Valitse kokeelliset ominaisuudet, joita haluat kokeilla

Tämä asiakirja on ote EUR-Lex-verkkosivustolta

Europese Centrale Bank — nauwe samenwerking binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme met niet tot de eurozone behorende EU-lidstaten

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) nr. 1024/2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (GTM-verordening)

Verordening (EU) nr. 468/2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17)

Besluit 2014/434/EU betreffende de nauwe samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten van deelnemende lidstaten die niet de euro als munt hebben (ECB/2014/5) (ECB-besluit betreffende nauwe samenwerking)

Besluit (EU) 2020/1015 betreffende de totstandbrenging van nauwe samenwerking tussen de Europese Centrale Bank en Българска народна банка (Nationale Bank van Bulgarije) (ECB/2020/30)

WAT IS HET DOEL VAN DE WETGEVING?

  • Met de wetgeving worden de voorwaarden en procedures voor nauwe samenwerking binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) vastgesteld tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en EU-lidstaten die niet de euro als munt hebben.
  • Bulgarije en Kroatië waren de eerste twee lidstaten van buiten de eurozone die een nauwe samenwerking zijn aangegaan met de ECB, welke start op 1 oktober 2020.
  • Na de invoering van de euro door Kroatië op 1 januari 2023 werd Hrvatska narodna banka (de Kroatische centrale bank) volwaardig lid van het GTM en lid van het Eurosysteem. Daarmee kwam een einde aan de nauwe samenwerking tussen die bank en de ECB.

KERNPUNTEN

Het Europese systeem van bankentoezicht (GTM) is opgezet als systeem voor bankentoezicht, bestaande uit de ECB en nationale bevoegde autoriteiten (NBA’s) van deelnemende lidstaten, om de veiligheid en degelijkheid van banken, een stabiel en geïntegreerd financieel systeem en consistent toezicht op alle banken te waarborgen. Alle landen in de eurozone nemen automatisch deel aan het Europese bankentoezicht.

Lidstaten die niet de euro als munt hebben, kunnen deelnemen aan het GTM door een aanvraag in te dienen voor nauwe samenwerking tussen de ECB en de eigen nationale bevoegde autoriteit. Zodra nauwe samenwerking tot stand is gebracht, kunnen deze lidstaten lid worden van zowel het GTM als het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, dat zorgt voor de ordelijke afwikkeling van failliet gaande banken.

De totstandbrenging van nauwe samenwerking levert een bijdrage aan de veiligheid en degelijkheid van banken en bevordert het proces van financiële integratie binnen de interne markt.

Bij de nauwe samenwerking zijn de nationale bevoegde autoriteiten verplicht om op verzoek van de ECB maatregelen vast te stellen met betrekking tot onder toezicht staande entiteiten. De door de ECB vastgestelde rechtshandelingen zijn bindend en afdwingbaar en de nationale bevoegde autoriteiten moeten de ECB voorzien van alle informatie die nodig is voor het uitvoeren van de toezichthoudende taken van de ECB.

De GTM-verordening, de GTM-kaderverordening en het ECB-besluit betreffende nauwe samenwerking beschrijven het proces van het opzetten van nauwe samenwerking en hoe dit werkt.

Stappen voor het opzetten van nauwe samenwerking:

  • 1.

    de lidstaat die geen deel uitmaakt van de eurozone dient een formele aanvraag in tot nauwe samenwerking in het kader van het GTM;

  • 2.

    de lidstaat die geen deel uitmaakt van de eurozone bereidt nationale wetgeving voor waarmee de ECB toezichthoudende taken kan uitvoeren binnen het kader van nauwe samenwerking, en neemt deze wetgeving aan, waarna de ECB deze wetgeving beoordeelt;

  • 3.

    de ECB voert een uitgebreide beoordeling uit van de banken van de betreffende lidstaat, overeenkomstig de beoordeling die in 2014, voorafgaand aan het opzetten van het GTM, is uitgevoerd van de banken binnen de eurozone;

  • 4.

    de ECB neemt een besluit aan waarin wordt beschreven hoe de toezichthoudende taken worden overgedragen aan de ECB en wanneer de nauwe samenwerking aanvangt.

Toezicht onder nauwe samenwerking.

  • Zodra de nauwe samenwerking tot stand is gekomen, wordt de betreffende lidstaat lid van het GTM en is de positie van de NBA van die lidstaat vergelijkbaar met die van andere NBA’s van lidstaten die deelnemen aan het GTM. Dit betekent dat belangrijke kredietinstellingen in de landen die deelnemen aan de nauwe samenwerking onder toezicht staan van de ECB via instructies aan de NBA’s, en dat de kredietinstellingen die als minder belangrijk zijn beoordeeld onder toezicht blijven van de NBA’s, waarbij de ECB een toezichthoudende rol heeft.

Opschorting of beëindiging van nauwe samenwerking:

  • de ECB is gerechtigd de nauwe samenwerking gedurende maximaal zes maanden op te schorten, onder vermelding van de redenen voor deze beslissing;
  • de beëindiging van de nauwe samenwerking kan plaatsvinden op initiatief van de ECB of de lidstaat waarmee de nauwe samenwerking tot stand is gebracht.

Zodra een lidstaat waarmee nauw wordt samengewerkt, voldoet aan de nodige voorwaarden voor de invoering van de euro en die lidstaat de euro invoert, wordt die lid van het Eurosysteem.

VANAF WANNEER IS DE WETGEVING VAN TOEPASSING?

  • Verordening (EU) nr. 1024/2013 is sinds 3 november 2013 van toepassing.
  • Verordening (EU) nr. 468/2014 is sinds 15 mei 2014 van toepassing.
  • Besluit 2014/434/EU is vanaf 27 februari 2014 van toepassing.
  • Besluit (EU) 2020/1015 is sinds 1 oktober 2020 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (GTM-verordening) (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63-89).

Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1-50).

Besluit 2014/434/EU van de Europese Centrale Bank van 31 januari 2014 betreffende de nauwe samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten van deelnemende lidstaten die niet de euro als munt hebben (ECB/2014/5) (PB L 198 van 5.7.2014, blz. 7-13).

Besluit (EU) 2020/1015 van de Europese Centrale Bank van 24 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van nauwe samenwerking tussen de Europese Centrale Bank en Българска народна банка (Nationale Bank van Bulgarije) (ECB/2020/30) (PB L 224I van 13.7.2020, blz. 1-3).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit van de Raad 2022/1211 van 12 juli 2022 betreffende de aanneming van de euro door Kroatië op 1 januari 2023 (PB L 187 van 14.7.2022, blz. 31-34).

Laatste bijwerking 07.03.2023

Alkuun