2) of (EU) 2022/263 (*3) van de Raad, of van de Besluiten 2014/145/GBVB (*4), 2014/386/GBVB (*5), 2014/512/GBVB (*6) of (GBVB) 2022/266 van de Raad (*7), vergemakkelijken, of

ii)

die deze bepalingen anderszins gevoelig frustreren, of

(*1)  Verordening (EU) nr. 692/2014 van de Raad van 23 juni 2014 betreffende beperkingen op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 9)."

(*2)  Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1)."

(*3)  Verordening (EU) 2022/263 van de Raad van 23 februari 2022 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de illegale erkenning, bezetting of annexatie door de Russische Federatie van bepaalde niet onder regeringsgezag vallende gebieden van Oekraïne (PB L 42I van 23.2.2022, blz. 77)."

(*4)  Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16)."

(*5)  Besluit 2014/386/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 betreffende beperkingen van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 70)."

(*6)  Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 13)."

(*7)  Besluit (GBVB) 2022/266 van de Raad van 23 februari 2022 betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de illegale erkenning, bezetting of annexatie door de Russische Federatie van bepaalde niet onder regeringsgezag vallende gebieden van Oekraïne (PB L 42I van 23.2.2022, blz. 109).”;"

b)

het volgende punt wordt ingevoegd:

“i)

rechtspersonen, entiteiten of lichamen die actief zijn in de Russische IT-sector met een vergunning die wordt beheerd door het centrum voor vergunningen, certificering en de bescherming van staatsgeheimen van de federale veiligheidsdienst van de Russische Federatie (Federal Security Service - FSB), of een vergunning voor “wapens en militaire uitrusting” afgegeven door het Russische ministerie van Industrie en Handel.”

;

2)

artikel 6 ter wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 5 bis wordt vervangen door:

“5 bis.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder nummers 82 en 101 onder de rubriek “Entiteiten” van bijlage I vermelde entiteit, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteit, op voorwaarden die de bevoegde autoriteiten passend achten en nadat zij hebben vastgesteld dat:

a)

dergelijke tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de verkoop of de overdracht van effecten door een in de Unie gevestigde entiteit die onder zeggenschap staat of stond van de onder nummer 82 onder de rubriek “Entiteiten” van bijlage I vermelde entiteit;

b)

dergelijke verkoop of overdracht uiterlijk op 31 december 2023 is voltooid, en

c)

dergelijke verkoop of overdracht geschiedt op basis van verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten die vóór 3 juni 2022 met de onder nummer 82 of 101 onder de rubriek “Entiteiten” van bijlage I vermelde entiteit zijn gesloten of waarbij deze anderszins betrokken is.”

;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“5 bis bis.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de omzetting, uiterlijk op 25 december 2023, door onderdanen of ingezetenen van een lidstaat of een in de Unie gevestigde entiteit, van een certificaat (depository receipt) met onderliggende Russische effecten die bij de onder nummer 101 in bijlage I vermelde entiteit worden aangehouden, met het oog op de verkoop van het onderliggende effect, en de beschikbaarstelling van tegoeden in verband met de omzetting van het certificaat en de verkoop van het onderliggende effect, rechtstreeks of onrechtstreeks aan die entiteit in Rusland, nadat zij hebben vastgesteld dat:

a)

het certificaat vóór 3 juni 2022 werd afgegeven;

b)

het desbetreffende verzoek om toestemming uiterlijk 25 september 2023 is ingediend;

c)

de houder van het certificaat kan aantonen dat een dergelijke omzetting noodzakelijk is voor de verkoop van het onderliggende effect;

d)

de verkoop van het onderliggende effect in overeenstemming is met de verbodsbepalingen van Verordening (EG) nr. 833/2014, met name de artikelen 5 en 5 septies, en

e)

er geen tegoeden beschikbaar worden gesteld aan een andere in bijlage I vermelde entiteit.”

.

c)

Het volgende lid wordt ingevoegd:

“5 quater.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder nummer 695 van de rubriek “Personen” in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan deze natuurlijke persoon of een entiteit die eigendom is van deze natuurlijke persoon, nadat zij hebben vastgesteld dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de voltooiing van transacties, met inbegrip van verkopen, die strikt noodzakelijk zijn voor de liquidatie, uiterlijk op 31 augustus 2023, van een joint venture of soortgelijke juridische constructie die vóór 28 februari 2022 in Rusland is aangegaan met deze natuurlijke persoon of een entiteit die eigendom is van deze natuurlijke persoon.”

;

d)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“5 quinquies.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van een in bijlage I genoemd(e) natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, of voor het verlenen van diensten aan deze natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit, of dit lichaam, nadat zij hebben vastgesteld dat dit strikt noodzakelijk is voor het opzetten, certificeren of evalueren van een firewall, waardoor:

a)

de zeggenschap van de/het in bijlage I genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam over de activa van een naar het recht van een lidstaat erkend(e) of opgericht(e) rechtspersoon, entiteit of lichaam die/dat eigendom is of onder zeggenschap staat van eerstgenoemde, wordt opgeheven, en

b)

wordt gewaarborgd dat geen verdere tegoeden of economische middelen aan de/het op de lijst geplaatste natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam ten goede komen.”

;

3)

in artikel 6 sexies wordt lid 1 vervangen door:

“1.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de entiteiten die zijn opgenomen onder de vermeldingen 53, 54, 55, 79, 80, 81, 82, 108, 126, 127, 198, 199, 200, 214 en 215 onder de rubriek “Entiteiten” in bijlage I, of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteiten, onder voorwaarden die de bevoegde autoriteiten passend achten en nadat zij hebben vastgesteld dat dergelijke tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de aankoop, invoer of vervoer van landbouw- en voedingsproducten, met inbegrip van tarwe en meststoffen.”

4)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 6 septies

Artikel 2 is niet van toepassing op tegoeden of economische middelen die nodig zijn voor het verlenen van loodsdiensten aan vaartuigen in onschuldige doorvaart, zoals gedefinieerd in het internationaal recht en noodzakelijk om redenen van maritieme veiligheid.”

;

5)

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de aanhef vervangen door:

“1.   Niettegenstaande de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim, en in overeenstemming met de eerbiediging van de vertrouwelijkheid van communicatie tussen advocaten en hun cliënten, gewaarborgd in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:”

;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van handhavingsautoriteiten, douaneautoriteiten in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (*8), bevoegde autoriteiten in de zin van Verordening (EU) nr. 575/2013, Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (*9) en Richtlijn 2014/65/EU, alsmede beheerders van officiële registers waarin natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen alsmede onroerende of roerende goederen worden geregistreerd, verwerken onverwijld informatie, inclusief persoonsgegevens en, indien nodig, de in de leden 1 en 1 bis bedoelde informatie, en wisselen deze onverwijld uit met andere bevoegde autoriteiten van hun lidstaat of andere lidstaten, en met de Commissie, indien die verwerking en uitwisseling noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de taken van de verwerkende autoriteit of de ontvangende autoriteit uit hoofde van deze verordening, met name wanneer zij gevallen vaststellen van een schending of omzeiling, of van pogingen tot schending of omzeiling, van de in deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen.

(*8)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1)."

(*9)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).”."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juni 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ROSWALL


(1)  PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.

(2)  Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6).

(3)  Besluit (GBVB) 2023/1218 van de Raad van 23 juni 2023 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (zie blz. 526 van dit Publicatieblad).


Top