EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008E0038

Gemeenschappelijk Optreden 2008/38/GBVB van de Raad van 20 december 2007 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2007/405/GBVB van de Raad inzake de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo (EUPOL RD Congo)

PB L 9 van 12.1.2008, p. 18–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2008/38/oj

12.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 9/18


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2008/38/GBVB VAN DE RAAD

van 20 december 2007

tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2007/405/GBVB van de Raad inzake de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo (EUPOL RD Congo)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 12 juni 2007 Gemeenschappelijk Optreden 2007/405/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo (EUPOL RD Congo) (1) voor de initiële duur van een jaar aangenomen. De missie is op 1 juli 2007 van start gegaan.

(2)

Op 18 juni 2007 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan richtsnoeren voor de commando- en controlestructuur van de civiele crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie. In die richtsnoeren is met name bepaald dat een civiele operationele commandant het commando en de controle op strategisch niveau uitoefent voor de planning en de uitvoering van alle civiele crisisbeheersingsoperaties, onder het politieke toezicht en de strategische aansturing van het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en onder het algemene gezag van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB (SG/HV). In die richtsnoeren is voorts bepaald dat de directeur van het binnen het secretariaat-generaal van de Raad ingestelde civiel plannings- en uitvoeringsvermogen (CPCC) voor iedere civiele crisisbeheersingsoperatie de civiele operationele commandant is.

(3)

De bovengenoemde commando- en controlestructuur laat de contractuele aansprakelijkheid van het hoofd van de missie ten aanzien van de Commissie voor de uitvoering van de begroting van de missie onverlet.

(4)

Voor deze missie moet de binnen het secretariaat-generaal van de Raad opgerichte wachtdienst in werking worden gesteld.

(5)

Gemeenschappelijk Optreden 2007/405/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJKE OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Optreden 2007/405/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1.

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

Civiele operationele commandant

1.   De directeur van het civiele plannings- en uitvoeringsvermogen (CPCC) is de civiele operationele commandant van EUPOL RD Congo.

2.   De civiele operationele commandant oefent het commando en de controle op strategisch niveau uit op EUPOL RD Congo onder het politieke toezicht en de strategische leiding van het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en onder het algemene gezag van de SG/HV.

3.   De civiele operationele commandant zorgt voor een adequate en efficiënte uitvoering van de besluiten van de Raad en van het PVC, mede, waar nodig, door middel van instructies op strategisch niveau aan het hoofd van de missie.

4.   Alle gedetacheerde personeelsleden blijven onder het volledige gezag staan van de nationale autoriteiten van de zendstaat of de EU-instelling. De nationale autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over hun personeel, teams en eenheden over aan de civiele operationele commandant.

5.   De civiele operationele commandant heeft de algehele verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de Europese Unie zich naar behoren van haar zorgplicht kwijt.

6.   De civiele operationele commandant en de SVEU plegen indien nodig onderling overleg.”.

2.

De leden 2 tot en met 8 van artikel 5 worden vervangen door:

„2.   Het hoofd van de missie neemt de verantwoordelijkheid voor de missie op zich en oefent het commando en de controle erover uit op het terrein.

3.   Het hoofd van de missie oefent het commando en de controle uit over het personeel, de teams en de eenheden van de bijdragende staten die door de civiele operationele commandant ter beschikking zijn gesteld, en heeft de administratieve en logistieke verantwoordelijkheid over de aan de missie ter beschikking gestelde activa, middelen en informatie.

4.   Het hoofd van de missie geeft instructies aan alle personeelsleden van de missie, met het oog op de effectieve uitvoering van de operatie EUPOL RD Congo op het terrein, en zorgt voor de coördinatie en de dagelijkse leiding van de operatie volgens de instructies op strategisch niveau van de civiele operationele commandant.

5.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de begroting van de missie. Daartoe ondertekent het hoofd van de missie een contract met de Commissie.

6.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel. Voor gedetacheerd personeel worden tuchtrechtelijke maatregelen door de betrokken nationale of EU-autoriteit genomen.

7.   Het hoofd van de missie vertegenwoordigt EUPOL RD Congo in het operatiegebied en zorgt voor passende zichtbaarheid van de missie.

8.   Het hoofd van de missie zorgt, in voorkomend geval, voor coördinatie met andere EU-actoren op het terrein. Het hoofd van de missie krijgt, onder volledige eerbiediging van de commandostructuur, ter plaatse politieke aansturing van de SVEU.”.

3.

Artikel 6, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Alle personeelsleden vervullen hun plichten en handelen in het belang van de missie. Alle personeelsleden eerbiedigen de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen die zijn vastgesteld bij Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (2).

4.

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

Commandostructuur

1.   EUPOL RD Congo heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad, het politiek toezicht op en de strategische leiding over EUPOL RD Congo uit.

3.   De civiele operationele commandant is, onder het politiek toezicht en de strategische leiding van het PVC en onder algemeen gezag van de SG/HV, de commandant van EUPOL RD Congo op strategisch niveau en geeft, in die hoedanigheid, instructies aan het hoofd van de missie en verleent hem advies en technische ondersteuning.

4.   De civiele operationele commandant brengt via de SG/HV verslag uit aan de Raad.

5.   Het hoofd van de missie oefent het commando en de controle op het terrein uit over EUPOL RD Congo en legt rechtstreeks verantwoording af aan de civiele operationele commandant.”.

5.

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

Politieke controle en strategische leiding

1.   Het PVC zorgt, onder de verantwoordelijkheid van de Raad, voor het politieke toezicht op en de strategische leiding van de missie. Hierbij machtigt de Raad het PVC de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om het OPLAN te wijzigen. Zij omvat ook de bevoegdheid om, in het licht van het voorgaande, besluiten te nemen betreffende de benoeming van het hoofd van de missie. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de missie blijven berusten bij de Raad.

2.   Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

3.   Het PVC ontvangt in voorkomend geval op geregelde tijdstippen door de civiele operationele commandant en het hoofd van de missie opgestelde verslagen over aangelegenheden die onder hun respectieve bevoegdheden vallen.”.

6.

Artikel 14 wordt vervangen door:

„Artikel 14

Beveiliging

1.   De civiele operationele commandant neemt de leiding over de planning van de beveiligingsmaatregelen door het hoofd van de missie op zich en zorgt voor een adequate en efficiënte uitvoering daarvan voor EUPOL RD Congo overeenkomstig de artikelen 3 bis en 7, in overleg met de Dienst beveiliging van de Raad.

2.   Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de veiligheid van de operatie en voor de naleving van de minimumbeveiligingsvereisten die op de operatie van toepassing zijn, overeenkomstig het beleid van de Europese Unie inzake de veiligheid van EU-personeel dat op grond van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de daarvan afgeleide instrumenten in een operationele hoedanigheid wordt ingezet buiten de EU.

3.   Het hoofd van de missie wordt bijgestaan door een speciaal voor de missie bestemde veiligheidsfunctionaris, die verslag uitbrengt aan het hoofd van de missie en die tevens nauwe functionele betrekkingen onderhoudt met de Dienst beveiliging van de Raad.

4.   De personeelsleden van EUPOL RD Congo krijgen, overeenkomstig het OPLAN, vóór hun indiensttreding een verplichte veiligheidsopleiding. Zij krijgen regelmatig ter plaatse herhalingscursussen, die worden georganiseerd door de veiligheidsfunctionaris.”.

7.

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 14 bis

Wachtdienst

De wachtdienst wordt in werking gesteld voor EUPOL RD Congo.”.

8.

Aan artikel 17 wordt het volgende lid toegevoegd:

„De beslissingen van het PVC uit hoofde van artikel 8, lid 1, met betrekking tot de benoeming van het hoofd van de missie worden ook bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.”.

Artikel 2

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 december 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

F. NUNES CORREIA


(1)  PB L 151 van 13.6.2007, blz. 46.

(2)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit 2007/438/EG (PB L 164 van 26.6.2007, blz. 24).”.


Top