EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0714

2008/714/EG: Beschikking van de Commissie van 14 december 2004 houdende wijziging van Beschikking 2002/610/EG betreffende de steunmaatregel die Frankrijk voornemens is te treffen voor het opzetten van nieuwe lijnen voor zeevervoer over korte afstand (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 4519) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 238 van 5.9.2008, p. 7–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/714/oj

5.9.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/7


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 14 december 2004

houdende wijziging van Beschikking 2002/610/EG betreffende de steunmaatregel die Frankrijk voornemens is te treffen voor het opzetten van nieuwe lijnen voor zeevervoer over korte afstand

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 4519)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/714/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Overzicht van de procedure

(1)

Op 30 januari 2002 heeft de Commissie na een formele onderzoeksprocedure Beschikking 2002/610/EG (1) gegeven, waarbij onder hierna gespecificeerde voorwaarden toestemming wordt verleend voor een steunmaatregel ter bevordering van het opzetten van nieuwe lijnen voor zeevervoer over korte afstand, hierna „de beschikking” genoemd. In die beschikking wordt in overweging 26 vermeld dat Frankrijk de procedurele voorwaarden voor dergelijke steun aanvaardt, die met name dwingend zijn voor projecten voor steun voor intracommunautaire diensten tussen een Franse haven en een haven van een andere lidstaat en niet voor projecten voor steun voor het zeevervoer tussen twee Franse havens.

(2)

Op 18 november 2004 heeft de Franse overheid de Commissie verzocht die beschikking te wijzigen teneinde rekening te houden met de nieuwe en gunstigere bepalingen van de communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer (2), hierna „communautaire richtsnoeren” genoemd.

1.2.   Titel van de maatregel

(3)

De titel van de maatregel van de beschikking luidt: steunmaatregel voor het opzetten van nieuwe lijnen voor zeevervoer over korte afstand.

1.3.   Doel van de wijziging

(4)

Het hoofddoel van de voorgestelde wijziging is rekening te houden met het nieuwe wettelijke kader dat wordt geboden door de communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het opzetten van lijnen voor het zeevervoer over korte afstand, en de voorwaarden die bij de beschikking werden opgelegd in overeenstemming te brengen met de nieuwe regels voor staatssteun.

(5)

Overweging 26 van de beschikking luidt als volgt: „Wat betreft het waarborgen van transparantie en gelijke behandeling van exploitanten in het kader van de procedure voor de selectie van de projecten, hebben de Franse autoriteiten zich ertoe verbonden de volgende procedures in acht te nemen:

a)

een verzoek om reacties van belangstellenden zal periodiek worden gepubliceerd (bv. aan het begin van elk kalenderjaar) in de vorm van een mededeling in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, waarin de voorschriften van de steunregeling, de te volgen procedure en de selectiecriteria voor kandidaten gedetailleerd worden beschreven;

b)

voor projecten die betrekking hebben op een verbinding tussen een Franse haven en een haven in een andere lidstaat, zal in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen een intentieverklaring worden gepubliceerd waarin het doel van het project en het maximumbedrag van de voorgenomen steun zullen worden vermeld. In deze mededeling zullen de belanghebbende partijen worden verzocht zich binnen 15 werkdagen te melden. In geval van een gemotiveerd bezwaar door een van deze partijen moet de voorgenomen steun voor voorafgaande goedkeuring bij de Commissie worden aangemeld.”

(6)

De toepassing van de procedures van punt b) van deze overweging blijkt volgens de Franse autoriteiten bijzonder omslachtig te zijn, wat kwalijke gevolgen heeft voor het goede verloop van dergelijke projecten.

2.   GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE WIJZIGING

(7)

De Franse overheid wenst dat de beschikking wordt gewijzigd teneinde daarin de bepalingen van hoofdstuk 10 van de communautaire richtsnoeren op te nemen, meer bepaald het hoofdstuk waarin de steun aan de korte vaart wordt behandeld.

3.   BEOORDELING VAN DE VOORGESTELDE WIJZIGINGEN

3.1.   Inhoud van de nieuwe communautaire regels

(8)

De Commissie merkt in de eerste plaats op dat de vorige communautaire richtsnoeren (3), die van toepassing waren bij de vaststelling van de beschikking, geen enkele specifieke bepaling bevatten inzake staatssteun voor het opzetten van lijnen voor het zeevervoer over korte afstand. Het was dus niet onlogisch dat de Commissie in haar beschikking specifieke ad hoc-regels opnam ter goedkeuring van het specifieke Franse systeem ter bevordering van het opzetten van lijnen voor het zeevervoer over korte afstand.

(9)

De Commissie merkt ook op dat zij ondertussen nieuwe communautaire richtsnoeren heeft vastgesteld en dat deze nu wel voorzien in een kader voor staatssteun voor het opzetten van zeevervoerdiensten over korte afstand, overeenkomstig de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren („Marco Polo-programma”) (4) die eveneens na de vaststelling van de beschikking is aangenomen.

(10)

Overeenkomstig hoofdstuk 10 van de nieuwe communautaire richtsnoeren is individuele staatssteun aan de korte vaart verenigbaar met de regels van de interne markt als die steun voldoet aan de volgende voorwaarden:

„—

de steun mag niet meer dan drie jaar duren en moet dienen ter financiering van een zeevervoersdienst tussen op het grondgebied van de lidstaten gelegen havens;

de dienst moet het mogelijk maken dat wegtransporten (voornamelijk goederentransporten) geheel of gedeeltelijk over zee plaatsvinden, maar dan wel zonder een met het gemeenschappelijk belang in strijd zijnde omleiding van dat zeevervoer;

de steun moet bestemd zijn voor de uitvoering van een nauwkeurig omschreven project met een van tevoren vastgesteld milieueffect voor een nieuwe route of de verbetering van diensten op een bestaande route, waarbij zo nodig meerdere reders betrokken zijn. Per route mag niet meer dan één project worden gefinancierd en een project mag niet worden voortgezet, verlengd of herhaald;

de steun moet bedoeld zijn om de bedrijfskosten van de desbetreffende dienst tot maximaal 30 % te dekken (5) of om de aankoop van overslagmaterieel voor de verzorging van de beoogde dienst tot maximaal 10 % van deze investeringen te financieren;

de steun voor de uitvoering van een project wordt verleend op grond van transparante criteria die op niet-discriminerende wijze worden toegepast ten aanzien van de in de Gemeenschap gevestigde reders. Gewoonlijk zal de steun bestemd moeten zijn voor een project dat door de autoriteiten van de lidstaat is geselecteerd door middel van een openbare aanbesteding in overeenstemming met de geldende EG-voorschriften;

de dienst waarvoor het project is opgezet moet commercieel levensvatbaar zijn nadat de periode van overheidssteun is afgelopen;

de steun mag niet bovenop compensaties voor openbare dienstverlening (verplichtingen of contracten) komen.”

(11)

De Commissie merkt in het bijzonder op dat in de nieuwe communautaire richtsnoeren op geen enkele manier een onderscheid wordt gemaakt tussen staatssteun die betrekking heeft op een dienst tussen havens van twee onderscheiden lidstaten en steun die betrekking heeft op een dienst tussen havens van eenzelfde lidstaat. De Commissie is van oordeel dat er geen enkele objectieve reden is om een dergelijk onderscheid, als vervat in overweging 26 van de beschikking, te handhaven.

(12)

De Commissie is voorts van mening dat de communautaire richtsnoeren een lidstaat niet verhinderen om een regeling voor staatssteun ter bevordering van zeevervoerdiensten over korte afstand op te zetten, op voorwaarde dat de in het kader van deze regeling verleende individuele staatssteun voldoet aan bovengenoemde voorwaarden.

3.2.   Gevolgen van de toepassing van de beschikking zonder wijziging

(13)

De optie die erin bestaat de beschikking ongewijzigd te laten, brengt weliswaar mee dat Frankrijk individuele steun voor zeevervoerlijnen tussen Franse havens kan blijven geven tegen voorwaarden die gunstiger zijn dan die welke in de nieuwe communautaire richtsnoeren zijn vastgelegd, maar zou Frankrijk dan weer benadelen bij de tenuitvoerlegging van projecten voor lijnen tussen Franse havens en havens van andere lidstaten ten gevolge van de formele procedures van overweging 26 van de beschikking. Niet alleen hebben deze formele procedures in het licht van de nieuwe communautaire richtsnoeren hun bestaansreden verloren, maar bovendien brengen zij Frankrijk in een nadelige positie ten opzichte van andere lidstaten die steunregelingen of maatregelen ad hoc voor individuele steun voor korteafstandslijnen met hun buren ten uitvoer willen leggen op basis van de nieuwe communautaire richtsnoeren.

(14)

Uit hoofde van artikel 88, lid 1, van het EG-Verdrag moet de Commissie de bestaande steunmaatregelen aan een voortdurend onderzoek onderwerpen. Zij moet daarbij nagaan of de regels voor staatssteun op gelijke wijze worden toegepast in alle bestaande steunregelingen van de lidstaten. Met name stelt zij de lidstaten de dienstige maatregelen voor die logisch voortvloeien uit de geleidelijke ontwikkeling of de functionering van de interne markt wanneer restrictievere communautaire regels in werking treden. Omgekeerd heeft de Commissie niet het recht om uit hoofde van een van haar vroegere beschikkingen een voorwaarde aan een steunregeling van een lidstaat op te leggen die niet geldt voor andere lidstaten die een analoge steunregeling, maar dan overeenkomstig communautaire richtsnoeren, ten uitvoer leggen.

3.3.   Voordeel van de wijziging

(15)

De optie die erin bestaat de beschikking te wijzigen maakt het mogelijk vooruit te lopen op de toepassing van de nieuwe communautaire richtsnoeren op de bestaande steunregeling van Frankrijk voor lijnen voor het zeevervoer over korte afstand, namelijk vóór de uiterste datum die door de Commissie is vastgesteld in haar nieuwe communautaire richtsnoeren (30 juni 2005) waarop de lidstaten de dienstige maatregelen moeten treffen om hun bestaande steunregelingen in overeenstemming te brengen met de nieuwe communautaire regels.

4.   CONCLUSIES

(16)

Concluderend is de Commissie van oordeel dat Beschikking 2002/610/EG moet worden gewijzigd. De voorgestelde wijziging maakt het Frankrijk mogelijk zijn steunregeling op één lijn te brengen met de bepalingen van de nieuwe communautaire richtsnoeren wat de lijnen voor het zeevervoer tussen Franse havens en havens van andere lidstaten betreft, en maakt het eveneens mogelijk projecten voor staatssteun ten behoeve van zeevervoerlijnen tussen twee Franse havens te onderwerpen aan de voorwaarden die zijn bedoeld in de nieuwe communautaire richtsnoeren. Meer in het algemeen is het resultaat van deze wijziging dat Frankrijk zijn steunregeling onder identieke voorwaarden ten uitvoer legt als die welke uit hoofde van de nieuwe richtsnoeren gelden in de overige lidstaten.

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Aan artikel 1 van Beschikking 2002/610/EG wordt de volgende alinea 3 toegevoegd:

„Frankrijk onderwerpt de toekenning van individuele steun in het kader van deze regeling aan de voorwaarde dat alle bepalingen van hoofdstuk 10 van de communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer in acht worden genomen (6).

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 14 december 2004.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter


(1)  PB L 196 van 25.7.2002, blz. 31.

(2)  PB C 13 van 17.1.2004, blz. 3.

(3)  PB C 205 van 5.7.1997, blz. 5.

(4)  PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1. Bij deze verordening wordt het Marco Polo-programma ingesteld waardoor de Commissie gemachtigd wordt financiële bijstand van de Gemeenschap te verlenen voor projecten voor het opstarten van nieuwe lijnen voor het zeevervoer over korte afstand, met als doel een deel van het vrachtvervoer over de weg af te leiden naar het vervoer over zee. In artikel 9 van deze verordening wordt met name gepreciseerd: „Financiële bijstand van de Gemeenschap voor de in het programma omschreven acties sluit niet uit dat voor dezelfde actie overheidssteun of openbare middelen worden toegekend op nationaal, regionaal of lokaal niveau, voor zover zulks verenigbaar is met de in het Verdrag vastgestelde regeling inzake steunmaatregelen van de staat en binnen de voor de verschillende soorten van acties in respectievelijk artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 4, en artikel 7, lid 3, gestelde grenzen.”.

(5)  Bij financiering door de Gemeenschap of steunverlening uit verschillende regelingen geldt het plafond van 30 % voor de gecombineerde totale steun/financiële bijstand. Er dient te worden opgemerkt dat de omvang van de steun dezelfde is als voor modal-shiftacties binnen het Marco Polo-programma (zie artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1382/2003).

(6)  PB C 13 van 17.1.2004, blz. 3.”.


Top