Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
SAMENVATTING VAN:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
INLEIDING
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is als gevolg van het Verdrag van Lissabon ontstaan uit het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG of EG-verdrag), zoals bij het Verdrag van Maastricht werd ingesteld. Het EG-Verdrag was gebaseerd op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (VEEG) dat op 25 maart 1957 in Rome werd ondertekend. Met de oprichting van de Europese Unie door middel van het Verdrag van Maastricht (7 februari 1992) werd de volgende stap gezet op de weg naar de politieke eenmaking van Europa.
De Europese Unie is echter geen vervanging van de Europese Gemeenschappen, maar valt onder dezelfde paraplu op basis van de „drie-pijlerstructuur”:
Met elk nieuw Verdrag worden de artikelen hernummerd. Met het Verdrag van Lissabon, dat op 13.12.2007 werd ondertekend en op 1.12.2009 in werking trad, werd het VEG nu omgedoopt tot de VWEU, waarin de drie pijlers zijn samengevoegd tot de hervormde EU en de artikelen wederom werden hernummerd.
Het VWEU is, naast het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), een van de twee primaire Verdragen van de EU. Het vormt de uitvoerige basis van het EU-recht waarin de beginselen en doelstellingen van de EU en het toepassingsgebied op haar beleidsterreinen worden gedefinieerd. Het omvat tevens de organisatorische en functionele elementen van de Europese instellingen.
WAT IS HET DOEL VAN HET VERDRAG?
Zoals reeds in de vorige preambule werd gesteld, moest de VEG „de grondvesten leggen voor een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa”. Deze formulering is nog steeds opgenomen in de preambule van het huidige VWEU en van het VEU. Deze Verdragen hebben de Europese integratie in feite een politieke en democratische dimensie gegeven die verder gaat dan de oorspronkelijke economische doelstelling van de totstandbrenging van een interne markt.
KERNPUNTEN VAN HET GECONSOLIDEERDE VERDRAG
- Eerste deel — De beginselen:
- beschrijft de reikwijdte van het Verdrag en de koppeling met het VEU (artikel 1);
- schetst de bevoegdheden van de EU per EU-bevoegdheidsniveau op elk gebied (artikel 2, 3, 4, 5 en 6);
- stelt de algemene beginselen vast die betrekking hebben op het optreden van de EU (artikel 7 tot en met 17).
- Tweede deel — Non-discriminatie en burgerschap van de EU:
- verbiedt discriminatie op grond van nationaliteit (artikel 18);
- stelt dat de EU „discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst, overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid bestrijdt” (artikel 19);
- stelt het burgerschap van de EU en de daarmee verband houdende rechten vast en definieert deze (artikel 20 tot en met 24).
- Derde deel — beslaat het grootste deel (artikel 26 tot en met 197) en vormt de rechtsgrond voor het beleid en het intern optreden van de EU op de volgende gebieden:
- de interne markt (Titel I);
- het vrije verkeer van goederen (Titel II), met inbegrip van de douane-unie;
- het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het gemeenschappelijk visserijbeleid (Titel III);
- het vrije verkeer van werknemers (en personen in het algemeen), diensten en kapitaal (Titel IV);
- de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (Titel V), met inbegrip van politiële en justitiële samenwerking;
- vervoer (Titel VI);
- mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen (Titel VII);
- economisch en monetair beleid (Titel VIII), met inbegrip van artikelen over de euro;
- werkgelegenheidsbeleid (Titel IX);
- sociale politiek (Titel X), met verwijzing naar het Europees Sociaal Handvest (1961) en het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden (1989) — bij Titel XI wordt het Europees Sociaal Fonds opgericht;
- beleid op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport (Titel XII);
- cultuur (Titel XIII);
- volksgezondheid (Titel XIV);
- consumentenbescherming (Titel XV);
- trans-Europese netwerken (Titel XVI);
- ondernemingen (Titel XVII);
- economische, sociale en territoriale samenhang — met andere woorden, terugdringing van ongelijkheden inzake ontwikkeling (Titel XVIII);
- beleid inzake onderzoek en ontwikkeling en ruimte (Titel XIX);
- milieubeleid (Titel XX);
- energie (Titel XXI);
- toerisme (Titel XXII);
- civiele bescherming (Titel XXIII);
- administratieve samenwerking (Titel XXIV).
- Vierde deel — De associatie van de landen en gebieden overzee (artikel 198 tot en met 204) beschrijft de bijzondere betrekkingen tussen de EU en de overzeese gebiedsdelen van sommige EU-landen, die, in tegenstelling tot de ultraperifere regio’s, geen deel uitmaken van de EU.
- Vijfde deel — Extern optreden van de EU (artikel 205 tot en met 222) beschrijft:
- Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen gaat dieper in op:
- EU-instellingen (artikel 223 tot en met 227);
- EU-adviesorganen (artikel 300 tot en met 307);
- De Europese Investeringsbank (artikel 308 en 309);
- wetgevingshandelingen (verordeningen, richtlijnen enz.) en procedures van de EU (artikel 288 tot en met 299);
- EU-begroting (artikel 310 tot en met 325);
- nauwere samenwerking tussen de EU-landen (artikel 326 tot en met 334).
- Zevende deel — Algemene en slotbepalingen (artikel 335 tot en met 358) behandelt specifieke juridische punten zoals de handelingsbevoegdheid van de EU, de toepassing in de tijd en plaats, de zetel van de instellingen, de immuniteiten en de gevolgen voor verdragen die vóór 1958 of de datum van toetreding zijn ondertekend.
VANAF WANNEER IS HET VERDRAG VAN TOEPASSING?
Het VWEU is op 13 december 2007 door 27 EU-landen ondertekend (Kroatië trad pas in 2013 toe tot de EU) en trad op 1 december 2009 in werking.
ACHTERGROND
Kijk voor meer informatie op:
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van 13 december 2007 — geconsolideerde versie (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 47-360)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (niet bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie)
Achtereenvolgende wijzigingen aan het Verdrag werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie dient enkel ter informatie.
Verdrag van Maastricht van 7 februari 1992 (PB C 191 van 29.7.1992, blz. 1-112)
Verdrag van Lissabon van 13 december 2007 (PB C 306 van 17.12.2007, blz. 1-271)
Laatste bijwerking 15.12.2017