EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Specifiek programma Ideeën

Dit specifiek programma, dat valt onder het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) - het zevende kaderprogramma -, heeft tot doel grensverleggend onderzoek, voorgesteld door de onderzoekers zelf, te ontwikkelen om het excellentieniveau van het onderzoek in Europa te kunnen verhogen. De oprichting van de Europese Onderzoeksraad (ERC), waarvan de belangrijkste taak de uitvoering van het programma Ideeën is, vormt een van de centrale onderdelen van het programma zelf.

BESLUIT

Beslissing 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifiek programma Ideeën tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) [Publicatieblad L 54 van 22.2.2007].

SAMENVATTING

Optrekken van het niveau van het Europese onderzoek op snel groeiende onderzoeksgebieden ter wille van meer economisch concurrentievermogen en welzijn, dat is het hoofddoel dat met het specifiek programmaIdeeën wordt nagestreefd. Het gaat met andere woorden om het ontwikkelen van grensverleggend onderzoek waarbij fundamentele vorderingen worden nagestreefd op wetenschappelijk, technologisch en academisch gebied zonder rekening te houden met bestaande grenzen tussen disciplines of nationale grenzen. Het programma stoelt op de initiatiefneming van de onderzoekers. Het strekt met andere woorden tot grensverleggend onderzoek op gebieden die door de onderzoekers zelf gekozen worden.

Het programma wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de beginselen van wetenschappelijke excellentie, autonomie, efficiëntie, transparantie en aansprakelijkheid met de hulp van een Europese Onderzoeksraad (ERC).

Het specifiek programma beschikt over een begroting van 7,51 miljard euro voor de periode 2007-2013.

Algemene kenmerken en doelstellingen

Het specifiek programma Ideeën streeft diverse doelstellingen na die moeten bijdragen tot het concurrentievermogen en het welzijn in Europa:

  • de excellentie, dynamiek en creativiteit van het Europese onderzoek versterken;
  • Europa aantrekkelijker maken voor de beste onderzoekers uit zowel Europese als derde landen, maar eveneens voor investeringen van onderzoeksinstellingen;
  • het Europese onderzoek aan de wetenschappelijke top brengen;
  • de weg bereiden voor het behalen van nieuwe wetenschappelijke en technologische resultaten;
  • de toevloed van ideeën stimuleren;
  • een betere exploitatie mogelijk maken van de troeven van de Europese kennismaatschappij.

Om de follow-up van de uitvoering van het programma te optimaliseren, zijn op drie niveaus prestatie-indicatoren vastgesteld:

  • kwantitatieve indicatoren van het traject van de wetenschappelijke en technische vooruitgang (publicaties, lijsten van aanhalingen, octrooien enz.);
  • beheersindicatoren om de prestaties intern te monitoren en de besluitvorming van het hogere management te ondersteunen (budgetuitvoering, de contracteringstermijn en de betalingstermijn, enz.);
  • kwalitatieve indicatoren om de algemene effectiviteit van het onderzoek te toetsen aan de algemene doelstellingen van de Europese Unie (EU).

De uitvoering van het zevende kaderprogramma (inclusief de verschillende specifieke programma's en alle daaruit voortvloeiende onderzoeksactiviteiten) gebeurt met inachtneming van de fundamentele ethische beginselen maar ook de sociale, juridische, sociaal-economische, culturele en gendergelijkheidsaspecten.

De Europese Onderzoeksraad (ERC)

De belangrijkste taak van de Europese Onderzoeksraad, opgericht door Besluit 2007/134/EG van de Commissie, is de tenuitvoerlegging van het specifiek programma Ideeën.

De ERC bestaat uit een onafhankelijke Wetenschappelijke Raad die wordt ondersteund door een specifieke uitvoeringsstructuur.

De taken van de Wetenschappelijke Raad zijn:

  • opstellen van de algemene wetenschappelijke strategie voor het specifiek programma;
  • regelmatig opstellen van het werkprogramma en aanbrengen van eventuele wijzigingen;
  • wetenschappelijk beheer, voortgangscontrole en kwaliteitscontrole op de uitvoering van het programma;
  • communicatie met de wetenschappelijke wereld en belangrijkste stakeholders.

De Wetenschappelijke Raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van het hoogste niveau van de Europese wetenschappelijke gemeenschap, met name 22 onderzoekers, ingenieurs en academici met een zeer goede naam. De leden worden door de Commissie aangesteld. Zijn taak bestaat erin om de wetenschappelijke strategie van de ERC op te stellen en met name het jaarlijkse werkprogramma van het specifiek programma Ideeën te ontwikkelen.

De specifieke uitvoeringsstructuur (ERC-DIS) is een uitvoerend agentschap van de Commissie, dat belast is met het administratieve beheer en de uitvoering van het programma. Het uitvoerend agentschap van de ERC (ERCEA) kreeg via een akte van delegatie goedgekeurd door de Commissie in 2008, de verantwoordelijkheid om het specifiek programma Ideeën uit te voeren en de Wetenschappelijke Raad bij te staan; sinds juli 2009 is het een onafhankelijk agentschap. Het is verantwoordelijk voor de uitvoering van de evaluatieprocedures, peer review en het selectieproces van projecten overeenkomstig de door de Wetenschappelijke Raad vastgestelde beginselen. Hij draagt ook zorg voor het financiële en wetenschappelijke beheer van de subsidies. De rol van de Commissie bestaat erin:

  • de autonomie en integriteit van de ERC te waarborgen;
  • toe te zien op de naleving van de door de Wetenschappelijke Raad bepaalde principes en doelstellingen;
  • een specifieke uitvoeringsstructuur op te richten waaraan zij een aantal taken en verantwoordelijkheden zal toevertrouwen;
  • het werkprogramma en de uitvoeringsmethoden die door de Wetenschappelijke Raad worden vastgesteld aan te nemen;
  • erover te waken dat de verhoudingen worden nageleefd en dat projecten uitsluitend worden gefinancierd op basis van hun indeling na de peer review;
  • het programmacomité regelmatig te informeren over de uitvoering van het specifiek programma;
  • een jaarlijks verslag in te dienen bij de Raad van de EU en het Parlement over de werking en de werkzaamheden van de ERC en de verwezenlijking van de in het specifiek programma vastgestelde doelstellingen.

Als hoeksteen van dit programma getuigt de ERC van de toegevoegde waarde van een communautair optreden ten opzichte van de resultaten die kunnen worden behaald met acties die uitsluitend op nationale schaal worden uitgevoerd. De ERC heeft immers een onmiskenbare inbreng in het:

  • stimuleren en ondersteunen van excellentie op pan-Europese schaal;
  • optimaal oriënteren van de middelen;
  • verlenen van een aantrekkelijkere status en zichtbaarheid aan het Europees grensverleggend onderzoek;
  • katalyseren van de aanpassing van nationale onderzoeksstructuren aan de zich ontwikkelende Europese Onderzoeksruimte;
  • creëren van een Europees onderzoekssysteem dat niet hoeft onder te doen voor de beste systemen in de wereld;
  • aantrekkelijk maken van Europa voor sectoren en ondernemingen die actief zijn op het gebied van onderzoek en ontwikkeling;
  • aangaan van de maatschappelijke uitdagingen die zich momenteel in Europa aandienen.

Context

Sinds 1984 volgt de EU een beleid van onderzoek en technologische ontwikkeling dat is gebaseerd op meerjarige kaderprogramma’s. Het zevende kaderprogramma (2007-2013), een cruciaal onderdeel van de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid in Europa, draait rond vier types van activiteiten: transnationale samenwerking inzake beleidsgedefinieerde thema's (Samenwerking), door onderzoekers aangestuurd onderzoek op basis van het initiatief van de onderzoekswereld (Ideeën), ondersteuning van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers (Mensen) en ondersteuning van onderzoekscapaciteiten (Capaciteiten). Het levert een bijdrage aan ontwikkeling van de door het onderzoeks-, onderwijs- en innovatiebeleid gevormde kennisdriehoek, teneinde kennis in dienst te stellen van economische dynamiek en van vooruitgang op sociaal gebied en op het gebied van milieu.

Er dient opgemerkt dat het Europees Parlement en de Raad in december 2013 Verordening (EU) nr. 1291/2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) goedkeurden, waardoor het zevende kaderprogramma vervangen werd.

REFERENTIES

Besluit

Inwerkingtreding - Vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Beslissing 2006/972/EG

1.1.2007- 31.12.2013

-

L 54 van 22.2.2007

GERELATEERDE BESLUITEN

Besluit 2007/134/EG van de Commissie van 2 februari 2007 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad [Publicatieblad L 57/14 van 24.2.2007], gewijzigd bij Besluit 2011/12/EU van de Commissie van 12 januari 2011 [Publicatieblad L 9/5 van 13.1.2011].

In dit besluit voorziet de Commissie in de oprichting van de Wetenschappelijke Raad van de ERC en de instelling van de specifieke uitvoeringsstructuur en de functie van secretaris-generaal van de ERC, die tot taak heeft de Wetenschappelijke Raad bij te staan door te zorgen voor doeltreffende contacten met de Commissie en de specifieke uitvoeringsstructuur.

Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor het beheer van het communautair specifiek programma Ideeën op het gebied van grensverleggend onderzoek [Publicatieblad L 9 van 12.1.2008].

Er worden verdere vorderingen gemaakt met de oprichting van het ERCEA, dat zijn activiteiten heeft aangevat in de loop van 2008.

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma Ideeën beschreven doelstellingen in 2007 [ COM(2008) 473 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma Ideeën beschreven doelstellingen in 2012 [ COM(2013) 318 final - Niet in het Publicatieblad verschenen].

De belangrijkste ERC-resultaten werden geëvalueerd met inachtneming van de voorafgaande effectbeoordeling van het Commissievoorstel over Horizon 2020, het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. Op basis van voortdurende monitoring van het programma werden onder meer de volgende conclusies geformuleerd:

  • onder de begunstigden telt ERC vijf Nobelprijswinnaars en drie winnaars van de Fields-medaille;
  • in 2008 en 2012 werd ERC-financiering vermeld in ruim 20 000 artikelen in wereldwijd gepubliceerde vakbladen;
  • elke ERC-begunstigde heeft gemiddeld zes andere onderzoekers in dienst;
  • ERC-teamleden zijn afkomstig uit 38 van de 41 landen van de Europese Onderzoeksruimte (EOR);
  • ongeveer 37 % van de ERC-teamleden is vrouw (20 % onder hen is hoofdonderzoeker).

Laatste wijziging: 07.04.2014

Top