EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02006R1010-20070401

Consolidated text: Verordening (EG) n r. 1010/2006 van de Commissie van 3 juli 2006 betreffende enige buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector eieren en slachtpluimvee in sommige lidstaten

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1010/2007-04-01

2006R1010 — NL — 01.04.2007 — 002.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1010/2006 VAN DE COMMISSIE

van 3 juli 2006

betreffende enige buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector eieren en slachtpluimvee in sommige lidstaten

(PB L 180, 4.7.2006, p.3)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 1256/2006 VAN DE COMMISSIE van 21 augustus 2006

  L 228

9

22.8.2006

►M2

VERORDENING (EG) Nr. 1629/2006 VAN DE COMMISSIE van 31 oktober 2006

  L 302

41

1.11.2006

►M3

VERORDENING (EG) Nr. 435/2007 VAN DE COMMISSIE van 20 april 2007

  L 104

13

21.4.2007




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1010/2006 VAN DE COMMISSIE

van 3 juli 2006

betreffende enige buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de sector eieren en slachtpluimvee in sommige lidstaten



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren ( 1 ), en met name op artikel 14, lid 1, eerste alinea, onder b),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee ( 2 ), en met name op artikel 14, lid 1, eerste alinea, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Als gevolg van het verschijnen van hoogpathogene aviaire influenza (H5N1) in gebieden dicht bij het grondgebied van de Gemeenschap sinds het najaar van 2005 en in verscheidene lidstaten sinds de maand februari 2006 is in een aantal lidstaten het verbruik van pluimveevlees, en in beperktere gevallen van eieren, aanzienlijk teruggelopen.

(2)

De sterke en snelle daling van het verbruik van pluimveevlees heeft tot lagere prijzen geleid. De markt voor pluimveevlees is hierdoor ernstig verstoord.

(3)

Omdat deze ernstige marktverstoringen rechtstreeks verband houden met een verlies van vertrouwen bij de consument dat het gevolg is van risico’s voor de diergezondheid, is het derhalve gerechtvaardigd om op verzoek van de betrokken lidstaten buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt in de zin van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 en artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 te nemen en steun toe te kennen die het mogelijk maakt een deel te compenseren van de economische verliezen die worden veroorzaakt door de vernietiging van broedeieren of van kuikens, het vervroegd slachten van een deel van het moederdierenbestand, een tijdelijke verlaging van de productie of ook het slachten van legrijpe jonge kippen gezien de bioveiligheidsmaatregelen die sommige lidstaten bij wijze van preventie verplicht hebben gesteld.

(4)

Voor broedeieren die tot eiproducten worden verwerkt, moet de compensatie lager zijn dan voor vernietigde broedeieren.

(5)

Voor elk van de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt worden de maximumhoeveelheden waarvoor een financiële compensatie kan worden verleend, door de Commissie vastgesteld na onderzoek van de verzoeken van de lidstaten.

(6)

De bepalingen van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 en artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 die in de vaststelling van de betrokken maatregelen voorzien, zijn in werking sinds 11 mei 2006. Derhalve dient te worden bepaald dat de onderhavige verordening ook met ingang van die datum van toepassing is.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

1.  De vernietiging van broedeieren van de GN-codes 0407 00 11 en 0407 00 19 wordt beschouwd als een buitengewone maatregel ter ondersteuning van de markt op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75.

2.  Voor de in lid 1 bedoelde vernietiging wordt voor elke betrokken lidstaat een compensatie verleend binnen de grenzen van het in bijlage I vermelde maximumaantal stuks en voor de in die bijlage bepaalde periode.

Het maximumniveau van de compensatie wordt forfaitair vastgesteld op:

a) 0,15 EUR per broedei voor een standaardvleeskuiken van GN-code 0407 00 19;

b) 0,23 EUR per broedei voor een uitloopvleeskuiken („poulet plein air”) van GN-code 0407 00 19;

c) 0,23 EUR per broedei voor een vleesparelhoen van GN-code 0407 00 19;

d) 0,35 EUR per broedei voor een vleeseend van GN-code 0407 00 19;

e) 0,66 EUR per broedei voor een vleeskalkoen van GN-code 0407 00 11;

f) 1,20 EUR per broedei voor een vleesgans van GN-code 0407 00 11.

Artikel 2

1.  De verwerking van broedeieren van GN-code 0407 00 19 wordt beschouwd als een buitengewone maatregel ter ondersteuning van de markt op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75.

2.  Voor de in lid 1 bedoelde verwerking wordt voor elke betrokken lidstaat een compensatie verleend binnen de grenzen van het in bijlage II vermelde maximumaantal stuks en voor de in die bijlage bepaalde periode.

Het maximumniveau van de compensatie is gelijk aan het in artikel 1, lid 2, bepaalde maximumniveau, in alle gevallen verlaagd met hetzij 0,03 EUR per broedei, hetzij de verkoopprijs indien deze hoger is dan 0,03 EUR.

Artikel 3

1.  De vernietiging van kuikens van de GN-codes 0105 11, 0105 12 en 0105 19 wordt beschouwd als een buitengewone maatregel ter ondersteuning van de markt op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

2.  Voor de in lid 1 bedoelde vernietiging wordt voor elke betrokken lidstaat een compensatie verleend binnen de grenzen van het in bijlage III vermelde maximumaantal dieren en voor de in die bijlage bepaalde periode.

Het maximumniveau van de compensatie wordt forfaitair vastgesteld op:

a) 0,24 EUR per kippenkuiken voor vleesproductie;

b) 0,40 EUR per parelhoenkuiken voor vleesproductie;

c) 0,54 EUR per eendenkuiken voor vleesproductie;

d) 0,85 EUR per kalkoenkuiken voor vleesproductie;

e) 1,50 EUR per ganzenkuiken voor vleesproductie.

Artikel 4

▼M2

1.  Het zes weken vroeger slachten of doden van ten minste een deel van de moederdieren van de GN-codes 0105 92 00, 0105 93 00, 0105 99 10, 0105 99 20, 0105 99 30 en 0105 99 50 om de productie van broedeieren te verlagen, wordt beschouwd als een buitengewone maatregel ter ondersteuning van de markt op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75, op voorwaarde evenwel dat gedurende die periode op de betrokken plaatsen geen enkel nieuw dier in productie wordt genomen.

▼B

2.   ►M2  Voor het in lid 1 bedoelde vervroegd slachten of doden wordt voor elke betrokken lidstaat een compensatie verleend binnen de grenzen van het in bijlage IV vermelde maximumaantal dieren en voor de in die bijlage bepaalde periode. ◄

Het maximumniveau van de compensatie wordt forfaitair vastgesteld op:

a) 3,2 EUR per moederdier van vleeskuikens van de GN-codes 0105 92 00 en 0105 93 00;

b) 3,2 EUR per moederdier van vleeseenden van GN-code 0105 99 10;

c) 30 EUR per moederdier van vleesganzen van GN-code 0105 99 20;

d) 15 EUR per moederdier van vleeskalkoenen van GN-code 0105 99 30;

e) 5 EUR per moederdier van vleesparelhoenders van GN-code 0105 99 50.

Artikel 5

1.  De vrijwillige verlenging van de sanitaire leegstand na drie weken wordt beschouwd als een buitengewone maatregel ter ondersteuning van de markt op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75, op voorwaarde evenwel dat gedurende die periode geen enkel nieuw dier in productie wordt genomen.

2.  Voor de in lid 1 bedoelde verlenging wordt voor elke betrokken lidstaat per m2 en per week van sanitaire leegstand na drie weken op vleespluimveebedrijven een compensatie verleend binnen de grenzen van de in bijlage V vermelde maximumoppervlakte en voor de in die bijlage bepaalde periode.

Het maximumniveau van de compensatie wordt forfaitair vastgesteld op:

a) 0,46 EUR/m2 per week voor vleeskuikenbedrijven;

b) 0,41 EUR/m2 per week voor vleeskalkoenbedrijven;

c) 0,62 EUR/m2 per week voor vleeseendenbedrijven;

d) 0,41 EUR/m2 per week voor vleesparelhoenderbedrijven.

3.  De lidstaten die reeds bepaalde compensaties voor de betrokken oppervlakten hebben toegekend, zien erop toe dat de reeds op nationaal niveau uitgekeerde bedragen in mindering worden gebracht op de in lid 2 bedoelde compensatie.

Artikel 6

1.  De vrijwillige verlaging van de productie door minder kuikens in opfok te plaatsen om de bezettingsdichtheid te verlagen, wordt beschouwd als een buitengewone maatregel ter ondersteuning van de markt op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

2.  Voor de in lid 1 bedoelde verlaging van de productie wordt voor elke betrokken lidstaat per dier dat minder wordt geproduceerd vergeleken met een normale productiecyclus op elke specifieke productielocatie, een compensatie verleend binnen de grenzen van het in bijlage VI vermelde maximumaantal dieren en voor de in die bijlage bepaalde periode.

Het maximumniveau van de compensatie wordt forfaitair vastgesteld op:

a) 0,20 EUR/dier voor vleeskuikenbedrijven;

b) 1,24 EUR/dier voor vleeskalkoenbedrijven;

c) 0,75 EUR/dier voor vleeseendenbedrijven;

d) 0,40 EUR/dier voor vleesparelhoenderbedrijven.

▼M2

Artikel 7

1.  Het vervroegd slachten of doden van legrijpe jonge kippen wordt beschouwd als een buitengewone maatregel ter ondersteuning van de markt op grond van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

2.  Voor het in lid 1 bedoelde vervroegd slachten of doden wordt voor elke betrokken lidstaat een compensatie verleend binnen de grenzen van het in bijlage VII vermelde maximumaantal dieren en voor de in die bijlage bepaalde periode.

Het maximumniveau van de compensatie wordt forfaitair vastgesteld op 3,2 EUR/legrijpe jonge kip.

▼B

Artikel 8

De lidstaten die de Commissie bedragen voor de gedeeltelijke compensaties hebben meegedeeld die lager zijn dan de bij de artikelen 1 tot en met 7 vastgestelde maximumbedragen, moeten zich beperken tot de bedragen die zij hebben meegedeeld.

Artikel 9

Het ontstaansfeit voor de wisselkoers voor de in deze verordening bedoelde steunbedragen heeft plaatsgevonden op de eerste werkdag van de maand mei 2006.

De te gebruiken wisselkoers is de laatste wisselkoers die de Europese Centrale Bank vóór de datum van het ontstaansfeit heeft bepaald.

Artikel 10

De uitgaven van de lidstaten voor de in de artikelen 1 tot en met 7 van de onderhavige verordening bedoelde betalingen komen slechts onder de bij artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 en artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 bepaalde voorwaarden voor communautaire financiering in aanmerking als de lidstaten de betalingen aan de begunstigden vóór ►M3  31 mei 2007 ◄ verrichten.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 11 mei 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M1




BIJLAGE I



Maximumaantal broedeieren per lidstaat

 

Standaardvleeskuikens

Vleeskuikens met „label”

Vleesparelhoenders

Vleeskalkoenen

Vleeseenden

Vleesganzen

Periode van toepassing (tot en met 8.2006 voor vleesganzen)

BE

368 600

18 000

1 400

1.2006-4.2006

CZ

9 522 600

126 515

587 034

25 181

2.2006-4.2006

DK

DE

1 000 000

1.2006-8.2006

EE

EL

7 704 000

4 105 000

200 000

10.2005-4.2006

ES

7 800 000

10.2005-4.2006

FR

60 000 000

21 450 000

4 166 000

4 960 000

2 663 000

450 000

12.2005-4.2006

IE

360 000

170 000

1.2006-4.2006

IT

5 990 000

465 000

220 000

35 000

25 000

9.2005-4.2006

CY

442 000

10.2005-4.2006

LV

LT

LU

HU

11 119 968

500 000

144 915

1 835 000

805 117

11.2005-8.2006

MT

NL

AT

2 000 000

50 000

50 000

40 000

10.2005-4.2006

PL

2 141 098

621 586

77 029

10.2005-4.2006

PT

6 000 000

10.2005-4.2006

SI

200 000

11.2005-4.2006

SK

80 000

13 000

10.2005-4.2006

FI

SE

UK




BIJLAGE II



Maximumaantal verwerkte broedeieren per lidstaat

 

Vleeskuikens

Vleeskuikens met „label”

Periode van toepassing

BE

3 140 000

60 000

1.2006-4.2006

CZ

10 000 000

 

2.2006-4.2006

DK

15 214 440

 

1.2006-8.2006

DE

 

EE

 

EL

4 166 000

 

10.2005-4.2006

ES

1 800 000

 

10.2005-4.2006

FR

 

IE

 

IT

18 760 000

 

9.2005-4.2006

CY

 

LV

 

LT

 

LU

 

HU

8 390 000

 

11.2005-8.2006

MT

 

NL

25 000 000

 

12.2005-4.2006

AT

700 000

90 000

10.2005-4.2006

PL

64 594 006

 

10.2005-4.2006

PT

 

SI

5 000 000

 

11.2005-4.2006

SK

1 145 000

 

10.2005-4.2006

FI

 

SE

 

UK

 




BIJLAGE III



Maximumaantal kuikens per lidstaat

 

Vleeskuikens

Vleesparelhoenders

Vleeskalkoenen

Vleeseenden

Vleesganzen

Periode van toepassing (tot en met 8.2006 voor vleesganzen)

BE

50 000

1.2006-4.2006

CZ

2 000 000

90 000

150 000

5 000

2.2006-4.2006

DK

DE

EE

EL

4 138 440

10 000

10.2005-4.2006

ES

FR

IE

IT

15 230 000

1 005 900

165 600

137 000

13 000

9.2005-4.2006

CY

143 725

10.2005-4.2006

LV

LT

LU

HU

2 000 000

1 200 000

100 000

11.2005-8.2006

MT

NL

AT

350 000

25 000

50 000

25 000

10.2005-4.2006

PL

PT

4 000 000

10.2005-4.2006

SI

260 000

11.2005-4.2006

SK

FI

SE

UK




BIJLAGE IV



Maximumaantal geslachte moederdieren per lidstaat

 

Vleeskuikens

Vleesparelhoenders

Vleeskalkoenen

Vleeseenden

Vleesganzen

Periode van toepassing (tot en met 8.2006 voor vleesganzen)

BE

164 000

1.2006-4.2006

CZ

635 000

11 000

15 000

20 000

2.2006-4.2006

DK

244 000

1.2006-8.2006

DE

20 000

1.2006-8.2006

EE

EL

454 300

16 000

10.2005-4.2006

ES

151 000

10.2005-4.2006

FR

1 400 000

60 000

130 000

60 000

12 000

1.2006-4.2006

IE

32 000

4 000

1.2006-4.2006

IT

1 957 000

12 000

47 000

1 500

2 400

9.2005-4.2006

CY

LV

LT

LU

HU

50 300

4 700

45 000

18 000

11.2005-8.2006

MT

NL

1 293 750

12.2005-4.2006

AT

140 000

500

10.2005-4.2006

PL

1 060 109

10.2005-4.2006

PT

300 000

10.2005-4.2006

SI

252 268

11.2005-4.2006

SK

49 000

10.2005-4.2006

FI

SE

UK




BIJLAGE V



Maximumoppervlakte in m2 en maximumaantal weken per lidstaat

 

Vleeskuikens

Vleesparelhoenders

Vleeskalkoenen

Vleeseenden

Periode van toepassing

BE

75 000

10 000

4/7 weken voor vleeskuikens en 5 weken voor vleeseenden tussen 1.2006-4.2006

CZ

155 000

55 000

60 000

8 weken voor vleeskuikens, 14 weken voor vleeskalkoenen en 10 weken voor vleeseenden tussen 2.2006-4.2006

DK

DE

EE

EL

2 350 000

7 weken tussen 10.2005-4.2006

ES

FR

2 200 000

16 weken tussen 10.2005-4.2006

IE

400 000

400 000

3 000

4 weken tussen 10.2005-4.2006

IT

7 035 000

178 000

3 812 000

77 000

7 weken voor vleeskuikens en 4 weken voor ander vleespluimvee tussen 10.2005-4.2006

CY

LV

LT

LU

HU

183 178

30 000

135 000

16 weken tussen 11.2005-8.2006

MT

NL

100 000

1 week tussen 11.2005-4.2006

AT

450 000

5 000

5 000

3 weken voor vleeskuikens en 10 weken voor ander vleespluimvee tussen 10.2005-4.2006

PL

2 600 000

700 000

6 weken voor vleeskuikens en 4 weken voor vleeskalkoenen tussen 10.2005-4.2006

PT

489 130

4 weken tussen 10.2005-4.2006

SI

300 000

100 000

3 weken voor vleeskuikens en 2 weken voor vleeskalkoenen tussen 11.2005–4.2006

SK

11 000

16 weken tussen 10.2005-4.2006

FI

SE

UK




BIJLAGE VI



Maximumaantal dieren per lidstaat

 

Vleeskuikens

Vleesparelhoenders

Vleeskalkoenen

Vleeseenden

Periode van toepassing

BE

4 602 000

20 000

1.2006-4.2006

CZ

9 180 000

70 000

300 000

2.2006-4.2006

DK

8 500 000

1.2006-8.2006

DE

EE

EL

ES

15 000 000

10.2005-4.2006

FR

IE

25 000

1.2006-4.2006

IT

5 500 000

350 000

9.2005-4.2006

CY

2 626 075

11.2005-4.2006

LV

LT

LU

HU

180 000

11.2005-8.2006

MT

NL

23 000 000

200 000

12.2005-4.2006

AT

200 000

10 000

30 000

10.2005-4.2006

PL

PT

SI

3 000 000

50 000

11.2005-4.2006

SK

4 734 800

10.2005-4.2006

FI

SE

UK




BIJLAGE VII



Maximumaantal legrijpe jonge kippen per lidstaat

 

„Legrijpe” jonge kippen

Periode van toepassing

BE

12 000

1.2006-4.2006

CZ

DK

DE

500 000

1.2006-4.2006

EE

EL

1 550 000

10.2005-4.2006

ES

FR

IE

IT

7 000

10.2005-4.2006

CY

LV

LT

LU

HU

MT

NL

AT

70 000

10.2005-4.2006

PL

PT

SI

SK

FI

SE

UK



( 1 ) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

( 2 ) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006.

Top