EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02000R1760-20210421

Consolidated text: Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/1760/2021-04-21

02000R1760 — NL — 21.04.2021 — 006.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1760/2000 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 17 juli 2000

tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad

(PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

VERORDENING (EG) Nr. 1791/2006 VAN DE RAAD van 20 november 2006

  L 363

1

20.12.2006

 M2

VERORDENING (EU) Nr. 517/2013 VAN DE RAAD van 13 mei 2013

  L 158

1

10.6.2013

►M3

VERORDENING (EU) Nr. 653/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 mei 2014

  L 189

33

27.6.2014

►M4

VERORDENING (EU) 2016/429 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 2016

  L 84

1

31.3.2016


Gewijzigd bij:

 A1

ACT concerning the conditions of accession of the Czech Republic, the Republic of Estonia, the Republic of Cyprus, the Republic of Latvia, the Republic of Lithuania, the Republic of Hungary, the Republic of Malta, the Republic of Poland, the Republic of Slovenia and the Slovak Republic and the adjustments to the Treaties on which the European Union is founded

  L 236

33

23.9.2003




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1760/2000 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 17 juli 2000

tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad



TITEL I

Identificatie en registratie van runderen

▼M4 —————

▼B



TITEL II

Etikettering van rundvlees en rundvleesproducten

Artikel 11

Indien een handelaar of een organisatie in de zin van artikel 12:

— 
op grond van deel I van deze titel in elke verhandelingsfase rundvlees moet etiketteren,
— 
op grond van deel II van deze titel in het verkooppunt vlees op zodanige wijze wenst te etiketteren dat andere informatie dan de in artikel 13 bedoelde wordt verstrekt over bepaalde kenmerken of productieomstandigheden van het geëtiketteerde vlees of van het dier waarvan het vlees afkomstig is,

dient dit overeenkomstig deze titel te gebeuren.

Deze titel is van toepassing onverminderd de relevante communautaire wetgeving, met name op het gebied van rundvlees.

▼M3

Artikel 12

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

1.

„rundvlees” : alle producten van de GN-codes 0201 , 0202 , 0206 10 95 en 0206 29 91 ;

2.

„etikettering” : het aanbrengen van een etiket op een stuk vlees of stukken vlees of de verpakking ervan, of, bij niet-voorverpakte producten, de noodzakelijke informatie die de consument in het verkooppunt in geschreven vorm en duidelijk zichtbaar wordt verstrekt;

3.

„organisatie” : een groep handelaren die werkzaam zijn in hetzij één stadium, hetzij verschillende stadia van de rundvleeshandel;

4.

„gehakt vlees” : vlees zonder been, dat in kleine stukken is gehakt en minder dan 1 % zout bevat en onder de GN-codes 0201 , 0202 , 0206 10 95 en 0206 29 91 valt;

5.

„afsnijdsels” : kleine stukjes vlees die als geschikt voor de menselijke consumptie zijn erkend en die uitsluitend geproduceerd zijn gedurende uitsnijverrichtingen bij het uitbenen van karkassen en/of het versnijden van vlees,

6.

„versneden vlees” : vlees dat in blokjes, schijfjes of andere afzonderlijke porties is gesneden die niet verder hoeven worden gesneden door een marktdeelnemer voordat ze door de eindconsument worden gekocht, en die rechtstreeks door die consument kunnen worden gebruikt. Gehakt vlees en afsnijdsels vallen niet onder deze definitie.

▼B



DEEL I

Verplichte etiketteringsregeling voor rundvlees uit de Europese Gemeenschap

Artikel 13

Algemene bepalingen

1.  
Handelaars of organisaties die in de Gemeenschap rundvlees op de markt brengen, moeten dit vlees overeenkomstig dit artikel etiketteren.

De verplichte etiketteringsregeling moet garanderen dat een verband kan worden gelegd tussen enerzijds de identificatie van het karkas, de voor- of achtervoet, of het stuk vlees en anderzijds het betrokken dier of, wanneer dat volstaat om de juistheid van de informatie op het etiket te waarborgen, de betrokken groep dieren.

2.  

Op elk etiket moeten de volgende gegevens zijn vermeld:

a) 

een referentienummer of -code waarmee het verband kan worden gelegd tussen het vlees en het dier of de dieren. Dit nummer kan het identificatienummer zijn van het dier waarvan het vlees afkomstig is, of het identificatienummer voor een groep dieren;

b) 

het erkenningsnummer van het slachthuis waar het dier of de groep dieren is geslacht en de lidstaat of het derde land waar het slachthuis is gevestigd. De vermelding luidt: „Geslacht in (naam van de lidstaat of het derde land) (erkenningsnummer)”;

c) 

het erkenningsnummer van de uitsnijderij waar het karkas of de groep karkassen is uitgesneden en de lidstaat of het derde land waar de inrichting is gevestigd. De vermelding luidt: „Uitgesneden in (naam van de lidstaat of het derde land) (erkenningsnummer)”.

▼M3 —————

▼B

5.  
►M3  
a) 

Handelaren en organisaties vermelden ook de volgende gegevens op de etiketten:

 ◄
i) 

de lidstaat of het derde land waar het dier of de groep dieren geboren is,

ii) 

de lidstaten of de derde landen waar het dier of de groep dieren is gemest,

iii) 

de lidstaat of het derde land waar het dier of de groep dieren is geslacht.

b) 

Indien het rundvlees echter afkomstig is van dieren die zijn geboren, gehouden en geslacht:

i) 

in één en dezelfde lidstaat, mag de vermelding „Oorsprong: (naam van de lidstaat)” worden aangebracht,

ii) 

in één en hetzelfde derde land, mag de vermelding „Oorsprong: (naam van het derde land)” worden aangebracht.

▼M3

6.  
Teneinde onnodige herhaling van de vermelding op het etiket van het rundvlees van de lidstaten of derde landen waar het dier gefokt is, te voorkomen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 22 ter gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot een vereenvoudigde presentatie in gevallen waarin het dier slechts gedurende een zeer korte periode in de lidstaat of het derde land verbleef waarin het geboren is of geslacht werd.

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen regels vast ten aanzien van de maximale omvang en de samenstelling van de in de leden 1 en 2, onder a), bedoelde groepen dieren, rekening houdend met beperkingen betreffende de homogeniteit van de groep dieren waarvan dit versneden vlees en deze afsnijdsels afkomstig zijn. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

▼B

Artikel 14

Afwijkingen van de verplichte etiketteringsregeling

In afwijking van artikel 13, lid 2, onder b) en c), en lid 5, onder a), i) en ii), brengen de handelaars of organisaties die gehakt rundvlees produceren, naar gelang van de plaats van productie, op het etiket de vermelding „Geproduceerd in (naam van de lidstaat of van het derde land)” aan en „Oorsprong”, als de staat of staten in kwestie niet de staat van productie is/zijn.

De in artikel 13, lid 5, onder a), iii), bedoelde verplichting geldt voor dit vlees vanaf de datum van toepassing van deze verordening.

Deze handelaars of organisaties kunnen het etiket van gehakt rundvlees echter aanvullen met:

— 
één of meer vermeldingen bedoeld in artikel 13 en/of
— 
de datum van productie van het betrokken vlees.

▼M3

Teneinde conformiteit met de horizontale etiketteringsregels van deze afdeling te waarborgen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 22 ter gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde, op basis van de ervaringen met gehakt vlees, voor afsnijdsels van rundvlees en versneden rundvlees regels te bepalen die gelijkwaardig zijn aan die van de eerste drie alinea’s van dit artikel.

Artikel 15

Verplichte etiketteringsregeling voor rundvlees uit derde landen

In afwijking van artikel 13 wordt bij de etikettering van op het grondgebied van de Unie ingevoerd rundvlees waarvoor niet alle in artikel 13 bedoelde gegevens beschikbaar zijn, de volgende vermelding aangebracht:

„Oorsprong: niet-EU” en „Plaats van de slacht (naam van het derde land)”.

▼B



DEEL II

▼M3

Facultatieve etikettering

▼M3

Artikel 15 bis

Algemene regels

Andere dan de in de artikelen 13, 14 en 15 gespecificeerde informatie die door marktdeelnemers of organisaties die rundvlees in de handel brengen facultatief wordt toegevoegd op etiketten, is objectief, kan door de bevoegde autoriteiten worden geverifieerd en is begrijpelijk voor de consument.

Die informatie voldoet aan de horizontale etiketteringswetgeving, en met name aan Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ).

Wanneer marktdeelnemers of organisaties die rundvlees in de handel brengen de in de eerste en tweede alinea bedoelde verplichtingen niet naleven, legt de bevoegde autoriteit passende sancties op zoals neergelegd in artikel 22.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 22 ter gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot definities en voorwaarden die van toepassing zijn op termen of categorieën termen die op de etiketten van voorverpakt vers en bevroren rund- en kalfsvlees morgen worden gebruikt.

▼M3 —————

▼B



DEEL III

Algemene bepalingen

▼M3 —————

▼B



TITEL III

Gemeenschappelijke bepalingen

▼M4

Artikel 22

1.  
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de naleving van deze verordening te garanderen.

De betrokken controles staan los van de controles die de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 kan uitvoeren.

Sancties die door de lidstaat worden opgelegd aan een exploitant of een organisatie die rundvlees in de handel brengen, moeten doeltreffend, afschrikkend en evenredig zijn.

2.  

In afwijking van het bepaalde in lid 1 eisen de lidstaten, wanneer exploitanten en organisaties die rundvlees verhandelen rundvlees hebben geëtiketteerd zonder inachtneming van hun in titel II vastgestelde verplichtingen, naargelang het geval en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, dat het rundvlees uit de markt wordt genomen. Naast de in lid 1 bedoelde sancties, kunnen de lidstaten:

a) 

als het betrokken vlees voldoet aan de toepasselijke veterinaire en hygiënische voorschriften, toestaan dat dergelijk vlees:

i) 

in de handel wordt gebracht nadat het correct en in overeenstemming met de vereisten van de Unie is geëtiketteerd, of

ii) 

rechtstreeks wordt verzonden voor verwerking tot andere dan de in artikel 12, punt 1, genoemde producten;

b) 

de opschorting of intrekking van de erkenning van de betrokken exploitanten en organisaties gelasten.

3.  

Deskundigen van de Commissie, in samenwerking met de bevoegde autoriteiten:

a) 

gaan na of de lidstaten de bepalingen van deze verordening naleven;

b) 

verrichten controles ter plaatse om na te gaan of de controles overeenkomstig deze verordening worden uitgevoerd.

4.  
Indien op het grondgebied van een lidstaat een controle ter plaatse wordt uitgevoerd, verleent die lidstaat de deskundigen van de Commissie alle medewerking die deze deskundigen bij het verrichten van hun taak nodig kunnen hebben. De controleresultaten worden met de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat besproken voordat er een eindverslag wordt opgesteld en verspreid. Indien nodig bevat dit verslag aanbevelingen aan de lidstaten voor een betere naleving van deze verordening.

▼M3

Artikel 22 bis

Bevoegde autoriteiten

De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteit(en) aan die verantwoordelijk is (zijn) voor het doen naleven van deze verordening en de eventuele door de Commissie op grond daarvan vastgestelde handelingen.

Zij stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de identiteit van deze autoriteiten.

▼M4

Artikel 22 ter

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.  
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel vastgestelde voorwaarden.
2.  
De in artikel 13, lid 6, artikel 14, lid 4, en artikel 15 bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van 20 april 2016. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.  
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 13, lid 6, artikel 14, lid 4, en artikel 15 bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.  
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.  
Een overeenkomstig artikel 13, lid 6, artikel 14, lid 4, en artikel 15 bis vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 23

Comitéprocedure

1.  
Voor de uitvoeringshandelingen die overeenkomstig artikel 13, lid 6, van deze verordening worden vastgesteld wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad ingestelde Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders ( 2 ).

Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ).

2.  
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een gewone meerderheid van de leden van het comité daarom wordt verzocht.

▼M3

Artikel 23 bis

Ontwikkelingen op verslagleggings- en wetgevingsgebied

Uiterlijk:

— 
op 18 juli 2019 voor de bepalingen inzake facultatieve etikettering, en
— 
op 18 juli 2023 voor de bepalingen inzake elektronische identificatie,

na de inwerkingtreding van deze verordening dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad de desbetreffende verslagen over de tenuitvoerlegging en de effecten van deze verordening in, waarbij zij in het eerste geval ingaat op de mogelijkheid van herziening van de bepalingen inzake facultatieve etikettering, en in het tweede geval op de technische en economische haalbaarheid van de invoering van verplichte elektronische identificatie in de hele Unie.

Die verslagen gaan, indien nodig, vergezeld van passende wetgevingsvoorstellen.

▼B

Artikel 24

1.  
Verordening (EG) nr. 820/97 wordt ingetrokken.
2.  
Verwijzingen naar Verordening (EEG) nr. 820/97 gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening, volgens de concordantietabel in de bijlage.

Artikel 25

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing op rundvlees, afkomstig van dieren die vanaf 1 september 2000 worden geslacht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE



Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 820/97

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 11

Artikel 13

Artikel 12

Artikel 14, lid 1

Artikel 16, lid 1

Artikel 14, lid 2

Artikel 16, lid 2

Artikel 14, lid 3

Artikel 16, lid 5

Artikel 14, lid 4

Artikel 16, lid 4

Artikel 15

Artikel 17

Artikel 16, lid 1

Artikel 16, lid 3

Artikel 16, lid 2

Artikel 16, lid 3

Artikel 16, lid 3

Artikel 13, lid 2, onder a)

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 22

Artikel 25

▼M3




BIJLAGE I

IDENTIFICATIEMIDDELEN

A) 

CONVENTIONEEL OORMERK

MET INGANG VAN 18 JULI 2019

B) 

ELEKTRONISCH IDENTIFICATIEMIDDEL IN DE VORM VAN EEN ELEKTRONISCH OORMERK

C) 

ELEKTRONISCH IDENTIFICATIEMIDDEL IN DE VORM VAN EEN BOLUSTRANSPONDER

D) 

ELEKTRONISCH IDENTIFICATIEMIDDEL IN DE VORM VAN EEN INJECTEERBARE TRANSPONDER.



( 1 ) Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).

( 2 ) Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

( 3 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

Top