EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R3288

Verordening (EEG) nr. 3288/92 van de Commissie van 12 november 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden

PB L 327 van 13.11.1992, p. 28–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/11/2022; stilzwijgende opheffing door 32022R2104

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/3288/oj

31992R3288

Verordening (EEG) nr. 3288/92 van de Commissie van 12 november 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden

Publicatieblad Nr. L 327 van 13/11/1992 blz. 0028 - 0029
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0180
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0180


VERORDENING (EEG) Nr. 3288/92 VAN DE COMMISSIE van 12 november 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2046/92 (2), en met name op artikel 35 bis,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1996/92 (4), onder meer de organoleptische kenmerken van bij de eerste persing verkregen oliën en de methode voor de beoordeling daarvan zijn vastgesteld;

Overwegende dat, in verband met de nog aan de gang zijnde studies, de periode gedurende welke de Lid-Staten eigen, wetenschappelijk verantwoorde en beproefde analysemethoden mogen toepassen, dient te worden verlengd;

Overwegende dat, om het de handelaren gemakkelijk te maken zich aan te passen aan de sensoriële kwaliteitsnormen voor de verschillende soorten bij eerste persing verkregen spijsolie, bij de toepassing van de betrokken methode moet worden voorzien in een bepaalde gradering; dat het passend is te dien einde voor een bepaalde periode een degressieve tolerantie voor de beoordeling van sommige soorten bij de eerste persing verkregen oliën vast te stellen;

Overwegende dat, om de homogene toepassing van de betrokken methode in de Gemeenschap te bevorderen, de criteria moeten worden vastgesteld voor de erkenning door de Lid-Staten van proefpanels die zijn belast met de officiële controle van de organoleptische kenmerken van de oliën; dat met hetzelfde oogmerk het systeem dient te worden geharmoniseerd dat moet worden toegepast wanneer onregelmatigheden worden geconstateerd;

Overwegende dat, om een goed verloop van de handelstransacties te vergemakkelijken, moet worden bepaald dat in geval van verschil van mening over de sensoriële kenmerken van bij de eerste persing verkregen oliën een beroep kan worden gedaan op een erkend panel;

Overwegende dat het wenselijk is, ten einde verstoring van de markt te voorkomen, de methode voor de organoleptische beoordeling toe te passen voor op of na 1 november 1992 geconditioneerde olie;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor liën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2568/91 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 3, eerste alinea, wordt de datum 31 oktober 1992 vervangen door de datum 31 december 1992.

2. De volgende artikelen 3 bis en 3 ter worden ingevoegd:

"Artikel 3 bis

In geval van verschil van mening over de organoleptische kenmerken van bij een handelstransactie betrokken olie kunnen de betrokken partijen zich tot een door hen gekozen erkend panel van proevers wenden.

Artikel 3

ter

Wanneer wordt geconstateerd dat de organoleptische kenmerken van een bepaalde olie verschillen van die welke deze olie op grond van haar benaming zou moeten hebben, past de betrokken Lid-Staat, onverminderd de eventuele andere sancties, administratieve geldboetes toe, waarvan de hoogte wordt bepaaldt op basis van de ernst van de geconstateerde onregelmatigheid.

Voor de beoordeling van de onregelmatigheid wordt met name rekening gehouden met de natuurlijke ontwikkeling van de kenmerken van olie die onder normale omstandigheden is bewaard.

De Lid-Staten brengen de Commissie aan het begin van ieder halfjaar op de hoogte van het aantal en de aard van de geconstateerde onregelmatigheden alsmede van de in het voorafgaande hafljaar toegepaste sancties.".

3. Artikel 4 wordt gelezen:

"Artikel 4

1. Voor de beoordeling van de organoleptische kenmerken vormen de Lid-Staten "panels" van proevers, die belast worden met de officiële controle van die kenmerken, en die moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

- bestaan uit volgens de in bijlage XII beschreven methode geselecteerde en geoefende proevers;

- beschikken over de installaties en het materiaal dat nodig is voor een organoleptische beoordeling volgens de bovengenoemde methode;

- de in de bedoelde methode omschreven specifieke terminologie voor het sensorisch onderzoek van olijfolie, profieltabel en beoordelingstabel gebruiken;

- zich ertoe verbinden de op communautair of internationaal vlak toegepaste organoleptische beoordelingen uit te voeren bij periodieke controles en bijeenkomsten voor het harmoniseren van de sensorische criteria;

- zich ertoe verbinden jaarlijks aan de Commissie alle inlichtingen te doen toekomen over wijzigingen in de samenstelling van het panel en het aantal beoordelingen dat door het erkende panel is uitgevoerd.

Iedere Lid-Staat erkent de op zijn grondgebied gevormde panels die aan deze voorwaarden voldoen. Hij wijst de panels aan die met de herzieningsanalyses worden belast.

Panels die door de Lid-Staten vóór 1 november 1992 zijn ingesteld volgens de regels van de in bijlage XII beschreven methode, worden beschouwd als erkend in de zin van dit artikel.

Iedere Lid-Staat doet zowel aan de Commissie als aan de andere Lid-Staten de lijst van de erkende panels toekomen.

2. Ingeval een Lid-Staat op zijn grondgebied moeilijk een panel van proevers kan instellen, mag hij een beroep doen op een door een andere Lid-Staat erkend panel.

3. Elke Lid-Staat stelt de lijst op van de door beroepsorganisaties of sectorale organisaties overeenkomstig de in lid 1 vermelde voorwaarden ingestelde panels van proevers en ziet toe op de naleving van deze voorwaarden.".

4. Aan artikel 10, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Deze methode geldt niet voor olijfolie van de eerste persing die vóór 1 november 1992 is verpakt.".

5. In bijlage XII, punt 10.2., wordt de laatste alinea gelezen:

"Weergave van de beoordeling: De persoon die de leiding heeft van het panel bepaalt, op basis van het gemiddelde van de beoordelingen en de in bijlage I vastgestelde limieten, in welke categorie het monster wordt ingedeeld. Te dien einde past hij een tolerantie toe:

- van + 1,5 in het verkoopseizoen 1992/1993,

- van + 1 in het verkoopseizoen 1993/1994,

- van + 0,5 in het verkoopseizoen 1994/1995,

indien het gemiddelde beoordelingscijfer 5 of meer is.

Voor oliën waarvoor met interventie samenhangende transacties plaatsvinden, bedraagt de tolerantie voor de voornoemde verkoopseizoenen evenwel slechts + 0,5.

Het statistisch verschil wat de herhaalbaarheid en de reproduceerbaarheid van de methode betreft, tussen het resultaat van de analyse en de limiet volgens de voorschriften is in de in de vorige alinea's bedoelde tolerantie meegerekend.

Ingeval de olie in de voornoemde verkoopseizoenen zonder toepassing van de vastgestelde tolerantie wordt ingedeeld, mag op de onmiddellijke verpakking van het produkt het minimale organoleptische beoordelingscijfer worden aangegeven dat voor de hele houdbaarheidsperiode juist is.

De persoon die de leiding van het panel heeft, vermeldt in het analyseverslag alleen de categorie waarin het monster is ingedeeld. Bij het onderzoek door de analist overeenkomstig artikel 2, lid 2, eerste alinea, wordt voor de bepaling van de categorie dezelfde procedure toegepast.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 1992. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 12 november 1992. Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66. (2) PB nr. L 215 van 30. 7. 1992, blz. 1. (3) PB nr. L 248 van 5. 9. 1991, blz. 1. (4) PB nr. L 199 van 18. 7. 1992, blz. 18.

Top