EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014AG0005

Standpunt (EU) nr. 5/2014 van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik Door de Raad vastgesteld op 3 maart 2014
Gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de toetsing van het controlesysteem voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik
Verklaring van de Commissie over gedelegeerde handelingen
Verklaring van de Commissie over bijwerking van de verordening

PB C 100 van 4.4.2014, p. 6–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.4.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 100/6


STANDPUNT (EU) Nr. 5/2014 VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik

Door de Raad vastgesteld op 3 maart 2014

2014/C 100/02

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad (2) moeten producten voor tweeërlei gebruik aan een doeltreffende controle worden onderworpen bij uitvoer uit of doorvoer door de Unie, of bij aflevering aan een derde land als gevolg van tussenhandeldiensten die worden verleend door een in de Unie ingezeten of gevestigde tussenhandelaar.

(2)

Om de lidstaten en de Unie in staat te stellen aan hun internationale verplichtingen te voldoen, is in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 de gemeenschappelijke lijst vastgesteld van producten voor tweeërlei gebruik die in de Unie aan controle zijn onderworpen. Besluiten over de producten die aan controle zijn onderworpen, worden genomen in het kader van de Australiëgroep, het Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie en -onderdelen, de Groep van nucleaire exportlanden, het Wassenaar Arrangement en het Verdrag inzake chemische wapens.

(3)

Verordening (EG) nr. 428/2009 bepaalt dat de in bijlage I bij die verordening vastgestelde lijst van producten voor tweeërlei gebruik wordt bijgewerkt overeenkomstig de desbetreffende verplichtingen en verbintenissen en alle wijzigingen daaraan waarmee de lidstaten hebben ingestemd als partij bij de internationale regelingen inzake non-proliferatie en uitvoercontrole of door de bekrachtiging van desbetreffende internationale verdragen.

(4)

De in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 vastgestelde lijst van producten voor tweeërlei gebruik moet regelmatig worden bijgewerkt zodat aan de verplichtingen inzake internationale veiligheid wordt voldaan, transparantie wordt gewaarborgd en het concurrentievermogen van de exporteurs behouden blijft. Vertraging bij de bijwerking van die lijst van producten voor tweeërlei gebruik kan ongunstige gevolgen hebben voor de veiligheid en de internationale inspanningen inzake non-proliferatie, en voor de economische activiteiten van exporteurs in de Unie. Tegelijkertijd vergen de technische aard van de wijzigingen en het feit dat die wijzigingen moeten stroken met besluiten die zijn genomen in het kader van de internationale regelingen voor uitvoercontrole dat een versnelde procedure wordt gevolgd om de noodzakelijke bijwerkingen in de Unie van kracht te doen worden.

(5)

Verordening (EG) nr. 428/2009 stelt algemene uitvoervergunningen van de Unie in als een van de vier soorten uitvoervergunningen waarin die verordening voorziet. Op grond van algemene uitvoervergunningen van de Unie kunnen in de Unie gevestigde exporteurs onder de in die vergunningen gestelde voorwaarden bepaalde met name genoemde producten uitvoeren naar bepaalde met name genoemde bestemmingen.

(6)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 428/2009 bevat de thans in de Unie geldende algemene uitvoervergunningen van de Unie. Gelet op de aard van die algemene uitvoervergunningen van de Unie kan het nodig zijn bepaalde bestemmingen uit het toepassingsgebied van die vergunningen te halen, in het bijzonder wanneer uit gewijzigde omstandigheden blijkt dat steunregelingen voor uitvoer voor een bepaalde bestemming op grond van een algemene uitvoervergunning van de Unie niet langer mogen worden toegestaan. Een dergelijke uitsluiting van een bestemming van het toepassingsgebied van een algemene uitvoervergunning van de Unie mag een exporteur niet beletten op grond van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 428/2009 een ander soort uitvoervergunning te vragen.

(7)

Teneinde te garanderen dat de gemeenschappelijke lijst van producten voor tweeërlei gebruik regelmatig en tijdig wordt bijgewerkt overeenkomstig de verplichtingen en verbintenissen die de lidstaten in het kader van de internationale regelingen voor uitvoercontrole zijn aangegaan, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en binnen het toepassingsgebied van artikel 15 van die verordening handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau.

(8)

Teneinde een snel antwoord van de Unie op gewijzigde omstandigheden met betrekking tot de beoordeling van de gevoeligheid van uitvoer op grond van algemene uitvoervergunningen van de Unie mogelijk te maken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 428/2009 met betrekking tot de uitsluiting van bestemmingen en/of producten van het toepassingsgebied van de algemene uitvoervergunningen van de Unie. Daar dergelijke wijzigingen enkel mogen worden aangebracht naar aanleiding van een beoordeling volgens welke de relevante uitvoer een verhoogd risico meebrengt en dat het verdere gebruik van algemene uitvoervergunningen voor die uitvoer onmiddellijk een ongunstige weerslag kan hebben op de veiligheid van de Unie en haar lidstaten, mag de Commissie een spoedprocedure gebruiken.

(9)

De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

(10)

Verordening (EG) nr. 428/2009 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 428/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 9, lid 1, worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Om ervoor te zorgen dat enkel transacties die weinig risico opleveren onder de in bijlagen IIa tot IIf beschreven algemene uitvoervergunningen van de Unie vallen, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde bestemmingen van het toepassingsgebied van die algemene uitvoervergunningen van de Unie uit te sluiten als dergelijke bestemmingen onder een wapenembargo komen te vallen als bedoeld in artikel 4, lid 2.

Indien in het geval van dergelijke wapenembargo's dwingende redenen van urgentie vereisen dat bepaalde bestemmingen worden uitgesloten van het toepassingsgebied van een algemene uitvoervergunning van de Unie, is de procedure van artikel 23 ter van toepassing op de gedelegeerde handelingen die worden vastgesteld op grond van dit lid.”.

2)

Aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de bijwerking van de lijst van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I. Bijlage I wordt bijgewerkt binnen de perken van lid 1 van dit artikel. Indien het bijwerken van bijlage I betrekking heeft op producten voor tweeërlei gebruik die tevens zijn opgelijst in de bijlagen IIa tot en met IIg en IV, worden die bijlagen dienovereenkomstig gewijzigd.”.

3)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 23 bis

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 9, lid 1, en artikel 15, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van … (3). De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend voor termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn bezwaar maakt tegen een verlenging.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 9, lid 1, en artikel 15, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 9, lid 1, en artikel 15, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 23 ter

1.   Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en aan de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.

2.   Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 23 bis, lid 5, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dat geval trekt de Commissie de handeling onverwijld in na de kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 23 oktober 2012 (PB C 68 E van 7.3.2014, blz. 112) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 3 maart 2014. Standpunt van het Europees Parlement van … [en besluit van de Raad van …].

(2)  Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).

(3)  De datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening.


MOTIVERING VAN DE RAAD

I.   INLEIDING

Op 7 november 2011 heeft de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel ingediend voor een verordening een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (1).

Het Europees Parlement heeft op 23 oktober 2012 zijn standpunt in eerste lezing aangenomen (2).

Het pakket „algemene wetten inzake de handel”, waarover op dat moment werd onderhandeld, bevatte ook voorstellen voor gedelegeerde handelingen die relevant waren voor het onderhavige voorstel. Met het oog op de samenhang tussen deze verordeningen en het onderhavige voorstel is besloten het resultaat met betrekking tot het pakket „algemene wetten inzake de handel” af te wachten.

Over het pakket „algemene wetten inzake handel” is in juni 2013 een compromis bereikt (3). Daarna zijn de onderhandelingen voortgezet teneinde met betrekking tot dit voorstel tot een „akkoord in vervroegde tweede lezing” te komen (4).

Tijdens de laatste informele dialoogvergadering, op 17 december 2013, hebben de medewetgevers een voorlopig akkoord bereikt over een compromispakket.

Op 21 januari 2014 heeft de Commissie internationale handel van het Europees Parlement (INTA) het resultaat van de trialoogonderhandelingen goedgekeurd.

Op 21 januari 2014 heeft de voorzitter van die commissie het voorzitterschap per brief laten weten dat, indien de Raad het standpunt als vervat in de bijlage bij die brief formeel aan het Parlement toezendt, hij de plenaire vergadering zal aanbevelen het standpunt van de Raad ongewijzigd te aanvaarden.

Op basis daarvan heeft de Raad op 11 februari 2014 (via het Coreper op 29 januari 2014) een politiek akkoord over de verordening bereikt (5).

Gelet op dit akkoord en de daaropvolgende juridische en taalkundige bijwerking heeft de Raad op 3 maart 2014 zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld, overeenkomstig de gewone wetgevingsprocedure van artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

II.   DOEL

De voorgestelde verordening heeft ten doel te garanderen dat de EU-controlelijst van producten voor tweeërlei gebruik regelmatig en tijdig wordt bijgewerkt overeenkomstig de verplichtingen en verbintenissen die de lidstaten in het kader van de internationale regelingen voor uitvoercontrole zijn aangegaan.

Teneinde een snel antwoord van de EU op gewijzigde omstandigheden met betrekking tot de beoordeling van de gevoeligheid van uitvoer op grond van algemene EU-uitvoervergunningen mogelijk te maken, wordt bovendien voorzien in de mogelijkheid om bestemmingen van het toepassingsgebied van die vergunningen uit te sluiten mocht dit in bepaalde gevallen nodig zijn om ervoor te zorgen dat alleen transacties die weinig risico opleveren onder de verordening vallen.

III.   ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING

De Raad was het op hoofdlijnen eens met het voorstel wat de procedure voor het actualiseren van de EU-controlelijst (bijlage I) door middel van gedelegeerde handelingen betreft. De voornaamste punten die werden gewijzigd, zijn:

het expliciteren van het bereik van de gedelegeerde handelingen waarbij bestemmingen van het toepassingsgebied van de algemene uitvoervergunningen van de Unie worden uitgesloten, d.w.z. wanner die bestemmingen onder een wapenembargo komen te vallen;

de duur van de bevoegdheidsdelegatie aan de Commissie is vastgesteld op vijf jaar, met stilzwijgende verlenging;

indien de actualisering van de EU-controlelijsten (bijlage I) betrekking heeft op producten voor tweeërlei gebruik die ook voorkomen op de lijsten in andere bijlagen van de verordening, worden die bijlagen dienovereenkomstig gewijzigd.

Voorts onderkenden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in een gezamenlijke verklaring het belang van de voortdurende verbetering van de doeltreffendheid en de samenhang van de EU-regeling voor controle op de uitvoer van strategische producten, waarbij een hoog niveau van veiligheid en voldoende transparantie worden gewaarborgd zonder dat er wordt geraakt aan het concurrentievermogen en de legitieme handel in producten voor tweeërlei gebruik. Hieraan zal ook aandacht worden besteed in het kader van de lopende toetsing van het beleid van de EU inzake uitvoercontrole op producten voor tweeërlei gebruik.

IV.   CONCLUSIE

Het standpunt van de Raad in eerste lezing weerspiegelt het compromis dat is bereikt in de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement, welke door de Commissie werden gefaciliteerd. Dit compromis werd bekrachtigd door de aanneming van een politiek akkoord door de Raad op 11 februari 2014, via het Coreper op 29 januari 2014.

De voorzitter van de Commissie internationale handel (INTA) van het Europees Parlement heeft het voorzitterschap per brief van 21 januari 2014 laten weten dat, indien de Raad de bij die brief gevoegde tekst formeel als zijn standpunt aan het Parlement doet toekomen, hij de plenaire vergadering zal aanbevelen het standpunt van de Raad, na bijwerking door de juristen-vertalers, zonder amendementen in de tweede lezing van het Parlement aan te nemen.


(1)  Document 16726/11.

(2)  Document 15611/12.

(3)  Document 13284/13.

(4)  Documenten 11454/13 en 12203/13.

(5)  Document 5480/14.


Gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de toetsing van het controlesysteem voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie onderkennen het belang van een voortdurende verbetering van de doeltreffendheid en de samenhang van de EU-regeling voor controle op de uitvoer van strategische producten, waarbij een hoog niveau van veiligheid en voldoende transparantie worden gewaarborgd zonder dat er wordt geraakt aan het concurrentievermogen en de legitieme handel in producten voor tweeërlei gebruik.

De drie instellingen vinden dat modernisering en verdere convergentie van het systeem noodzakelijk zijn om gelijke tred te kunnen houden met nieuwe dreigingen en snelle technologische veranderingen, verstoringen te beperken, een echte gemeenschappelijke markt voor producten voor tweeërlei gebruik (gelijk speelveld voor uitvoerders) tot stand te brengen en te blijven fungeren als uitvoercontrolemodel voor derde landen.

Daartoe is het van essentieel belang dat het proces voor bijwerking van de controlelijsten (bijlagen bij de verordening) wordt gestroomlijnd, de risicobeoordeling en de uitwisseling van informatie worden versterkt, verbeterde industrienormen worden ontwikkeld en ongelijkheden bij de uitvoering worden beperkt.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie onderkennen de kwesties met betrekking tot de uitvoer van bepaalde informatie- en communicatietechnologieën (ICT) die kunnen worden gebruikt in verband met mensenrechtenschendingen of om de veiligheid van de EU te ondermijnen, met name wat betreft technologieën die worden gebruikt voor grootschalige bewaking, monitoring, nasporen, traceren en censureren, of om zwakke plekken in software uit te buiten.

Er is hierover technisch overleg gestart, onder meer in het kader van het collegiale bezoek inzake producten voor tweeërlei gebruik van de EU, de Coördinatiegroep tweeërlei gebruik, en de regelingen voor uitvoercontrole, en er worden verdere maatregelen genomen om noodsituaties aan te pakken met sancties (overeenkomstig artikel 215 VWEU), of nationale maatregelen. Er zullen ook meer inspanningen worden gedaan om multilaterale overeenkomsten in de context van uitvoercontroleregelingen te stimuleren, en er zal worden nagegaan hoe deze kwestie kan worden aangepakt in de context van de lopende evaluatie van het beleid van de EU inzake uitvoercontrole op producten voor tweeërlei gebruik, en de opstelling van een mededeling van de Commissie. In dit verband hebben de drie instellingen nota genomen van de overeenkomst van 4 december 2013 van de deelnemende lidstaten aan het Wassenaar Arrangement om controles op complexe bewakingsinstrumenten die toegang zonder toestemming tot computersystemen mogelijk maken, en op IP-netwerkbewakingssystemen goed te keuren.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hechten ook aan de verdere ontwikkeling van het bestaande vangnetmechanisme voor producten voor tweeërlei gebruik die niet onder bijlage I bij de verordening vallen, teneinde het uitvoercontrolesysteem en de toepassing daarvan op de Europese eengemaakte markt verder te versterken.


Verklaring van de Commissie over gedelegeerde handelingen

In het kader van deze verordening herinnert de Commissie aan haar toezegging in punt 15 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie, namelijk dat zij in het kader van de opstelling van gedelegeerde handelingen het Parlement alle informatie en documentatie over haar bijeenkomsten met nationale deskundigen zal verstrekken.


Verklaring van de Commissie over bijwerking van de verordening

Teneinde een meer geïntegreerde, doeltreffende en coherente Europese aanpak van het vervoer (uitvoer, overbrenging, tussenhandel en doorvoer) van strategische producten te waarborgen, zal de Commissie met een nieuw voorstel komen om de verordening zo spoedig mogelijk bij te werken.


Top