Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Drugsagentschap van de Europese Unie (EUDA)

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2023/1322 over het Drugsagentschap van de Europese Unie (EUDA)

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

KERNPUNTEN

De algemene taken van het agentschap met betrekking tot drugs, drugsgebruik, aan drugsgebruik gerelateerde stoornissen en verslavingen, preventie, behandeling, zorg, risico- en schadebeperking, rehabilitatie, sociale re-integratie, herstel, drugsmarkten en -aanbod, waaronder illegale productie en illegale handel, alsook andere druggerelateerde aangelegenheden en de gevolgen daarvan zijn:

  • de Europese Unie (EU) en de EU-lidstaten voorzien van:
    • feitelijke, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie,
    • vroegtijdige waarschuwingen en risicobeoordelingen;
  • het aanbevelen van concrete, empirisch onderbouwde maatregelen om de bovengenoemde uitdagingen doeltreffend en tijdig aan te pakken.

Bij de uitvoering van zijn taken moet het agentschap de regels voor grondrechten en gegevensbescherming in acht nemen en een empirisch onderbouwde, geïntegreerde, evenwichtige en multidisciplinaire aanpak toepassen.

De specifieke taken van het agentschap zijn:

  • Monitoring:
    • het verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie en gegevens van nationale knooppunten, onderzoek en andere bronnen over alle aspecten van het drugsfenomeen.
  • Paraatheid:
    • de uitwisseling van informatie over en het onderhoud van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing voor nieuwe psychoactieve stoffen, in samenwerking met het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving en andere agentschappen om eerste verslagen en risicobeoordelingen op te stellen;
    • de beoordeling van bedreigingen voor de gezondheid en de veiligheid door vroegtijdige vaststelling van nieuwe drugstrends die van invloed zijn op de EU;
    • het opzetten en beheren van een Europees drugswaarschuwingssysteem;
    • toezicht op drugsprecursoren* en ondersteuning van de Europese Commissie bij de uitvoering van de EU-wetgeving inzake precursoren;
    • ontwikkeling en onderhoud van een netwerk van forensische en toxicologische laboratoria om gegevens te genereren, informatie uit te wisselen, opleidingen te organiseren en de uitvoering van kwaliteitsbewakingsregelingen en de harmonisatie van gegevensverzameling en analysemethoden te ondersteunen.
  • Competentieontwikkeling:
    • de ontwikkeling en bevordering van empirisch onderbouwde interventies, beste praktijken en bewustwording van de schadelijke gevolgen van drugs, preventie, behandeling, zorg, risico- en schadebeperking, rehabilitatie, sociale re-integratie en herstel;
    • de beoordeling van nationale maatregelen om te bepalen of deze aan de meest recente wetenschappelijke kennis voldoen en hun doelstellingen behalen;
    • ondersteuning van de lidstaten bij de evaluatie en ontwikkeling van nationaal drugsbeleid en bij de tenuitvoerlegging van hun beleid, kwaliteitsnormen, beste praktijken en innovatieve benaderingen;
    • het bieden van gespecialiseerde opleiding en curricula en relevante instrumenten en ondersteuningssystemen;
    • de uitvoering van internationale samenwerking en technische bijstand;
    • vaststelling van de belangrijkste onderzoeksthema’s en bijdrage aan de ontwikkeling en uitvoering van de kaderprogramma’s van de EU voor onderzoek en innovatie.

Het agentschap zorgt ook voor:

  • de coördinatie, in samenwerking met bevoegde nationale autoriteiten en organisaties, van het Europees Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving (het Reitox-netwerk);
  • ondersteuning en verbetering van de coördinatie tussen de activiteiten van de lidstaten en de EU door de uitwisseling van informatie tussen beleidsmakers, onderzoekers, specialisten en anderen die betrokken zijn bij overheids- en niet-gouvernementele organisaties te faciliteren;
  • steun aan de Commissie, de lidstaten en een groot aantal belanghebbenden, waaronder EU- en internationale organen, bureaus en agentschappen, de wetenschappelijke gemeenschap en maatschappelijke organisaties.

Het agentschap:

  • heeft de volgende bestuurlijke structuur:
    • een raad van bestuur die zorgt voor de algemene aansturing van de activiteiten van het agentschap en de belangrijkste documenten van het agentschap vaststelt, met inbegrip van de programmerings- en begrotingsdocumenten en het kader voor internationale samenwerking,
    • een uitvoerende raad die besluiten neemt over aangelegenheden die niet aan de raad van bestuur zijn voorbehouden en die zorgt voor de follow-up van de bevindingen en aanbevelingen van interne en externe auditverslagen, evaluaties en onderzoeken,
    • een uitvoerend directeur die het agentschap beheert en een ambtstermijn heeft van vijf jaar, die slechts eenmaal kan worden verlengd,
    • een wetenschappelijk comité dat deskundige adviezen uitbrengt over wetenschappelijke aangelegenheden met betrekking tot de activiteiten van het agentschap,
    • het Reitox-netwerk dat input aanlevert van wetenschappelijk onafhankelijke nationale knooppunten, een in elke lidstaat, om het agentschap te helpen bij het verzamelen en verstrekken van consistente en gestandaardiseerde informatie;
  • kan voor bepaalde diensten kosten in rekening brengen, zoals opleiding op maat, ondersteunende activiteiten en programma’s voor capaciteitsopbouw voor niet-EU-landen.

Nationale knooppunten:

  • vormen de schakel tussen de deelnemende landen en het agentschap;
  • coördineren activiteiten met betrekking tot de verzameling en monitoring van nationale drugsgerelateerde gegevens, verzamelen en monitoren relevante nationale gegevens en verstreken deze aan het agentschap;
  • helpen bij het ontwikkelen van nieuwe epidemiologische gegevensbronnen en relevante indicatoren, en bieden algemene ondersteuning;
  • bevorderen het gebruik van de internationaal overeengekomen protocollen en normen voor het verzamelen van drugsgerelateerde gegevens en passen kwaliteitsborgingsmechanismen toe.

Uiterlijk op 3 juli 2029 en vervolgens om de vijf jaar beoordeelt de Commissie de prestaties van het agentschap en presenteert zij de bevindingen daarvan aan het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de raad van bestuur.

De verordening strekt tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1920/2006 met ingang van 2 juli 2024.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is van toepassing met ingang van 2 juli 2024.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Drugsprecursoren. Een stof die in het kader van Verordening (EG) nr. 273/2004 wordt gecontroleerd en gecontroleerd.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2023/1322 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2023 betreffende het Drugsagentschap van de Europese Unie (EUDA) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1920/2006 (PB L 166 van 30.6.2023, blz. 6-47).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1-13).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1-10).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1-10).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1-33).

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1-11).

Zie de geconsolideerde versie.

Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PB L 335 van 11.11.2004, blz. 8-11).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 01.02.2024

Top