EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R0589

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/589 van de Commissie van 19 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de organisatorische vereisten voor beleggingsondernemingen die zich met algoritmische handel bezighouden (Voor de EER relevante tekst. )

C/2016/4478

PB L 87 van 31.3.2017, p. 417–448 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2017/589/oj

31.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 87/417


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/589 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2016

tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de organisatorische vereisten voor beleggingsondernemingen die zich met algoritmische handel bezighouden

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (1), en met name artikel 17, lid 7, onder a) en d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De interne beheersing die wordt gebruikt door een beleggingsonderneming die zich met algoritmische handel bezighoudt, directe elektronische toegang aanbiedt of als general clearing member optreedt, moet efficiënt en weerbaar zijn en voldoende capaciteit hebben rekening houdend met de aard, schaal en complexiteit van het bedrijfsmodel van die beleggingsonderneming.

(2)

Hiertoe moet een beleggingsonderneming alle risico's aanpakken die van invloed kunnen zijn op de kernelementen van een algoritmisch handelssysteem, met inbegrip van risico's met betrekking tot de hardware, software en de bijbehorende communicatielijnen die door die onderneming worden gebruikt om haar handelsactiviteiten uit te voeren. Om voor dezelfde voorwaarden voor algoritmische handel, ongeacht de handelsvorm, te zorgen, moet elk type uitvoeringssysteem of orderbeheersysteem dat door een beleggingsonderneming wordt geëxploiteerd, onder deze verordening vallen.

(3)

Als een onderdeel van haar totale governancekader en besluitvormingskader moet een beleggingsonderneming beschikken over een duidelijke en geformaliseerde governanceregeling, met inbegrip van duidelijke verantwoordingslijnen, doeltreffende procedures voor de communicatie van informatie en een scheiding van taken en verantwoordelijkheden. Deze regeling moet zorgen voor verminderde afhankelijkheid van één enkele persoon of eenheid.

(4)

Er moeten conformiteitstests worden uitgevoerd om na te gaan of de handelssystemen van een beleggingsonderneming naar behoren communiceren en interageren met de handelssystemen van het handelsplatform of van de aanbieder van directe markttoegang (DMA) en of marktgegevens correct worden verwerkt.

(5)

Beleggingsbeslissingsalgoritmen nemen geautomatiseerde handelsbeslissingen door te bepalen welk financieel instrument moet worden gekocht of verkocht. Orderuitvoeringsalgoritmen optimaliseren orderuitvoeringsprocessen door automatische generatie en indiening van orders of bied- en laatprijzen bij een of meer handelsplatforms zodra het beleggingsbesluit is genomen. Handelsalgoritmen die beleggingsbeslissingsalgoritmen zijn, moeten van orderuitvoeringsalgoritmen worden onderscheiden met inachtneming van hun potentiële impact op de totale eerlijke en ordelijke werking van de markt.

(6)

De vereisten betreffende het testen van handelsalgoritmen moeten gebaseerd zijn op de potentiële impact die deze algoritmen kunnen hebben op de totale eerlijke en ordelijke werking van de markt. In dit verband moeten alleen zuivere beleggingsbeslissingsalgoritmen die orders genereren die alleen niet-geautomatiseerd en met menselijk ingrijpen mogen worden uitgevoerd van de testvereisten worden uitgesloten.

(7)

Bij de invoering van handelsalgoritmen moet een beleggingsonderneming ervoor zorgen dat de handelsalgoritmen gecontroleerd worden ingezet, ongeacht of zij nieuw zijn of reeds eerder met succes zijn ingezet op een ander handelsplatform en of de architectuur materieel is gewijzigd. De gecontroleerde inzet van handelsalgoritmen moet ervoor zorgen dat de handelsalgoritmen functioneren zoals verwacht in een productieomgeving. De beleggingsonderneming moet bijgevolg voorzichtige limieten stellen aan het aantal financiële instrumenten dat wordt verhandeld, de prijs, de waarde en het aantal orders, de strategieposities en het aantal betrokken markten en door de activiteit van het algoritme intensiever te monitoren.

(8)

Of aan de specifieke organisatorische vereisten voor een beleggingsonderneming wordt voldaan, moet worden vastgesteld overeenkomstig een zelfbeoordeling die een beoordeling omvat of de criteria in bijlage I bij deze verordening in acht zijn genomen. Bij die zelfbeoordeling moeten ook alle andere omstandigheden worden meegenomen die een impact kunnen hebben op de organisatie van die beleggingsonderneming. Die zelfbeoordeling moet regelmatig worden uitgevoerd en moet de beleggingsonderneming in staat stellen ten volle inzicht te verkrijgen in de handelssystemen en handelsalgoritmen die zij gebruikt en de risico's die voortvloeien uit algoritmische handel, ongeacht of die systemen en algoritmen zijn ontwikkeld door de beleggingsonderneming zelf, gekocht bij een derde, of ontworpen of ontwikkeld in nauwe samenwerking met een cliënt of een derde.

(9)

Een beleggingsonderneming moet haar orders geheel of gedeeltelijk kunnen intrekken indien dit noodzakelijk wordt („kill-functionaliteit”). Wil een dergelijke intrekking effectief zijn, dan moet een beleggingsonderneming altijd in staat zijn te achterhalen welke handelsalgoritmen, handelaren of cliënten verantwoordelijk zijn voor een order.

(10)

Een beleggingsonderneming die aan algoritmische handel deelneemt, moet erop toezien dat haar handelssystemen niet kunnen worden aangewend voor enigerlei doel dat in strijd is met Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) of met de regels van een handelsplatform waarmee zij is verbonden. Verdachte transacties of orders moeten worden gemeld aan de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met die verordening.

(11)

Verschillende soorten risico moeten door verschillende types controle worden aangepakt. Er moeten pretransactionele controles plaatsvinden voordat een order bij een handelsplatform wordt ingediend. Een beleggingsonderneming moet ook haar handelsactiviteit monitoren en realtimewaarschuwingen implementeren die tekenen van handelsvoorwaarden die het ordelijk functioneren van de markt verstoren, of een schending van haar pretransactionele limieten identificeren. Er moeten posttransactionele controles worden ingevoerd om de markt- en kredietrisico's van de beleggingsonderneming via posttransactionele aansluiting te monitoren. Daarnaast moeten potentieel marktmisbruik en schendingen van de regels van het handelsplatform worden voorkomen door middel van specifieke toezichtssystemen die uiterlijk de volgende dag waarschuwingen genereren en die zo zijn gekalibreerd dat valse positieve en valse negatieve waarschuwingen tot een minimum worden beperkt.

(12)

De generatie van waarschuwingen na realtimemonitoring moet zo ogenblikkelijk als technisch mogelijk gebeuren. Alle maatregelen na die monitoring moeten zo spoedig mogelijk ondernomen worden met inachtneming van een redelijk efficiëntie- en kostenniveau wat betreft de betrokken personen en systemen.

(13)

Een beleggingsonderneming die directe elektronische toegang aanbiedt („DEA-aanbieder”), moet verantwoordelijk blijven voor de handel die door haar DEA-cliënten met gebruikmaking van haar handelscode wordt uitgevoerd. Een DEA-aanbieder moet bijgevolg gedragslijnen en procedures instellen om te garanderen dat de handel van zijn DEA-cliënten voldoet aan de vereisten die voor die aanbieder gelden. Deze verantwoordelijkheid moet de hoofdfactor vormen voor de instelling van pretransactionele en posttransactionele controles en voor de beoordeling van de geschiktheid van potentiële DEA-cliënten. Een DEA-aanbieder moet bijgevolg voldoende bekend zijn met de bedoelingen, capaciteiten, financiële middelen en betrouwbaarheid van haar DEA-cliënten, met inbegrip van, indien publiek beschikbaar, informatie over de disciplinaire antecendenten van potentiële DEA-cliënten bij bevoegde autoriteiten en handelsplatforms.

(14)

Een DEA-aanbieder moet, zelfs indien hij niet aan algoritmische handel deelneemt, voldoen aan de bepalingen van deze verordening, aangezien zijn klanten van de DEA gebruik kunnen maken om aan algoritmische handel deel te nemen.

(15)

Een duediligencebeoordeling van potentiële DEA-cliënten moet afgestemd zijn op de risico's verbonden aan de aard, schaal en complexiteit van hun verwachte handelsactiviteiten en de DEA die wordt aangeboden. Meer bepaald moeten het verwachte handelsniveau en ordervolume en het type aangeboden verbinding met de relevante handelsplatforms worden beoordeeld.

(16)

De inhoud en het formaat van de formulieren die door een beleggingsonderneming die een techniek van hoogfrequente handel aanwendt, moeten worden gebruikt om bij de bevoegde autoriteiten de documentatie van haar geplaatste orders in te dienen en hoe lang die documentatie moet worden bijgehouden, moeten worden vastgesteld.

(17)

Om te zorgen voor samenhang met de algemene verplichting voor een beleggingsonderneming om orderdocumentatie te bewaren, moeten de perioden tijdens welke een onderneming die een techniek van hoogfrequente handel aanwendt, documentatie moet bijhouden, worden afgestemd op die welke zijn vastgesteld in artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(18)

Om redenen van consistentie en om voor de soepele werking van de financiële markten te zorgen, is het noodzakelijk dat de in deze verordening vastgestelde bepalingen en de daaraan gerelateerde nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2014/65/EU vanaf dezelfde datum van toepassing zijn.

(19)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten („ESMA”) bij de Commissie heeft ingediend.

(20)

ESMA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE ORGANISATIEVEREISTEN

Artikel 1

Algemene organisatievereisten

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

Als onderdeel van haar totale kader voor governance en besluitvorming belast een beleggingsonderneming zich met het instellen en monitoren van haar handelssystemen en handelsalgoritmen via een duidelijk en geformaliseerd governancesysteem, met inachtneming van de aard, schaal en complexiteit van haar bedrijf en met het voorzien in:

a)

duidelijke verantwoordingslijnen, met inbegrip van procedures voor de goedkeuring van de ontwikkeling, invoering en latere actualiseringen van handelsalgoritmen en voor de oplossing van bij de monitoring van handelsalgoritmen geïdentificeerde problemen;

b)

effectieve procedures voor de communicatie van informatie binnen de beleggingsonderneming zodat efficiënt en tijdig instructies kunnen worden gevraagd en geïmplementeerd;

c)

een scheiding van taken en verantwoordelijkheden van handelsafdelingen enerzijds en ondersteunende functies, met inbegrip van risicocontrole- en compliancefuncties, anderzijds, om ervoor te zorgen dat ongeoorloofde handelsactiviteit niet verborgen kan worden gehouden.

Artikel 2

Rol van de compliancefunctie

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat haar compliancepersoneel ten minste een algemeen inzicht heeft in de wijze waarop de algoritmische handelssystemen en handelsalgoritmen van de beleggingsonderneming werken. Het compliancepersoneel staat continu in contact met personen binnen de onderneming die beschikken over gedetailleerde technische kennis van systemen voor algoritmische handel en handelsalgoritmen.

2.   Een beleggingsonderneming zorgt er ook voor dat haar compliancepersoneel te allen tijde contact heeft met de persoon of personen binnen de beleggingsonderneming die toegang hebben tot de functionaliteit als bedoeld in artikel 12 („kill-functionaliteit”) of rechtstreekse toegang heeft tot die kill-functionaliteit en tot degenen die verantwoordelijk zijn voor een handelssysteem of handelsalgoritme.

3.   Indien de compliancefunctie of onderdelen daarvan worden uitbesteed aan een derde, verleent een beleggingsonderneming aan de derde dezelfde toegang tot informatie als aan haar eigen compliancepersoneel. Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat via deze externe compliancefunctie:

a)

de gegevensgeheimhouding wordt gewaarborgd;

b)

de compliancefunctie kan worden geaudit door interne en externe auditors of door de bevoegde autoriteit.

Artikel 3

Personeel

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming neemt een voldoende aantal personeelsleden in dienst met de noodzakelijke vaardigheden voor het beheer van haar algoritmische handelssystemen en handelsalgoritmen en met voldoende technische kennis van:

a)

de relevante handelssystemen en -algoritmen;

b)

het monitoren en testen van dergelijke systemen en algoritmen;

c)

de handelsstrategieën die de beleggingsonderneming via haar algoritmische handelssystemen en handelsalgoritmen inzet;

d)

de juridische verplichtingen van de beleggingsonderneming.

2.   Een beleggingsonderneming specificeert de noodzakelijke vaardigheden als bedoeld in lid 1. De in lid 1 bedoelde personeelsleden beschikken over die noodzakelijke vaardigheden op het moment van rekrutering of verwerven deze via opleiding na rekrutering. De beleggingsonderneming zorgt ervoor dat die vaardigheden van het personeel up-to-date blijven via continue opleiding en beoordeelt regelmatig hun vaardigheden.

3.   De in lid 2 bedoelde opleiding is afgestemd op de ervaring en verantwoordelijkheden van het personeel, met inachtneming van de aard, schaal en complexiteit van de activiteiten van de beleggingsonderneming. Met name ontvangt het personeel dat betrokken is bij het indienen van orders opleiding over systemen voor het indienen van orders en marktmisbruik.

4.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat het personeel dat belast is met de risico- en compliancefuncties van de algoritmische handel, beschikt over:

a)

voldoende kennis van de algoritmische handel en strategieën;

b)

voldoende vaardigheden voor de follow-up van informatie die door middel van automatische waarschuwingen wordt verstrekt;

c)

voldoende gezag om voor algoritmische handel verantwoordelijk personeel tot de orde te roepen indien een dergelijke handel aanleiding geeft tot handelsvoorwaarden die de ordelijke werking van de markt verstoren of vermoedens van marktmisbruik.

Artikel 4

Uitbesteding en inkoop in verband met IT

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming blijft volledig verantwoordelijk voor haar verplichtingen op grond van deze verordening bij de uitbesteding en inkoop in verband met software of hardware die bij algoritmische handelsactiviteiten gebruikt wordt.

2.   Een beleggingsonderneming beschikt over voldoende kennis en de noodzakelijke documentatie om te zorgen voor effectieve naleving van lid 1 met betrekking tot uitbesteding en inkoop in verband met software of hardware die bij algoritmische handel gebruikt wordt.

HOOFDSTUK II

WEERBAARHEID VAN HANDELSSYSTEMEN

AFDELING I

Testen en inzetten van handelsalgoritmesystemen en -strategieën

Artikel 5

Algemene methodologie

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Voorafgaand aan de inzet of de substantiële update van een algoritmisch handelssysteem, handelsalgoritme of algoritmische handelsstrategie stelt een beleggingsonderneming duidelijk afgebakende methoden vast voor het ontwikkelen en testen van dergelijke systemen, algoritmen of strategieën.

2.   Een persoon die door de directie van de beleggingsonderneming is aangewezen, verleent toestemming voor de inzet of de substantiële update van een algoritmisch handelssysteem, handelsalgoritme of algoritmische handelsstrategie.

3.   De in lid 1 bedoelde methoden hebben betrekking op het ontwerp, het functioneren, het bijhouden van documentatie en de goedkeuring van het algoritmisch handelssysteem, het handelsalgoritme of de algoritmische handelsstrategie: Zij hebben eveneens betrekking op de toewijzing van verantwoordelijkheden, de toewijzing van voldoende middelen en de procedures om instructies te vragen binnen de beleggingsonderneming.

4.   De in lid 1 bedoelde methoden zorgen ervoor dat het algoritmisch handelssysteem, het handelsalgoritme of de algoritmische handelsstrategie:

a)

zich niet op een onbedoelde manier gedraagt;

b)

voldoet aan de verplichtingen van de beleggingsonderneming op grond van deze verordening;

c)

voldoet aan de regels en systemen van de handelsplatforms waartoe de beleggingsonderneming toegang verkrijgt;

d)

niet bijdraagt aan handelsvoorwaarden die de ordelijke werking van de markt verstoren, effectief blijft werken onder gespannen marktomstandigheden en, indien noodzakelijk onder deze omstandigheden het uitschakelen van het algoritmische handelssysteem of handelsalgoritme mogelijk maakt.

5.   Een beleggingsonderneming past haar testmethoden aan aan de handelsplatforms en markten waar het handelsalgoritme zal worden ingezet. Een beleggingsonderneming onderneemt verdere tests als het algoritmische handelssysteem of de toegang tot het handelsplatform waarop het algoritmisch handelssysteem, het handelsalgoritme of de algoritmische handelsstrategie moeten worden gebruikt, substantiële wijzigingen ondergaan.

6.   Leden 2 tot en met 5 zijn slechts van toepassing op handelsalgoritmen die tot orderuitvoering leiden.

7.   Een beleggingsonderneming houdt documentatie bij van alle materiële wijzigingen die worden aangebracht in de voor de algoritmische handel gebruikte software aan de hand waarvan kan worden bepaald:

a)

wanneer een wijziging is aangebracht;

b)

wie de wijziging heeft aangebracht;

c)

wie de wijziging heeft goedgekeurd;

d)

de aard van de wijziging.

Artikel 6

Conformiteitstest

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming test of haar algoritmische handelssystemen en handelsalgoritmen conform zijn met:

a)

het systeem van het handelsplatform in elk van de volgende gevallen:

i)

wanneer toegang wordt verkregen tot dat handelsplatform als lid;

ii)

wanneer voor het eerst via een regeling voor gesponsorde toegang verbinding wordt gemaakt met dat handelsplatform;

iii)

indien de systemen van dat handelsplatform een materiële wijziging hebben ondergaan;

iv)

voorafgaand aan de inzet of de materiële update van het algoritmisch handelssysteem, het handelsalgoritme of de algoritmische handelsstrategie van die beleggingsonderneming.

b)

het systeem van de aanbieder van directe markttoegang in elk van de volgende gevallen:

i)

wanneer voor het eerst via een regeling voor directe markttoegang toegang wordt verkregen tot dat handelsplatform;

ii)

wanneer er sprake is van een materiële wijziging die van invloed is op de functionaliteit op het gebied van directe markttoegang van die aanbieder;

iii)

voorafgaand aan de inzet of de materiële update van het algoritmisch handelssysteem, het handelsalgoritme of de algoritmische handelsstrategie van die beleggingsonderneming.

2.   Met de conformiteitstest wordt nagegaan of de basiselementen van het algoritmische handelssysteem of het handelsalgoritme correct en overeenkomstig de vereisten van het handelsplatform of de aanbieder van directe markttoegang functioneren. Daartoe wordt bij de test nagegaan of het algoritmische handelssysteem of het handelsalgoritme:

a)

zoals bedoeld met de matchinglogica van het handelsplatform interageert;

b)

de van het handelsplatform gedownloade gegevensstromen adequaat verwerkt.

Artikel 7

Testomgevingen

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat het testen van de conformiteit met de criteria in artikel 5, lid 4, onder a), b) en d), wordt ondernomen in een omgeving die afgescheiden is van haar productieomgeving en die specifiek wordt gebruikt voor het testen en ontwikkelen van algoritmische handelssystemen en handelsalgoritmen.

Voor de toepassing van de eerste alinea wordt onder een productieomgeving verstaan, een omgeving waar algoritmische handelssystemen effectief functioneren en door handelaren gebruikte software en hardware, routering van orders naar handelsplatforms, marktgegevens, afhankelijke databases, risicocontrolesystemen, gegevensvastlegging, analysesystemen en transactieverwerkingssystemen omvatten.

2.   Een beleggingsonderneming kan voldoen aan de testvereisten bedoeld in lid 1 door gebruik te maken van haar eigen testomgeving of van een testomgeving die door een handelsplatform, een DEA-aanbieder of een leverancier beschikbaar word gesteld.

3.   Een beleggingsonderneming blijft volledig verantwoordelijk voor het testen van haar algoritmische handelssystemen, handelsalgoritmen of strategieën op het gebied van algoritmische handel en voor het erin aanbrengen van alle vereiste wijzigingen.

Artikel 8

Gecontroleerde inzet van algoritmen

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

Vóór het inzetten van een handelsalgoritme stelt een beleggingsonderneming vooraf limieten aan:

a)

het aantal financiële instrumenten dat wordt verhandeld;

b)

de prijs, waarde en aantallen orders;

c)

de strategieposities, en

d)

het aantal handelsplatforms waarnaar orders worden gezonden.

AFDELING 2

Beheer na inzet

Artikel 9

Jaarlijkse zelfbeoordeling en validatie

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming voert jaarlijks een zelfbeoordelings- en validatieproces uit en publiceert op basis van dat proces een validatieverslag. In de loop van dit proces toetst, evalueert en valideert de beleggingsonderneming het volgende:

a)

haar algoritmische handelssystemen, handelsalgoritmen en strategieën op het gebied van algoritmische handel;

b)

haar kader voor governance, verantwoording en goedkeuring;

c)

haar regeling ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening;

d)

haar totale naleving van artikel 17 van Richtlijn 2014/65/EU, met inachtneming van de aard, schaal en complexiteit van haar bedrijf.

De zelfbeoordeling omvat ook ten minste een analyse van naleving van de criteria van bijlage I bij deze verordening.

2.   De risicobeheerfunctie van de beleggingsonderneming, bedoeld in artikel 23, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie (5), stelt het validatieverslag op en betrekt met dit doel hierbij het personeel dat over de noodzakelijke technische kennis beschikt. De risicobeheerfunctie stelt de compliancefunctie in kennis van alle in het validatieverslag geïdentificeerde tekortkomingen.

3.   Het validatieverslag wordt geaudit door de interneauditfunctie van de onderneming, indien een dergelijke functie bestaat, en is onderworpen aan goedkeuring door de directie van de beleggingsonderneming.

4.   Een beleggingsonderneming remedieert alle in het validatieverslag geïdentificeerde tekortkomingen.

5.   Indien een beleggingsonderneming geen risicobeheerfunctie heeft ingesteld, bedoeld in artikel 23, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565, zijn de vereisten in deze verordening met betrekking tot de risicobeheerfunctie van toepassing op alle andere functies die door de beleggingsonderneming worden ingesteld in overeenstemming met artikel 23, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565.

Artikel 10

Stresstest

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

Als onderdeel van haar in artikel 9 bedoelde jaarlijkse zelfbeoordeling gaat een beleggingsonderneming na of haar algoritmische handelssystemen en de procedures en controles bedoeld in de artikelen 12 tot en met 18 bestand zijn tegen verhoogde orderstromen of marktspanningen. De beleggingsonderneming ontwerpt dergelijke tests met inachtneming van de aard van haar handelsactiviteit en haar handelssystemen. De beleggingsonderneming zorgt ervoor dat de tests worden uitgevoerd op zodanige wijze dat zij niet van invloed zijn op de productieomgeving. Die tests omvatten:

a)

het testzenden van grote volumes berichten op basis van het grootste aantal door de beleggingsonderneming tijdens de voorgaande zes maanden ontvangen berichten, vermenigvuldigd met twee;

b)

het testzenden van grote volumes transacties op basis van het grootste handelsvolume bij de beleggingsonderneming tijdens de voorgaande zes maanden, vermenigvuldigd met twee.

Artikel 11

Beheer van materiële wijzigingen

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat een voorgestelde materiële wijziging van de productieomgeving in verband met algoritmische handel wordt voorafgegaan door een toetsing van die wijziging door een persoon die door de directie van de beleggingsonderneming is aangewezen. De omvang van de toetsing is evenredig met de grootte van de voorgestelde wijziging.

2.   Een beleggingsonderneming stelt procedures in om ervoor te zorgen dat elke wijziging van de functionaliteit van haar systemen aan de handelaren die verantwoordelijk zijn voor het handelsalgoritme en aan de compliancefunctie en de risicobeheerfunctie wordt meegedeeld.

AFDELING 3

Weerbaarheidszorg

Artikel 12

Kill-functionaliteit

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming is in staat als noodmaatregel een van of al haar niet-uitgevoerde orders die bij een of alle handelsplatforms waarmee de beleggingsonderneming is verbonden, zijn ingediend, onmiddellijk te annuleren („kill-functionaliteit”).

2.   Voor de toepassing van lid 1 omvatten niet-uitgevoerde orders die welke van individuele handelaren, handelsafdelingen of, in voorkomend geval, cliënten afkomstig zijn.

3.   Voor de toepassing van leden 1 en 2 is een beleggingsonderneming in staat te identificeren welk handelsalgoritme en welke handelaar, handelsafdeling of, indien van toepassing, welke cliënt verantwoordelijk is voor elke naar een handelsplatform gezonden order.

Artikel 13

Geautomatiseerd toezichtssysteem om marktmanipulatie op te sporen

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming monitort alle handelsactiviteit die via haar handelssystemen, inclusief die van haar cliënten, plaatsvindt op tekenen van potentiële marktmanipulatie als bedoeld in artikel 12 van Verordening (EU) nr. 596/2014.

2.   Voor de toepassing van lid 1 belast de beleggingsonderneming zich met het opzetten en in stand houden van een geautomatiseerd toezichtssysteem dat orders en transacties effectief monitort, waarschuwingen en rapporten genereert en, in voorkomend geval, van visualisatie-instrumenten gebruikmaakt.

3.   Het geautomatiseerd toezichtssysteem bestrijkt het volledige scala van activiteiten die door de beleggingsonderneming worden ondernomen, en alle door haar ingediende orders. Het wordt ontworpen rekening houdend met de aard, schaal en complexiteit van de handelsactiviteit van de beleggingsonderneming, zoals het type en volume van de verhandelde instrumenten, de omvang en complexiteit van haar orderstroom en de markten waartoe toegang is verkregen.

4.   De beleggingsonderneming controleert alle indicaties van verdachte handelsactiviteit die door haar geautomatiseerd toezichtssysteem tijdens de onderzoeksfase zijn gegenereerd via andere relevante handelsactiviteiten die die onderneming heeft ondernomen.

5.   Het geautomatiseerd toezichtssysteem van de beleggingsonderneming kan aangepast worden aan wijzigingen in de regelgevende verplichtingen en de handelsactiviteit van de beleggingsonderneming, met inbegrip van wijzigingen in haar eigen handelsstrategie en die van haar cliënten.

6.   De beleggingsonderneming toetst haar geautomatiseerd toezichtssysteem ten minste eenmaal per jaar en gaat na of het systeem en de parameters en filters die zij gebruikt, nog steeds volstaan voor haar regelgevende verplichtingen en handelsactiviteit, met inbegrip van het feit of zij de generatie van valse positieve of valse negatieve toezichtswaarschuwingen tot een minimum kan beperken.

7.   Onder gebruikmaking van een voldoende gedetailleerd niveau van tijdsgranulariteit kan het geautomatiseerd toezichtssysteem van de beleggingsonderneming achteraf order- en transactiegegevens lezen, weer afspelen en analyseren, waarbij het over voldoende capaciteit beschikt om in voorkomend geval in een geautomatiseerde handelsomgeving met lage latentie te kunnen functioneren. Het kan ook bruikbare waarschuwingen genereren aan het begin van de volgende handelsdag of, indien er manuele processen bij betrokken zijn, aan het einde van de volgende handelsdag. Het toezichtssysteem van de beleggingsonderneming omvat toereikende documentatie en procedures voor de effectieve follow-up van waarschuwingen die erdoor worden gegenereerd.

8.   Het personeel dat belast is met het monitoren van de handelsactiviteiten van de beleggingsonderneming voor de toepassing van leden 1 tot en met 7, rapporteert aan de compliancefunctie elke handelsactiviteit die mogelijk niet conform is met de gedragslijnen en procedures van de onderneming of met haar regelgevende verplichtingen. De compliancefunctie moet deze informatie onderzoeken en passende maatregelen treffen. Die maatregelen omvatten melding aan het handelsplatform of indiening van een rapport met betrekking tot verdachte orders en transacties overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 596/2014.

9.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat haar documentatie van handels- en rekeninginformatie nauwkeurig, volledig en consistent is door zo spoedig mogelijk haar eigen vastgelegde gegevens over haar elektronische handel aan te sluiten met documentatie die verstrekt is door haar handelsplatforms, makelaars, clearingleden, centrale tegenpartijen, dataleveranciers of andere relevante zakenpartners, voor zover van toepassing en passend gezien de aard, schaal en complexiteit van het bedrijf.

Artikel 14

Regelingen ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming voert voor haar algoritmische handelssystemen regelingen ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening in die in overeenstemming zijn met de aard, schaal en complexiteit van haar bedrijf. Die regelingen worden gedocumenteerd op een duurzame drager.

2.   De regelingen ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening voorzien in de effectieve behandeling van verstorende incidenten en waarborgen, in voorkomend geval, een tijdige hervatting van de algoritmische handel. Die regelingen zijn aangepast aan de handelssystemen van elk handelsplatform waartoe toegang is verkregen en omvatten het volgende:

a)

een governancekader voor de ontwikkeling en de inzet van de regeling ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening;

b)

een reeks mogelijke ongunstige scenario's in verband met de exploitatie van algoritmische handelssystemen, met inbegrip van de onbeschikbaarheid van systemen, personeel, werkruimte, externe leveranciers of datacentra of verlies of beschadiging van kritieke gegevens en documenten;

c)

procedures voor het overbrengen van het handelssysteem naar een back-uplocatie en de exploitatie van het handelssysteem vanaf die locatie, waarbij het beschikken over een dergelijke locatie in overeenstemming is met de aard, schaal en complexiteit van de algoritmische handelsactiviteiten van de beleggingsonderneming;

d)

personeelsopleiding over het beheer van de regelingen ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening;

e)

gebruiksbeleid inzake de functionaliteit als bedoeld in artikel 12;

f)

regelingen voor het stilleggen van het relevante handelsalgoritme of handelssysteem, indien van toepassing;

g)

alternatieve regelingen voor de beleggingsonderneming om uitstaande orders en posities te beheren.

3.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat haar handelsalgoritme of handelssysteem in overeenstemming met haar regelingen ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening kan worden stilgelegd zonder handelsvoorwaarden te creëren die de ordelijke werking van de markt verstoren.

4.   Een beleggingsonderneming toetst en test haar regelingen ter verzekering van de continuïteit van de bedrijfsuitoefening jaarlijks en wijzigt de regelingen in het licht van die toetsing.

Artikel 15

Pretransactionele controles op de inbrenging van een order

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming voert de volgende pretransactionele controles uit op de inbrenging van een order wat betreft alle financiële instrumenten:

a)

voor een prijs gestelde ordes van grootte, waarbij orders die niet aan vastgestelde parameters voldoen, automatisch worden geblokkeerd of geannuleerd; hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende financiële instrumenten, zowel per individueel order als over een bepaalde periode;

b)

maximumorderwaarden, waarmee wordt voorkomen dat orders met een ongewoon hoge orderwaarde in het orderboek worden ingebracht;

c)

maximumordervolumes, waarmee wordt voorkomen dat orders met een ongewoon hoge ordergrootte in het orderboek worden ingebracht;

d)

maximumlimieten voor berichten, waarmee wordt voorkomen dat een buitensporig aantal berichten met betrekking tot de indiening, wijziging of annulering van een order naar orderboeken wordt gezonden.

2.   Een beleggingsonderneming telt onmiddellijk alle naar een handelsplatform gezonden orders mee in de berekening van de in lid 1 bedoelde pretransactionele limieten.

3.   Een beleggingsonderneming voert een systeem voor herhaalde automatische uitvoering in dat regelt hoeveel keer een strategie op het gebied van algoritmische handel wordt toegepast. Na een vooraf vastgesteld aantal herhaalde uitvoeringen wordt het handelssysteem automatisch uitgeschakeld totdat het door een aangewezen personeelslid weer wordt ingeschakeld.

4.   Een beleggingsonderneming stelt markt- en kredietrisicolimieten vast op basis van haar kapitaalbasis, haar clearingregelingen, haar handelsstrategie, haar risicotolerantie, ervaring en bepaalde variabelen zoals hoe lang de beleggingsonderneming zich reeds met algoritmische handel bezighoudt en haar afhankelijkheid van derde leveranciers. De beleggingsonderneming past deze markt- en kredietrisicolimieten aan om rekening te houden met de veranderende impact van de orders op de relevante markt vanwege verschillende prijs- en liquiditeitsniveaus.

5.   Een beleggingsonderneming blokkeert of annuleert automatisch orders van een handelaar als zij er kennis van krijgt dat die handelaar geen toestemming heeft om een bepaald financieel instrument te verhandelen. Een beleggingsonderneming belast zich met het automatisch blokkeren of annuleren van orders indien deze orders de eigen risicodrempels van de beleggingsonderneming in gevaar kunnen brengen. In voorkomend geval kunnen controles worden verricht op blootstellingen aan individuele cliënten, financiële instrumenten, handelaren, handelsafdelingen of de beleggingsonderneming als geheel.

6.   Een beleggingsonderneming voert procedures en regelingen in voor het behandelen van orders die door de pretransactionele controles van de beleggingsonderneming zijn geblokkeerd, maar die de beleggingsonderneming desondanks wil indienen. Dergelijke procedures en regelingen worden op tijdelijke basis en in uitzonderlijke omstandigheden met betrekking tot een specifieke transactie toegepast. Zij zijn onderworpen aan controle door de risicobeheerfunctie en toestemming van een aangewezen persoon van de beleggingsonderneming.

Artikel 16

Realtimemonitoring

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming monitort, tijdens de uren dat zij orders naar handelsplatforms zendt, realtime alle algoritmische handelsactiviteit die plaatsvindt onder haar handelscode, inclusief die van haar cliënten, op tekenen van handelsvoorwaarden die de ordelijke werking van de markt verstoren, inclusief handel over markten, activaklassen of producten heen ingeval de onderneming of haar cliënten aan dergelijke activiteiten deelneemt.

2.   De realtimemonitoring van algoritmische handelsactiviteit wordt ondernomen door de handelaar die verantwoordelijk is voor het handelsalgoritme of de algoritmische handelsstrategie, en door de risicobeheerfunctie of een onafhankelijke risicocontrolefunctie die voor de toepassing van deze bepaling is ingesteld. Die risicocontrolefunctie wordt als onafhankelijk beschouwd, ongeacht of de realtimemonitoring wordt uitgevoerd door een lid van het personeel van de beleggingsonderneming of door een derde, mits die functie hiërarchisch niet ondergeschikt is aan de handelaar en de handelaar tot de orde kan roepen voor zover van toepassing en passend binnen het governancekader in overeenstemming met artikel 1.

3.   Personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de realtimemonitoring, reageren tijdig op operationele en regelgevende kwesties en nemen zo nodig het initiatief tot herstelmaatregelen.

4.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat de bevoegde autoriteit, de relevante handelsplatforms en, in voorkomend geval, de aanbieders van DEA, clearingleden en centrale tegenpartijen te allen tijde toegang hebben tot personeelsleden die belast zijn met de realtimemonitoring. Met dit doel belast een beleggingsonderneming zich met het identificeren en periodiek testen van haar communicatiekanalen, inclusief haar contactprocedures buiten de handelstijden, om ervoor te zorgen dat in een noodsituatie de personeelsleden met de passende bevoegdheidsgraad elkaar tijdig kunnen bereiken.

5.   De systemen voor realtimemonitoring genereren realtimewaarschuwingen om het personeel te helpen bij het identificeren van onverwachte handelsactiviteiten die door middel van een algoritme zijn ondernomen. Een beleggingsonderneming voert een proces in om zo spoedig mogelijk nadat een waarschuwing is gegenereerd, herstelmaatregelen te ondernemen; zo nodig kan zij zich ook op ordelijke wijze uit de markt terugtrekken. Die systemen genereren ook waarschuwingen in verband met algoritmen en DEA-orders die handelsremmers van een handelsplatform in werking stellen. Realtimewaarschuwingen worden binnen vijf seconden na het relevante feit gegenereerd.

Artikel 17

Posttransactionele controles

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming voert continu de posttransactionele controles uit die zij heeft ingevoerd. Indien een posttransactionele controle in werking wordt gesteld, onderneemt de beleggingsonderneming passende maatregelen; zij kan onder meer overgaan tot de aanpassing of stillegging van het relevante handelsalgoritme of zich op ordelijke wijze uit de markt terugtrekken.

2.   De in lid 1 bedoelde posttransactionele controles omvatten de continue beoordeling en monitoring van het markt- en kredietrisico van de beleggingsonderneming in termen van effectieve blootstelling.

3.   Een beleggingsonderneming houdt documentatie bij van handels- en rekeninginformatie die nauwkeurig, volledig en consistent is. De beleggingsonderneming sluit haar eigen vastgelegde gegevens over haar elektronische handel aan met informatie over haar uitstaande orders en risicoblootstellingen als verstrekt door de handelsplatforms waarnaar zij orders zendt, door haar makelaars of DEA-aanbieders, door haar clearingleden of centrale tegenpartijen en door haar dataleveranciers of andere relevante zakenpartners. Aansluiting vindt plaats realtime indien de bovengenoemde marktdeelnemers de informatie realtime verstrekken. Een beleggingsonderneming kan realtime haar uitstaande blootstelling en die van haar handelaren en cliënten berekenen.

4.   Voor derivaten omvatten de in lid 1 bedoelde posttransactionele controles controles betreffende de maximale long- en short- en totale strategieposities, waarbij handelslimieten moeten worden vastgesteld in eenheden die passen bij de types betrokken financiële instrumenten.

5.   Posttransactionele monitoring wordt ondernomen door de handelaren die verantwoordelijk zijn voor het algoritme en de risicocontrolefunctie van de beleggingsonderneming.

Artikel 18

Beveiliging en limieten aan toegang

(Artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming implementeert een IT-strategie met gedefinieerde doelstellingen en maatregelen die:

a)

in overeenstemming is met de bedrijfs- en de risicostrategie van de beleggingsonderneming en aangepast is aan haar operationele activiteiten en de risico's waaraan de onderneming is blootgesteld;

b)

gebaseerd is op een betrouwbare IT-organisatie, inclusief dienstverlening, productie en ontwikkeling;

c)

in overeenstemming is met een effectief IT-beveiligingsbeheer.

2.   Een beleggingsonderneming belast zich met het opzetten en in stand houden van passende regelingen voor fysieke en elektronische beveiliging die de risico's minimaliseren van aanvallen op de informatiesystemen en die effectief identiteits- en toegangsbeheer omvatten. Die regelingen garanderen de vertrouwelijkheid, integriteit, authenticiteit en beschikbaarheid van gegevens en de betrouwbaarheid en robuustheid van de informatiesystemen van de beleggingsonderneming.

3.   Een beleggingsonderneming stelt de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van elke materiële inbreuk op haar fysieke en elektronische beveiligingsmaatregelen. Zij verstrekt een incidentverslag aan de bevoegde autoriteit, waarin de aard van het incident, de naar aanleiding van het incident genomen maatregelen en de genomen initiatieven om de herhaling van dergelijke incidenten te voorkomen, worden vermeld.

4.   Een beleggingsonderneming onderneemt jaarlijks penetratietests en kwetsbaarheidsscans om cyberaanvallen te simuleren.

5.   Een beleggingsonderneming zorgt ervoor dat zij in staat is om alle personen te identificeren die kritieke gebruikerstoegangsrechten tot haar IT-systemen hebben. De beleggingsonderneming beperkt het aantal dergelijke personen en monitort hun toegang tot de IT-systemen om te allen tijde voor traceerbaarheid te zorgen.

HOOFDSTUK III

DIRECTE ELEKTRONISCHE TOEGANG

Artikel 19

Algemene bepalingen voor DEA

(Artikel 17, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU)

Een DEA-aanbieder stelt gedragslijnen en procedures in om te waarborgen dat de handel van zijn DEA-cliënten voldoet aan de regels van het handelsplatform teneinde ervoor te zorgen dat de DEA-aanbieder voldoet aan de vereisten overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU.

Artikel 20

Controles van de DEA-aanbieders

(Artikel 17, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een DEA-aanbieder onderwerpt de orderstroom van elk van zijn DEA-cliënten aan de controles vastgesteld in de artikelen 13, 15 en 17 en de realtimemonitoring vastgesteld in artikel 16. Die controles en die monitoring zijn gescheiden en verschillend van de controles en monitoring die door DEA-cliënten worden uitgevoerd. Met name doorlopen de orders van een DEA-cliënt altijd de pretransactionele controles die door de DEA-aanbieder worden vastgesteld en uitgevoerd.

2.   Een DEA-aanbieder kan gebruikmaken van zijn eigen pretransactionele en posttransactionele controles, controles die door een derde worden aangeboden of controles die door het handelsplatform worden aangeboden en realtimemonitoring. In alle omstandigheden blijft de DEA-aanbieder verantwoordelijk voor de effectiviteit van die controles. De DEA-aanbieder zorgt er eveneens voor dat alleen hij gerechtigd is de parameters of limieten van die pretransactionele en posttransactionele controles en realtimemonitoring vast te stellen of te wijzigen. De DEA-aanbieder monitort doorlopend het functioneren van de pretransactionele en posttransactionele controles.

3.   De limieten van de pretransactionele controles met betrekking tot de indiening van orders zijn gebaseerd op de krediet- en risicolimieten waaraan de DEA-aanbieder de handelsactiviteit van zijn DEA-cliënten onderwerpt. Die limieten zijn gebaseerd op de initiële due diligence en het periodieke onderzoek van de DEA-cliënt door de DEA-aanbieder.

4.   De parameters en limieten van de controles waaraan DEA-cliënten die gesponsorde toegang gebruiken worden onderworpen, zijn even streng als die welke worden uitgevoerd op DEA-cliënten die DMA gebruiken.

Artikel 21

Specificaties voor de systemen van DEA-aanbieders

(Artikel 17, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een DEA-aanbieder zorgt ervoor dat zijn handelssystemen hem in staat stellen:

a)

orders te monitoren die door een DEA-cliënt zijn ingediend met gebruikmaking van de handelscode van de DEA-aanbieder;

b)

automatisch orders te blokkeren of te annuleren van natuurlijke personen die handelssystemen exploiteren die orders met betrekking tot algoritmische handel indienen en niet over een vergunning beschikken om orders via DEA te zenden;

c)

automatisch orders te blokkeren of te annuleren van een DEA-cliënt met betrekking tot financiële instrumenten die die cliënt niet mag verhandelen, met gebruikmaking van een intern markeringssysteem om afzonderlijke DEA-cliënten of een groep van DEA-cliënten te identificeren en te blokkeren;

d)

orders van een DEA-cliënt die inbreuk maken op de risicobeheerdrempels van de DEA-aanbieder, automatisch te blokkeren of te annuleren en blootstellingen van individuele DEA-cliënten, financiële instrumenten of groepen DEA-cliënten aan controles te onderwerpen;

e)

orderstromen te stoppen die afkomstig zijn van DEA-cliënten;

f)

DEA-diensten aan een DEA-cliënt op te schorten of in te trekken indien de DEA-aanbieder er niet van overtuigd is dat continue toegang in overeenstemming zou zijn met zijn regels en procedures inzake eerlijke en ordelijke handel en marktintegriteit;

g)

telkens wanneer noodzakelijk een toetsing uit voeren van de internerisicocontrolesystemen van DEA-cliënten.

2.   Een DEA-aanbieder beschikt over procedures voor het evalueren, beheren en beperken van marktverstoring en ondernemingsspecifieke risico's. De DEA-aanbieder is in staat de personen te identificeren die geïnformeerd moeten worden in geval van een vergissing die resulteert in schendingen van het risicoprofiel of in mogelijke schendingen van de regels van het handelsplatform.

3.   Een DEA-aanbieder is te allen tijde in staat zijn verschillende DEA-cliënten en de handelsafdelingen en handelaren van die DEA-cliënten te identificeren die orders indienen via de systemen van de DEA-aanbieder, door hen een unieke identificatiecode toe te kennen.

4.   Een DEA-aanbieder die een DEA-cliënt de mogelijkheid biedt zijn DEA-toegang aan zijn eigen cliënten aan te bieden („subdelegatie”), is in staat de verschillende orderstromen van de begunstigden van een dergelijke subdelegatie te identificeren zonder de identiteit van de begunstigden van een dergelijke regeling te hoeven kennen.

5.   Een DEA-aanbieder registreert gegevens met betrekking tot de door zijn DEA-cliënten ingediende orders, inclusief wijzigingen en annuleringen, de door zijn monitoringsystemen gegenereerde waarschuwingen en de in zijn filterproces aangebrachte wijzigingen.

Artikel 22

Duediligencebeoordeling van potentiële DEA-cliënten

(Artikel 17, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een DEA-aanbieder voert een duediligencebeoordeling van zijn potentiële DEA-cliënten uit om ervoor te zorgen dat zij voldoen aan de vereisten van deze verordening en de regels van het handelsplatform waartoe hij toegang verleent.

2.   De in lid 1 bedoelde duediligencebeoordeling heeft betrekking op:

a)

de governance- en eigendomsstructuur van de potentiële DEA-cliënt;

b)

de types strategieën die door de potentiële DEA-cliënt zullen worden gevoerd;

c)

de operationele structuur, de systemen, de pretransactionele en posttransactionele controles en de realtimemonitoring van de potentiële DEA-cliënt. De beleggingsonderneming die DEA aanbiedt die DEA-cliënten in staat stelt handelssoftware van derden te gebruiken om toegang te verkrijgen tot handelsplatforms, zorgt ervoor dat de software pretransactionele controles uitvoert die gelijkwaardig zijn aan de pretransactionele controles waarin deze verordening voorziet;

d)

de verantwoordelijkheden binnen de potentiële DEA-cliënt om met acties en vergissingen om te gaan;

e)

het historische handelspatroon en handelsgedrag van de potentiële DEA-cliënt;

f)

het verwachte handelsniveau en ordervolume van de potentiële DEA-cliënt;

g)

het vermogen van de potentiële DEA-cliënt om te voldoen aan zijn financiële verplichtingen tegenover de DEA-aanbieder;

h)

de disciplinaire antecedenten van de potentiële DEA-cliënt, indien beschikbaar.

3.   Een DEA-aanbieder die onderdelegatie toestaat, zorgt ervoor dat een potentiële DEA-cliënt, alvorens die cliënt toegang te verlenen, een duediligencekader in werking heeft gesteld dat ten minste gelijkwaardig is aan het kader dat in leden 1 en 2 wordt beschreven.

Artikel 23

Periodieke toetsing van DEA-cliënten

(Artikel 17, lid 5, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een DEA-aanbieder toetst jaarlijks zijn duediligencebeoordelingsprocessen.

2.   Een DEA-aanbieder voert een jaarlijkse risicogebaseerde beoordeling uit van de toereikendheid van de interne beheersing van zijn cliënten, met name rekening houdend met wijzigingen in de schaal, aard of complexiteit van hun handelsactiviteiten of -strategieën, wijzigingen in hun personeelsbezetting, eigendomsstructuur, handels- of bankrekening, regelgevende status, financiële positie en het feit of een DEA-cliënt een voornemen te kennen heeft gegeven de toegang die hij van de DEA-aanbieder ontvangt, te subdelegeren.

HOOFDSTUK IV

BELEGGINGSONDERNEMINGEN DIE ALS GENERAL CLEARING MEMBERS OPTREDEN

Artikel 24

Interne beheersing van beleggingsondernemingen die als general clearing member optreden

(Artikel 17, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU)

Alle systemen die worden gebruikt door een beleggingsonderneming die als een general clearing member („clearingonderneming”) optreedt om de verlening van haar clearingdiensten aan haar cliënten te ondersteunen, is onderworpen aan passende duediligencebeoordelingen, controles en monitoring.

Artikel 25

Duediligencebeoordelingen van potentiële clearingcliënten

(Artikel 17, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een clearingonderneming maakt een initiële beoordeling van een potentiële clearingcliënt rekening houdend met de aard, schaal en complexiteit van het bedrijf van de potentiële clearingcliënt. Elke potentiële clearingcliënt wordt beoordeeld op basis van de volgende criteria:

a)

kredietwaardigheid, inclusief gegeven garanties;

b)

interne beheersing;

c)

beoogde handelsstrategie;

d)

betalingssystemen en -regelingen die de potentiële clearingcliënt in staat stellen te zorgen voor een tijdige overdracht van activa of contanten als margin zoals vereist door de clearingonderneming met betrekking tot de clearingdiensten die zij aanbiedt;

e)

systeeminstellingen en toegang tot informatie waarmee de potentiële clearingcliënt wordt geholpen om een met de clearingonderneming afgesproken maximumhandelslimiet te respecteren;

f)

alle zekerheid die door de potentiële clearingcliënt aan de clearingonderneming is verstrekt;

g)

operationele middelen, inclusief technologische interfaces en connectiviteit;

h)

elke betrokkenheid van de potentiële clearingcliënt bij een inbreuk op de regels ter waarborging van de integriteit van de financiële markten, inclusief betrokkenheid bij marktmisbruik, financiële criminaliteit of het witwassen van geld.

2.   Een clearingonderneming toetst jaarlijks de lopende prestaties van haar clearingcliënten aan de in lid 1 genoemde criteria. De bindende schriftelijke overeenkomst bedoeld in artikel 17, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU bevat die criteria en bepaalt de frequentie waarmee de clearingonderneming de prestaties van haar clearingcliënten aan die criteria toetst indien deze toetsing meer dan eens per jaar moet worden uitgevoerd. De bindende schriftelijke overeenkomst bepaalt de gevolgen voor clearingcliënten die niet voldoen aan die criteria.

Artikel 26

Positielimieten

(Artikel 17, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een clearingonderneming belast zich met het vaststellen en meedelen aan haar clearingcliënten van passende handels- en positielimieten voor het beperken en beheren van haar eigen tegenpartij-, liquiditeits-, operationele en andere risico's.

2.   Een clearingonderneming monitort de posities van haar clearingcliënten op basis van de in lid 1 bedoelde limieten zo realtime mogelijk en beschikt over passende pre- en posttransactionele procedures voor het beheer van het risico van inbreuken op de positielimieten, door middel van een passende marginpraktijk en op andere passende manieren.

3.   Een clearingonderneming documenteert schriftelijk de in lid 2 bedoelde procedures en registreert of de clearingcliënten aan die procedures voldoen.

Artikel 27

Openbaarmaking van informatie over de aangeboden diensten

(Artikel 17, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een clearingonderneming maakt de voorwaarden openbaar waaronder zij haar clearingdiensten aanbiedt. Zij biedt die diensten aan tegen redelijke commerciële voorwaarden.

2.   Een clearingonderneming stelt haar potentiële en bestaande clearingcliënten in kennis van de beschermingsniveaus en van de kosten die verbonden zijn aan de verschillende scheidingsniveaus die zij aanbiedt. De informatie over de verschillende scheidingsniveaus omvat een beschrijving van de belangrijkste rechtsgevolgen van de respectieve scheidingsniveaus die worden aangeboden, met inbegrip van informatie over het insolventierecht dat in het relevante rechtsgebied van kracht is.

HOOFDSTUK V

TECHNIEK VAN HOOGFREQUENTE ALGORITMISCHE HANDEL EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 28

Inhoud en formaat van orderdocumentatie

(Artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU)

1.   Een beleggingsonderneming die een techniek van hoogfrequente algoritmische handel aanwendt, registreert meteen na indiening van een order de bijzonderheden van elk ingediend order met gebruikmaking van het formaat bepaald in de tabellen 2 en 3 van bijlage II.

2.   Een beleggingsonderneming die een techniek van hoogfrequente algoritmische handel aanwendt, actualiseert de in lid 1 bedoelde informatie in de normen en formaten gespecificeerd in de vierde kolom van de tabellen 2 en 3 van bijlage II.

3.   De documentatie als bedoeld in leden 1 en 2 wordt bewaard gedurende vijf jaar met ingang van de datum van indiening van een uit te voeren order bij een handelsplatform of bij een andere beleggingsonderneming.

Artikel 29

Inwerkingtreding en toepassing

(Artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU)

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.

(2)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(4)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE I

Criteria die in aanmerking moeten worden genomen bij de zelfbeoordeling van de beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 9, lid 1

1.

Bij het in aanmerking nemen van de aard van haar bedrijf neemt een beleggingsonderneming in voorkomend geval het volgende in aanmerking:

a)

de regelgevende status van de onderneming en, in voorkomend geval, van haar DEA-cliënten, met inbegrip van de regelgevende vereisten waaraan zij als beleggingsonderneming is onderworpen op grond van Richtlijn 2014/65/EU en andere relevante regelgevende vereisten;

b)

de rol van de onderneming op de markt, inclusief of zij een marketmaker is en of zij orders uitvoert voor cliënten of veeleer alleen voor eigen rekening handelt;

c)

het niveau van automatisering van de handel en van andere processen of activiteiten van de onderneming;

d)

de types en regelgevende status van de instrumenten, producten en activacategorieën waarin de onderneming handelt;

e)

de types strategieën die de onderneming aanwendt en de risico's van deze strategieën voor het eigen risicobeheer van de onderneming en voor het eerlijk en ordelijk functioneren van de markten; de onderneming neemt met name de aard van deze strategieën in aanmerking, zoals marketmaking of arbitrage, en of die strategieën langetermijn-, kortetermijn-, richtings- of niet-richtingsstrategieën zijn;

f)

de latentiegevoeligheid van de strategieën en handelsactiviteiten van de onderneming;

g)

het type en de regelgevende status van handelsplatforms en andere liquiditeitspools waartoe toegang is verkregen en met name of de handelsactiviteit op die handelsplatforms en andere liquiditeitspools „lit”, „dark” of over-the-counter-handel is;

h)

de connectiviteitsoplossingen van de onderneming en of zij als lid, als DEA-cliënt of als DEA-aanbieder toegang verkrijgt tot handelsplatforms;

i)

de mate waarin de onderneming op derden steunt voor het ontwikkelen en onderhouden van haar algoritmen of handelssystemen, en of zij deze algoritmen of handelssystemen zelf heeft ontwikkeld, met een derde heeft ontwikkeld, heeft gekocht van of heeft uitbesteed aan een derde;

j)

de eigendoms- en governancestructuur van de onderneming, hoe zij organisatorisch en operationeel is gestructureerd, en of zij een personenvennootschap, dochteronderneming, beursgenoteerde vennootschap is, of anderszins;

k)

de risicobeheer-, compliance- en auditstructuur en organisatie van de onderneming;

l)

de datum van oprichting van de onderneming en het niveau van ervaring en deskundigheid van haar personeel en of zij recent is opgericht.

2.

Bij het in aanmerking nemen van de schaal van haar bedrijf neemt een beleggingsonderneming in voorkomend geval het volgende in aanmerking:

a)

het aantal parallel lopende algoritmen en strategieën;

b)

het aantal verhandelde afzonderlijke instrumenten, producten en activacategorieën;

c)

het aantal geëxploiteerde handelsafdelingen en gebruikte afzonderlijke handelsidentificatoren van de natuurlijke personen en algoritmes verantwoordelijk voor orderuitvoering;

d)

de messagingvolumecapaciteiten en met name het aantal ingediende, aangepaste, geannuleerde en uitgevoerde orders;

e)

de geldelijke waarde van haar bruto- en nettoposities intraday en overnight;

f)

het aantal markten waartoe als lid of deelnemer of via DEA toegang is verkregen;

g)

het aantal en de omvang van de cliënten van de onderneming en met name de DEA-cliënten van de onderneming;

h)

het aantal colocatie- of proximity hosting-sites waarmee de onderneming connectiviteit heeft;

i)

de doorvoeromvang van de connectiviteitsinfrastructuur van de onderneming;

j)

het aantal clearingleden of CTP-lidmaatschappen van de onderneming;

k)

de omvang van het bedrijf in termen van het aantal handelaren en frontoffice-, middleoffice- en backoffice-personeel dat in dienst is genomen als voltijdequivalent;

l)

het aantal fysieke locaties van de onderneming;

m)

het aantal landen en regio's waar de onderneming handelsactiviteiten onderneemt;

n)

de jaarlijkse winst van de onderneming.

3.

Bij het in aanmerking nemen van de complexiteit van haar bedrijf neemt een beleggingsonderneming in voorkomend geval het volgende in aanmerking:

a)

de aard van de door de onderneming of door haar cliënten gevoerde strategieën, voor zover de onderneming met deze strategieën bekend is, en met name of deze strategieën inhouden dat algoritmen worden aangewend die orders in verband met gecorreleerde instrumenten of op verschillende handelsplatformen of liquiditeitspools in werking stellen;

b)

de algoritmen van de onderneming, in termen van codering, inputs waarop de algoritmen steunen, interdependenties en in de algoritmen opgenomen uitzonderingen op de regel, of anderszins;

c)

de handelssystemen van de onderneming in termen van diversiteit van de aangewende handelssystemen, en de mate waarin de onderneming zeggenschap heeft over het instellen, aanpassen, testen en toetsen van haar handelssystemen;

d)

de structuur van de onderneming in termen van eigendom en governance en haar organisatorische, operationele, technische, fysieke of geografische opzet;

e)

de diversiteit van de connectiviteits-, technologie- of clearingoplossingen van de onderneming;

f)

de diversiteit van de fysieke handelsinfrastructuren van de onderneming;

g)

de mate waarin de onderneming uitbesteding onderneemt of aanbiedt en met name waar sleutelfuncties worden uitbesteed;

h)

het aanbod of het gebruik van DEA door de onderneming, of het om DMA of gesponsorde toegang gaat en de voorwaarden waaronder DEA aan cliënten wordt aangeboden, en

i)

de snelheid waarmee door de onderneming of haar cliënten wordt gehandeld.


BIJLAGE II

Inhoud en formaat van orderdocumentatie als bedoeld in artikel 28

Tabel 1

Legende voor de tabellen 2 en 3

SYMBOOL

GEGEVENSSOORT

DEFINITIE

{ALPHANUM-n}

Maximaal n alfanumerieke tekens

Veld voor vrije tekst.

{CURRENCYCODE_3}

3 alfanumerieke tekens

Drieletterige valutacode volgens ISO 4217-valutacodes

{DATE_TIME_FORMAT}

Datum- en tijdformaat volgens ISO 8601

Datum en tijdstip in het volgende formaat:

JJJJ-MM-DDTuu:mm:ss.ddddddZ, waarbij

„JJJJ” is het jaar:

„MM” is de maand;

„DD” is de dag;

„T” — betekent dat de letter „T” wordt gebruikt

„uu” is het uur;

„mm” is de minuut;

„ss.dddddd” is de seconde en de fractie van een seconde;

Z is het UTC-tijdstip.

Data en tijdstippen moeten worden uitgedrukt in UTC.

{DECIMAL-n/m}

Decimaal getal van maximaal n cijfers in totaal, waarvan maximaal m cijfers fractiecijfers kunnen zijn

Numeriek veld voor zowel positieve als negatieve waarden:

het decimaalteken is „.” (punt);

negatieve getallen worden voorafgegaan door „–” (minus);

waarden worden afgerond, niet afgebroken.

{INTEGER-n}

Geheel getal van maximaal n tekens in totaal

Numeriek veld voor zowel positieve als negatieve gehele waarden.

{ISIN}

12 alfanumerieke tekens

ISIN-code volgens ISO 6166.

{LEI}

20 alfanumerieke tekens

Identificatiecode juridische entiteit volgens ISO 17442.

{MIC}

4 alfanumerieke tekens

Marktidentificatiecode volgens ISO 10383.

{NATIONAL_ID}

35 alfanumerieke tekens

De identificator wordt beschreven in artikel 6 en bijlage II bij [technische reguleringsnorm 22 inzake verplichtingen om transacties te melden op grond van artikel 26 van Verordening (EU) nr. 600/2014].


Tabel 2

Informatie betreffende elke initiële handelsbeslissing en binnenkomende orders van cliënten

Nr.

Veld

Beschrijving

Normen en formaat

1

Voornaam (voornamen) cliënt

Volledige voornaam (voornamen) van de cliënt. Indien er meer dan één voornaam is, worden alle voornamen gescheiden door een komma in dit veld opgenomen.

Dit veld wordt blank gelaten ingeval het door de identificatiecode juridische entiteit (LEI) wordt gedekt.

{ALPHANUM-140}

2

Achternaam (achternamen) cliënt

Volledige achternaam (achternamen) van de cliënt. Indien er meer dan één achternaam is, worden alle achternamen gescheiden door een komma in dit veld opgenomen.

Dit veld wordt blank gelaten ingeval het door de identificatiecode juridische entiteit (LEI) wordt gedekt.

{ALPHANUM-140}

3

Identificatiecode cliënt

Gebruikte code ter identificatie van de cliënt van de beleggingsonderneming. Ingeval er een DEA is, wordt de code van de DEA-gebruiker gebruikt.

Indien de cliënt een juridische entiteit is, wordt de LEI-code van de cliënt gebruikt.

Indien de cliënt geen juridische entiteit is, wordt de {NATIONAL_ID} gebruikt.

In geval van geaggregeerde orders wordt gebruikgemaakt van de afkorting AGGR als gespecificeerd in artikel 2, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/580 van de Commissie (1).

In geval van hangende toewijzing wordt gebruikgemaakt van de afkorting PNAL als gespecificeerd in artikel 2, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/580.

Dit veld wordt alleen blank gelaten als de beleggingsonderneming geen cliënt heeft.

{LEI}

{NATIONAL_ID}

„AGGR” — geaggregeerde orders

„PNAL” — hangende toewijzingen

4

Naam (namen) van de persoon die handelt in naam van de cliënt

Dit veld bevat de volledige voornaam (voornamen) van de persoon die handelt in naam van de cliënt.

Indien er meer dan één voornaam is, worden alle voornamen gescheiden door een komma in dit veld opgenomen.

{ALPHANUM-140}

5

Achternaam (achternamen) van de persoon die handelt in naam van de cliënt

Dit veld bevat de volledige achternaam (achternamen) van de persoon die handelt in naam van de cliënt. Ingeval er meer dan één achternaam is, worden alle achternamen gescheiden door een komma in dit veld opgenomen.

{ALPHANUM-140}

6

Beleggingsbesluit binnen het bedrijf

Gebruikte code ter identificatie van de persoon of het algoritme binnen de beleggingsonderneming die/dat verantwoordelijk is voor het beleggingsbesluit overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie (2).

Indien een natuurlijke persoon verantwoordelijk was voor het beleggingsbesluit, wordt de persoon die verantwoordelijk was of de eerste verantwoordelijkheid had voor het beleggingsbesluit, aan de hand van de {NATIONAL_ID} geïdentificeerd.

Indien een algoritme verantwoordelijk was voor het beleggingsbesluit, wordt het veld ingevuld als beschreven in artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie.

Dit veld wordt blank gelaten indien het beleggingsbesluit niet door een persoon of een algoritme binnen de beleggingsonderneming is genomen.

{NATIONAL_ID} — Natuurlijke personen

{ALPHANUM-50} — Algoritmen

7

Aanduiding initiële order

De code die wordt gebruikt om de order te identificeren die van de cliënt is ontvangen of door de beleggingsonderneming is gegenereerd voordat de order werd verwerkt en ingediend bij het handelsplatform of de beleggingsonderneming.

{ALPHANUM-50}

8

Koop-verkoopindicator

Om weer te geven of het om een koop- of verkooporder gaat.

In geval van opties en swaptions is de koper de tegenpartij die het recht bezit om de optie uit te oefenen en is de verkoper de tegenpartij die de optie verkoopt en een premie ontvangt.

In geval van futures en forwards behalve valutafutures en -forwards is de koper de tegenpartij die het instrument koopt en de verkoper de tegenpartij die het instrument verkoopt.

In geval van swaps met betrekking tot effecten is de koper de tegenpartij waarbij het risico van prijsbeweging van het onderliggende effect komt te liggen en die het zekerheidsbedrag ontvangt. De verkoper is de tegenpartij die het zekerheidsbedrag betaalt.

In geval van swaps met betrekking tot rente of inflatie-indices is de koper de tegenpartij die de vaste rente betaalt. De verkoper is de tegenpartij die de vaste rente ontvangt. In geval van basisswaps (variabel-voor-variabel renteswaps) is de koper de tegenpartij die de spread betaalt en de verkoper de tegenpartij die de spread ontvangt.

In geval van swaps en forwards met betrekking tot valuta en van cross currency swaps is de koper de tegenpartij die de valuta ontvangt die op de eerste plaats staat bij alfabetische sortering volgens de ISO 4217-norm en de verkoper de tegenpartij die deze valuta levert.

In geval van swaps met betrekking tot dividenden is de koper de tegenpartij die de gelijkwaardige werkelijke dividenduitkeringen ontvangt. De verkoper is de tegenpartij die het dividend betaalt en de vaste rente ontvangt.

In geval van afgeleide instrumenten voor de overdracht van kredietrisico behalve opties en swaptions is de koper de tegenpartij die de protectie koopt. De verkoper is de tegenpartij die de protectie verkoopt.

In geval van derivatencontracten in verband met grondstoffen of emissierechten is de koper de tegenpartij die de in het rapport gespecificeerde grondstof of het in het rapport gespecificeerd emissierecht ontvangt en de verkoper de tegenpartij die deze grondstof of dit emissierecht levert.

In geval van forward rate agreements is de koper de tegenpartij die de vaste rente betaalt en de verkoper de tegenpartij die de vaste rente ontvangt.

Voor wat betreft een stijging van de notionele waarde, is de koper dezelfde als de verkrijger van het financieel instrument bij de oorspronkelijke transactie en de verkoper dezelfde als de vervreemder van het financieel instrument bij de oorspronkelijke transactie.

Voor wat betreft een daling van de notionele waarde, is de koper dezelfde als de vervreemder van het financieel instrument bij de oorspronkelijke transactie en de verkoper dezelfde als de verkrijger van het financieel instrument bij de oorspronkelijke transactie.

„BUYI” — kopen

„SELL” — verkopen

9

Identificatiecode van het financieel instrument

Unieke en eenduidige identificator van het financieel instrument

{ISIN}

10

Prijs

Limietprijs van de order, in voorkomend geval exclusief provisie en opgelopen rente.

Voor stoporders is dit de stopprijs voor de order.

Indien er optiecontracten zijn, is de prijs de premie van het derivatencontract per onderliggende waarde of per indexpunt.

Indien er spread bets zijn, is de prijs de referentieprijs van het direct onderliggend instrument.

Voor credit default swaps is de prijs de coupon in basispunten.

Indien de prijs in geldelijke waarde wordt gerapporteerd, wordt de prijs in de hoofdvalutaeenheid gegeven.

Indien de prijs niet van toepassing is, wordt de waarde „NOAP” in het veld ingevuld.

Indien de prijs momenteel niet beschikbaar is maar hangende, is de waarde „PNDG”.

Indien de overeengekomen prijs nul is, wordt de prijs nul gebruikt.

In voorkomend geval worden waarden niet afgerond of afgebroken.

{DECIMAL-18/13} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als geldelijke waarde.

{DECIMAL-11/10} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als een percentage of rendement.

{DECIMAL-18/17} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als basispunten.

„PNDG” ingeval de prijs niet beschikbaar is.

„NOAP” ingeval de prijs niet van toepassing is.

11

Eenheid van de prijs

Geeft aan of de prijs en de uitoefenprijs worden uitgedrukt in geldelijke waarde, in percentage, in rendement of in basispunten.

„MONE” — Geldelijke waarde

„PERC” — Percentage

„YIEL” — Rendement

„BAPO” — Basispunten

12

Prijsmultiplicator

Aantal eenheden van de onderliggende instrumenten dat door één derivatencontract wordt vertegenwoordigd.

Geldelijke waarde waarop één enkel swapcontract betrekking heeft, waarbij het veld voor de hoeveelheid aangeeft op hoeveel swapcontracten de transactie betrekking heeft. Voor een future of optie op een index, het bedrag per indexpunt.

Voor spreadbets, de koersbeweging van het onderliggende instrument waarop de spreadbet is gebaseerd.

De in dit veld ingevulde informatie moet in overeenstemming zijn met de waarden die in de velden 10 en 26 zijn ingevuld.

{DECIMAL-18/17}

„1” — In geval van niet-afgeleide financiële instrumenten die niet middels contracten worden verhandeld.

13

Prijsvaluta

Valuta waarin de prijs voor het financieel instrument met betrekking tot de order wordt uitgedrukt (van toepassing indien de prijs als een geldelijke waarde wordt uitgedrukt).

{CURRENCYCODE_3}

14

Valuta van poot 2

Bij multi-currency of cross-currency swaps is de valuta van poot 2 de valuta waarin poot 2 van het contract luidt.

Voor swaptions waarbij de onderliggende swap een multi-currency swap is, is de valuta van poot 2 de valuta waarin poot 2 van de swap luidt.

Dit veld is alleen van toepassing op rente- en valutaderivatencontracten.

{CURRENCYCODE_3}

15

Code onderliggend instrument

ISIN-code van het onderliggende instrument.

Voor ADR's, GDR's en gelijksoortige instrumenten: de {ISIN} van het financiële instrument waarop de instrumenten zijn gebaseerd.

Voor converteerbare obligaties: de {ISIN} van het instrument waarin de obligatie kan worden omgezet.

Voor derivaten of andere instrumenten die een onderliggende waarde hebben: de ISIN-code van het onderliggende instrument, indien het onderliggende instrument is toegelaten tot de handel of wordt verhandeld op een handelsplatform. Wanneer de onderliggende waarde een dividend in aandelen is: de ISIN-code van het betrokken aandeel dat recht geeft op het onderliggende dividend.

Voor credit default swaps wordt de ISIN van de referentieobligatie verstrekt.

Ingeval de onderliggende waarde een index is en een ISIN heeft, de ISIN-code voor die index.

Indien de onderliggende waarde een mand is, worden de ISIN's vermeld van elk bestanddeel van de mand dat is toegelaten tot de handel of wordt verhandeld op een handelsplatform. Dit veld wordt zo vaak herhaald als nodig is om alle meldbare instrumenten in de mand te vermelden.

{ISIN}

16

Type optie

Geeft aan of het derivatencontract een call (recht om een bepaald onderliggend actief te kopen) of een put (recht om een bepaald onderliggend actief te verkopen) is, dan wel of op het tijdstip van plaatsing van de order niet valt uit te maken of het een call of put is. Bij swaptions:

„PUTO” in geval van een receiver swaption, waarbij de koper het recht heeft een swap af te sluiten als ontvanger van vaste rente;

„CALL” in geval van een payer swaption, waarbij de koper het recht heeft een swap af te sluiten als betaler van vaste rente.

Bij caps en floors:

„PUTO” in geval van een floor.

„CALL” in het geval van een cap.

Dit veld geldt alleen voor derivaten die opties of warrants zijn.

„PUTO” — Put

„CALL” — Call

„OTHR” indien niet kan worden bepaald of het een call of een put betreft.

17

Uitoefenprijs

Vooraf bepaalde prijs waarop de houder het onderliggende instrument moet kopen of verkopen, of een aanduiding dat de prijs op het tijdstip van plaatsing van de order niet kan worden bepaald.

Dit veld geldt alleen voor een optie of warrant waarbij de uitoefenprijs op het tijdstip van plaatsing van de order kan worden bepaald.

Indien de uitoefenprijs niet van toepassing is, wordt het veld niet ingevuld.

{DECIMAL-18/13} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als geldelijke waarde.

{DECIMAL-11/10} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als een percentage of rendement.

{DECIMAL-18/17} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als basispunten

„PNDG” ingeval de prijs niet beschikbaar is.

18

Valuta uitoefenprijs

Valuta van de uitoefenprijs.

{CURRENCYCODE_3}

19

Vooruitbetaling

Geldelijke waarde van elke vooruitbetaling in basispunten van de notionele waarde ontvangen of betaald door de verkoper.

Indien de verkoper de vooruitbetaling ontvangt, is de ingevulde waarde positief. Indien de verkoper de vooruitbetaling betaalt, is de ingevulde waarde negatief.

Wat betreft een stijging of daling van de notionele waarde bij derivatencontractenn geeft het getal de absolute waarde van de wijziging weer en wordt het als een positief getal uitgedrukt.

{DECIMAL-18/5}

20

Wijze van levering

Geeft aan of de transactie materieel of contant wordt afgewikkeld.

Wanneer het leveringstype op het tijdstip van plaatsing van de order niet kan worden bepaald, is de waarde „OPTL”.

Het veld moet alleen worden ingevuld indien er derivaten zijn.

„PHYS” — Materieel afgewikkeld

„CASH” — Afgewikkeld in contanten

„OPTN” — Optioneel voor tegenpartij of wanneer door een derde partij bepaald.

21

Uitoefenstijl opties

Geeft aan of de optie uitsluitend op een vaste datum mag worden uitgeoefend (Europese en Aziatische optie), op een reeks vooraf bepaalde data (Bermudaanse optie), dan wel op gelijk welk moment van de looptijd van het contract (Amerikaanse optie).

Dit veld geldt alleen voor opties.

„EURO” — Europees

„AMER” — Amerikaans

„ASIA” — Aziatisch

„BERM” — Bermudaans

„OTHR” — Alle andere typen

22

Vervaldatum

Vervaldatum van het financiële instrument.

Dit veld geldt alleen voor schuldinstrumenten met vastgestelde vervaldatum.

{DATEFORMAT}

23

Expiratiedatum

Expiratiedatum van het gerapporteerde financiële instrument.

Dit veld geldt alleen voor derivaten met een vastgestelde expiratiedatum.

{DATEFORMAT}

24

Valuta van de hoeveelheid

Valuta waarin de hoeveelheid wordt uitgedrukt.

Het veld is alleen van toepassing als de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een nominale of geldelijke waarde.

{CURRENCYCODE_3}

25

Eenheid van de hoeveelheid

Geeft aan of de gerapporteerde hoeveelheid als aantal eenheden, als een nominale waarde of als een geldelijke waarde wordt uitgedrukt.

„UNIT” — Aantal eenheden

„NOML” — Nominale waarde

„MONE” — Geldelijke waarde

26

Initiële hoeveelheid

Het aantal eenheden van het financieel instrument of het aantal derivatencontracten in de order.

De nominale of geldelijke waarde van het financieel instrument.

Voor spread bets is de hoeveelheid gelijk aan de ingezette geldelijke waarde per punt beweging in het onderliggend financieel instrument.

Voor wat betreft een stijging of daling van de notionele waarde van derivatencontracten, geeft het getal de absolute waarde van de wijziging weer en wordt het als een positief getal uitgedrukt.

Voor wat betreft credit default swaps, is de hoeveelheid het notionele bedrag waarvoor de protectie wordt verkregen of vervreemd.

{DECIMAL-18/17} ingeval de hoeveelheid wordt uitgedrukt als aantal eenheden.

{DECIMAL-18/5} ingeval de hoeveelheid wordt uitgedrukt als geldelijke of nominale waarde.

27

Datum en tijdstip

De exacte datum en het exacte tijdstip waarop de order is ontvangen of de exacte datum en het exacte tijdstip waarop de handelsbeslissing is genomen. In voorkomend geval wordt dit veld ingevuld overeenkomstig artikel 3 en tabel 2 in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574 van de Commissie (3).

{DATE_TIME_FORMAT}

In voorkomend geval wordt het aantal cijfers na de „seconden” bepaald overeenkomstig tabel 2 in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574.

28

Bijkomende informatie van de cliënt

Alle instructies, parameters, voorwaarden en alle andere bijzonderheden betreffende de order die door de cliënt zijn doorgegeven aan de beleggingsonderneming.

Vrije tekst


Tabel 3

Informatie over uitgaande en uitgevoerde orders

Nr.

Veld/inhoud

Beschrijving

Formaat

1

Koop-verkoopindicator

Geeft aan of de order een koop- of een verkooporder is, zoals bepaald in de beschrijving van veld 8 van tabel 2.

„BUYI” — Kopen

„SELL” — Verkopen

2

De handelscapaciteit

Geeft aan of het indienen van de order resulteert uit het feit dat het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform matched principal trading uitvoert op grond van artikel 4, punt 38, van Richtlijn 2014/65/EU of voor eigen rekening handelt op grond van artikel 4, punt 6, van Richtlijn 2014/65/EU.

Indien het indienen van de order niet resulteert uit het feit dat het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform matched principal trading uitvoert of voor eigen rekening handelt, wordt in het veld vermeld dat de transactie in een andere hoedanigheid is uitgevoerd.

„DEAL” — Handelen voor eigen rekening

„MTCH” — Matched principal

„AOTC” — Een andere hoedanigheid

3

Liquiditeitsverschaffingsactiviteit

Geeft aan of een order bij een handelsplatform wordt ingediend als onderdeel van een marketmakingstrategie ingevolge artikelen 17 en 48 van Richtlijn 2014/65/EU, of wordt ingediend als onderdeel van een andere activiteit overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/575 van de Commissie (4).

„waar”

„onwaar”

4

Uitvoering binnen de onderneming

Gebruikte code ter identificatie van de persoon of het algoritme binnen de beleggingsonderneming die/dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de transactie uit hoofde van de order overeenkomstig artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590.

Indien een natuurlijke persoon verantwoordelijk is voor de uitvoering van de transactie, wordt de persoon geïdentificeerd aan de hand van de {NATIONAL_ID}.

Indien een algoritme verantwoordelijk is voor de uitvoering van de transactie, wordt dit veld ingevuld overeenkomstig artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590.

Indien meer dan één persoon of een combinatie van personen en algoritmen betrokken zijn bij de uitvoering van de transactie, bepaalt de onderneming welke handelaar of welk algoritme die/dat in de eerste plaats verantwoordelijk is, als gespecificeerd in artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 en wordt in dit veld de identiteit van die handelaar of dat algoritme ingevuld.

Dit veld geldt alleen voor uitgevoerde orders.

{NATIONAL_ID} — Natuurlijke personen

{ALPHANUM-50} — Algoritmen

5

De identificatiecode van de order ingediend bij het handelsplatform of bij een andere beleggingsonderneming

Door de beleggingsonderneming gebruikte interne code om de order te identificeren die bij de handelsplatforms of bij een andere beleggingsonderneming is ingediend, mits de code uniek is per handelsdag en per financieel instrument.

{ALPHANUM-50}

6

De identificatiecode van de order die door een andere beleggingsonderneming of een ander handelsplatform waarbij de order is ingediend, is toegekend

Een alfanumerieke code toegekend door een andere beleggingsonderneming of het handelsplatform waarbij de order door de beleggingsonderneming is ingediend voor uitvoering. In dit veld moet de identificatiecode worden ingevuld die door deze laatste beleggingsonderneming of dit laatste handelsplatform is toegekend.

{ALPHANUM-50}

7

Identificatiecode van de ontvanger van de order

De code van de beleggingsonderneming waaraan de order is doorgegeven, of de code van het handelsplatform waaraan de order is doorgegeven.

Voor een beleggingsonderneming: {LEI}

Voor een handelsplatform: {MIC}

8

Ordertype

Geeft aan welk type order bij het handelsplatform is ingediend overeenkomstig de specificaties van het handelsplatform.

{ALPHANUM-50}

9

Limietprijs

De maximumprijs waarop een kooporder kan worden uitgevoerd, of de minimumprijs waarop een verkooporder kan worden uitgevoerd.

De spreadprijs voor een strategieorder. Deze kan negatief of positief zijn.

In geval van orders die geen limietprijs hebben of in geval van ongeprijsde orders wordt dit veld blank gelaten.

In geval van een converteerbare obligatie wordt de voor de order gebruikte werkelijke prijs (zonder of met opgelopen rente) in dit veld weergegeven.

Indien een order wordt uitgevoerd, registreert de beleggingsonderneming ook de prijs waarop de transactie is uitgevoerd.

{DECIMAL-18/13} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als een geldelijke waarde.

Indien de prijs in geldelijke waarde wordt gerapporteerd, wordt deze in de hoofdvalutaeenheid gegeven.

{DECIMAL-11/10} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als een percentage of rendement.

{DECIMAL-18/17} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als basispunten.

10

Prijsvaluta

Valuta waarin de transactieprijs wordt uitgedrukt (van toepassing indien de prijs wordt uitgedrukt als een geldelijke waarde) voor het financieel instrument dat betrekking heeft op de order.

{CURRENCYCODE_3}

11

Eenheid van de prijs

Geeft aan of de prijs en uitoefenprijs worden uitgedrukt in geldelijke waarde, in percentage, in rendement of in basispunten.

„MONE” — Geldelijke waarde

„PERC” — Percentage

„YIEL” — Rendement

„BAPO” — Basispunten

12

Bijkomende limietprijs

Elke andere limietprijs die eventueel van toepassing is op de order. Dit veld wordt blank gelaten als het niet relevant is.

{DECIMAL-18/13} indien de prijs wordt uitgedrukt als een geldelijke waarde.

Indien de prijs in geldelijke waarde wordt gerapporteerd, wordt deze in de hoofdvalutaeenheid gegeven.

{DECIMAL-11/10} indien de prijs wordt uitgedrukt als een percentage of rendement.

{DECIMAL-18/17} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als basispunten.

13

Stopprijs

De prijs die moet worden bereikt, wil de order actief worden.

Voor stoporders die worden getriggerd door gebeurtenissen die onafhankelijk zijn van de prijs van het financieel instrument, wordt in dit veld een stopprijs gelijk aan nul ingevuld.

Dit veld wordt blank gelaten als het niet relevant is.

{DECIMAL-18/13} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als een geldelijke waarde.

Indien de prijs in geldelijke waarde wordt gerapporteerd, wordt deze in de hoofdvalutaeenheid gegeven.

{DECIMAL-11/10} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als een percentage of rendement.

{DECIMAL-18/17} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als basispunten.

14

Limietprijs van een pegorder

De maximumprijs waarop een pegorder om te kopen kan worden uitgevoerd, of de minimumprijs waarop een pegorder om te verkopen kan worden uitgevoerd.

Dit veld wordt blank gelaten als het niet relevant is.

{DECIMAL-18/13} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als een geldelijke waarde.

Indien de prijs in geldelijke waarde wordt gerapporteerd, wordt deze in de hoofdvalutaeenheid gegeven.

{DECIMAL-11/10} indien de prijs wordt uitgedrukt als een percentage of rendement.

{DECIMAL-18/17} ingeval de prijs wordt uitgedrukt als basispunten.

15

Resterende hoeveelheid inclusief verborgen hoeveelheid

De totale hoeveelheid die in het orderboek blijft na een gedeeltelijke uitvoering of in geval van elke andere gebeurtenis die van invloed is op de order.

Bij een gedeeltelijke uitvoering is dit het totale resterende volume na die gedeeltelijke uitvoering. Bij invoering van een order is deze gelijk aan de initiële hoeveelheid.

{DECIMAL-18/17} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een aantal eenheden.

{DECIMAL-18/5} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een geldelijke of een nominale waarde.

16

Weergegeven hoeveelheid

De hoeveelheid die zichtbaar (in tegenstelling tot verborgen) is in het orderboek.

{DECIMAL-18/17} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een aantal eenheden.

{DECIMAL-18/5} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een geldelijke of een nominale waarde.

17

Verhandelde hoeveelheid

Bij gedeeltelijke of volledige uitvoering wordt in dit veld de uitgevoerde hoeveelheid ingevuld.

{DECIMAL-18/17} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een aantal eenheden.

{DECIMAL-18/5} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een geldelijke of een nominale waarde.

18

Minimaal aanvaardbare hoeveelheid (MAQ)

De minimaal aanvaardbare hoeveelheid opdat een order kan worden uitgevoerd, waarbij het om meerdere gedeeltelijke uitvoeringen kan gaan en normaliter alleen om niet-persistente ordertypes gaat.

Dit veld wordt blank gelaten als het niet relevant is.

{DECIMAL-18/17} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een aantal eenheden.

{DECIMAL-18/5} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een geldelijke of een nominale waarde.

19

Minimaal uitvoerbare omvang (MES)

De minimale uitvoeringsomvang van een individuele potentiële uitvoering.

Dit veld wordt blank gelaten als het niet relevant is.

{DECIMAL-18/17} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een aantal eenheden.

{DECIMAL-18/5} indien de hoeveelheid wordt uitgedrukt als een geldelijke of een nominale waarde.

20

MES alleen voor de eerste uitvoering

Geeft aan of de MES alleen relevant is voor de eerste uitvoering.

Dit veld kan blank worden gelaten indien veld 19 blank is gelaten.

„waar”

„onwaar”

21

Alleen passieve indicator

Geeft aan of de order bij het handelsplatform wordt ingediend met een kenmerk/markering, zodat de order niet onmiddellijk tegen een zichtbare tegenorder wordt uitgevoerd.

„waar”

„onwaar”

22

Voorkoming van zelfuitvoering

Geeft aan of de order is ingevoerd met criteria om zelfuitvoering te voorkomen zodat hij niet zou worden uitgevoerd met een order aan de tegenoverliggende zijde van het boek die door hetzelfde lid of dezelfde deelnemer is ingebracht.

„waar”

„onwaar”

23

Datum en tijdstip (indiening van de order)

De exacte datum en het exacte tijdstip van de indiening van een order bij het handelsplatform of bij een andere beleggingsonderneming.

{DATE_TIME_FORMAT}

Het aantal cijfers na de „seconden” wordt bepaald overeenkomstig tabel 2 in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574.

24

Datum en tijdstip (ontvangst van de order)

De exacte datum en het exacte tijdstip van elke boodschap die met betrekking tot de order wordt doorgegeven aan en ontvangen van het handelsplatform of een andere beleggingsonderneming.

{DATE_TIME_FORMAT}

Het aantal cijfers na de „seconden” wordt bepaald overeenkomstig tabel 2 in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574.

25

Volgnummer

Elke gebeurtenis opgenomen in veld 26 wordt door de beleggingsonderneming geïdentificeerd met gebruikmaking van positieve gehele getallen in opklimmende volgorde.

Het volgnummer is uniek voor elk type gebeurtenis, consistent voor alle gebeurtenissen die door de exploitant van het handelsplatform van een tijdstempel zijn voorzien, en persistent wat betreft de datum waarop de gebeurtenis zich voordoet.

{INTEGER-50}

26

Nieuwe order, orderwijziging, orderannulering, orderverwerpingen, gedeeltelijke of volledige uitvoering

Nieuwe order: ontvangst van een nieuwe order door de exploitant van het handelsplatform.

„NEWO” — Nieuwe order

Getriggerd: een order die uitvoerbaar wordt casu quo niet-uitvoerbaar wordt wanneer een vooraf bepaalde voorwaarde vervuld wordt.

„TRIG” — Getriggerd

Vervangen door het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform: indien een lid van, een deelnemer aan of een cliënt van het handelsplatform op eigen initiatief besluit een kenmerk te wijzigen van de order die hij eerder in het orderboek heeft ingebracht.

„REME” — Vervangen door het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform.

Vervangen door marktoperaties (automatisch): indien een kenmerk van een order door de IT-systemen van de exploitant van het handelsplatform wordt gewijzigd. Dit omvat de situatie waarin de actuele kenmerken van een pegorder of een trailing stoporder worden gewijzigd om weer te geven welke plaats de order binnen het orderboek inneemt.

„REMA” — Vervangen door marktoperaties (automatisch).

Vervangen door marktoperaties (menselijk ingrijpen): indien een kenmerk van een order door een medewerker van de exploitant van het handelsplatform wordt gewijzigd. Dit omvat de situatie waarin een lid van, deelnemer aan of cliënt van het handelsplatform IT-problemen heeft en zijn orders dringend geannuleerd moeten worden.

„REMH” — Vervangen door marktoperaties (menselijk ingrijpen).

Wijziging van de status op initiatief van het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform. Dit omvat activering en desactivering.

„CHME” — Wijziging van de status op initiatief van het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform.

Wijziging van de status ten gevolge van marktoperaties.

„CHMO” — Wijziging van de status ten gevolge van marktoperaties.

Geannuleerd op initiatief van het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform.

„CAME” — Geannuleerd op initiatief van het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform.

Geannuleerd door marktoperaties. Dit omvat een beschermingsmechanisme voor beleggingsondernemingen die algoritmische handel aanwenden om een marketmakingstrategie uit te voeren zoals vastgesteld in artikelen 17 en 48 van Richtlijn 2014/65/EU.

„CAMO” — Geannuleerd door marktoperaties.

Verworpen order: een door de exploitant van het handelsplatform ontvangen maar verworpen order.

„REMO” — Verworpen order

Verstreken order: indien de order aan het einde van zijn geldigheidsperiode uit het orderboek wordt verwijderd.

„EXPI” — Verstreken order

Gedeeltelijk uitgevoerd: indien de order niet volledig wordt uitgevoerd, zodat er nog een hoeveelheid moet worden uitgevoerd.

„PARF” — Gedeeltelijk uitgevoerd

Uitgevoerd: indien er geen enkele hoeveelheid meer dient te worden uitgevoerd.

„FILL” — Uitgevoerd

{ALPHANUM-4} tekens die niet al in gebruik zijn voor de eigen classificatie van het handelsplatform.

27

Shortsellingindicator

Een shorttransactie die een beleggingsonderneming voor zichzelf of voor een cliënt aangaat als beschreven in artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590.

„SSHO” — Shorttransactie zonder vrijstelling

Wanneer een beleggingsonderneming een transactie uitvoert voor een cliënt die verkoopt en de beleggingsonderneming naar best vermogen niet kan bepalen of het een shorttransactie betreft, wordt in dit veld „UNDI” ingevuld.

„SSEX” — Shorttransactie met vrijstelling

Indien de transactie betrekking heeft op een doorgegeven order die voldoet aan de voorwaarden voor doorgifte van artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590, wordt dit veld ingevuld door de ontvangende onderneming in het verslag van de ontvangende onderneming met gebruikmaking van de informatie die is ontvangen van de doorgevende onderneming.

Dit veld is slechts van toepassing indien het instrument valt onder Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (5) en de verkoper de beleggingsonderneming of een cliënt van de beleggingsonderneming is.

Dit veld is uitsluitend van toepassing in geval van uitgevoerde orders.

„SELL” — Geen shorttransactie

„UNDI” — Informatie niet beschikbaar

28

Ontheffingsindicator

Geeft aan of de transactie is uitgevoerd op grond van een pretransactionele ontheffing overeenkomstig artikelen 4 en 9 van Verordening (EU) nr. 600/2014.

Wat betreft eigenvermogensinstrumenten:

 

„RFPT” = transactie op basis van een referentieprijs;

 

„NLIQ” = bilateraal overeengekomen transacties in liquide financiële instrumenten;

 

„OILQ” = bilateraal overeengekomen transacties in illiquide financiële instrumenten;

 

„PRIC” = bilateraal overeengekomen transacties onder andere voorwaarden dan de actuele marktprijs van dat financieel instrument in de vorm van een eigenvermogensinstrument.

Wat betreft niet-eigenvermogensinstrumenten:

 

„SIZE” = transactie boven een bepaalde omvang;

 

„ILQD” = transactie in illiquide instrument.

Dit veld is slechts van toepassing indien orders werden uitgevoerd op grond van een ontheffing op een handelsplatform.

Eén of meer van de volgende afkortingen invullen:

 

„RFPT” — Referentieprijs

 

„NLIQ” — Bilateraal overeengekomen (liquide)

 

„OILQ” — Bilateraal overeengekomen (illiquide)

 

„PRIC” — Bilateraal overeengekomen (voorwaarden)

 

„SIZE” — Boven een bepaalde omvang

 

„ILQD” — Illiquide instrument

29

Routeringsstrategie

De toepasselijke routeringsstrategie overeenkomstig de specificaties van het handelsplatform.

Dit veld wordt blank gelaten als het niet relevant is.

{ALPHANUM-50}

30

Transactie-identificatiecode van het handelsplatform

Alfanumerieke code die door het handelsplatform aan de transactie is toegekend ingevolge artikel 12 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/575.

Dit veld is slechts van toepassing indien orders werden uitgevoerd op een handelsplatform.

{ALPHANUM-52}

31

Geldigheidsperiode

Good-For-Day: de order verstrijkt aan het einde van de handelsdag waarop hij in het orderboek is opgenomen.

„GDAY” — Good-For-Day

Good-Till-Cancelled: de order blijft actief in het orderboek en is uitvoerbaar totdat hij daadwerkelijk wordt geannuleerd.

„GTCA” — Good-Till-Cancelled

Good-Till-Time: de order verstrijkt uiterlijk op een vooraf bepaald tijdstip binnen de huidige handelssessie.

„GTHT” — Good-Till-Time

Good-Till-Date: de order verstrijkt aan het einde van een gespecificeerde datum.

„GTHD” — Good-Till-Date

Good-Till-Specified Date and Time: de order verstrijkt op een gespecificeerde datum en tijd.

„GTDT” — Good-Till-Specified Date and Time

Good After Time: de order is pas actief na een vooraf bepaald tijdstip binnen de huidige handelssessie.

„GAFT” — Good After Time

Good After Date: de order is pas actief vanaf het begin van een vooraf bepaalde datum.

„GAFD” — Good After Date

Good After Specified Date and Time: de order is pas actief vanaf een vooraf bepaald tijdstip op een vooraf bepaalde datum.

„GADT” — Good After Specified Date and Time

Immediate-Or-Cancel: een order die wordt uitgevoerd na opneming ervan in het orderboek (voor de hoeveelheid die kan worden uitgevoerd) en die niet in het orderboek blijft voor de (eventueel) resterende hoeveelheid die niet is uitgevoerd.

„IOCA” — Immediate-Or-Cancel

Fill-Or-Kill: een order die wordt uitgevoerd na opneming ervan in het orderboek mits hij volledig kan worden uitgevoerd; ingeval de order slechts gedeeltelijk kan worden uitgevoerd, wordt hij automatisch geweigerd en kan hij derhalve niet worden uitgevoerd.

Andere: alle bijkomende aanduidingen die uniek zijn voor bepaalde bedrijfsmodellen, handelsplatforms of systemen.

„F” — Fill-Or-Kill

of

{ALPHANUM-4} tekens die niet al in gebruik zijn voor de eigen classificatie van het handelsplatform.

32

Orderbeperking

Good For Closing Price Crossing Session: indien een order in aanmerking komt voor de slotveiling.

„SESR” — Good For Closing Price Crossing Session

Valid For Auction: de order is alleen actief en kan alleen worden uitgevoerd in veilingfasen (die door het lid van, de deelnemer aan of de cliënt van het handelsplatform die de order heeft ingediend vooraf kunnen worden bepaald, bv. openings- en/of slotveilingen en/of intraday veiling).

„VFAR” — Valid For Auction

Valid For Continuous Trading only: de order is alleen actief tijdens de doorlopende handel.

„VFCR” — Valid For Continuous Trading only

Andere: alle bijkomende aanduidingen die uniek zijn voor bepaalde bedrijfsmodellen, handelsplatforms of systemen.

{ALPHANUM-4} tekens die niet al in gebruik zijn voor de eigen classificatie van het handelsplatform.

In dit veld worden, gescheiden door een komma, meerdere afkortingen ingevuld indien meerdere types van toepassing zijn.

33

Datum en tijdstip van geldigheidsperioden

Dit heeft betrekking op het tijdstempel dat het tijdstip weergeeft waarop de order actief wordt of uiteindelijk uit het orderboek wordt verwijderd.

Good-For-Day: de datum van invoering met het tijdstempel onmiddellijk vóór middernacht.

Good-Till-Time: de datum van invoering en het tijdstip gespecificeerd in de order.

Good-Till-Date: de gespecificeerde datum van expiratie met het tijdstempel onmiddellijk vóór middernacht.

Good-Till-Specified Date and Time: de gespecificeerde datum en het gespecificeerde tijdstip van expiratie.

Good After Time: de datum van invoering en het gespecificeerde tijdstip waarop de order actief wordt.

Good After Date: de gespecificeerde datum met het tijdstempel onmiddellijk na middernacht.

Good After Specified Date and Time: standaard de gespecificeerde datum en het gespecificeerde tijdstip waarop de order actief wordt.

Good Till Cancel: de uiteindelijke datum en het uiteindelijke tijdstip waarop de order automatisch wordt verwijderd door marktoperaties.

Andere: tijdstempel voor een bijkomend geldigheidstype.

{DATE_TIME_FORMAT}

Het aantal cijfers na de „seconden” wordt bepaald overeenkomstig tabel 2 in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574.

34

Geaggregeerde order

Geeft aan of het om een geaggregeerde order gaat overeenkomstig artikel 2, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/575.

„waar”

„onwaar”

35

Bijkomende informatie betreffende de uitgaande order

Alle instructies, parameters, voorwaarden en alle andere bijzonderheden van de order die:

door de beleggingsonderneming doorgegeven zijn aan het handelsplatform en met name die instructies, parameters, voorwaarden en bijzonderheden waarover het handelsplatform moet kunnen beschikken om een duidelijk beeld te hebben van de wijze waarop zij de order moet behandelen, of

door het handelsplatform doorgegeven zijn aan de beleggingsonderneming, en met name die instructies, parameters, voorwaarden en bijzonderheden waarover de beleggingsonderneming moet kunnen beschikken om duidelijke feedbackinformatie te hebben over de wijze waarop de order is behandeld.

Vrije tekst


(1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/580 van de Commissie van 24 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het bijhouden van relevante gegevens met betrekking tot orders in financiële instrumenten (zie bladzijde 193 van dit Publicatieblad).

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie van 28 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het melden van transacties aan de bevoegde autoriteiten (zie bladzijde 449 van dit Publicatieblad).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574 van de Commissie van 7 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor het accuratesseniveau van beursklokken (zie bladzijde 148 van dit Publicatieblad).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/575 van de Commissie van 8 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende de gegevens die door plaatsen van uitvoering over de kwaliteit van uitvoering van transacties moeten worden bekendgemaakt (zie bladzijde 152 van dit Publicatieblad).

(5)  Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1).


Top