EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0212(01)

Besluit nr. H6 van 16 december 2010 betreffende de toepassing van bepaalde beginselen inzake de samentelling van tijdvakken ingevolge artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst

PB C 45 van 12.2.2011, p. 5–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/5


BESLUIT Nr. H6

van 16 december 2010

betreffende de toepassing van bepaalde beginselen inzake de samentelling van tijdvakken ingevolge artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

(Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)

2011/C 45/04

DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS,

Gezien artikel 72, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, uit hoofde waarvan de Administratieve Commissie verantwoordelijk is voor de behandeling van alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard die voortvloeien uit de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (2),

Handelend overeenkomstig artikel 71, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 883/2004,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 1, onder t), van Verordening (EG) nr. 883/2004 geeft een definitie van „tijdvakken van verzekering”. Uit de formulering van artikel 1, onder t), van Verordening (EG) nr. 883/2004 volgt dat ook met deze tijdvakken gelijkgestelde tijdvakken als „tijdvakken van verzekering” gelden, en ze hoeven niet gelijk te zijn aan tijdvakken van premie- of bijdragebetaling.

(2)

Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 voorziet in het beginsel van de samentelling van tijdvakken. Dit beginsel dient op uniforme wijze te worden toegepast, met inbegrip van de samentelling van tijdvakken die volgens de nationale wetgeving alleen meetellen voor het in aanmerking komen voor of het verhogen van uitkeringen.

(3)

Overweging nr. 10 van Verordening (EG) nr. 883/2004 bepaalt dat het beginsel van gelijkstelling van bepaalde feiten of gebeurtenissen niet van invloed mag zijn op de toepassing van het beginsel van samentelling van tijdvakken.

(4)

Het is noodzakelijk om te garanderen dat bij de toepassing van het beginsel van samentelling van tijdvakken, zoals opgenomen in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004, tijdvakken van verzekering die als zodanig zijn gecommuniceerd door een lidstaat, worden geaccepteerd door de ontvangende lidstaat zonder dat de waarde ervan in twijfel wordt getrokken.

(5)

Tegelijkertijd is het noodzakelijk om te erkennen dat de lidstaten bevoegd blijven hun nationale voorwaarden te bepalen voor het toekennen van socialezekerheidsuitkeringen — op voorwaarde dat deze voorwaarden op niet-discriminerende wijze worden toegepast — en om te bevestigen dat het beginsel van samentelling deze bevoegdheid onverlet laat. Een ontvangende lidstaat dient in eerste instantie alle gecommuniceerde tijdvakken te accepteren, om eventuele belemmeringen te vermijden bij de opening van een recht, en in tweede instantie na te gaan of aan bijzondere nationale voorwaarden wordt voldaan.

(6)

De definitie van „tijdvakken van verzekering” is in artikel 1, onder t), van Verordening (EG) nr. 883/2004 onveranderd gebleven ten opzichte van artikel 1, onder r), van Verordening (EEG) nr. 1408/71.

(7)

Aangezien dit besluit gericht is op het bieden van rechtszekerheid is het alleen van toepassing op gevallen waarover besloten wordt na de inwerkingtreding van dit besluit,

BESLUIT:

1.

Alle tijdvakken van verzekering — zowel tijdvakken van premie- of bijdragebetaling als tijdvakken die door de nationale wetgeving gelijkgesteld worden met tijdvakken van verzekering — vallen onder de definitie van „tijdvakken van verzekering” voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009.

2.

Alle tijdvakken met betrekking tot een bepaalde gebeurtenis die zijn vervuld onder de wetgeving van een andere lidstaat dienen uitsluitend in aanmerking genomen te worden door toepassing van het beginsel van samentelling van tijdvakken zoals opgenomen in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004 en artikel 12 van Verordening (EG) nr. 987/2009. Het beginsel van samentelling vereist dat door andere lidstaten gecommuniceerde tijdvakken worden meegeteld zonder dat de precieze waarde ervan in twijfel wordt getrokken.

3.

De lidstaten behouden echter de bevoegdheid om — nadat zij het onder punt 2 bedoelde beginsel van samentelling hebben toegepast — andere voorwaarden voor de toekenning van socialezekerheidsuitkeringen vast te stellen, rekening houdende met artikel 5 van Verordening (EG) nr. 883/2004 — op voorwaarde dat deze voorwaarden op niet-discriminerende wijze worden toegepast — en dit principe wordt onverlet gelaten door artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2004.

4.

Dit besluit is alleen van toepassing op gevallen waarover een beslissing genomen wordt na de inwerkingtreding ervan.

5.

De bijgevoegde voorbeelden betreffende de praktische toepassing van de punten 1, 2 en 3 van dit besluit maken deel uit van dit besluit.

6.

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Dit besluit is van toepassing vanaf de eerste dag van de tweede maand na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De voorzitter van de Administratieve Commissie

Keyina MPEYE


(1)  PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.


BIJLAGE

VOORBEELDEN BETREFFENDE DE PRAKTISCHE TOEPASSING VAN DE PUNTEN 1, 2 EN 3 VAN DIT BESLUIT

Voorbeeld met betrekking tot de toepassing van de punten 1 en 2 van het besluit:

De verzekerde heeft op grond van de wetgeving van lidstaat A 10 jaar tijdvakken van premie- of bijdragebetaling opgebouwd, plus 2 jaar gelijkgestelde tijdvakken die volgens de nationale wetgeving enkel tellen voor de berekening.

Op basis van punt 1 van het besluit dienen tijdvakken van in totaal 12 jaar aan lidstaat B te worden gecommuniceerd.

Op basis van punt 2 (en overweging nr. 2) van het besluit dient lidstaat B voor de samentelling rekening te houden met deze 12 jaar aan tijdvakken.

Voorbeeld met betrekking tot de toepassing van de punten 2 en 3 van dit besluit:

De verzekerde heeft op grond van de wetgeving van lidstaat A 30 jaar premie- of bijdragebetaling opgebouwd in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep”. De wetgeving van lidstaat A bepaalt, als een nationale voorwaarde voor toekenning van een vervroegd pensioen, dat de betrokkene moet kunnen aantonen ten minste 35 jaar lang premies betaald te hebben in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep”.

De verzekerde heeft onder de wetgeving van lidstaat B 2 jaar studie (opgegeven als „gelijkgestelde tijdvakken van studie”) en 3 jaar premie- of bijdragebetaling in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep” opgebouwd.

Op basis van punt 2 van het besluit dient lidstaat A voor de samentelling rekening te houden met deze 5 jaar (eerste stap).

Op basis van punt 3 van het besluit dient lidstaat A vervolgens na te gaan of voldaan is aan andere voorwaarden die de nationale wetgeving stelt (in dit geval de „feitelijke uitoefening van een beroep”) en of die voorwaarden op niet-discriminerende wijze worden toegepast (tweede stap).

Aangezien er in lidstaat B slechts 3 jaren premie- of bijdragebetaling in verband met de „feitelijke uitoefening van een beroep” zijn vervuld, is niet voldaan aan de voorwaarde die de wetgeving van lidstaat A stelt, namelijk 35 jaar „feitelijke uitoefening van een beroep”. Aangenomen dat er geen sprake is van (indirecte) discriminatie op basis van nationaliteit hoeft er geen vervroegd pensioen te worden toegekend onder de wetgeving van lidstaat A.


Top