EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0593

Verordening (EU) nr. 593/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2042/2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen Voor de EER relevante tekst

PB L 176 van 6.7.2012, p. 38–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 05/01/2015; opgeheven door 32014R1321

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/593/oj

6.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/38


VERORDENING (EU) Nr. 593/2012 VAN DE COMMISSIE

van 5 juli 2012

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2042/2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 5, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie van 24 september 2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieu-certificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productie-organisaties (2) is zodanig gewijzigd dat motoraangedreven luchtvaartuigen van eenvoudig ontwerp, sportluchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken onderworpen zijn aan maatregelen die in verhouding staan tot het eenvoudig ontwerp en het gebruik van deze luchtvaartuigen, en zorgt tegelijk voor het behoud van een hoog uniform niveau van luchtvaartveiligheid in Europa.

(2)

Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaart-producten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (3) moet worden gewijzigd om in overeenstemming te blijven met de wijzigingen die zijn aangebracht in Verordening (EG) nr. 1702/2003, met name wat betreft de nieuwe definitie van ELA1-luchtvaartuigen en de mogelijkheid om bepaalde niet-veiligheidskritieke delen te installeren zonder EASA-formulier 1.

(3)

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna „het Agentschap” genoemd) heeft ontwerpuitvoeringsregels opgesteld en als advies nr. 01/2011 inzake „ELA Process and Standard changes and repairs” bij de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2042/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2, onder k), wordt vervangen door:

„k)   „ELA1-luchtvaartuig”: de volgende bemande European Light Aircraft:

i)een vleugelvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1200 kg dat niet geclassificeerd is als complex motoraangedreven lucht-vaartuig;ii)een zweefvliegtuig of gemotoriseerd zweefvliegtuig met een maximale startmassa van hoogstens 1200 kg;iii)een ballon ontworpen voor een gas- of heteluchtvolume van ten hoogste 3400 m3 voor heteluchtballonnen, 1050 m3 voor gasballonnen, 300 m3 voor Rozier-ballonnen;iv)een zeppelin ontworpen voor maximaal vier inzittenden en een gas- of heteluchtvolume van hoogstens 3400 m3 voor heteluchtzeppelins en 1000 m3 voor gaszeppelins..

2)

Bijlage I (deel M) en bijlage II (deel 145) worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 juli 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  PB L 243 van 27.9.2003, blz. 6.

(3)  PB L 315 van 28.11.2003, blz. 1.


BIJLAGE

1.

Bijlage I (deel M) bij Verordening (EG) nr. 2042/2003 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt M.A.302 wordt punt d) vervangen door:

„d)

Het onderhoudsprogramma voor luchtvaartuigen dient in overeen-stemming te zijn met:

i)

instructies van de bevoegde autoriteit;

ii)

instructies inzake de permanente luchtwaardigheid:

gegeven door de houder van het typecertificaat, het beperkt typecertificaat, het aanvullend typecertificaat, de goedkeuring van het ontwerp voor een grote reparatie, een ETSO-autorisatie of enige andere relevante goedkeuring uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1702/2003 en de bijlage (deel 21), en

opgenomen in de certificeringsspecificaties waarnaar wordt verwezen in punt 21A.90B of 21A.431B van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003, voor zover van toepassing;

iii)

aanvullende of andere instructies van de eigenaar of van de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid, zodra die zijn goedgekeurd overeenkomstig punt M.A.302, behalve wat betreft de intervallen van veiligheidstaken als bedoeld in punt e), die mogen worden uitgebreid, op voorwaarde dat ze in het kader van punt g) een positieve herbeoordeling ondergaan en overeenkomstig punt M.A.302, onder b), het voorwerp hebben uitgemaakt van een rechtstreekse goedkeuring.”;

b)

punt M.A.304 wordt vervangen door:

M.A.304   Gegevens voor wijzigingen en reparaties

Schade dient te worden beoordeeld en wijzigingen en reparaties dienen te worden uitgevoerd met behulp van:

a)

gegevens die zijn goedgekeurd door het Agentschap, of

b)

gegevens die zijn goedgekeurd door een krachtens deel 21 erkende ontwerporganisatie, of

c)

gegevens die zijn opgenomen in de certificeringsspecificaties waarnaar wordt verwezen in punt 21A.90B of 21A.431B van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003, naargelang het geval.”;

c)

punt M.A.502 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt a) wordt vervangen door:

„a)

Behalve voor de in punt 21A.307, onder c), van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003 vermelde onderdelen, wordt het onderdelenonderhoud uitgevoerd door de onderhouds-organisaties die krachtens deel A, subdeel F, van deze bijlage (deel M) of bijlage II (deel 145) zijn erkend.”;

ii)

het nieuwe punt e) wordt toegevoegd:

„e)

Het onderhoud van de in punt 21A.307, onder c), van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003 vermelde onderdelen wordt uitgevoerd door een organisatie met een classificatie van categorie A die erkend is overeenkomstig deel A, subdeel F, van deze bijlage (deel M) of deel 145, door het in punt M.A.801, onder b), punt 2, vermelde certificeringspersoneel of door de in punt M.A.801, onder b), punt 3, vermelde piloot-eigenaar, terwijl het onderdeel op het luchtvaartuig is gemonteerd of tijdelijk is verwijderd om de toegang te verbeteren. Onderdelenonderhoud dat in overeenstemming met deze paragraaf is uitgevoerd, komt niet in aanmerking voor verstrekking van een EASA-formulier 1 en moet voldoen aan de in punt M.A.801 bepaalde vereisten inzake de vrijgave van een luchtvaartuig.”;

d)

in punt M.A.613 wordt punt a) vervangen door:

„a)

Bij de voltooiing van alle vereiste onderdelenonderhoud conform onderhavig subdeel, dient overeenkomstig punt M.A.802 een bewijs van vrijgave voor gebruik voor onderdelen te worden afgegeven. EASA-formulier 1 wordt afgegeven voor alle onderdelen, behalve voor onderdelen die zijn onderhouden conform de punten M.A.502, onder b), M.A.502, onder d), of M.A.502, onder e), en onderdelen die zijn vervaardigd conform punt M.A.603, onder c).”;

e)

in punt M.A.614 wordt punt b) vervangen door:

„b)

De erkende onderhoudsorganisatie dient de eigenaar van het luchtvaartuig een kopie voor te leggen van elk bewijs van vrijgave voor gebruik, samen met een kopie van elke specifieke reparatie/wijzigings-gegevens die werden gebruikt voor de uitgevoerde reparaties/wijzigingen.”;

f)

in punt M.A.710 wordt punt a) vervangen door:

„a)

Om te voldoen aan de eisen van een beoordeling van de luchtwaardigheid van een luchtvaartuig waarnaar wordt verwezen in punt M.A.901, dient een volledig gedocumenteerde beoordeling van de luchtvaartuiggegevens te worden uitgevoerd door de erkende managementorganisatie voor blijvende luchtwaardigheid, zodat er wordt voldaan aan het volgende:

1.

vlieguren en de eraan verbonden vluchtcycli van casco, motor en propeller zijn correct geregistreerd, en

2.

het vlieghandboek is van toepassing op de configuratie van het luchtvaartuig en geeft de meest recente wijzigingsstatus weer, en

3.

conform het goedgekeurde onderhoudsprogramma is alle verplichte onderhoud van het luchtvaartuig uitgevoerd, en

4.

alle bekende defecten zijn verholpen of werden, waar mogelijk, op een beheerste manier uitgesteld, en

5.

alle toepasselijke luchtwaardigheidsaanwijzingen zijn uitgevoerd en correct geregistreerd, en

6.

alle wijzigingen en reparaties van het luchtvaartuig zijn geregistreerd en in overeenstemming met de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003, en

7.

alle onderdelen met beperkte levensduur die in het luchtvaartuig zijn gemonteerd, zijn correct geïdentificeerd, geregistreerd en hebben hun goedgekeurde levensduurbeperking niet overschreden, en

8.

alle onderhoud is vrijgegeven conform bijlage I (deel M), en

9.

het geldende gewichts- en zwaartepuntrapport geeft de configuratie van het luchtvaartuig weer en is geldig, en

10.

het luchtvaartuig voldoet aan de laatste herziening van zijn typeontwerp die door het Agentschap is goedgekeurd, en

11.

indien vereist, beschikt het luchtvaartuig over een geluidscertificaat dat overeenstemt met de huidige configuratie van het luchtvaartuig conform subdeel I van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003.”;

g)

in punt M.A.802 wordt punt b) vervangen door:

„b)

Het certificaat van geschiktheid voor gebruik, aangeduid als EASA-formulier 1, vormt het bewijs van vrijgave voor gebruik voor onderdelen, behalve wanneer dergelijk onderhoud aan luchtvaartuigonderdelen is uitgevoerd in overeenstemming met punt M.A.502, onder b), punt M.A.502, onder d), of punt M.A.502, onder e), in welk geval het onderhoud onderworpen is aan procedures voor de vrijgave van luchtvaartuigen volgens punt M.A.801.”;

h)

in punt M.A.902 wordt punt b) vervangen door:

„b)

Een luchtvaartuig mag niet vliegen als het bewijs van luchtwaardigheid ongeldig is of als:

1.

de permanente luchtwaardigheid van het luchtvaartuig of van een onderdeel dat op het luchtvaartuig is gemonteerd, niet voldoet aan de vereisten van dit deel, of

2.

het luchtvaartuig niet conform het typeontwerp blijft dat door het Agentschap werd goedgekeurd, of

3.

het luchtvaartuig gebruikt werd buiten de beperkingen van het goedgekeurde vlieghandboek of het bewijs van luchtwaardigheid, zonder dat gepaste actie wordt genomen, of

4.

het luchtvaartuig betrokken was bij een ongeval of een incident dat de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig beïnvloedt, zonder erop volgende gepaste actie om de luchtwaardigheid te herstellen, of

5.

een wijziging of reparatie niet werd goedgekeurd conform de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003.”;

i)

in bijlage I (deel M), aanhangsel VIII, punt b) (Taken), wordt punt 8 vervangen door:

„8.

is opgenomen in aanhangsel VII of deel uitmaakt van een onderhoudstaak voor onderdelen in overeenstemming met punt M.A.502, onder a), b), c) of d).”.

2.

Bijlage II (deel 145) bij Verordening (EG) nr. 2402/2003 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 145.A.42 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt a) wordt vervangen door:

„a)

Alle onderdelen dienen in de volgende categorieën te worden geordend en passend te worden gescheiden.

1.

Onderdelen die zich in aanvaardbare toestand bevinden, voor gebruik zijn vrijgegeven middels een EASA-formulier 1 of het equivalent daarvan en zijn gemarkeerd in overeenstemming met subdeel Q van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003.

2.

Onbruikbare onderdelen die moeten worden onderhouden in overeenstemming met deze sectie.

3.

Niet meer te gebruiken onderdelen die zijn geclassificeerd in overeenstemming met punt 145.A.42, onder d).

4.

Standaardonderdelen die worden gebruikt in een luchtvaartuig, motor, propeller of ander luchtvaartuig-onderdeel, wanneer deze in de geïllustreerde onderdelencatalogus en/of de onderhoudsgegevens van de fabrikant zijn opgenomen.

5.

Grondstoffen en hulpstoffen die tijdens het onderhoud worden gebruikt, indien de organisatie ervan overtuigd is dat deze stoffen voldoen aan de vereiste specificatie en de stoffen voldoende traceerbaar zijn. Alle stoffen moeten vergezeld gaan van documentatie die duidelijk betrekking heeft op de stoffen, een conformiteitsverklaring aan de specificatie en gegevens waaruit blijkt van welke fabrikant en leverancier de stoffen afkomstig zijn.

6.

Onderdelen die zijn vermeld in punt 21A.307, onder c), van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003.”;

ii)

het volgende nieuwe punt e) wordt toegevoegd:

„e)

Onderdelen die zijn vermeld in punt 21A.307, onder c), van de bijlage (deel 21) bij Verordening (EG) nr. 1702/2003 worden alleen geïnstalleerd als de eigenaar van het luchtvaartuig van oordeel is dat ze in aanmerking komen voor installatie in zijn luchtvaartuig.”;

b)

in punt 145.A.50 wordt punt d) vervangen door:

„d)

Een certificaat van vrijgave voor gebruik dient te worden afgegeven na voltooiing van ieder onderhoud van een luchtvaartuigonderdeel dat los is van het luchtvaartuig. Het certificaat van vrijgave voor gebruik „EASA-formulier 1” vermeld in aanhangsel II van bijlage I (deel M) vormt het vrijgavecertificaat voor onderdelen, behalve indien anders vermeld in punt M.A.502, onder b) of e). Wanneer een organisatie een onderdeel onderhoudt voor eigen gebruik, is een EASA-formulier 1 niet altijd nodig, afhankelijk van de interne vrijgaveprocedures van de organisatie zoals deze zijn vastgelegd in het handboek.”;

c)

in punt 145.A.55 wordt punt b) vervangen door:

„b)

De organisatie dient de luchtvaartuigexploitant te voorzien van een exemplaar/afschrift van ieder certificaat van geschiktheid voor gebruik tezamen met een exemplaar/afschrift van alle specifieke luchtwaardigheids-gegevens die gebruikt zijn bij uitgevoerde reparaties/wijzigingen.”;

d)

in punt 145.A.65 wordt punt b) vervangen door:

„b)

De organisatie dient procedures vast te stellen die door de bevoegde instantie zijn goedgekeurd, daarbij rekening houdend met menselijke factoren en menselijke prestaties, teneinde goede onderhoudspraktijken en overeenstemming met het onderhavige deel te waarborgen; in genoemde procedures dienen een duidelijke werkopdracht of aanbesteding te zijn opgenomen zodat luchtvaartuigen en luchtvaartuig-onderdelen vrijgeven kunnen worden voor gebruik overeenkomstig punt 145.A.50.

1.

De onderhoudsprocedures in deze paragraaf zijn van toepassing op punten 145.A.25 - 145.A.95.

2.

De door de organisatie krachtens deze paragraaf vastgestelde of vast te stellen onderhoudsprocedures dienen betrekking te hebben op alle aspecten van de tenuitvoerbrenging van de onderhouds-activiteit, met inbegrip van de levering van en het toezicht op gespecialiseerde diensten, en dient de normen waarnaar de organisatie beoogt te werken vast te leggen.

3.

Met betrekking tot lijnonderhoud en groot onderhoud aan luchtvaartuigen dient de organisatie procedures vast te stellen waarmee het risico van meerdere fouten tot een minimum wordt beperkt en fouten in kritieke systemen worden opgespoord, en waarmee wordt gewaarborgd dat het, met betrekking tot onderhoudstaken, geen enkele persoon is toegestaan werkzaam-heden uit te voeren en te inspecteren wanneer er tijdens onderhoudscontroles sprake is van enige vorm van demontage/montage van verschillende onderdelen van hetzelfde type die op meer dan één systeem van hetzelfde luchtvaartuig geïnstalleerd worden. Indien er slechts één persoon beschikbaar is om deze taken uit te voeren, dient de werkkaart of het werkblad van de organisatie een extra stap te bevatten waarin het werk van deze persoon na voltooiing van alle gelijke taken opnieuw aan een inspectie wordt onderworpen.

4.

Er worden onderhoudsprocedures vastgesteld teneinde te waarborgen dat beschadigingen worden beoordeeld en wijzigingen en herstellingen worden uitgevoerd met gebruikmaking van de in punt M.A.304 gespecificeerde gegevens.”.


Top