Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Meerjarenplan voor demersale bestanden in het westelijke deel van de Middellandse Zee

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2019/1022 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de visserijen die demersale bestanden exploiteren in het westelijke deel van de Middellandse Zee

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Bij de verordening wordt voor het eerst een meerjarenplan vastgesteld voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van demersale* bestanden in het westelijke deel van de Middellandse Zee, overeenkomstig het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). De belangrijkste doelstellingen van het plan zijn:

  • bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB, met name door de toepassing van de voorzorgsbenadering en de ecosysteemgerichte benadering bij het visserijbeheer;
  • ervoor zorgen dat de biologische rijkdommen van de zee zodanig worden geëxploiteerd dat de populaties van de beviste soorten boven een niveau worden gebracht en behouden dat de maximale duurzame opbrengst (MDO)* kan opleveren;
  • bijdragen tot het uitbannen van teruggooi door ongewenste vangsten te voorkomen en te beperken, alsook tot de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting* op de lange termijn.

KERNPUNTEN

Toepassingsgebied

De verordening is van toepassing op de visserijbepalende bestanden van de demersale visserijen (nl. heek, zeebarbeel, roze diepzeegarnaal, blauwrode diepzeegarnaal, rode diepzeegarnaal en langoustine), de bijvangstbestanden* en andere demersale bestanden waarvoor onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. De verordening is ook van toepassing op commerciële en, tot op zekere hoogte, recreatievisserijen die deze bestanden exploiteren in het westelijke deel van de Middellandse Zee (d.w.z. de deelgebieden 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee).

Streefdoelen

De streefdoelen voor visserijsterfte zijn FMSY*-bandbreedtes die indien mogelijk uiterlijk in 2020 en in ieder geval uiterlijk op 1 januari 2025 moeten worden verwezenlijkt, en vanaf dan binnen deze bandbreedtes moeten worden gehandhaafd. Deze streefdoelen zijn gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke advies, met name van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) of een vergelijkbare erkende onafhankelijke wetenschappelijke instantie.

Instandhoudingsreferentiepunten en vrijwaringsmaatregelen

Instandhoudingsreferentiepunten zijn benchmarks die worden gebruikt om de status van een bestand te vergelijken met een gewenste status, waarmee het succes van de visserij kan worden bepaald.

  • Wanneer uit wetenschappelijk advies blijkt dat de paaibiomassa* van een van de betrokken bestanden onder het preventieve referentiepunt ligt, uitgedrukt in paaibiomassa (BPA), moeten alle passende herstelmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat het bestand snel weer boven een niveau wordt gebracht dat de MDO kan opleveren.
  • Wanneer de paaibiomassa onder het grensreferentiepunt ligt, uitgedrukt in paaibiomassa (BLIM), moeten verdere herstelmaatregelen worden genomen, zoals het schorsen van gerichte visserij op de betrokken bestanden en het verlagen van de maximaal toegestane visserijinspanning afhankelijk van de aard, ernst, duur en herhaling van de situatie.

Visserijinspanningsregeling

Met de verordening wordt op EU-niveau een visserijinspanningsregeling ingevoerd voor alle trawls die demersale bestanden exploiteren in het westelijke deel van de Middellandse Zee. Elk jaar bepaalt de Raad per EU-land een maximaal toegestane visserijinspanning (aantal visdagen) voor elke visserijinspanningsgroep. Het plan voorziet in een verlaging van 10 % voor 2020 en een verlaging van ten hoogste 30 % tussen het tweede en het vijfde jaar. De Raad kan ook beperkingen voor de recreatievisserij vaststellen. Gegevens over visserijinspanningen worden gedeeld met de Europese Commissie.

Gesloten gebieden

  • Het gebruik van trawls is verboden binnen zes zeemijlen uit de kust, behalve in gebieden die dieper zijn dan 100 m, gedurende drie maanden per jaar op basis van wetenschappelijk advies, waarbij de timing door elk EU-land wordt bepaald en de sluiting geldt tijdens de meest relevante periode.
  • De EU-landen mogen op basis van deskundig advies andere gesloten gebieden instellen, op voorwaarde dat er een vermindering van ten minste 20 % van de vangsten van jonge heek in elk geografisch deelgebied wordt bereikt.
  • Uiterlijk op 17 juli 2021 moeten andere gesloten gebieden worden ingesteld wanneer er aanwijzingen zijn van een hoge concentratie jonge vis die kleiner is dan de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte en van paaiplaatsen van demersale bestanden, in het bijzonder voor de betrokken bestanden.

Aanlandingsverplichting

De verordening bevat nadere bepalingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting op de lange termijn. Zij bevat in het bijzonder de benodigde regionaliseringsbepalingen voor het verlengen en/of aanpassen van uitzonderingen voor soorten met een aangetoonde hoge waarschijnlijkheid van overleving en de minimis-uitzonderingen*.

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij

De verordening voorziet in steun uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) voor maatregelen voor tijdelijke en definitieve stopzetting van visserijactiviteiten voor de vaartuigen met trawlnetten die onder het plan vallen.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is van toepassing sinds 16 juli 2019. De visserijinspanningsregeling wordt van toepassing vanaf 1 januari 2020. De streefdoelen en de vrijwaringsmaatregelen voor het preventieve referentiepunt (BPA) worden van toepassing vanaf 1 januari 2025.

ACHTERGROND

Zie ook:

KERNBEGRIPPEN

Demersaal: vissoorten die op of vlak boven de zeebodem leven.
Maximale duurzame opbrengst (MDO): een beoordeling van het maximale aantal vissen dat een populatie in een gegeven jaar kan produceren.
Aanlandingsverplichting: verplichting tot het aanlanden en in mindering brengen op het quotum van alle aan boord aanwezige vangsten van gereglementeerde commerciële soorten.
Bijvangst: ongewenste vis- en mariene soorten die per ongeluk worden gevangen.
FMSY: een biologisch referentiepunt voor visserijbeheer. Het is de visserijdruk die de maximale duurzame opbrengst op de lange termijn oplevert.
Paaibiomassa: het totale gewicht van alle geslachtsrijpe vis in het bestand.
De minimis-uitzondering: een uitzondering waarbij een klein percentage van de totale vangst van een bepaalde soort mag worden teruggegooid omdat het moeilijk is om ongewenste vangsten volledig te voorkomen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de visserijen die demersale bestanden exploiteren in het westelijke deel van de Middellandse Zee en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 508/2014 (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 1-17)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2019/1022 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22-61)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 105-201)

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1-50)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1-66)

Ministeriële conferentie over de duurzaamheid van de visserij in de Middellandse Zee, 30 maart 2017 (Ministeriële verklaring MedFish4Ever van Malta).

Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94 (PB L 409 van 30.12.2006, blz. 11-85). Tekst geherpubliceerd in corrigendum (PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6-30)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19-40)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 18.09.2019

Top