EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012TN0569

Zaak T-569/12: Beroep ingesteld op 27 december 2012 — Marouf/Raad

PB C 63 van 2.3.2013, p. 23–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

2.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/23


Beroep ingesteld op 27 december 2012 — Marouf/Raad

(Zaak T-569/12)

2013/C 63/48

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Soulieman Marouf (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: V. Davies, solicitor, T. Eicke, QC, A. Sander, barrister, en R. Franklin, solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit 2012/739/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/782/GBVB (zoals gewijzigd) (hierna: „besluit van de Raad”) nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft;

verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011 (zoals gewijzigd), en/of uitvoeringsverordening (EU) nr. 944/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 en/of uitvoeringsverordening (EU) nr. 1117/2012 van 29 november 2012 tot uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (hierna: „verordeningen van de Raad”) nietig verklaren, voor zover zij verzoeker betreffen;

de in de brief van de Raad van 30 november 2012 vervatte beslissing (nr. SGS12/013373) volgens welke „verzoekers opname op de lijst van personen en entiteiten die voorkomen in bijlagen I en II bij besluit 2012/739/GBVB van de Raad en in bijlagen II en IIa bij verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad […] moet worden gehandhaafd”, nietig verklaren (hierna: „beslissing”);

de Europese Unie veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan verzoeker;

de Raad verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

Ten eerste voert verzoeker aan dat er geen rechtsgrondslag is voor het vaststellen van beperkende maatregelen tegen hem en/of dat er een kennelijke beoordelingsfout is gemaakt omdat hij niet redelijkerwijze in verband kan worden gebracht met de personen die de Unie met haar beperkende maatregelen wil raken, te weten de personen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Syrië.

Ten tweede voert verzoeker aan dat er geen rechtsgrondslag is voor artikel 24 van besluit 2012/739/GBVB van de Raad, dat erop is gericht te beletten dat verzoeker het grondgebied van de lidstaten binnenkomt of via dit grondgebied doorreist op grond van de rechten die hij als EU-burger krachtens de artikelen 20, lid 2, sub a, VWEU en 21 VWEU en richtlijn 2004/38/EG geniet.

Ten derde betoogt verzoeker dat het besluit en de verordeningen van de Raad zijn grondrechten schenden, zoals die zijn verankerd in het Handvest voor de grondrechten van de EU en/of in het Europees Verdrag voor de mensenrechten, daaronder begrepen zijn recht op eerbiediging van de menselijke waardigheid, zijn recht op behoorlijk bestuur, zijn recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, zijn recht op vermoeden van onschuld en zijn rechten van verdediging, zijn recht op eerbiediging van het privé-leven en van het familie- en gezinsleven, woning en communicatie, zijn vrijheid van ondernemerschap en zijn eigendomsrecht.


Top