EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0662

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/005 FR/GAD) van Frankrijk

/* COM/2014/0662 final */

52014PC0662

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/005 FR/GAD) van Frankrijk /* COM/2014/0662 final */


TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.           De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] ("de EFG-verordening").

2.           De Franse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/005 FR/GAD ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen bij GAD société anonyme simplifiée ("GAD") in Frankrijk.

3.           Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG

EGF-aanvraag || EGF/2014/005 FR/GAD

Lidstaat || Frankrijk

Betroffen regio('s) (NUTS II) || Bretagne (FR 52) en Pays de la Loire (FR 51)

Datum van de indiening van de aanvraag || 6.6.2014

Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag || 13.6.2014

Datum van het verzoek om aanvullende informatie || 23.6.2014

Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie || 4.8.2014

Uiterste termijn voor de voltooiing van de beoordeling || 24.10.2014

Criterium voor steunverlening || Artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming || GAD Société anonyme simplifiée

Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling)[2] || Afdeling 10 ("Vervaardiging van voedingsmiddelen")

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten || 0

Referentieperiode (vier maanden) || 29.11.2013-28.03.2014

Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a) || 744

Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b) || 16

Totaal aantal ontslagen (a + b) || 760

Geschat totaal aantal beoogde begunstigden || 760

Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen) || 0

Budget voor individuele dienstverlening (EUR) || 1 500 000

Budget voor de implementatie van het EFG[3] (EUR) || 30 000

Totaal budget (EUR) || 1 530 000

EFG-bijdrage (60 %) (EUR) || 918 000

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4.           De Franse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/005 FR/GAD ingediend op 6 juni 2014, binnen 12 weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 13 juni 2014, en heeft de Franse autoriteiten op 23 juni 2014 om aanvullende informatie gevraagd. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 24 oktober 2014 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

Betrokken ondernemingen en begunstigden

5.           De aanvraag betreft 760 werknemers die bij GAD werden ontslagen. Deze onderneming is actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 10 ("Vervaardiging van voedingsmiddelen"), meer in het bijzonder het uitsnijden en verwerken van varkensvlees. De ontslagen bij de betrokken onderneming vielen hoofdzakelijk in de NUTS[4] II- regio's Bretagne (FR52) en Pays de la Loire (FR51).

Criteria voor steunverlening

6.           De Franse autoriteiten hebben de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7.           De referentieperiode van vier maanden loopt van 29 november 2013 tot en met 28 maart 2014.

8.           De aanvraag heeft betrekking op 744 werknemers die tijdens de referentieperiode van vier maanden bij GAD werden ontslagen[5].

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden

9.           Al deze ontslagen werden berekend vanaf de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief werd beëindigd.

In aanmerking komende werknemers

10.         Naast de reeds genoemde 744 werknemers omvat het totale aantal in aanmerking komende begunstigden nog 16 werknemers die zijn ontslagen na de algemene aankondiging van de voorgenomen collectieve ontslagen op 28 februari 2013 en vóór de referentieperiode van vier maanden. Aangezien zowel de gedwongen ontslagen binnen de referentieperiode en de voorafgaande ontslagen het gevolg zijn van dezelfde gebeurtenissen (hieronder nader toegelicht), kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd, zoals artikel 6, lid 1, van de EFG-verordening voorschrijft. Daarom komen deze 16 werknemers ook in aanmerking voor steun uit het EFG.

11.         In totaal komen bijgevolg 760 werknemers in aanmerking.

Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 bedoelde financiële en economische wereldcrisis

12.         Om het verband aan te tonen tussen de gedwongen ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis waarop Verordening (EG) nr. 546/2009 een reactie is, betoogt de Franse regering dat de crisis heeft geleid tot verminderde consumptie van varkensvlees in Europa, hetgeen weer heeft geleid tot een daling van de productie van varkensvlees en van het verwerkte volume in slachthuizen zoals GAD. Terwijl de consumptie van varkensvlees in 2007 nog 43 kg per hoofd van de bevolking per jaar bedroeg, was dat in 2013 gedaald tot 39 kg per jaar. Deze daling van de consumptie als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis heeft ook andere soorten vleeswaren getroffen, maar varkensvlees bijzonder hard, omdat de prijs daarvan sneller steeg dan die van andere vleessoorten, met name rundvlees.

13.         Varkensvoer bestaat hoofdzakelijk uit een mix van verschillende granen (met name maïs, tarwe, gerst en sojabonen). Deze granen worden voor een groot deel ingevoerd uit landen buiten de EU, zoals de Verenigde Staten, Australië en Zuid-Amerika. Deze regio's zijn in de afgelopen jaren getroffen door droogte, hetgeen tot aanzienlijke stijgingen van de prijs van varkensvoer heeft geleid. Tussen 2006 en 2011 is de prijs van een ton varkensvoer gestegen van 150 tot 250 EUR, en tot 300 EUR in de tweede helft van 2012; in Frankrijk bleef de gemiddelde prijs 287 EUR in 2013. De kosten van varkensvoer moeten worden doorberekend in de verkoopprijs van de slachtrijpe varkens, en worden uiteindelijk op de consument afgewenteld. Aangezien de Europese Unie nog steeds te lijden had onder de gevolgen van de crisis waren de consumenten niet bereid of in staat dezelfde hoeveelheden varkensvlees te kopen als tevoren. GAD, een slachterij en vleesverwerkende onderneming, zat klem tussen prijsdruk van twee kanten; de varkensfokkers moesten de stijging van de prijs van diervoeder doorberekenen, en de consumenten hadden minder te besteden. Doordat deze druk langer dan vijf jaar aanhield, belandde de onderneming uiteindelijk in ernstige financiële moeilijkheden.

14.         De brutomarge van GAD daalde van 123 miljoen EUR in 2010 tot 107 miljoen EUR in 2012/13. In 2008 had de onderneming nog een winst van 16 miljoen EUR geboekt, maar vanaf 2009 werd verlies geleden, en in zowel 2012 als 2013 bedroeg het verlies 20 miljoen EUR. De omzet daalde van 495,1 miljoen EUR in 2008 tot 445,8 miljoen in 2009 en heeft zich niet meer hersteld van deze terugval. Op 27 februari 2013 werd het bedrijf onder curatele geplaatst; in de periode van 2010 tot juni 2013 werd een verlies geboekt van 65 miljoen EUR.

15.         Tot op heden is er slechts één andere EFG-aanvraag[6] ingediend met betrekking tot de sector "Vervaardiging van voedingsmiddelen", eveneens gebaseerd op de wereldwijde financiële en economische crisis.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt

16.         Per 22 februari 2013 was GAD niet meer in staat om haar schulden te voldoen; de firma werd op 27 februari 2013 door de rechter onder curatele geplaatst.

17.         De gebeurtenissen die aanleiding gaven tot de ontslagen in het GAD zijn de sluiting van drie productielocaties in Lampaul en Saint-Martin (beide in Bretagne) en in Saint-Nazaire (Loire-Atlantique).

Twee andere locaties zijn nog in bedrijf, een in Lampaul en een in Josselin (beide in Bretagne).

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid

18.         De ontslagen hebben een aanzienlijk negatief effect op de regionale economie van Bretagne, vooral ook omdat de agro-industrie als relatief veilig beschouwd werd in de jaren na de wereldwijde financiële en economische crisis. De werkgelegenheid in Bretagne is relatief sterk afhankelijk van de agrarische sector (11 % tegen gemiddeld 5 % in Frankrijk).

19.         De werknemers worden reeds ondersteund met diverse maatregelen om hen te helpen een nieuwe baan te vinden, en per 20 mei 2014 hadden 108 van hen een arbeidsovereenkomst voor meer dan zes maanden, en nog eens 66 voor minder dan zes maanden, terwijl drie een eigen bedrijf hadden opgericht. Bijna allen hebben ervoor gekozen om binnen de regio te blijven wonen en werken.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

Beoogde begunstigden

20.         Naar verwachting zullen 760 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

Categorie || Aantal beoogde begunstigden

Geslacht: || Mannen: || 487 || (64,08 %)

|| Vrouwen: || 273 || (35,92 %)

Burgerschap: || EU-burgers: || 760 || (100,00 %)

|| Niet-EU-burgers: || 0 || (0,00 %)

Leeftijdsgroep: || 15-24 jaar: || 6 || (0,79 %)

|| 25-54 jaar: || 620 || (81,58 %)

|| 55-64 jaar: || 133 || (17,50 %)

|| Ouder dan 64 jaar: || 1 || (0,13 %)

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen

21.         De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers wordt aangeboden bestaat uit slechts één actie:

Advies en begeleiding voor de ontslagen werknemers geboden door een team van deskundige adviseurs (cellule de reclassement): aangezien de Franse staat en de onderneming waar de ontslagen zijn gevallen gezamenlijk al een reeks actieve maatregelen financieren om de werknemers weer aan werk te helpen, vraagt Frankrijk alleen om EFG-financiering van de "one stop shop" (cellule de reclassement) die de ontslagen werknemers advies en begeleiding biedt.

De cellule de reclassement wordt beheerd door twee gecontracteerde dienstverleners, ALTEDIA en ADVANCIA, wier taak het is om de ontslagen werknemers bij te staan en te begeleiden en hen te helpen oplossingen te vinden om op de arbeidsmarkt te blijven en een nieuwe baan te vinden.

Deze bureaus hebben zich contractueel verplicht om iedere deelnemer a) een individueel loopbaantraject en b) een voldoende aantal vacatures te bieden; verder moeten zij c) de deelnemers gelegenheid bieden om deskundigen te raadplegen, met name ook deskundigen die gespecialiseerd zijn in de oprichting van een nieuwe ondernemingen, die goed vertrouwd zijn met de arbeidsmarkt in de regio, en die bereid en in staat zijn om te helpen.

ALTEDIA heeft zich verbonden tot het vinden van een individuele oplossing voor 80 % van de deelnemers binnen een termijn van 15 maanden. Een dergelijke oplossing zou een nieuwe baan met een duur van ten minste 6 maanden, de oprichting of overname van een bedrijf, of een opleidingsprogramma van ten minste 300 uur kunnen zijn, of in uitzonderlijke gevallen uittreding uit het programma om persoonlijke redenen. De minimaal aanvaardbare oplossing zou bestaan uit het aanbieden van twee geschikte banen (passend vaardigheidsniveau, niet minder dan 85 % van het laatste loon, op maximaal 40 km of 1 uur reistijd van de woonplaats).

De bureaus zullen workshops voor algemene competenties aanbieden (bv. het opstellen van een cv, voorbereiding van sollicitatiegesprekken, effectief werk zoeken, en het opzetten van een bedrijf), en ook betreffende het gebruik van internet, het bezoeken van banenbeurzen, ontmoetingen met werkgevers of de vertegenwoordigers van sectoren, en contacten met opleidingsinstellingen.

Het toezicht op de activiteiten van deze bureaus zal worden uitgeoefend door een comité en door middel van regelmatige schriftelijke verslagen.

De bureaus zullen worden betaald per deelnemende werknemer (nadat zij hebben aangetoond hun contractuele verplichtingen te zijn nagekomen) op basis van onderstaande schaal; de maatregelen op zichzelf (bv. de langdurige cursussen) zijn niet opgenomen in de bij het EFG ingediende begroting. Betalingen vinden plaats in termijnen en op basis van de bereikte resultaten.

1 600 EUR voor begeleiding en ondersteuning, wanneer het niet mogelijk is gebleken een oplossing te vinden voor de ontslagen werknemer,

1 800 EUR wanneer een ontslagen werknemer werk voor een periode tot zes maanden gevonden heeft, of begonnen is met de oprichting van een eigen bedrijf, of een erkende opleidingscursus van ten minste drie maanden heeft gevolgd, of formele erkenning van eerder verworven ervaring heeft verkregen,

1 900 EUR wanneer een ontslagen werknemer werk heeft gevonden met een arbeidsovereenkomst voor zes maanden of meer,

2 000 EUR wanneer een ontslagen werknemer een vaste baan gevonden heeft of een eigen bedrijf heeft opgericht.

22.         De voorgestelde maatregel die hier wordt beschreven, is een actieve arbeidsmarktmaatregel die behoort tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregel komt niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

23.         De Franse autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

Geraamd budget

24.         De totale kosten worden op 1 530 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 1 500 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 30 000 EUR voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

25.         Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 918 000 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties || Geraamd aantal deelnemers || Geraamde kosten per deelnemer (EUR) || Geraamde totale kosten (EUR)

Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)

Intermediaire instantie die advies en begeleiding van de ontslagen werknemers biedt (cellule de reclassement) || 760 || 1 974 || 1 500 000

Subtotaal (a): || – || 1 500 000

(100 %)

Toelagen en stimulerende maatregelen (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)

Toelagen en stimulerende maatregelen || 0 || 0 || 0

Subtotaal (b): || – || 0

(0 %)

Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening

1. Voorbereiding || – || 0

2. Beheer || – || 0

3. Voorlichting en publiciteit || – || 0

4. Controle en rapportage || – || 30 000

Subtotaal (c): || – || 30 000

(1,96 %)

Totale kosten (a + b + c): || – || 1 530 000

EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten) || – || 918 000

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn

26.         De Franse autoriteiten hebben de beoogde begunstigden met ingang van 3 januari 2014 dienstverlening via de Cellule de reclassement verstrekt. De uitgaven voor de in punt 20 genoemde actie zullen bijgevolg van 3 januari 2014 tot en met 6 juni 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

27.         Op 3 januari 2014 hebben de Franse autoriteiten de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 3 januari 2014 tot en met 6 december 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd

28.         De bron van de nationale voorfinanciering of medefinanciering is de Franse staat, die ook verschillende aanvullende maatregelen zal financieren waarop de EFG-aanvraag geen betrekking heeft.

29.         De Franse autoriteiten hebben bevestigd dat de hierboven beschreven maatregel die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangt, niet ook steun van andere financiële instrumenten van de Unie zal ontvangen.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten

30.         De Franse autoriteiten hebben aangegeven dat het gecoördineerde pakket individuele dienstverlening is opgesteld nadat aan de centrale ondernemingsraad van GAD op 28 juni 2013 was meegedeeld dat het de bedoeling was 889 arbeidsplaatsen te schrappen.

31.         Voorts hebben zij de Commissie meegedeeld dat de ontslagen werknemers nog niet geïnformeerd zijn over de EFG-aanvraag. Dat zal pas gebeuren nadat de Commissie het voorstel formeel aan het Europees Parlement en de Raad heeft voorgelegd.

Beheers- en controlesystemen

32.         De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Frankrijk heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door het ministerie van Economische Zaken, Industrie en Werkgelegenheid, waar verschillende eenheden van de Délégation générale à l’emploi et à la formation professionnelle (DGEFP) een rol zullen spelen. De betalingen worden verricht door het Département financement, dialogue et contrôle de gestion van de DGEFP. De certificering wordt verricht door het Directoraat-generaal Overheidsfinanciën in Nantes. De regionale bureaus van het directoraat-generaal Ondernemingen, mededinging, consumptie, arbeid en werkgelegenheid in de betrokken regio’s (Bretagne en Pays de la Loire) zijn gemachtigd om audits uit te voeren.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

33.         De Franse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– GAD heeft zijn activiteiten voortgezet na de ontslagen en heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichtingen ten aanzien van de gedwongen ontslagen en dienovereenkomstig regelingen getroffen voor de ontslagen werknemers;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

34.         Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[7] mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

35.         Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 918 000 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te verstrekken voor de aanvraag.

36.         Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[8] zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

37.         Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 918 000 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

38.         Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/005 FR/GAD) van Frankrijk

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[9], en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[10],

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009[11] behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)       Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad[12] mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

(3)       Frankrijk heeft op 6 juni 2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor ontslagen[13] bij GAD société anonyme simplifiée in Frankrijk, en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens ingediend. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)       Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 918 000 EUR te verstrekken voor de door Frankrijk ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van 918 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                        Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter

[1]               PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

[2]               Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

[3]               Overeenkomstig artikel 7, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

[4]               Verordening (EU) nr. 1046/2012 van de Commissie van 8 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS), wat de indiening van tijdreeksen voor de nieuwe regionale indeling betreft (PB L 310 van 9.11.2012, blz. 34).

[5]               In de zin van artikel 3, onder a), van de EFG-verordening.

[6]               EGF/2014/001 EL/Nutriart, betreffende bakkerijproducten

[7]               PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

[8]               PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

[9]               PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

[10]             PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

[11]             PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.

[12]             Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

[13]             In de zin van artikel 3, onder a), van de EFG-verordening.

Top